Ga naar de inhoud

De ‘Monsanto Boys’: Schurken Zonder Grenzen

De verdenkingen omtrent het kankerverwekkende karakter van glyfosaat in onkruidverdelgers van Monsanto stapelen zich op. Naar mate dit duidelijker wordt, komt het verdienmodel van Monsanto meer in gevaar. Uiteindelijk gaat het om miljarden. Die wil Monsanto zich niet laten ontnemen. Dus dringen de ‘Monsanto boys’ van de firma diep in de organisatie van Europese en Amerikaanse overheidsinstanties, die toxicologische (= betrekking hebbend op de werking van giftige stoffen) middelen op hun schadelijkheid voor de gezondheid van mens, dier en milieu beoordelen. Dit binnendringen gebeurt om de besluitvorming in die overheidsinstanties ten gunste van de ‘firma’ te beïnvloeden. Fraude, bedrog, onder druk zetten, belonen, het zijn middelen die niet worden geschuwd. 

11 min leestijd

(Door Thom Holterman, oorspronkelijk verschenen op Libertaire Orde, foto: flickr/global justice now)

Dit zijn geen kinderachtige beschuldigingen. Maar wat als de net vrijgekomen ‘Monsanto Papers’, uitgekomen in de zomer van 2017, een voorheen onbekende activiteit van de ‘firma’ onthullen: ghostwriting – letterlijk ‘spookschrift’. Deze praktijk wordt beschouwd als een ernstige vorm van wetenschappelijke fraude en bestaat erin om voor een bedrijf als ‘spookschrijver’ op te treden: terwijl haar eigen werknemers teksten en studies schrijven, zetten wetenschappers, die geen enkele ondergeschikte band met de ‘firma’ hebben hun handtekening op stukken van werknemers om zo het prestige van hun reputatie aan de publicatie hechten. Deze wetenschappers worden uiteraard dik beloond voor deze waardevolle ‘witwasdienst’ van de boodschappen van de sector, aldus typeert de Franse criminoloog en socioloog Laurent Mucchielli het frauduleuze element (op zijn site ‘Délinquance, justice et autres questions de société’, 4 oktober 2017).

De ‘Monsanto Papers’. Hieronder vindt u een bewerkte vertaling zoals die in deel 2, ‘Agences sous influence’ in het Franse dagblad Le Monde van 6 oktober 2017 is aan te treffen. Het gaat over de beïnvloedende operaties van de ‘firma’ (Monsanto dus) van ongekende omvang die tenminste al veertig jaar plaatsvindt. [ThH]

‘Monsanto Papers’, Agentschappen onder invloed

Publieke instituties als willige volgers

In een juridische strijd hebben in een class action 3500 Amerikaanse burgers, die Monsanto beschuldigden van onoorbare praktijken en waarvoor zij de interne stukken wilden inzien, hun zin van de rechter gekregen. De ‘firma’ moest zijn voor de glyfosaat-affaire relevante interne documenten publiekelijk vrijgeven. Het leverde een lawine van meerdere tienduizenden pagina’s op, de ‘Monsanto Papers’. Hoe zit het met de beïnvloeding door de ‘firma’? Twee onderzoeksjournalisten van Le Monde gingen aan het werk om een antwoord op die vraag te vinden.

De lezing van de documenten leverde verontrustende elementen op. Ze werpt een helder licht op de manier van het tot stand komen van geheime studies – en soms verdachte – van deze agrochemische-industrie. Ze leidt vooral tot de conclusie dat men zich ernstige vragen moet stellen wat integriteit en onafhankelijkheid van officiële expertise waard is, als het om glyfosaat gaat. Deze kwestie kwam onlangs weer naar boven bij de discussie in ‘Brussel’ om het gebruik van glyfosaat al dan niet opnieuw toe te staan. In de discussie daarover spelen vier publieke instituties onder de verzamelnaam ‘agentschappen’ een doorslaggevende rol. Voor de duidelijkheid noem ik ze hier alle vier bij hun naam in de gebruikelijke afkorting. De EPA, het Amerikaanse agentschap voor de bescherming van het milieu, de EFSA, het Europese agentschap voor de veiligheid van voedingsmiddelen, het ECHA, het eveneens Europese agentschap voor de chemische producten en als vierde het CIRC, het agentschap van de Verenigde Naties dat onderzoek naar kanker doet.

‘In de afgelopen vier decennia is de officiële verzie nooit veranderd’. Zo opent Le Monde deel 2/2 van de bewerking van de Monsanto Papers: glyfosaat is niet kankerverwekkend. Tot die conclusie komen met enige regelmaat de experts van de grootste publieke instituties, die de schadelijkheid van een product moeten bepalen voor en nadat het op de markt is gebracht. Tot die instituties behoren de genoemde EPA, EFSA en ECHA. De CIRC behoort daar ook toe, maar men moest tot maart 2015 wachten alvorens dat agentschap met een tegengestelde conclusie naar buitenkomt. Voor het CIRC is de onkruidverdelger van Monsanto – het meest gebruikte in de wereld – kankerverwekkend voor dieren en ‘mogelijk kankerverwekkend’ voor mensen. Toen brak de hel los bij de Monsanto Boys.

Hoe is deze spectaculaire afwijking van het gebruikelijke oordeel te verklaren? Om tot hun conclusies te komen, hebben de eerste drie agentschappen zich vooral gebaseerd op de vertrouwelijk verschafte gegevens door…Monsanto. Met andere woorden, de gunstige beslissingen over glyfosaat is vooral gebaseerd op conclusies getrokken door de ‘firma’, die deze zelf fabriceerde. Het wil nu dat het CIRC géén toegang tot die gegevens had en zich baseerde op zelf verworven gegevens, wat tot de conclusie leidde, tegengesteld aan die van de andere drie agentschappen…

Een gezaghebbend toxicoloog zou vervolgens meer roet in het eten gooien. Het gaat om Christopher Portier, oud-directeur van diverse Amerikaanse federale onderzoekinstituties, lid van een comité van experts van de Amerikaanse academie voor wetenschappen en in 2015 verbonden aan de groep experts van het CIRC. Dankzij enkele ecologische Europarlementariërs en een ONG (‘niet gouvernementele organisatie’) werden kopieën opgeëist bij Europese autoriteiten. Een resultaat van deze actie was het bekend worden van het feit, dat Portier de enige onafhankelijke wetenschapper bleek die de fameuze geheime gegevens had kunnen bestuderen. Portier kon daardoor opmerken dat de gegevens niet betrouwbaar waren. Eind mei 2017 deponeerde hij bij Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese commissie, een verpletterend rapport op tafel. Voor hem, Portier, was er geen twijfel: de expertise van de Europese agentschappen was voornamelijk gebaseerd op gegevens verstrekt door Monsanto en daardoor wetenschappelijk niet hanteerbaar (scientifiquement erronnée).

Portier wijst erop dat er in acht gevallen een verhoging van het voorkomen van bepaalde tumoren sprake is, verband houdend met glyfosaat. De agentschappen hebben dit en bloc verworpen, wat de polemiek lanceerde. [En wat deed ‘onze’ minister van Landbouw, Henk Kamp? Hij was voor toestaan van glyfosaat, want als VVD-er wilde hij niet het verdienmodel van de ‘firma’ torpederen. Over glyfosaat en minister Kamp, schreef ik eerder, klik HIER.]

Studie ten onrechte verwijderd

Enkele Europarlementariërs, [in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Nederlandse minister Kamp], namen de kwestie serieus. In mei 2017 organiseerde een Tsjechisch Europarlementslid een openbare vergadering over dit onderwerp onder de vleugels van het Europees parlement. Tijdens de bijeenkomst zat ook een Duitse toxicoloog op de tribune, Peter Clausing. Hij is verbonden met de ONG ‘Pesticide Action Network’ (PAN). Hij laat een bommetje los: volgens hem is een studie van de zijde van de industriëlen, die een stijging aantoont van aandoeningen bij muizen die vooral aan glyfosaat waren blootgesteld, door het Europese agentschap EFSA ten onrechte verwijderd. De studie werd als niet betrouwbaar beoordeeld, waarop de EFSA de resultaten ervan niet in beschouwing nam, hoewel het een aansporing zou moeten betreffen waakzaam te zijn voor de gevaren van het product.

In haar expertise rapport van november 2015 heeft de EFSA haar beoordeling gerechtvaardigd. Uit de stukken in de Monsanto Papers aangetroffen, blijkt die rechtvaardiging zich evenwel te baseren op een ‘constructie achteraf’. Want plotseling duikt er namelijk een muis op met een ‘verdacht’ plekje, die niet met glyfosaat in aanraking is geweest. Dat was het wat de afgewezen studie ‘niet betrouwbaar’ maakte. Die ‘constructie achteraf’ hangt samen met enkele nadien gevoerde teleconferenties van experts uit verschillende agentschappen, aan welke ‘conferenties’ ook het Amerikaanse EPA deelneemt, met een rol voor ene Jess Rowland. Deze Rowland komt ineens op de proppen met die ene alles ontregelende muis (ontregelend, want het effect is het niet van waarde schatten van de hiervoor bedoelde studie). De reconstructie die in Le Monde op basis van de Monsanto Papers te lezen is, heeft vervolgens iets weg van een thriller. Waar die op uitkomt is het volgende. Jess Rowland is de degene die in de Verenigde Staten de supervisie heeft over de (her)beoordeling van glyfosaat. Le Monde heeft over de gang van zaken de EFSA om bevestiging daarvan gevraagd. Het antwoord valt op 21 juni 2017 in de bus: er bestaat in de archieven van het agentschap geen enkel spoor en geen enkele verificatie omtrent de beweringen van Jess Rowland.

Het wordt nog spannender als het gaat om het boven water krijgen van het gestapeld bedriegen door de Monsanto Boys. Het andere Europese agentschap, het ECHA, schrijft in haar eigen rapport over glyfosaat, dat in de betreffende studie – ‘Kumar, 2001’ genaamd –, waarin de ontregelende muis zich zou moeten ophouden, geen enkele aanwijzing zit van verdachte infecties. Dit betekent, leert het rapport van de ECHA, expliciet: ‘…de echte grond van de beslissing van de EPA is dus niet bekend’. De Duitse toxicoloog Peter Clausing komt dan ook terecht met de conclusie: ‘De eerste speculatie over een virale infectie in verband met de studie ‘Kumar, 2001’ komt uit een artikel uit 2015 gesponseerd door Monsanto en is getekend door wetenschappers’!

[…]

Maffioos

De EPA en Monsanto zitten al decennia zeer dicht op elkaar en gaat terug tot in de beginjaren 1980. De eerste vermoedens over de chemische schadelijkheid van glyfosaat  zijn uit 1983. Een onderzoek naar de schadelijkheid wordt gedurende twee jaar uitgevoerd met 400 muizen door een extern laboratorium. De toxicoloog van de EPA concludeert dat glyfosaat kankerverwekkend is voor muizen die zijn bloot gesteld aan dat chemische preparaat. Uiteraard vecht Monsanto dit aan. In de loop van een aantal jaren is de EPA, stap voor stap, omgegaan tot in 1991 er de beslissing lag: glyfosaat ‘is bewezen niet-kankerverwekkend te zijn’.

Onderwijl is in die periode voor het eerst de truc met de externe (is: niet in aanraking geweest met glyfosaat, heeft echter wel een infectie) ontregelende muis toegepast (na de studie ingebracht, om de conclusies van een studie te devalueren; precies dus wat ook met de studie ‘Kumar, 2001’ aan de hand was). Het probleem is ook hier: hoe kon het gebeuren dat die betreffende enkele muis met virale infectie niet werd aangetroffen in de studie die voorafging? Het antwoord op die vraag is niet te vinden. Wel is bekend dat een heel panel bij de EPA de beslissing neemt. Dat gaat procedureel als volgt. De toxicoloog-onderzoeker komt met zijn bevindingen; het panel weegt de zwaarte van die bevindingen, waarna een beslissing wordt genomen. Over de truc met de muis is verder niets bekend; des te bekender is hoe de leden van het panel die Monsanto zo ter wille waren, zijn terecht gekomen. Le Monde is dat namelijk nagegaan: de meesten van hen zijn in structuren van Monsanto of zelfs in de directie van de ‘firma’ opgenomen. Zo zijn juristen opgenomen in de law firms die voor Monsanto werken. Iemand uit het toxicologisch onderzoek is als ‘adviseur’ voor zichzelf begonnen en heeft… Monsanto als klant. Hoe maffioos kan het zijn. Was (is?) ‘onze’ man in Brussel – Henk Kamp – wellicht ook uit op een transfer, als betoond voorstander van het weer toestaan van het gebruik van glyfosaat in Europa?

[…]

Nederland in de Monsanto Papers

Het is één keer dat Nederland in de verwerking door Le Monde van de Monsanto Papers voorkomt. Uit de stukken blijkt dat Nederlandse autoriteiten in maart 2002 aan Monsanto hebben gevraagd om één van hun producten met glyfosaat als bestanddeel, te testen op het doordringgingseffect van het product door de huid. Een van de toxicologische leidinggevenden van de ‘firma’ waarschuwde evenwel: ‘Wij moeten er acht op slaan geen gegevens op te leveren, die wellicht de Europese autorisatie zouden kunnen doorkruisen’. Een maand later, begin april 2002, schrijft een van de verantwoordelijken van het dossier bij Monsanto: ‘Hoewel wij geaccepteerd hebben een studie over de doordringing van de huid van een rat te verrichten, zijn we tot de conclusie gekomen dat de doordringing van glyfosaat vermoedelijk boven de 3 % uit zou komen, terwijl de Duitse autoriteiten eisen dat die binnen die 3 % blijft. Wij hebben dus besloten te stoppen met de studie’.

Le Monde constateert vervolgens dat opvolgende documenten incompleet zijn en niet toestaan het vervolg van het dossier te kennen. [Ik vermoed dat de Nederlandse autoriteiten het erbij hebben laten zitten – Hoe kom je er overigens bij die onderzoeksvraag neer te leggen bij Monsanto? Is het een voorbeeld van de zwakke en zwalkende politieke leiding van het ministerie van Landbouw? –. Tot mij overtuigend het tegendeel is aangegeven, constateer ik dat hier sprake is van bestuurlijke incompetentie.] Maar veel onthutsender is wat deze informatie in zich bergt en waar Le Monde op wijst: de toxicoloog die in april 2002 de onderbreking van de hinderlijke studie aankondigde, is heden een van de hoogste wetenschappelijk verantwoordelijken bij het…Europese agentschap ECHA. Dit is dus een van de agentschappen dat in 2016 verklaarde dat glyfosaat niet kankerverwekkend is…

Stéphane Foucart en Stéphane Horel, Monsanto Papers 2/2, Le Monde van 6 oktober 2017 (bewerkte vertaling Thom Holterman; toevoegingen [ ] zijn van mijn hand) (Voor deel 1/2, klik HIER.)

[Beeldmateriaal: twee foto’s overgenomen uit het besproken deel 2 in Le Monde; twee volgende cartoons afkomstig uit Siné Mensuel nr. 54 (2016) en nr. 64 (2017); laatste uit Wordt Vervolgd nr. 12/1 (2017).]