Ga naar de inhoud

Crisis in Nicaragua II: probeert de VS de regering Ortega-Murillo omver te werpen?

De voornaamste zorg van Washington in Nicaragua is niet Ortega uit de weg te ruimen, maar de belangen van het multinationale kapitaal te beschermen. Deel 2 van de analyse van William I Robinson, vertaald door Grenzeloos.

9 min leestijd

(Door William I Robinson, Nacla, de vertaling is door grenzeloos, deel 1 is hier te vinden)

Nu de verkiezingen die gepland staan voor 7 november naderen, zinkt Nicaragua opnieuw weg in politieke onrust. De onderdrukking die eerder dit jaar begon door de regering van president Daniel Ortega en zijn vrouw, vicepresident Rosario Murillo, heeft tot nu toe zeven presidentskandidaten en enkele tientallen andere politieke tegenstanders, journalisten, studentenleiders en mensenrechtenactivisten zonder proces in de gevangenis doen belanden, waar ze zich voegen bij de ongeveer 130 andere politieke gevangenen die sinds de massaprotesten in 2018 worden vastgehouden. De repressie heeft ook honderden anderen gedwongen om het land te ontvluchten, waar ze zich voegen bij meer dan 100.000 anderen die in politieke ballingschap zijn gevlucht sinds de protesten in 2018 en de gewelddadige repressie ervan.

De Sandinistische Revolutie van 1979, die de dictatuur van Somoza omver wierp, won de brede solidariteit van progressieven en links over de hele wereld. Maar nu veroorzaakt de crisis diepe scheuringen binnen Amerikaans en internationaal links. Het regime heeft het harde optreden gerechtvaardigd met de bewering dat de gearresteerden buitenlandse agenten zijn die deel uitmaken van een Amerikaanse samenzwering om een staatsgreep te plegen. Ter ondersteuning van deze bewering wijzen belangrijke delen van de internationale linkervleugel op de Amerikaanse financiering van Nicaraguaanse oppositie-organisaties. Hoewel de Verenigde Staten inderdaad bepaalde oppositiegroeperingen financieren, is er in deze linkse betogen een opvallende afwezigheid van enige aandacht voor de interne tegenstellingen in Nicaragua die in de eerste plaats aanleiding hebben gegeven tot de crisis, zoals ik in deel I van deze analyse heb laten zien.

Samen met enkele honderden andere Amerikaanse burgers en enkele duizenden internacionalistas uit de hele wereld, nam ik in de jaren tachtig deel aan het revolutionaire proces. En begin juli sloot ik me aan bij meer dan 500 Nicaraguaanse solidariteitswerkers in de Verenigde Staten door een petitie te ondertekenen die verklaarde: ‘de misdaden van de Amerikaanse regering – in heden en verleden – zijn niet de oorzaak van, noch rechtvaardigen of verontschuldigen ze de misdaden tegen de menselijkheid gepleegd door het huidige regime van Daniel Ortega en Rosario Murillo.’ De brief riep de Nicaraguaanse regering op ‘om de meer dan 130 politieke gevangenen vrij te laten, de draconische nationale veiligheidswet op grond waarvan deze personen werden gearresteerd in te trekken en nietig te verklaren en te onderhandelen over electorale hervormingen om vrije en eerlijke verkiezingen te waarborgen.’

VS-financiering voor de oppositie

Degenen die beweren dat de Amerikaanse regering contrarevolutionaire ‘regimeverandering’ in Nicaragua bevordert, wijzen op de miljoenen dollars die het U.S. Agency for International Development (USAID) via de National Endowment for Democracy (NED) uitgeeft aan niet-gouvernementele organisaties, mediakanalen en ondernemersorganisaties die banden hebben met de oppositie. Naar mijn mening zouden progressieven NED-activiteiten waar ook ter wereld moeten veroordelen en er is niets positiefs aan wat de Verenigde Staten in Nicaragua doen. Desalniettemin wordt deze NED-financiering door sommigen ter linkerzijde opgevat als een teken van een operatie om het regime te veranderen, zonder enig begrip of analyse van wat men daarmee wil bereiken.

Het NED-programma in Nicaragua verschilt van de programma’s in landen als Cuba, Venezuela of Iran, waar ze een onderdeel vormen van allesomvattende destabilisatiecampagnes. NED-financiering in Nicaragua begon in het midden van de jaren tachtig en is nooit opgehouden. Het is niet nieuw voor de periode Ortega-Murillo. In de jaren tachtig was het onderdeel van de contrarevolutionaire strategie. Vanaf 1990 en daarna heeft het NED-programma getracht de pro-neoliberale/kapitalistische krachten te versterken, deze te helpen de hegemonie in de burgermaatschappij te bereiken, de multinationale kapitalistische agenda in het land te bevorderen en elke radicalisering van de basis te voorkomen. De beschuldiging dat deze financiering gericht is op het omverwerpen van de regering is moeilijk vol te houden, gezien het feit dat Ortega heeft geregeerd met dezelfde krachten die door de NED worden gesteund. Het NED-programma in Nicaragua verschilt van dat in landen als Cuba, Venezuela, of Iran, waar het een onderdeel vormt van een totale destabilisatiecampagne.

Begin jaren negentig schreef ik de eerste twee boeken waarin ik de oorsprong en modus operandi over de hele wereld blootlegde van wat toen een weinig bekend agentschap was dat verbonden was aan USAID. Ik liet zien dat de NED in verschillende landen verschillende doelen nastreeft, afhankelijk van de algemene doelstellingen van het buitenlands beleid van Washington in elk land. In sommige landen waren of zijn NED-programma’s onderdeel van grotere campagnes om gevestigde regeringen omver te werpen, zoals bij de zogenaamde ‘gekleurde revoluties’ in Oost-Europa en voormalige Sovjetrepublieken, in Nicaragua in de jaren tachtig, of in Venezuela nu. In andere landen waar volkskrachten strijden tegen dictaturen en autoritaire regimes, zoals in Zuid-Afrika tot de val van de apartheid in 1994, Egypte tijdens de Arabische Lente, of in Honduras op dit moment, proberen NED-programma’s de hegemonie van de elite binnen deze massabewegingen voor democratisering te versterken om radicalisering van de basis te voorkomen en te zorgen voor uitkomsten die verenigbaar zijn met de mondiale kapitalistische orde.

De NED runt programma’s in zo’n 100 landen over de hele wereld, waarvan de meerderheid bondgenoten van de VS zijn, zoals de andere Centraal-Amerikaanse republieken. Volgens de NED-database bedroegen haar programma’s in Nicaragua de afgelopen vijf jaar in totaal iets minder dan 6 miljoen dollar. Een vergelijkbaar bedrag heeft de NED in deze periode van vijf jaar uitgegeven in Colombia, zijn meest nauwe bondgenoot in Zuid-Amerika en in Guatemala en Honduras. In dezelfde periode heeft het 12 miljoen dollar uitgegeven aan Kenia, zijn naaste bondgenoot in Oost-Afrika; ongeveer 8,5 miljoen dollar aan zijn bondgenoot Egypte; ongeveer 8 miljoen dollar aan de Filippijnen; 8,5 miljoen dollar aan Mexico, enzovoort. Daarentegen bedroegen de uitgaven in Cuba – onderdeel van een expliciet contrarevolutionair programma – in deze periode 25 miljoen dollar.

In tegenstelling tot de verwoestende destabilisatiecampagne van Washington tegen Venezuela en Cuba, die gepaard gaat met algehele economische blokkades en sancties, blijft Nicaragua tot op heden deel uitmaken van de Midden-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst (CAFTA) en zijn de Verenigde Staten Nicaragua’s voornaamste leverancier van aardolie. De toen aantredende regering Ortega verwelkomde het CAFTA-pact in 2006, op een moment dat sociale bewegingen in heel Midden-Amerika er op grote schaal tegen protesteerden. Nicaragua heeft niet te maken met handelssancties en de handel met de Verenigde Staten, de belangrijkste handelspartner van het land, neemt een hoge vlucht met een bedrag van meer dan 5 miljard dollar in 2020. Ondanks de NICA-wet van 2018, die dreigde zich te verzetten tegen leningen aan Nicaragua door de internationale financiële instellingen, is de kraan van de internationale hulp wagenwijd open blijven staan. In 2020 keurde het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een noodlening van 185 miljoen dollar aan Nicaragua goed, terwijl de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank er nog eens 43 miljoen dollar tegenaan gooide. Tegelijkertijd keurde de Wereldbank vorig jaar een lening van 20 miljoen dollar goed en opende begin 2021 een kredietlijn van 80 miljoen dollar. Nicaragua heeft ook niet te maken met militaire of paramilitaire agressie van Washington.

De voornaamste zorg van Washington is, volgens mijn analyse, niet om zich te ontdoen van Ortega, maar om, in het licht van een crisis die is voortgekomen uit interne tegenstellingen, de belangen van het multinationale kapitaal in het land en de hegemonie van het kapitaal over elk politiek project na Ortega te beschermen. Wat de Verenigde Staten het meest vrezen is een instabiel en onvoorspelbaar machtsvacuüm dat een bedreiging zou kunnen vormen voor de kapitalistische belangen in het land en de beleidsdoelstellingen van de VS ten aanzien van de regio. Het probleem is echter dat de traditionele politieke rechterzijde in Nicaragua geen enkele samenhangende strategie heeft en in een staat van politieke desorganisatie verkeert, waardoor het aan het bedrijfsleven en haar organisaties wordt overgelaten om een soort overgangsproces op gang te brengen. Dit bedrijfsleven, haar agentschappen en denktanks hebben de meeste Amerikaanse financiering ontvangen en overwegen nu toenadering tot Ortega-Murillo.

Afhankelijk van hoe de gebeurtenissen zich ter plaatse ontwikkelen en naarmate de crisis zich verdiept en de politieke spanningen tussen de VS en Nicaragua toenemen kan het beleid van de VS veranderen. Dit jaar heeft USAID, als onderdeel van haar Centraal-Amerikaans regionaal veiligheidsinitiatief (CARSI), dat middelen toewijst aan regeringen, de particuliere sector en niet-gouvernementele organisaties, 3 miljoen dollar extra gereserveerd voor Nicaraguaanse maatschappelijke organisaties, volgens een USAID-mededeling aan het Congres over CARSI-kredieten van 23 februari 2021 (CN #129). Er zij echter op gewezen dat buiten de NED, de USAID-financiering voor Nicaragua gedurende de 13 jaar dat Ortega aan de macht is, van 2007 tot 2020, honderden miljoenen dollars bedroeg. Het overgrote deel van dit bedrag is naar de regering zelf gegaan: naar gezondheids- en onderwijsprogramma’s, export-importsteun, voedselhulp en grondstoffenondersteuning, drugsbestrijdingsoperaties, technische bijstand voor ontwikkelingsprogramma’s van de regering, enzovoort. Het is derhalve eenvoudigweg niet houdbaar om te beweren dat USAID-programma’s in Nicaragua gericht zijn op ‘regime change’.

Rechtse krachten en traditionele conservatieve elites hebben hegemonie verworven over de oppositie. De volkssectoren zitten sinds 2018 klem tussen de corrupte en repressieve regering Ortega en de traditionele oligarchie, gesteund door internationale rechtse krachten, die zich nooit heeft geconformeerd aan het Sandinistische monopolie van de politieke macht en van de volksopstand gebruik wilde maken om die macht directer aan zichzelf terug te geven. Het is zowel ironisch als tragisch dat de jongeren die in 2018 de straat opgingen om te protesteren, meestal de zonen en dochters waren van een vroegere generatie Sandinisten die deelnamen aan de revolutie van de jaren 1980. Ironisch omdat ze door het regime werden veroordeeld als contrarevolutionaire pionnen van een mislukte ‘Amerikaanse staatsgreep’ en tragisch omdat de repressie tegen hen hielp de weg vrij te maken voor de conservatieve hegemonie over de oppositie.

Het neoliberalisme dat een toekomstige rechtse regering ongetwijfeld zal voortzetten of zelfs nog verder zal uitdiepen, mag voor internationaal links geen voorwendsel zijn om zich achter het neoliberalisme, de repressie en het autoritarisme van het Ortega-Murillo regime te scharen. Progressieven moeten een principieel links standpunt innemen ten aanzien van de complexe politieke realiteit in Nicaragua.

Deel I van deze tweedelige analyse behandelt de vraag: is de regering Ortega-Murillo links?

Dit artikel stond op Nacla. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.