Ga naar de inhoud

“De Groene Pas is een puur propaganda-instrument”.

Een gesprek met het auteurscollectief Wu Ming over kritiek op het pandemiebeleid in Italië. Het linkse schrijverscollectief Wu Ming vertelt in een interview over protesten tegen de zogenaamde Groene Pas in Italië, complotgeloof en radicale kritiek op het pandemiebeleid.

19 min leestijd

(Interview Door Federica Matteoni, Jungle World, vertaling door globalinfo.nl, dat graag donateurs heeft)

Neo-fascisten waren verantwoordelijk voor de aanslag op de (vakbond, vert.) CGIL op 9 oktober (zie infokader). In het algemeen kan worden gesteld dat extreem- en overig rechts sterk vertegenwoordigd zijn in de protesten tegen het beleid over de pandemie. Waarom denkt u dat het verkeerd is om de mobilisaties tegen de Groene Pas (iets als de QR-code in Nederland, vert.) als uitsluitend fascistisch te omschrijven?

Al in het voorjaar van 2020 vermoedden we dat de sociale onvrede zou losbarsten zodra de angst voor het virus zou wegebben. Wij schreven dat het gebrek aan kritiek op de manier waarop de regering de pandemie aanpakt, het onvermijdelijke protest zou doen verwateren tot iets zeer verwarrends en dubbelzinnigs, ten dienste van extreem-rechts en diverse samenzweringstheoretici. Wij hebben ook scherpe kritiek geuit op een groot deel van links omdat het een “virocentrische” visie had, d.w.z. dat het zich uitsluitend concentreerde op de besmetting en nauwelijks sprak over het irrationele, onrechtvaardige en hypocriete karakter van het politieke beheer van de pandemie. Wij bekritiseerden het gemak waarmee etiketten werden geplakt en het vasthouden aan wat wij de “pandemische sociale vrede” van de regering Draghi noemden (Mario Draghi is sinds 13 februari 2021 premier van Italië, noot van de redactie) uit angst om “hetzelfde als rechts” te zeggen. De mobilisaties staan immers bol van ideologische onzin. Maar niet alleen, dat is precies het punt.

Bij elke massamobilisatie heeft men altijd veel dingen gehoord: op het Tahrirplein hoorde men ook antisemitische samenzweringsfantasieën; bij de Gezi-parkprotesten hoorde men ook nationalistische samenzweringsfantasieën. Zou het juist zijn geweest om deze strijd te verwerpen? Nee, en het heeft ook geen zin om dat te doen voor de post-pandemische strijd, die tegenstrijdig maar onvermijdelijk is.

“De mobilisaties tegen de Groene Pas staan ook bol van ideologische onzin. Maar niet alleen, dat is juist het punt.”

Tegenover de protesten nam de neoliberale mainstream onmiddellijk zijn toevlucht tot reductio ad Hitlerum. Een deel van links, zelfs delen van de sociale bewegingen volgden onmiddellijk dit voorbeeld. Dit is de neofascisten in deze post-pandemische fase ten goede gekomen, omdat hun rol is overdreven. Bij vele bijeenkomsten zijn de fascisten afwezig of irrelevant, bij andere zijn zij er wel, duidelijk om hun vuile manoeuvres uit te voeren, maar misschien hebben zij alleen in Rome enig belang. Voor de rest is deze beweging wild, tart zij elke interpretatieve parameter, en geen enkele politieke kracht slaagt erin werkelijke hegemonie te bereiken.

De uitbreiding van de Groene Pas tot alle werkterreinen leidt tot steeds meer inconsistenties en tegenstrijdigheden. Het wordt steeds duidelijker dat deze maatregel een manier is om alle verantwoordelijkheid naar beneden te verschuiven, naar de individuele burger. De Groene Pas werd gezien als de druppel die de emmer deed overlopen na twee jaar die het leven van zoveel mensen hebben verwoest.

Het heeft weinig zin te filosoferen over het vermeende misbruik van de term “vrijheid” in deze mobilisaties. Dit slaat de plank mis, want meestal gaat het de deelnemers niet om vrijheid, maar om hun eigen proletarisering. Een deel van de precaire, verarmde en bange middenklasse – mensen die de taal van de sociale strijd niet machtig zijn en geen erfgenamen zijn van politieke tradities met een gevestigde woordenschat – vertalen hun woede over hun recente of dreigende sociale achteruitgang en over het onrecht dat hun is aangedaan door de manier waarop met de pandemische noodsituatie is omgegaan, in termen van “vrijheid”.

In een poging om zich van deze demonstraties te distantiëren, heeft een bepaald links sociaal netwerk blijk gegeven van zijn minachting voor persoonlijke vrijheden die als “burgerlijke” vrijheden worden beschouwd. Je moet oppassen welke termen je gebruikt in een pejoratieve manier. Individualisme en egoïsme zijn één ding; de sfeer van autonomie die ieder mens moet genieten is iets anders. Zonder dit onderscheid ontstaat er een verschrikkelijke verwarring en pleit men voor autoritarisme, in een kapitalistische context zelfs, zonder het voorwendsel van de dictatuur van het proletariaat! Wat vooral belangrijk is, is dat dit soort pandemiebeheer de collectieve en sociale dimensie aantast, de relaties tussen mensen. “Vrijheid” betekent in deze context ook de vrijheid om samen te leven, te argumenteren, te demonstreren. Zich ertoe beperken dit alles “fascistisch” te noemen, is op zijn minst een teken van ideologische kortzichtigheid.

Sinds enkele dagen overheerst in de Italiaanse media echter de tegenovergestelde vrees, namelijk dat “radicaal links”, de “anarchisten”, de “zwarte blokken”, zelfs de “voormalige Rode Brigades” een rol in de mobilisatie zouden hebben gespeeld. Wat is er veranderd?

Het retorisch kader is natuurlijk dat van de “tegengestelde extremismen”, zoals in de jaren zeventig: de liberale democratie, die zich zowel tegen de zwarten als tegen de roden moet verdedigen. Maar in het verhaal zijn de Roden altijd gevaarlijker. Er kwam steeds meer kritiek op de Groene Pas van linkse en antikapitalistische groepen: Alle basisvakbonden, zelfs de grootste Italiaanse vakbond, de CGIL, die vroeger communistisch was en nu sociaal-democratisch, hebben zich ertegen uitgesproken. Al deze mensen zien de pas als een synthese van de neoliberale en technocratische logica die wordt gebruikt om de pandemie in Italië te beheersen, en als een discriminerend instrument dat dient om de controle van de werkgevers over de beroepsbevolking nog verder aan te scherpen.

De retoriek tijdens de demonstraties veranderde met de blokkade van de haven van Triëst half oktober, als onderdeel van een mobilisatie die een geheel andere richting uitging dan die in Rome. In een bericht op je blog heb je het over “klasse solidariteit”. Kunt u dit nader toelichten?

Sinds augustus is er een massamobilisatie in Triëst die nog steeds voortduurt. In een stad met 200.000 inwoners zijn 20.000 mensen verschillende keren de straat opgegaan. Het zijn arbeiders uit alle belangrijke produktiesectoren van Triëst, te beginnen met de havenarbeiders, die een hoofdrol spelen. Op 15 oktober blokkeerden de dokwerkers een van de hoofdingangen van de haven en ontvingen zij solidariteit van grote delen van de bevolking. De politie ontruimde de demonstranten met waterkanonnen en traangas.

Laten we niet vergeten dat de politie gestuurd werd door de meest bedrijfsvriendelijke en neoliberale regering in de geschiedenis van Italië, geleid door het voormalige hoofd van de Europese Centrale Bank, een van de mannen die de wurging van de Griekse samenleving regisseerden.

Bij dit alles spelen de kamerad(in)en die sinds april vorig jaar politiek werk doen en militante onderzoeken uitvoeren een belangrijke rol. Zij leven al maanden in een situatie die zeker tegenstrijdig en moeilijk te hanteren is, maar ook zeer levendig. Triëst toont aan dat er vanaf het begin ruimte was voor interventie, dat het mogelijk is het protest tegen het paspoort op het goede spoor te houden door duidelijk een gemeenschappelijke basis vast te stellen.

Toen de strijd weerklank begon te vinden in de media, verschenen er natuurlijk fascisten en Qanon-complotgoeroes in Triëst. Deze mensen probeerden zichzelf op de voorgrond te plaatsen en de media hielpen hen daarbij door hen voortdurend te interviewen, hoewel zij nauwelijks een rol speelden in de mobilisaties in de stad. Op dit moment ziet het ernaar uit dat hun poging om de protesten te kapen is mislukt. Dit betekent echter niet dat er geen complotpraat en pseudowetenschappelijke stellingen meer te horen zullen zijn bij de demonstraties.

U hebt geschreven dat wat in Triëst gebeurt een voorproefje is van hoe toekomstige mobilisaties eruit zullen zien en welke problemen de bewegingen zullen moeten aanpakken en oplossen in de post-pandemische fase van het late kapitalisme, als zij niet slechts onschuldige “opiniebewegingen” willen zijn. Wat bedoelt u?

In Europa en daarbuiten zullen de opstanden van de toekomst steeds heterogener en verrassender zijn, althans in hun beginstadium. Dat bleek al in 2018 met de opstand van de zogenaamde gele hesjes in Frankrijk, en dat zal altijd zo blijven, nu het kapitaal steeds meer bestaansmiddelen verslindt in de duizelingwekkende versnelling van de reële onderschikking, waardoor zelfs het leven van voorheen zekere klassen steeds precairder wordt. Deze opstanden zullen heterogeen van start gaan omdat hun protagonisten niet de achtergrond hebben die wij willen dat zij hebben: de herinnering aan arbeidersstrijd en sociale bewegingen, een klassenbewustzijn, een traditie van sociale conflicten, enzovoort. Maar paradoxaal genoeg maakt het ontbreken van deze achtergrond deze strijd ook vrij van het volgen van voorgefabriceerde patronen. Dit is iets wat Toni Negri ook op een vage manier voelde. Hij schreef erover in een artikel uit 1981, getiteld “Epistemologie. Elogio dell’assenza di memoria” (Epistemologie. In lof van de afwezigheid van herinnering).

De hoofdrolspelers van de volgende golven van sociale strijd zullen vaak “biconceptueel” zijn: proletarisch (en precair bovendien) in hun nieuwe toestand, maar bourgeois in hun andere mentaliteit. Juist door de schok van het sociale verval zullen zij aanvankelijk trachten de kleinburgerlijke waarden van het verleden, de overblijfselen van hun vroegere status, te cultiveren.

Zoals de cognitieve taalkundige George Lakoff zegt, moeten we met de biconceptuelen praten door een beroep te doen op het deel van hun geest dat zij met ons gemeen hebben. Wij moeten aansluiten bij hun ervaring van de nieuwe materiële omstandigheden, bij wat zij daadwerkelijk zullen ervaren, bij hun woede over het systeem. Als wij dat niet doen, zullen fascisten en andere reactionairen het wel doen, en zij zullen zich wenden tot de andere kant van die geest, tot wrokkige nostalgie naar hun voorrecht als witte middenklasse.

Dergelijke mobilisaties vergen meer interpretatieve inspanning, meer politieke verbeeldingskracht en meer geduld. Alleen met geduld en door niet onmiddellijk te categoriseren wat er gebeurt, kunnen we hopen vruchtbare syntheses te vinden. Het ondoordachte oordeel dat typisch is voor sociale media-uitwisselingen, is ongetwijfeld onze vijand.

Welke rol speelt de huisarts in het algemene beheer van de pandemie in Italië?

In februari 2020 is de provincie Bergamo in Lombardije, de meest geïndustrialiseerde en dichtbevolkte regio van Italië, een besmettingshaard van covid geworden. In de Seriana-vallei zijn honderden fabrieken van verschillende grootte gevestigd, die werk bieden aan tienduizenden mensen en het pendelverkeer vanuit Bergamo en de provincie stimuleren. Deskundigen stelden onmiddellijk voor deze bedrijven te sluiten en de vallei tot “rode zone” te verklaren, maar de ondernemersorgansiatie Confindustria (vergelijkbaar met VNO-NCW in Nederland, vert.) oefende druk uit op de politici om dit niet te doen. De besmettingen liepen al snel uit de hand en verspreidden zich over de hele agglomeratie Lombardije, waar ongeveer acht miljoen mensen wonen. De gezondheidszorg in Lombardije, verwoest door jaren van bezuinigingen en privatisering, stortte binnen enkele dagen in. Van daaruit verspreidde de epidemie zich over half Italië en zelfs naar het buitenland.

Om haar verantwoordelijkheid voor de gebeurtenissen te verhullen, heeft de regering haar toevlucht genomen tot een reeks afleidingsmanoeuvres op basis van de meest klassieke neoliberale truc, die reeds vóór de pandemie massaal was toegepast met betrekking tot het milieu, het klimaat en de gezondheid: Alle verantwoordelijkheid voor de besmettingen werd gelegd bij het individuele gedrag van de burgers. Het totaalpakket van strenge beperkingen, een “lockdown” genoemd, bevatte niet alleen redelijke maatregelen, maar ook maatregelen die volstrekt zinloos waren. De plaatsen waar het besmettingsgevaar het grootst was (productiebedrijven, logistieke centra, verwerking en verpakking van vlees en levensmiddelen) bleven open, maar ongevaarlijk gedrag zoals een wandeling werd verboden en bestraft.

Degenen die deze beperkende maatregelen “in naam van de wetenschap” verdedigden, verspreidden gedeeltelijk angsten en anti-wetenschapsgeloof. Volgens alle onderzoeken variëren de mogelijkheden tot besmettingen met het coronavirus buitenshuis van “hoogst onwaarschijnlijk” tot “bijna onmogelijk”. Toch waren alle zondebokken die door de regering en de media als schuldigen voor de epidemie werden aangewezen, mensen die tijd buitenshuis doorbrachten: Joggers, wandelaars, mensen die “te vaak” met de hond naar buiten gingen, jongeren die bier dronken op een plein – terwijl de industriële uitbraken uit alle debatten verdwenen.

Deze selectieve en onevenwichtige “lockdown” diende juist om de indruk te wekken dat de regering “iets deed” zonder de belangen van Confindustria aan te tasten. Tegelijkertijd was het een uitstekende gelegenheid om een nog groter kapitalisme te versterken, namelijk dat van de grote techreuzen zoals Amazon, Google, Facebook… De campagne rond de Groene Pas heeft de politiek van het beschuldigen van individuele burgers naar een nieuw niveau getild. Het is een instrument dat de regering en de werkgevers vrijpleit van verantwoordelijkheid en het zondebok-syndroom aanwakkert.

Maar is het mogelijk om de Groene Pas vanuit een radicaal perspectief te bekritiseren?

Het is niet waar dat de Groene Pas nodig was om mensen te laten vaccineren. Toen het werd ingevoerd was de vaccinatiecampagne al in volle gang, het vaccinatiepercentage in Italië bedroeg al bijna 80 procent. Onder het schoolpersoneel was dit bijna 90% en in de gezondheidssector zelfs nog meer. Twee maanden na de invoering is het percentage slechts minimaal gestegen. Niet alleen bood die geen echte stimulans om te vaccineren, maar de arrogantie van de overheid heeft de weerstand ertegen doen toenemen.

De groene kaart is een zuiver propagandamiddel, een discriminerend instrument dat miljoenen mensen die niets illegaals hebben gedaan – er is immers geen verplichte vaccinatie – straft door sociaal isolement of verlies van werk. Het is een instrument dat werkgevers een ongekende controle over werknemers geeft.

In de afgelopen twintig maanden heeft een groot deel van links de kritiek op de logica van deze maatregelen opgegeven en alleen nog maar over het virus gesproken. Daarom heeft zij geen kritiek kunnen leveren op de Groene Pas, maar heeft zij deze integendeel verdedigd door precies hetzelfde standpunt in te nemen als Confindustria, Draghi en de hele heersende klasse.

Terug naar de mobilisaties. Wie hierin niet alleen de fascisten ziet, neigt vaak naar paternalistische verlichting: “Je moet deze mensen uitleggen dat vaccinatie levens redt.” Waarom werkt dat niet?

Wij moeten een onderscheid maken tussen het discours over vaccins en het discours over het vaccinatiebeleid, d.w.z. over de wijze waarop vaccins worden geproduceerd, op de markt gebracht, gelegitimeerd en toegediend. Wij zijn niet in de positie om wetenschappelijke en farmacologische debatten over het vaccin te voeren, maar wij kunnen wel kritiek uitoefenen op bepaalde aspecten van de vaccinatiecampagne. Dit is een politieke kwestie. Veel beslissingen in deze campagne hadden niets wetenschappelijks, zij waren zuiver politiek, vaak ging het niet om logica maar om media-impact.

Een voorbeeld: de Green Pass zou oorspronkelijk negen maanden geldig zijn, maar werd later verlengd tot één jaar. Omdat bleek dat de vaccinatie langer beschermt dan verwacht? Nee. Dit besluit is genomen om tijd te winnen: In oktober en november hadden de meeste gezondheidswerkers het moeten vernieuwen, er zou een grote chaos zijn uitgebroken.

Wij hebben ons laten vaccineren, maar vinden het begrijpelijk dat sommige mensen dat niet willen, gezien de tegenstrijdige communicatie en de arrogantie waarmee de overheid opereert buiten de burgerlijke bubble van de consensus. Er is een legitimiteitscrisis bij de instellingen, een algemeen wantrouwen tegenover wat de mainstream zegt. De helft van de bevolking stemt niet meer, zij geven niet meer om deel te nemen aan de werking van het partijapparaat. Om al deze redenen willen wij de schuld niet alleen geven aan hen die niet gevaccineerd willen worden, noch kunnen wij, zoals veel “linksen” doen, deze mensen zien als grotere vijanden dan de heersende klasse die ons in deze klote-situatie heeft gebracht.

Wanneer anti-vaxxers onzin, nepnieuws en samenzweringsfantasieën verspreiden, moeten we die natuurlijk zoveel mogelijk ontmantelen, zoals Wu Ming 1 doet in zijn boek “La Q di Qomplotto”. Wij sluiten ons niet aan bij degenen die de anti-vaxxerstot zondebok hebben gemaakt, wij sluiten ons niet aan bij de haatcampagne om de regering en de bazen vrij te pleiten

————–

Kadertje:

Afgelopen maart presenteerde Wu Ming 1 in gesprek met Disruption Network Lab zijn nieuwste boek, “La Q di Qomplotto – QAnon e dintorni. Come le fantasie di complotto difendono il sistema” (De Q van Qomplot – QAnon en omgeving. Hoe samenzweringsfantasieën het systeem verdedigen). Daarin analyseert hij het ontstaan van en de omgang met samenzweringsideologieën en onder meer welke rol deze hebben gespeeld bij de pandemie. U kunt het gesprek in het Engels hier beluisteren: Ontwrichtende vrijdagen: De Q in Qonspiracy

—————-

In het boek dat u noemde, analyseert Wu Ming 1 samenzweringsfantasieën uitgaande van een “kern van waarheid”. Kunt u dit concept kort toelichten en uitleggen hoe het op de pandemische situatie kan worden toegepast?

Wij herkennen in de massale en wijdverbreide verspreiding van samenzweringsverhalen, ook over het onderwerp vaccinatie, de uitdrukking van een malaise, een ontevredenheid, een verward besef dat de kapitalistische maatschappij mensonterend en vervreemdend is. Dit zijn de “kernen van waarheid”, er zijn algemene en specifieke.

conspchart

Zelfs QAnon heeft een kern van waarheid: het systeem is inderdaad monsterlijk, de Democratische Partij van de VS dient echt de belangen van een belabberde “elite”. Dat uit deze premissen en inzichten, in plaats van een samenhangend anti-kapitalistisch bewustzijn, een geloof groeit in een geheim genootschap van pedofiele vampiersatanisten die miljoenen kinderen ondergronds tot slaaf maken, is een groot probleem. Maar de kern van waarheid verdwijnt er niet door. QAnon is een onbewuste allegorie, een onbedoelde parodie op een kritiek op het systeem.

“De hoofdrolspelers van de volgende golven van sociale strijd zullen vaak ‘biconceptueel’ zijn: proletarisch (en dan nog precair) in hun nieuwe toestand, maar burgerlijk in hun overige mentaliteit.”

De “kernen van waarheid” zijn algemene premissen, gedeeltelijke inzichten, vage ontevredenheden. En als we ze kunnen vinden in QAnon, kunnen we ze des te meer vinden in de anti-vacxxers. Dit zijn dezelfde kiemen waaruit zich in het verleden nobele lijnen van kritiek op de kapitalistische geneeskunde hebben ontwikkeld, van Ivan Illich tot het echtpaar Basaglia, van Michel Foucault tot het Duitse Socialistische Patiëntencollectief, van Félix Guattari tot de Britse anti-psychiaters.

De ondergeschiktheid van de gezondheid aan het winstbejag, de ziekelijke relatie tussen geneeskunde en markt, de afhankelijkheid van medisch en farmaceutisch onderzoek van ondernemingen met een hoge concentratie aan kapitaal, de bureaucratisering en depersonalisering van de zorg – dit zijn, of zouden allemaal onze problemen moeten zijn. Zij drukken een ontevredenheid uit die wij nooit zullen vatten als wij weigeren haar te zien en degenen die haar uiten alleen als vijanden behandelen. Op die manier reduceren wij onszelf tot poortwachters van het systeem, verdedigers van de status quo, en laten wij het veld over aan de onruststokers en de fascisten.

Hoe kan radicaal links reageren op samenzweringsverhalen zonder ze arrogant te criminaliseren of te bespotten of zonder paternalistisch een “oproep tot rede” te doen?

Wij bekritiseren de typische benaderingen van samenzweringsideeën, idealistisch (in de filosofische zin van het woord), liberale, wetenschappelijke en andere benaderingen. In deze benadering verdwijnen de tegenstellingen in het systeem, evenals de klassen, de sociale verhoudingen, de machtsverhoudingen en de collectieve dynamiek in het algemeen. Kortom, de materiële voorwaarden van de samenzweringsideologieën verdwijnen. Zoals in een klassieke “Robinsonade”, zoals Karl Marx het noemde, blijft in dit verhaal alleen “de samenzweringstheoreticus” over, een figuur die ofwel kan worden ontmaskerd ofwel tot rede kan worden gebracht (of beide tegelijk), maar altijd op de abstracte grond van de “ideeënstrijd”. Dit is de aanpak die Wu Ming 1 in zijn boek scherp bekritiseert.

Alleen nieuwe bewegingen, nieuwe collectieve verketeningen kunnen voorkomen dat het individu en vervolgens hele stammen de samenzweringsscène binnengetrokken worden en de ruimte – die wij leeg hebben gelaten en die de samenzweringsfantasieën hebben opgevuld – opnieuw innemen met antikapitalistische strijd en solidaire relaties.

Bij samenzweringen worden energieën die geïnvesteerd zouden kunnen worden in echte strijd voor sociale verandering, afgeleid naar plaatsen waar deze energieën worden gebruikt om reactionaire projecten te bevorderen. Daarom verdedigen samenzweringsfantasieën het systeem, zoals de ondertitel van het boek zegt. Het zijn “afleidingsmanoeuvres”. Maar ze zouden niet succesvol zijn als ze niet gevormd waren rond “kernen van waarheid”. Als samenzweringsfantasieën de laatste jaren op veel gebieden aan invloed lijken te winnen, komt dat omdat deze ruimten leeg zijn gebleven.

De kamerad(in)en die te midden van talloze moeilijkheden proberen tussenbeide te komen in de no-pass-mobilisaties, gaan uit van het biconceptualisme van de mensen die eraan deelnemen. Zij hebben iets met ons gemeen: het idee dat het systeem klote is, dat de heersende verhalen bedrieglijk zijn, dat de kosten van de pandemie zullen worden betaald door de meest kwetsbaren, enzovoort. Iets anders scheidt hen van ons: de pseudo-verklaringen die zij zichzelf geven, de reactionaire conclusies die zij daaruit trekken, de zondebokken en denkbeeldige figuren waarop zij zich storten, de cabal, de reptiloïden, enzovoort. Wij moeten een manier vinden om het snijpunt tussen hen en ons aan te pakken, de helft van hun manier van denken die wij gemeen hebben.

—————-

De Green Pass

In de strijd tegen de Covid 19-pandemie is in Italië sinds 15 oktober de zogenaamde Groene Pas-verordening van kracht. Sindsdien mogen werknemers de werkplek niet meer betreden zonder een vaccinatiebewijs of een betaalde negatieve Covid 19-test (gelijkwaardig aan de 3G-regeling in Duitsland, de QR-code in Nederland). De vaccinatiekaartverplichting gold voorheen alleen voor medisch personeel en, sinds het begin van het schooljaar, ook voor leerkrachten. Uit enquêtes blijkt dat een groot deel van de Italiaanse bevolking voorstander is van deze maatregel, die tot dusver uniek is in Europa. Maar er zijn ook tegengeluiden. Tijdens een demonstratie met ongeveer 10.000 deelnemers in Rome op 9 oktober hebben neo-fascistische groepen het hoofdkwartier van de vakbond CGIL vernield. Op 15 oktober zijn de havenarbeiders in Triëst in staking gegaan om te eisen dat deze verordening voor werknemers in alle sectoren wordt ingetrokken. De demonstratie verliep vreedzaam, maar werd door de politie met waterkanonnen uiteengeslagen. De Italiaanse regering overweegt de maatregel, die oorspronkelijk tot het einde van het jaar zou gelden, te handhaven tot maart 2022. Intussen is meer dan 80 procent van de twaalfplussers in Italië volledig gevaccineerd.

———————-

Sinds het begin van de Covid 19-pandemie heeft het Italiaanse schrijverscollectief Wu Ming op zijn blog een forum gecreëerd om vanuit een links perspectief kritiek te leveren op het management van de pandemie in de afgelopen twee jaar en op de invoering van de Groene Pas.