Ga naar de inhoud

De euro: de vermarkting van een ideaal

Het begint er steeds meer op te lijken dat de Euro is mislukt. De komende weken en maanden zal blijken of Europa in staat is zich echt te hervormen of dat de hele zaak uit elkaar spat. Tijd om eens te kijken hoe het zover heeft kunnen komen en wat er verkeerd is gegaan.

9 min leestijd
Placeholder image

(Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij GeenCommentaar.nl)

1989, Ik kan het me nog goed herinneren: iedereen was opgelucht want het IJzeren Gordijn dat Europa had verdeeld was verdwenen. Het was nu voor iedereen duidelijk dat de hele wereld, van Nome in Alaska tot Kamchatka in Rusland, kapitalistisch en democratisch zou worden. De mislukking van het communisme had eens en voor altijd bewezen dat centrale aansturing van de economie niet werkt. Een andere les die we leerden was dat kapitalisme en vrijheid altijd samen gaan. Democratie en vrijheid zouden het beste gedijen bij de vrije markt en omgekeerd. Vrijheid was een voorwaarde voor bloeiende handel en welvaart. Maar de belangrijkste les was dat politiek de wereld niet kan veranderen, niemand geloofde nog in de maakbare samenleving. Ook de sociaaldemocratie, die een gemeenschappelijke voorouder heeft met het communisme, nam afstand van het oude denken en schudde haar ideologische veren af. Niet het collectief, maar het individu, bepaalde vanaf dat moment haar eigen lot. Dat lot wordt bepaald door de keuzes die je maakt. Kiest je goed, dan wordt je daarvoor beloond en eigen schuld dikke bult als je fout kiest! Maar dat is de moderne mondige burger wel toe te vertrouwen. Een nieuw tijdperk was begonnen. Francis Fukuyama kondigde het einde van de geschiedenis aan:

What we may be witnessing is not just the end of the Cold War, or the passing of a particular period of post-war history, but the end of history as such: that is, the end point of mankind’s ideological evolution and the universalization of Western liberal democracy as the final form of human government.

Groots en meeslepend was het – het einde van de geschiedenis nog wel! – maar paradoxaal ook weer niet want het tijdperk van de grote idealen was juist afgelopen. Vanaf nu geen grote verhalen meer maar marktwerking en mondige burgers. Zo begonnen we aan de jaren 90: dapper en vol goede moed.

Het Europa van de markt
Niemand twijfelde dan ook dat Europa moest hervormen. Door het verdwijnen van het communisme was de weg vrij voor een echt verenigd Europa. Geen grootmacht die dat nog kon tegenhouden. Het naoorlogse ideaal zou nu op een eigentijdse manier worden ingevuld. Geheel in de stijl van de tijd zou het Verenigd Europa bereikt worden door het creëren van één markt en één munt. Vanaf nu zou niet ideologie maar de vrije markt zorgen voor de vereniging van Europa.
Als het zou werken zou het een mooie oplossing zijn, want geen werelddeel is zo verdeeld als Europa. Het was nu niet meer nodig dit van bovenaf op te leggen, het enige dat men moest doen was er voor zorgen dat mensen vrij over de grens konden reizen en konden handeldrijven in een grote vrijhandelszone. Een belangrijk onderdeel van deze strategie was de invoering van een muntunie, wat uiteindelijk de Euro zou worden. Elk land kon zijn eigen economisch beleid blijven voeren, iedereen bleef verantwoordelijk voor zijn eigen economie, maar door de tucht van de markt groeien de landen naar elkaar toe, althans dat was de bedoeling.

Instabiel
In 1992 werd in Maastricht afgesproken dat de Europese landen hun eigen munt zouden in leveren en in 1997 werd bepaald aan welke voorwaarden men moest voldoen om mee te doen. De totale staatsschuld mocht niet meer dan 60% van het bruto nationaal product (BNP) zijn en de overheidstekorten mochten niet boven de 3% komen. Dat ging goed tot de crisis in 2008 en van die klap zijn we nog niet bekomen. Al in de jaren 90 werd door economen gewaarschuwd voor deze situatie. Vóór de Euro er was, toen elk land nog een eigen munt had, was er een automatisch stabiliseringen mechanisme dat tijdens een crisis in werking trad. Als de economie in een land inzakt is het onvermijdelijk dat overheidstekorten oplopen.

Omdat bedrijven minder winst maken en consumenten minder kopen komt minder geld binnen via belastingheffing en er door het oplopen van de werkloosheid wordt meer geld uitgegeven aan uitkeringen. De staatsschuld loopt daardoor op maar dat is op dat moment niet erg: op die manier worden de gevolgen van een crisis verzacht. Mensen verliezen wel hun baan maar niet (meteen) hun inkomen en waardoor ze nog steeds geld kunnen uitgeven, ook zijn ze niet gedwongen om hun huis te verkopen. Het is niet helemaal pijnloos, maar als na een tijdje de economie weer aantrekt vind iedereen weer werk en kan de staat haar schulden terugbetalen.
Het automatische stabiliseringsmechanisme dat er vroeger was werkt nu niet meer met de Euro: door de crisis lopen de begrotingstekorten op tot boven de normen die in het Verdrag van Maastricht zijn afgesproken en landen zijn dus verplicht om te gaan bezuinigen om deze tekorten weer terug te brengen. In Nederland ondervinden we nu aan den lijve wat dat betekent. Er is ook een reden om zo snoeihard te bezuinigen: de landen zijn veel kwetsbaarder omdat geleend moet worden in Euro’s en niet in hun eigen valuta. Zij kunnen dus niet meer bij hun eigen centrale bank aankloppen om hulp. De ECB kan niet helpen want er is afgesproken dat dat niet mag: de ECB moet onafhankelijk blijven van de politiek.

 Enkele Ratings

Dit betekent dus dat landen de markt op moeten voor hun geld en als die markt vindt dat een land het niet goed doet dan is lenen een kostbare zaak. Wat de markt vindt wordt onder andere bepaald door de kredietbeoordelaars, bedrijven die gespecialiseerd zijn het beoordelen van de kredietwaardigheid van klanten. Het laatste nieuws over Portugal is typerend voor de situatie: kredietbeoordelaar Moody’s, heeft Portugals kredietwaardigheid twee niveaus verlaagd. In plaats van automatische stabilisatie wordt een land dat geen eigen munt meer heeft geconfronteerd met een negatieve spiraal die makkelijk uit de hand loopt. En dat is precies wat er is gebeurd met Spanje, Griekenland, Portugal en Ierland. De Euro is dus niet, zoals beloofd, een stabiliserende maar een destabiliserende factor.

Lang leve de geschiedenis
Wie de puinhoop die deze “niet-ideologie” heeft aangericht nu overziet vraagt zich verbijsterd af hoe we ooit zo naïef hebben kunnen zijn. Natuurlijk was het niet het einde van de geschiedenis, en werd de oude ideologie niet afgeschaft, maar slechts ingeruild voor een nieuwe ideologie. Deze ideologie houdt in dat wereld geregeerd wordt door markten, niet door regeringen. Dit is niet minder dogmatisch en technocratisch dan het communisme ooit was. Nu zijn het bedrijven als Standard & Poor en Moody’s die vertellen hoe we onze economie moeten inrichten, niet de politiek. Door de crisis is duidelijk geworden wat de gevolgen zijn van het maken van een verkeerde keuze, de Grieken ondervinden dit nu aan den lijve. Het voorkomen van moral hazard wordt als motivatie aangevoerd om de Grieken hard te straffen. In ruil voor steun aan “het kwakkelland” roepen Jan Kees de Jager en Angela Merkel om pijnlijke en strenge bezuinigen en het land wordt nu aan de hoogste bieder verkocht. De markt is een strenge en harde leermeester. Maar waar was het allemaal ook al weer om begonnen?

We hebben ons neoliberale economie en politiek laten aansmeren onder het mom van Europees idealisme en met de belofte van grotere welvaart. Geen van beiden worden worden waargemaakt.

TOEGIFT 1: Griekenland in de uitverkoop

Geen Commentaar: Filmpje NOS:

http://nos.nl/op3/video/245791-griekenland-in-de-uitverkoop.html

TOEGIFT 2: We kunnen niet zeggen dat we het niet konden weten
In een open brief hebben in 1997, bijna exact 14 jaar geleden (4 juli) hebben 70 Europese economen gewaarschuwd voor de gevolgen van een monetaire unie. Het is een initiatief van 3 Nederlanders: Geert Reuten, Kees Vendrik en Robert Went. Precies zoals de auteurs voorspellen wordt de monetaire unie geen succes, we kunnen dus niet zeggen dat we het niet konden weten.

Enkele citaten uit de brief (benadrukking van mij):

Deze EMU vormt niet het startschot van een moderne Europese sociale welvaartsstaat, maar creëert het institutionele kader voor een verdere ontmanteling van nationaal sociaal-fiscaal beleid en de Europese publieke sector. In sociaal, ecologisch en democratisch opzicht is dat onwenselijk. En de economische winst is omstreden.

Op zichzelf zou een gemeenschappelijke munt voordelen kunnen hebben, maar met dit project kiest de Europese Unie de verkeerde weg. Het is tijd voor bezinning, heroverweging en kritisch debat over de economische agenda van Europa.

[…]

In essentie kom[en de eisen voor toetreding] er op neer dat lidstaten ook na toetreding tot de EMU gehouden zijn aan de 3 procent-eis, en hun financieringstekort zelfs verder moeten terugdringen tot 1 procent. Dit ter garandering van een spijkerharde euro, zo is de leidende gedachte.

Pogingen om aan deze eis te voldoen, hebben in de EU-landen nu al geleid tot ingrijpende bezuinigingen op de collectieve voorzieningen, waarvan de sociaal zwakkeren het meest te lijden hebben. Dat proces van bezuinigingen zal met de invoering van de EMU en euro in het komende decennium doorgaan.

En in het niet ondenkbeeldige geval dat Europa de komende jaren opnieuw met een recessie te kampen zal hebben, brengen de rigide ‘Dublin-eisen’ Europa nog verder in een neerwaartse spiraal van bezuinigingen en oplopende werkloosheid. Het valt niet te verwachten dat de nieuwe Europese Centrale Bank (ECB) dan een Europees stimuleringsbeleid zal entameren. Zij moet immers absolute prioriteit geven aan prijsstabiliteit. Bovendien ontbreekt het aan automatische stabilisatoren op Europees niveau. Een bijkomstigheid is dat de Europese centrale bankiers niet teruggefloten kunnen worden, want de ECB opereert geheel autonoom.

[…]

Juist een gemeenschappelijke munt maakt een anti-cyclische bestedingspolitiek mogelijk, al is daarvan overigens niet alle heil te verwachten. Maar het tegendeel geschiedt. De EMU-criteria en stabiliteitspact-verordeningen werken de facto juist een Europees pro-cyclisch beleid in de hand. Daardoor loopt met name de ontwikkeling van de werkgelegenheid gevaar.

Er is ook een Engelstalige versie van deze brief (met nog meer economen: 331). Europe have the right to an that serves the interests of human beings.

Nogmaals, dit is niet vandaag maar 14 jaar geleden geschreven.

(Laatste link naar internationale analyse niet overgenomen vanwege ongelukkige link naar extreemrechtse website (larouche), globalinfo)