Ga naar de inhoud

De roltrappen van de sociale mobiliteit zijn verstopt

De bedrogen toekomstverwachtingen van de (Duitse) sociaaldemocratie

6 min leestijd

(Door Harry Nutt, Uit Berliner Zeitung, 13 juni 2017, vertaald en bewerkt door Ab de Wildt, solidariteit.nl)

Eind jaren zeventig van de vorige eeuw schreef een aantal prominente, kritische linkse schrijvers, journalisten en politici in de Bondsrepubliek Duitsland een pamflet. Mensen als Heinrich Böll, Axel Eggebrecht, Heinrich Albertz zetten daarin hun gedachten uiteen over de toen actuele politieke situatie. De oude toornige mannen werden ze genoemd

Het waren strijdbare stellingen tegen de zich veranderende tijd, waarin de politiek en economie opgang maakten die later het neoliberalisme heette. In het begin waren de tekenen nog wat zwak, maar toch hadden de pamflettisten de idee dat de globaliseringsdruk zich als een rupsje nooit genoeg zou gaan gedragen. Ze voorspelden dat al snel de culturele en sociale verschillen zouden toenemen. De toornige mannen (vrouwen ontbraken in dit gezelschap) voorspelden dat de winnaars zich alles zouden toe-eigenen en geen zier op hadden met een historische verantwoordelijkheid voor de toekomst.

Pragmatisme

Jeremy Corbyn en Bernie Sanders kunnen we als hun erfgenamen zien. Vriendelijk ogende, oudere mannen die schijnbaar moeiteloos de harten van jongeren kunnen veroveren, omdat ze zich verzetten tegen de steeds groter wordende sociale kloof. Heel even leek dit ook op te gaan voor Duitsland waar de oudste – meer dan honderdvijftig jaar – politieke partij een kandidaat had gevonden die, zo leek het, de oude vonk deed oplaaien. De vonk die destijds de reden van de oprichting was: sociale rechtvaardigheid! En impliciet bestrijding van het sociale onrecht.
Waarom was dat niet eerder gebeurd? Oude wijn in nieuwe zakken, zal ik maar zeggen. Dit was toch de bestaansreden van de sociaaldemocratie? In het beroemde “Godesberger Programm” van 1959, waarin de sociaaldemocraten zich afwenden van het marxisme, werden socialistische strijdkreten nog volop zelfbewust gebezigd:

De sociaaldemocratische partij van Duitsland (SPD) is de partij van de vrijheid van geest. Zij is een vereniging van mensen uit verschillende geloven en denkrichtingen. Hun overeenkomst berust op gemeenschappelijke, morele basiswaarden en dezelfde politieke doelen. Het socialisme is een voortdurende strijd voor vrijheid en gerechtigheid en deze te behouden en te beschermen. Marx wees ons de weg – zijn leer is onze leer /SDP

In deze formulering klinkt geestdrift en strijdbaarheid: de behaalde successen betrouwbaar bewaken en bewaren. Heel even vormde ze de aanleiding voor een succesvol ‘Schulzgevoel’ [Schulz is de huidige voorman van de SPD].

De SPD laafde zich aan de bron van haar ontstaan. Maar al snel waren de scheurtjes van het pragmatisme te zien. Wat is er mis met de sociale gerechtigheid die de SPD uitdraagt als deze zo snel aan inhoud verliest, nog voor de verkiezingscampagne begonnen is?

De met veel passie verkondigde idee van sociale gerechtigheid, waarop de sociaaldemocratie zich baseert, streeft vooral naar een verandering van de wereld. Het is een breed gedragen gedachte dat de maatschappelijke verhoudingen scheef zijn, velen hebben weinig en weinigen hebben veel. Een werkelijkheid die lijnrecht tegenover het sociaaldemocratische wereldbeeld staat. Dan moet het toch een makkie zijn om het daarover eens te worden en aan te pakken.

Sociale ladder

De globalisering maakt vele slachtoffers. Jeremy Corbyn en Bernie Sanders & co pikken dit niet meer, ondanks de verschillen in hun landen. Wie is zich er niet van bewust dat de kansen op een beter leven ongelijk verdeeld zijn? Het kan zelfs onderbouwd worden met feiten. Niet alleen private rijkdom wordt aan het nageslacht vererfd. Tegenwoordig is, ondanks het zo gepropageerde leven lang leren, de toegang tot onderwijs en opleiding beperkt en wordt deze als een kostbaar goed doorgegeven. Ooit was de democratisering van het onderwijs en het bijna kosteloos daarvan kunnen genieten een hoogtepunt in de sociaaldemocratische regeringsdeelname. Daarnaar wordt terug verlangd!

Maar iets is anders geworden. De drijfveer van sociale gerechtigheid is niet meer de idee van welvaartsverdeling, maar veel meer de hoop om een treetje hoger op de sociale ladder te komen. Niet meer de welvaart spreiden, maar toetreden tot de welvarende klasse. Dit is vergelijkbaar met het Oostblok en zijn nomenclatura (de kleine heersende, politieke en bureaucratische elite). Hoewel velen het een verderfelijk systeem vonden, was de uitkomst niet dat het verboden en bestreden werd, maar dat de hoop leefde er ooit deel van uit te kunnen maken! Zit hierin dan ook de aantrekkingskracht van het kapitalisme? Het lot uit de loterij, van krantenjongen tot miljonair? Als je maar hard genoeg werkt, dan kun je het maken.

Groeiend onbehagen

Tegenwoordig is de sociale mobiliteit tanende. Na een korte opleving in de jaren zestig en zeventig, waarin de sociaaldemocratie een bescheiden rol speelde, is de strijd van rechts losgebarsten om de bereikte resultaten terug te draaien. In Nederland is deze aanval ingezet door de VVD en het CDA met hun programma Bestek’81. Slechts uitzonderingen slagen in de sociale stijging. Het ideaal van verheffing van de arbeiders wordt verdrongen door de angst dat de vooruitgang niet meer afhankelijk is van de eigen inspanningen. Zonder steun van (familie)kapitaal en opleiding is deelname aan de stijging van de welvaart zeldzaam.

Schulz als luchtbalon, verlies in Saaralnd Er is op dit moment geen politieke partij of sociale beweging met een begrijpelijke en haalbare strategie die de niet-bezitters, de onderste negentig procent van de bevolking, een perspectief biedt om deel uit te maken van de gewenste maatschappij. Integendeel ‘Europa breed’ komen de optimistische toekomstverwachtingen steeds bedrogen uit. Niet in het laatst door de medewerking van de sociaaldemocratie aan de afbraak van de ‘verzorgingsstaat’. In Nederland kent ieder zijn of haar eigen voorbeelden en in Duitsland is ‘Agenda twintig tien’ (2010) van Gerhard Schröder bekend als voorbeeld van de start van de sociale afbraak.

Velen moeten tegenwoordig bekennen dat hun leven niet zo verlopen is als ze gedacht/gehoopt hadden. Om vervolgens deze teruggang positief uit te leggen als levenservaring. De sociale doorstroom is verstopt. Zoals eerder de ’toornige oude mannen’ niet actief ijverden om vrouwen in hun rangen op te nemen, zijn tegenwoordig migranten uitgesloten van de discussies over de ideale maatschappij. De grote concepten over de ideale samenleving gaan nog steeds uit van een homogene maatschappij en plaatsen zo de precarisering van grote groepen mensen als structurele beweging terzijde.

De sociale onzekerheid kent vele gezichten. De sympathie en populariteit van de vriendelijke oude mannen zijn in dat licht gezien vermoedelijk niet meer dan een uitdrukking van een groeiend onbehagen, waarin mensen – op zoek naar sociale zekerheid – zich nu eens hier en dan weer daar oriënteren.