Ga naar de inhoud

Coronataks, opstand of crash?

Het is duidelijk dat we afstevenen op zwaar economisch onweer. Er zijn verschillende scenario’s mogelijk, het ene al wat optimistischer dan het andere, maar het hele systeem kan ook op de fles gaan. Er zullen in elk geval harde keuzes moeten gemaakt worden. Coronataks is er één van.

6 min leestijd

(Door Marc Vandepitte, oorspronkelijk verschenen bij DeWereldMorgen)

Volgens de chief economist van Financial Times is dit “de grootste crisis waarmee de wereld heeft te maken gehad sinds de Tweede Wereldoorlog en de grootste economische ramp sinds de depressie van de jaren dertig”. De ineenstorting van de oliemarktprijzen verraden dat de wereldeconomie door een diep dal gaat en dat een herstel nog niet direct voor morgen is. (*1) De vraag naar olie is een goede indicator voor economische activiteit. Wereldwijd is die vraag met maar liefst een derde gezakt.

Over dat economisch onweer bracht het IMF zopas een rapport uit. In het meest optimistische geval zal de wereldeconomie dit jaar 6,3 procent kleiner zijn dan verwacht was vóór de coronacrisis uitbrak. Volgend jaar zou de groei dan weer wat aantrekken. In dat scenario zal door deze crisis een slordige 3.400 miljard dollar verloren gaan. (*2) Dat is evenveel als het bnp van alle landen van Zuid-Amerika samen en anderhalve keer dat van Afrika. Dat lijkt ontzaglijk veel, en dat is het ook, maar dit bedrag is slechts een zevende of nog minder van wat naar schatting op de belastingparadijzen geparkeerd staat.

In het geval dat de lockdowns in delen van de wereld langer duren dan tot de maand juni en als er in 2021 nieuwe lockdowns op ons afkomen, schat het IMF het verlies op bijna het drievoudige daarvan (10 procent van het bnp of 9.000 miljard dollar verlies). In dat minder gunstige – maar meer realistische scenario – zullen de uitgaven van de regeringen in de rijke landen toenemen met 10 procentpunten van het bnp en zal de schuldenlast toenemen met 20 procentpunten.(*3)

En dat is allemaal in de veronderstelling dat het hele systeem overeind blijft. In een ander rapport waarschuwt het IMF: “Deze crisis vormt een zeer ernstige bedreiging voor de stabiliteit van het mondiale financiële systeem. Sinds de uitbraak van COVID-19 zijn de financiële omstandigheden verslechterd met een nooit geziene snelheid, waardoor er “barsten” in de wereldwijde financiële markten zijn ontstaan.”

De totale schuldenlast van de wereld is vandaag opgelopen tot een recordbedrag van 253.000 miljard dollar. Dat is 322 procent van het wereld bnp. Dat is een tikkende tijdbom. Maar wat vandaag nog meer zorgen baart zijn de risicovolle kredietmarktsegmenten. Het gaat om rommelobligaties,(*4) leningen met hefboomwerking (*5) en particulier krediet op maat. Na de crisis van 2008 hebben de centrale banken massaal veel geld in de financiële markten gepompt (de zogenaamde ‘quantitative easing’ of QE). Samen met de uiterst lage rentevoeten heeft dat geleid tot een enorme financiële bubbel en tot het ontstaan van heel wat zombiebedrijven en -banken (*6)vandaag.

Volgens het IMF is de waarde van deze rommelkredieten opgelopen tot een fabelachtig bedrag van 9.000 miljard dollar. Als dit aan het schuiven gaat boven op het verlies van de andere duizenden miljarden dollars als gevolg van COVID -19, dan zal de crisis van 2008 in vergelijking hiermee een vingerknipje zijn. Niet voor niets zegt het IMF: “Deze crisis is als geen andere.”

Er zijn dus drie scenario’s: een optimistisch (dat eigenlijk al neerkomt op een ernstige depressie), een minder optimistisch en een echte crash. In elk van die scenario’s zal gigantisch veel geld nodig zijn om de crisis in te dammen en er weer boven op te komen.

De hamvraag is vanwaar dit geld moeten komen. Wie zal deze factuur bepalen? Veel keuze is er niet. Ofwel zal de werkende bevolking daarvoor opdraaien. Dat zal leiden tot een enorme verarming, met alle mogelijke politieke gevolgen van dien, en de economie nog dieper in de crisis storten door de verdere daling van de koopkracht. Ofwel zal men de schandalig grote fortuinen aanspreken.

Peter Mijlemans van Het Nieuwsblad denkt alvast ook in die richting: “De solidariteit die we nu tonen, zou – opnieuw – het nieuwe normaal moeten worden. Van bedrijven die nu massaal op technische werkloosheid draaien en door de vorige regering werden verwend. Van de banken die we tien jaar geleden samen gered hebben. Van onze medeburgers met grote vermogens. Om dat te beseffen moet men geen lid van PVDA zijn. Zelfs een gematigde liberaal met gezond verstand beseft dat nu. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen het geen grote financiële ramp wordt voor iedereen die nu doet wat hij en zij moet doen.”

Deze realiteit is blijkbaar nog niet bij iedereen doorgedrongen. Mensen als Jan Jambon bijvoorbeeld zweren nog steeds bij de voorbijgestreefde pre-coronarecepten: “uiteindelijk betaalt de belastingbetaler zoiets altijd”. Jambon en co lopen hopeloos achter op de feiten.

Rana Foroohar, hoofdredacteur van Financial Times stelt de kwestie heel scherp: “Als we willen dat het kapitalisme en de liberale democratie COVID -19 overleven, kunnen we het ons niet veroorloven de foutieve aanpak van ‘socialiseer de verliezen en privatiseer de winsten’ van tien jaar geleden te herhalen.”

Anders gezegd, COVID-19 heeft de krachtsverhoudingen grondig door elkaar geschud. De financiële en economische elite zit in het defensief. Een economisch model waar de winsten voorrang hebben op het welzijn en de gezondheid van de mensen is niet langer houdbaar. De tijd is rijp voor fundamentele maatschappelijke wijzigingen ten voordele van de mensen die onze samenleving overeind houden tijdens de coronacrisis. “Al de lageloners in de zorg die nu hun nikkel afdraaien in moeilijke omstandigheden, zonder het juiste beschermingsmateriaal, gaan ze niet zomaar terug in hun kot krijgen”, aldus Peter Mertens in De Standaard.

Het invoeren van een coronataks zal essentieel zijn, maar ook niet meer dan een begin. Er zal veel meer nodig zijn dan dat. Het worden in elk geval spannende tijden. Get ready.

Noten:

(*1) De beurzen zijn op dit moment geen goede indicator omdat ze kunstmatig worden opgepept door de gigantische hoeveelheid geld die de centrale banken in de kapitaalmarkten pompen. Onder andere daardoor zijn de rentevoeten op obligatiemarkten heel laag, waardoor speculanten zich wenden tot de aandelenmarkt.

(*2) Voor volgend jaar verwacht men in het gunstigst geval een groei die 2,4 procent hoger ligt dan normaal was verwacht. Samen met 2020 geeft dit een verlies van 3,9 procent. Op een totaal van 87.000 miljard dollar komt dit neer op 3.400 miljard dollar.

(*3) In plaats van bijvoorbeeld een overheidstekort van 3 procent van het bnp, zal dat dan 13 procent bedragen. In plaats van schuldenlast van 100 procent van het bnp, wordt dat dan een schuldenlast van 120 procent van het bnp.

(*4) Om aan geld te komen (om te investeren) kan een bedrijf aandelen uitschrijven, bij de bank geld lenen of rechtstreeks spaarders aanspreken door een obligatie of schuldbewijs uit te schrijven. De kopers van die obligatie lenen in feite geld aan dat bedrijf en in ruil daarvoor ontvangen ze rente. Een rommelobligatie (junk bond) is een risicovolle obligatie. De rente is hoog, net als het risico dat de lening niet kan terugbetaald worden.

(*5) Leningen met hefboomwerking zijn leningen aan bedrijven of particulieren die zelf al heel wat schulden hebben. Bij wijze van spreken gaan ze nieuwe leningen aan om hun oude af te betalen. De nieuwe zijn een hefboom voor de oude en maken zo de schuldenlast steeds zwaarder.

(*6) Zombiebedrijven zijn bedrijven zonder reserve. Bij het minste probleem komen ze in de problemen en dreigt het faillissement.