Ga naar de inhoud

En de vakbeweging…

Ledenverlies, pensioenen, precaire arbeid en een naschrift

7 min leestijd

(Door Hans Boot, oorspronkelijk verschenen bij konfrontatie)

Over de pensioenen en de FNV gesproken. Juist deze maand november is het twintig jaar geleden dat mijn ‘oude dag’ begon. Bij die gelegenheid gaf ik mijn collega’s en (oud)studenten als dank een kleine bundel aforismen “Langs gevlogen. Bedankt zoals het ging”. Eén daarvan schoot me te binnen bij het recente bericht over het doorgaande ledenverlies bij de FNV: En de bond? Die houdt de economie gezond. Oftewel de vakbeweging volgt de logica van het kapitalisme. Ligt hier het begin van een verklaring voor de neergang van de FNV? Of lijkt de vakbond overbodig in een economie, waarin de klassieke loonafhankelijkheid voor een deel verschuift naar het ondernemerschap, de zzp’er? Vragen die zelfs Google te veel zijn, enige beperking is dus gerechtvaardigd en een verwijzing naar de niet opgeloste pensioenkwestie kan geen kwaad.

Een dag (23 oktober 2019) na het alarm van het Centraal Bureau voor de Statistiek: ‘bonden gezamenlijk 6 procent minder leden, de FNV komt onder het aantal van 1 miljoen’, corrigeerde de FNV de cijfers met instemming van het CBS. Geen daling van 63.000 leden, maar van 25.740, net boven de 1 miljoen gebleven. Bovendien steeg volgens de FNV het aantal jongeren onder de 25 jaar (3.000) en ouderen boven de 65 jaar (4.000).

Sociale vrede

Hoe deze cijfertwist ook uitpakt, de teneur van het CBS: jongeren en ouderen haken af en de FNV loopt leeg, kreeg veel mediabegrip in de trant van ‘vakbonden zijn achterhaald’. Freelance radiojournalisten werden persoonlijk: ‘de bond kan voor mij niks doen, bovendien doe ik het liever zelf’. Ondernemersorganisaties haakten gretig aan. Ze herhaalden hun eerdere twijfels over de representativiteit van de vakbeweging (in Sociaal-Economische Raad en Stichting van de Arbeid) en verklapten hun voorkeur voor cao-onderhandelingen direct met een personeelsvertegenwoordiging. Dus zonder bemoeienis van de vakbond, zoals onder meer bij de Hema, Jumbo en KLM. Voorlopig echter een praatje voor de Bühne, de voorzitter van de ondernemersvereniging VNO-NCW De Boer geniet van een beetje stampij. Vooral bij de grote(re) bedrijven zijn de ondernemers tevreden met het twee-partijen-overleg, ondanks dat de gewenste uitkomst soms wat lang op zich laat wachten. Ze hebben de bonden nodig en weten wat ze er aan hebben.

Dat er in Nederland in vergelijking met andere landen geen sprake is van systematische uitsluiting van de bond – ‘union busting’ tot in het bedrijf – en compromissen de toon zetten, heeft alles te maken met de wederzijdse liefde voor de sociale vrede. Bestuurders en met name functionarissen in de werkorganisatie van de FNV beschouwen deze positie als de kracht van de vakbond (voor het onopvallender CNV geldt hetzelfde bij een stabiel ledental, ruim een kwart van de FNV). Het gecentraliseerde overleg neemt de ‘op gepaste afstand’ gestelde ledenbetrokkenheid voor lief en de geregisseerde acties zijn een uiterst middel om de onderhandelingen onder druk te zetten.

Terugkerende initiatieven van een ledenorganisatie van onderop – en dat zijn er heel wat geweest – komen vroeg of laat onder centraal gestelde beleidsgrenzen te staan. Ook deze dagen schijnt dat weer aan de orde te zijn.

Oppositie

Deze schets van de toestand van de Nederlandse vakbeweging heeft een lange geschiedenis. Uiteraard niet rechtlijnig en met perioden of momenten van door leden gedragen of georganiseerde strijd die openlijke confrontaties met de werkgevers niet schuwden. Een democratische strijdbaarheid die door ‘de economie’ begrensde belangen attaqueerde. Als dat gebeurt, is er een bredere beweging van kritiek en oppositie aan de gang. Zelden is de vakbeweging aanjager, ze organiseert op sociaal-economische belangen, niet op politieke standpunten. Hoe betrekkelijk dat laatste ook is, toont de traditionele band, zo niet vermenging, in visie en personen, met de PvdA. Even traditioneel is dat GroenLinks en voorgangers zo’n relatie met de FNV niet kennen. Wat radicaal Links betreft, is de afstand tot de vakbeweging ‘die de economie gezond houdt’ groot. ‘Oude’ partijen met de wortels in het trotskisme en maoïsme zijn waar mogelijk actief in de vakbeweging, waarbij de SP zonder veel succes de bestuurderslijn koos.

Links in de breedte, maar ook bijvoorbeeld een (digitaal) blad als Solidariteit (“voor een strijdbare vakbeweging”), kunnen zich een verzwakking van de vakbeweging als een maatschappelijke tegenmacht aantrekken. Verantwoordelijk zijn ze niet, maar toekijken of zelfs weglopen, ontkent elke mogelijkheid tot vakbondsverzet.

De vakbeweging is geen ondoordringbaar blok. Neem de de strijd voor het behoud van het pensioenstelsel en het herstel van de indexatie (behoud koopkracht). Rutte III leek onvermurwbaar, kreeg steun van de Europese Centrale Bank en een eindeloze rij deskundigen, waaronder coryfeeën van de PvdA, die kortingen bepleitten en met genoegen ‘de jongeren’ als slachtoffer voorstelden. Gewonnen is er nog niet, maar gepensioneerden binnen en buiten de vakbeweging, in samenwerking met groepen wetenschappers, dwingen de bondsbestuurders hun standpunten te wijzigen. De onderhandelaars zijn echter hardleers en schamen zich er niet voor de kritische groepen gepensioneerden buiten het overlegspel te zetten. De vaak gelouterde oudere vakbondsleden stellen daar nieuwe initiatieven binnen en buiten de vakbeweging tegenover en trachten hun oorspronkelijke, meer offensieve eisen in de onderhandelingen met de betrokken minister te houden.

Nieuwe sociale kwestie

Nog steeds is totaal aantal vakbondsleden en dat van de FNV indrukwekkend, nog steeds zijn er regelmatig bedrijfsacties, al of niet rond een cao die echter in de media weinig aandacht krijgen, ook omdat ze niet dwingend zijn. Een verdere professionalisering is een bedreiging, zeker als die de leden sturend bedient en niet als beslissende kracht opvat en alle ruimte geeft. Ledenverlies kan tot verzwakking leiden, maar is niet bepalend. Dat is wel zichtbaarheid in de bedrijven en op straat. Waar de bond is, gebeurt wat. Strak geleide acties met de te strakke T-shirts en slappe petjes zijn inmiddels slechts een ritueel. Zelforganisatie, aanwezigheid en onvoorspelbaarheid sluiten uitstekend aan bij de actuele opleving van het protest op diverse strijdterreinen. Eisen zo stellen dat ze haalbaar zijn tegenover directie/management zijn een toegeving op voorhand en dat niet alleen, ze inspireren niet tot strijd. Onhaalbaarheid is vloeken in een ordentelijke, strak geleide vakbondsvergadering, maar bevat een inspirerend perspectief.

Ernstiger is verzwakking van de vakbeweging door wat wel de nieuwe sociale kwestie genoemd wordt. De precaire arbeid, zonder of met een gammel arbeidscontract, op niet vastgelegde tijden en plaatsen, dus onzeker en bovendien geïndividualiseerd, zonder of met weinig contact met collega’s. In stukloon met hoge prestatienormen en sterk gedelegeerde verantwoordelijkheden. Langzamerhand uitlopend op een kleine drie miljoen mensen, bijna een kwart van de beroepsbevolking, Afhankelijk van de verschillende definities komen daar nog eens zo’n 800.000 uitzendkrachten bij. En dit alles in sectoren met nauwelijks een vakbondsgeschiedenis.

Met name waar het de zzp’ers betreft, is werken en denken als een ondernemer onvermijdelijk. En alleen om die reden zijn ze nauwelijks aan te spreken als werknemer die zijn of haar belangen het best kan verdedigen via een vakbond.

De actuele eisen van onder meer de FNV om dit proces naar economische en sociale onzekerheid te keren met (meer) gereguleerde arbeid zijn begrijpelijk. Maar zolang deze ‘precarisering’ een dragend kenmerk is van het neoliberale kapitalisme, waarin uitbesteding van risico’s bij de uitvoerenden gelegd wordt, Is de leuze ‘de bond houdt de economie gezond’ een dodelijke kritiek.

Naschrift

Op het punt deze ‘opinie’ naar de redactie van Konfrontatie te sturen, bleken de onderwijsbonden de staking van woensdag 6 november te hebben geannuleerd. Afgekocht met 460 miljoen euro. Volgens de voorzitter van de onderwijsbond, verbonden met de FNV, AOb: Een eerste stap in de goede richting. Zal wel onderdeel zijn van een geprofessionaliseerd stappenplan. Volstrekt ongeloofwaardig en dat zonder een lid te raadplegen! Het antwoord, na het aanbod van Rutte 3, had moeten zijn: op 6 november overal besluitvormende ledenbijeenkomsten. De strijdbare groep PO in actie is woedend en is van plan de staking door te zetten. Helaas blameren de onderwijsbonden zich tegen de achtergrond van een reeks uitzichtloze problemen met de opgeluchte ontvangst van een fooi.

(Aanvulling globalinfo: en dat laatste is nu ook weer veranderd: na massaal protest van de leden besluit de AOb toch door te gaan met de staking, en de voorzitter, Liesbeth Verheggen is afgetreden).