Ga naar de inhoud

De politiek en de koffiedikkijkers II

In de aanloop naar de verkiezingen van 22 november 2006 blijft de vergrijzing
een belangrijk onderwerp. De vorige column van Solidariteit stelde dat hierover een hoop onzin te berde wordt gebracht. Dat er een hoop wordt gegokt en koffiedik gekeken. Eén van de clubjes koffiedikkijkers is de Raad van Economisch Adviseurs (REA). Na alle doemverhalen komt de REA met een opmerkelijk fris geluid. De vergrijzing is een verborgen zegen! Maar is de gok van de REA echt veel beter dan die van de doemdenkers?

4 min leestijd
Placeholder image

Afkomstig van de website solidariteit. Koffiedikkijkers I, over vergrijzing als politiek spook, verscheen daar op 1 oktober

In de Raad van Economisch Adviseurs zitten vijf eminente economen. Hoogleraren aan verschillende universiteiten. Zij adviseren, gevraagd en ongevraagd, de Tweede Kamer. Hun laatste advies, dat is gekoppeld aan de Miljoenennota 2007, gaat dus over de vergrijzing. Ze zetten zich stevig af tegen de negatieve toon in het debat daarover. In de verhalen van het Centraal Plan Bureau (CPB) en die van vele politici wordt de vergrijzing gepresenteerd als een ramp. Als iets waar we flink voor moeten inleveren, geld en tijd, waar we de buikriem voor moeten aansnoeren tot maatje S en waardoor we moeten werken tot de dood ons van dit leven scheidt. De heren Buiter, Eijffinger, Hartog, Koedijk en Van Witteloostuijn van de REA vinden dat allemaal veel te zwaarmoedig. Als je zo angstig en eenzijdig redeneert als het CPB doet, dan ‘leef je arm en sterf je rijk’, stellen zij.

REA relativeert dreiging

De raad begint haar rapport met de stelling dat de vergrijzing een resultaat is van vooruitgang – van emancipatie, innovatie en keuzevrijheid. Zonder betere leefomstandigheden, voeding, medicijnen en kleinere gezinnen, is de huidige vergrijzing ondenkbaar. Het rapport zegt het niet met zoveel woorden, maar er is natuurlijk heel wat sociale strijd gevoerd om dat ook voor de meerderheid van de (westerse) bevolking voor elkaar te krijgen.
Vervolgens stelt de raad dat een onontkoombaar en uiteindelijk gevolg van de vergrijzing, de bevolkingskrimp, ronduit als een zegen mag worden beschouwd. Het milieu en het verkeer zullen er veel baat bij hebben!
Tenslotte geeft de REA aan dat de uitgangspositie voor het opvangen van de vergrijzing in Nederland erg sterk is. We zijn een rijk land! Zo bezaten in 2005 ‘onze’ huishoudens in totaal 2.032 miljard euro. Dat is per hoofd van de bevolking 125 duizend euro. Ook elke baby van drie maanden heeft een bezit van 125 duizend euro! Nou ja, gemiddeld dan. Ongetwijfeld bezit úw kleinkind wat minder en kan er bij dat van een captain of industry of van een koningin wel een nulletje worden bijgeschreven. Daar komen we op terug!

Na het zoet het zuur

Hoeft er dan volgens de REA helemaal niets te gebeuren? Toch wel! Maar dan niet door geboortestimulering, immigratiebevordering of draconische inkomensmaatregelen. De raad wil investeren in verdere innovatie, dus in onderwijs en wetenschap. Ze wil investeren in de kwaliteit van de samenleving om zodoende creatief de gevolgen van de vergrijzing op te vangen. Maar ze wil uiteindelijk toch vooral dat er … langer wordt doorgewerkt. Weg frisheid! Weg creativiteit! Het rapport hamert er zelfs meermalen op dat de “perverse prikkels tot vroeger uittreden” moeten worden aangepakt. En dat moet dan weer vooral door middel van financiële acties worden gedaan. Door ingrepen in de AOW, pensioenen en levensloopregeling. Hoe innovatief! Al het leuke van het advies tot dan toe smelt als sneeuw voor de zon. Na het zoet volgt het zuur… Hier wreekt zich de klassenloosheid in de benadering van de geleerde heren.

Van de zegen in de drup

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen degenen die het zich na hun 65ste op hun werk nog naar de zin kunnen maken of zich gemakkelijk kunnen uitkopen en degenen voor wie langer doorwerken een onontkoombare martelgang zal worden. Hoogleraren kunnen met een beetje aanpassing van hun collegerooster misschien nog wel door tot hun 80ste. De kleinkinderen van de elite met hun miljoenen kunnen ongetwijfeld op hun 40ste al stoppen met ‘werken’.

Maar die dolgedraaide bureauchef bij de ABN AMRO en die sappelende vuilnisman van de gemeente Goor (ook dat nog!), die hebben niet zoveel keuzevrijheid. Die kunnen veel minder invloed uitoefenen op hun werkomstandigheden als ze langer doorgaan. Zij kunnen het zich zeker niet simpel permitteren eerder hun computer of overall aan de wilgen te hangen. Voor hen pakt de gok met de vergrijzing van de REA helemaal niet zo goed uit. Het is jammer dat onze topeconomen De Politiek en de Koffiedikkijkers, deel I niet hebben gelezen. De eenvoudige columnist die dat commentaar voor zijn rekening nam, pleitte namelijk voor een selectieve aanpak en voor de aanwending van de recordwinsten in het bedrijfsleven, die nu volkomen buiten schot blijven. Daar smaakt een kopje koffie dik beter bij dan bij voorstellen die ons van de zegen in de drup brengen.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Rob Lubbersen/Solidariteit.)