Europa besteedt zijn migratieprobleem uit aan Afrika
De dramatische beelden van Syrische vluchtelingen die drie jaar geleden met tienduizenden door Oost Europa trokken beginnen steeds meer te vervagen. Jean Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, zei dat de Europese Unie (EU) zich nu kan verheugen op een ‘goede vooruitgang‘ waarbij het aantal onregelmatige aankomsten dramatisch verminderde. Maar het begrotingsvoorstel dat de Commissie deed op 2 mei toont aan dat migratie nog steeds een topprioriteit is.
(Door Mark Akkerman (*), vertaling door Ander Europa, Illustratie van The Migrant Files)
Inderdaad, dit voorstel wil dat het budget van Frontex verzesvoudigd wordt, van 320 miljoen tot 1870 miljoen euro in 2027, en dat er een permanent korps van 10.000 grenswachters komt. Deze budgettaire verhogingen zijn in tegenspraak met Junckers retoriek dat “Europa, in tegenstelling met wat sommigen beweren, geen fort is, en het nooit mag worden”. Integendeel, het Europees fort wordt steeds meer versterkt. Bovendien wordt het fort uitgebreid door een beleid van zogenoemde ‘externalisatie van de grenzen’, iets wat veel minder in het oog valt.
Vanaf 1992, en in een versneld tempo sinds 2015, heeft de EU derde landen, vooral in Afrika, onder druk gezet om dienst te doen als vooruitgeschoven grensbewakingsposten, zodat mensen die met geweld verdreven worden niet bij machte zijn om zelfs maar de buitengrens van de EU te bereiken. De gevolgen daarvan werden geanalyseerd in een rapport (*) uitgegeven door Stop Wapenhandel en het Transnational Institute.
‘Autoritaire’ Afrikaanse staten
Uit een onderzoek van de 35 landen waar de EU prioritair migratiecontrole wil ontwikkelen blijkt dat bijna de helft ervan een autoritaire regering hebben, en elk ervan houdt sterke tot zeer sterke risico’s in op het gebied van mensenrechten.
Het feit dat meer dan de helft ervan laag scoort op het gebied van indicatoren van menselijke ontwikkeling toont aan dat migratiecontrole ze afhoudt van meer dringende taken. Toch heroriënteren de EU en haar lidstaten de toch al beperkte middelen om er dure technologieën en systemen voor grenscontrole en bewaking mee te financieren. Vluchtelingen zijn daar de dupe van. In de eerste vier maanden van dit jaar stierven er 600 in de Middellandse Zee, op weg naar Europa. Ze riskeren het slachtoffer te worden van geweld en repressie aan de grenzen, en zijn zo verplicht gevaarlijker routes te nemen. De Commissie verheugt zich in een terugval van het aantal aankomsten op de Europese kusten, maar de verhouding van het aantal waargenomen doden tot het aantal aankomsten was in 2017 vijf keer hoger dan in 2015. En dan zijn er nog zoveel meer doden op zee en in de woestijnen van Noord-Afrika waarover nooit gerept wordt.
De beslissing om migranten weg te houden van de Europese kusten heeft de Europese Unie er aldus toe gebracht om steeds meer autoritaire regimes onder de arm te nemen, ten koste van haar zelfverklaarde toewijding aan mensenrechten en democratie. Erger zelfs, de EU kwam er toe om directe steun te verlenen aan de veiligheidsdiensten die de meeste verantwoordelijkheid dragen voor geweld en schending van mensenrechten.
Soedan is een veelbetekenend voorbeeld. Gedurende vele jaren werd president Omar al-Bashir als een internationale paria beschouwd, en door het Internationaal Gerechtshof gezocht voor oorlogsmisdaden gedurende de Darfuroorlog. De meeste misdaden werden gepleegd door de Janjaweedmilities. Die maken nu deel uit van de Rapid Support Forces, de officiële Soedanese grenswacht. En de EU verleent nu steun aan de Soedanese grensautoriteiten en is op weg om het regime van al-Bashir uit zijn internationale isolatie te halen.
De combinatie van steun aan autoritaire regeringen en het afleiden van fondsen voor uiterst dringende taken als onderwijs, gezondheidszorg en klimaatmaatregelen verslechtert de nu al onhoudbare situatie, en is een bedreiging voor de economische ontwikkeling, de veiligheid en de interne stabiliteit van veel landen. Op de duur zullen nog meer mensen verplicht zijn te vluchten. Men kan trouwens de vraag stellen of de externalisatie van de grenscontrole op lange termijn de belangen zoals Europa die zelf formuleert zal dienen.
Het is niet onwaarschijnlijk dat dit beleid zich tegen de EU keert; in wiens belang zal dat dan zijn? Een zekere winnaar is de militaire en veiligheidsindustrie, die de infrastructuur mag leveren geschonken of betaald door de EU of de lidstaten. De EU heeft bijvoorbeeld de aankoop bekostigd van gepantserde voertuigen van de Turkse onderneming Otokar en schepen van de Nederlandse scheepsbouwer Damen voor grensbewaking door Turkije. Duitsland gaf een groot arsenaal van grensbewakingsmateriaal aan Tunesië, grotendeels afkomstig van de Europese wapenreus Airbus en van Hensoldt, de voormalige grensbeveiligingsafdeling ervan. Bedrijven als Gemalto, dat weldra zal overgenomen worden door het Franse wapenbedrijf Thales, of Veridos, een Duitse jointventure, en het Franse OT-Morpho hebben biometrische identificatiesystemen en digitale ID-documenten geleverd aan Afrikaanse landen.
Uit het oog, uit het hart
Juncker beweert wel dat de EU het migratieprobleem bijna opgelost heeft, maar het ziet er naar uit dat een groot deel van deze ‘oplossing’ een doelbewuste strategie was om de problemen uit ons gezichtsveld te verwijderen. De relaties tussen de EU en Afrikaanse landen zijn er op obsessieve manier op gericht om de migratie naar Europa stil te leggen, zonder acht te slaan op de gevolgen voor mensen die gedwongen zijn hun huis te verlaten en voor de betrokken landen. De externalisatie van het grensbeleid veroorzaakt niet alleen een onnoemelijk lijden voor de vluchtelingen, maar versterkt ook een kring van dictaturen rond Europa, wat voor lange tijd een hypotheek kan leggen op de vrede en veiligheid buiten en binnen Europa.
De EU moet een andere koers varen, en de redenen bestrijden waarom mensen vluchten; ze moet veilige legale passages voorzien voor vluchtelingen, en steun verlenen aan mensenrechten en democratie buiten haar grenzen, eerder dan deze te ondermijnen.
(*) Mark Akkerman is onderzoeker bij Stop Wapenhandel (Nederland). Hij is onder meer auteur van de studie Border Wars – The arms dealers profiting from Europe’s refugee tragedy, geactualiseerd in Border Wars II en uitgebracht door Stop Wapenhandel in samenwerking met TNI. Het hier gepubliceerde artikel verscheen in het Engels op 10 mei als Opinie in euobserver; Nederlandse vertaling door Ander Europa. Met dank aan de auteur voor toelating.