Ga naar de inhoud

Duitse kolenboer wil Nederlands geld

Wie in het Duits over ‘Kohle’ spreekt kan het over twee verschillende dingen hebben: steenkool of geld. Maar als het Duitse energiebedrijf RWE over Kohle spreekt gaat het over allebei, maar toch vooral over geld. Veel geld, zoals de 1,4 miljard € die het eist van de Nederlandse overheid wegens de ‘kolenwet’, die het gebruik van steenkool voor elektriciteitsproductie verbiedt vanaf 2030.

4 min leestijd

(Door Herman Michiel, oors[pronkelijk verschenen op Ander Europa Foto Greenpeace Projection on the cooling tower of the Niederaussem coal power plant near Cologne . Photo: Bernd Lauter / Greenpeace)

Nu nam RWE nog in 2015 een nieuwe kolencentrale in gebruik in de Eemshaven en claimt dat stopzetting in 2030 het bedrijf een miljardenschade zou opleveren. ‘RWE had al jaren geleden kunnen zien aankomen dat er maatregelen ter reductie van de uitstoot zouden worden genomen,’ zegt Bart-Jaap Verbeek van SOMO ‘maar toch heeft het willens en wetens besloten in 2015 een nieuwe kolencentrale in gebruik te nemen en wil nu de rekening doorschuiven naar de belastingbetaler.’

Dat RWE toch beweert ‘over de hele wereld te werken aan een duurzame energietoekomst’ zal wel niemand meer verbazen, gewend als we zijn aan de bedrieglijke lof die privébedrijven zichzelf toezwaaien. Als men dan nog weet dat een beruchte speler als Blackrock een van de grote institutionele beleggers van RWE is kan men zich alle streken van de kapitalistische winstzucht verwachten.

Wat echter nog steeds te veel mensen verbaast is dat onze overheden er alles aan doen om het deze geldhaaien gemakkelijk te maken. RWE beroept zich immers op een internationaal verdrag dat door de Nederlandse regering werd goedgekeurd. We hebben het over het Energiecharterverdrag dat door meer dan 50 landen, waaronder de West-Europese, werd aangenomen, en energiebedrijven in staat stelt om van overheden ‘schadevergoedingen’ te eisen als ze hun winstkansen in het gedrang zien komen. Meer over dit monsterverdrag vindt u hier; het zal niemand ontgaan dat hier dezelfde logica speelt die terug te vinden is in alle vrijhandelsverdragen die de EU afsluit met derden: door een ISDS-clausule wordt de rode loper uitgerold voor privébedrijven. Men kan dus moeilijk zeggen dat deze kwestie de Nederlandse overheid nu ‘overkomt’, want ze legde er zelf de basis voor. Op dezelfde manier ‘overkomt’ het de Duitse overheid dat het Zweedse energiebedrijf Vallenfalls miljarden claimt omwille van de kernuitstap.

Het is trouwens nog maar een jaar geleden dat de regering Rutte het Energiecharterverdrag expliciet verdedigde. Op de vraag van Kamerlid Ouwehand (Partij van de Dieren): ‘Wat is voor u op dit moment reden om nog steeds vast te houden aan dit gedateerde verdrag?’ antwoordt VVD-minister Wiebes: ‘Nederland hecht veel waarde aan een efficiënte werking van energiemarkten, bevordering van energiehandel en samenwerking in beleidsontwikkeling op energiegebied. (…) Als Nederland het Energiehandvestverdrag zou opzeggen, verliezen Nederlandse investeerders in het buitenland de minimale rechtsbescherming op grond van dit verdrag.’ Wiebes denkt dus aan de Nederlandse investeerders, de burgers of de klimaatverbintenissen blijven buiten zijn gezichtsveld … Over dat opzeggen – wat Italië in 2016 deed – is er trouwens nog een wansmakelijk detail: tot 20 jaar na de opzegging kunnen bedrijven claims blijven indienen over gedane investeringen…

RWE is trouwens niet de enige die in Nederland met schadeclaims opdaagt; een ander Duits energiebedrijf, Uniper, probeert hetzelfde. Wereldwijd zijn het helaas de landen met de minste middelen die het zwaarst onder vuur liggen met ISDS-clausules.

Wiebes maakte zich ook nog sterk dat het Energiehandvestverdrag niet ingeroepen kan worden door Europese bedrijven tegen Europese regeringen. De bedrijven denken daar anders over, en het bewijst alleen al hoe nonchalant regeringen zijn bij het tekenen van verdragen waarvan men niet eens de draagwijdte kent. We zullen zien hoe de RWE-, Uniper- en gelijkaardige affaires in de EU aflopen. Een ander schaamlapje waarachter Rutte en andere Europese regeringen zich verbergen is dat sommige bepalingen van het verdrag een beetje verouderd zijn, en dat we ons met de EU achter een modernisering scharen. Formeel zijn daar onderhandelingen over bezig, maar niets wijst erop dat de EU haar Green Deal veilig wil stellen door met alle middelen uit het verdrag te stappen. Vier Franse ministers schreven daarover een brief in die zin aan de Europese Commissie, die voor de EU de onderhandelingen voert.

———–

Zie ook:  Kolenbedrijf klaagt Nederland aan via omstreden investeringsverdrag (Somo)