Ga naar de inhoud

Europese Unie zet de WTO-onderhandelingen op scherp.

Achter de gesloten deuren van een informele minitop in Sydney heeft een aantal landen de kaarten voor de WTO-top in Cancún uitgedeeld.

7 min leestijd
Placeholder image

Nieuws van achter de gesloten deuren van Sydney

Shefali Sharma citeert iemand die aanwezig was op 14 en 15 november tijdens een ‘informele’ bijeenkomst van 25 handelsministers (1) in Sydney. Dit verslag maakt goed wat de WTO verzuimde te doen: het voorlichten van publiek en gezamelijke WTO-lidstaten over de uitkomsten van deze zogenaamde Mini-Ministerial. ‘Sydney’ is de eerste uit een serie kleine besloten toppen waarop een beperkt aantal staten achter gesloten deuren de 5e WTO-ministersvergadering voorbereidt die van 10 tot en met 14 september gehouden wordt in Cancún, Mexico. De volgende top zal midden februari plaatsvinden in Tokio.

Europese Unie zet de WTO-onderhandelingen op scherp.

Volgens EU-handelsminister Pascál Lamy zal de EU vasthouden aan de laatst mogelijk datum waarop volgens de Doha-afspraken landbouwsubsidies drastisch verlaagd moeten zijn. Tot 2013 betekent dat doorgaan met ‘dumpen’ van goedkoop voedsel en verdere aantasting van de voedselonzekerheid in arme staten. Aan de huidige inpasse in de WTO-landbouwonderhandelingen draagt de EU verder bij door een koppeling te maken met ‘vooruitgang’ in marktopening voor industriële goederen en met de kwestie van Geografische Indicaties.(2)
Op het punt van de controversiële ‘Singapore Issues’ ( waaronder handel in investeringen (3)) haalde hij zijn Indiase ambtgenoot onderuit door te beweren dat tijdens de Doha-top al besloten is om in Cancún te beginnen met onderhandelingen. Een impliciete consensus daarover is volgens hem onnodig en er kan meteen begonnen worden met het vaststellen van randvoorwaarden.

Agenda
In Sydney is lang gesproken over volksgezondheid en TRIPs, Speciale & Onderscheiden Behandeling/Implementatie/Technische Assistentie (4) en Markttoegang. Met name het thema Markttoegang voor Landbouwgoederen kwam uitgebreid aan de orde. Uiteindelijk bleef er nog geen uur over voor de ‘Singapore Issues’ en ‘Handel in Milieu’. De laatste 15 minuten voor de afsluitende persconferentie waren voor ‘de weg naar Cancún’.

Markttoegang

Waar de EU, Japan en Zwitserland vasthielden aan ‘uitfasering’ van subsidies en tarieven in de landbouw wilden de Latijnsamerikaanse staten, Australië, Nieuw Zeeland en de VS juist verder gaan dan het Doha-mandaat en eisten het schrappen ervan. Brazilië, China, India en Egypte gaven aan, dat landbouw een sleutelrol vervult in de Doha Ontwikkelings Ronde en stelden vooruitgang in ‘landbouw’ als voorwaarde voor vooruitgang op andere terreinen. Senegal benadrukte tevens het belang van handelspreferentie-regelingen en Japan het belang van zaken als behoud van natuur en cultuur en van milieubeheer.

EU-handelsminister Lamy koppelde echter ‘vooruitgang’ in marktopening voor landbouw aan dat voor industriële goederen en Geografische Indicaties. Hij gaf aan dat de EU begin december ‘haar’ landbouwvoorstel aan voorzitter Harbinson van het Landbouw Comittee zou overhandigen – twee weken na de sluitdatum. Met deze manoeuvre ontwijkt de EU een diskussie in het Committee over haar uiteindelijke inbreng.
Lamy leek te suggereren dat er voor 2013 geen inwerkingtreding te verwachten is van WTO-landbouwbesluiten, zodat de EU ruimte heeft om haar landbouwbeleid aan te passen aan de EU-uitbreiding inclusief de loskoppeling van subsidies en productie. WTO-besluiten die in 2005 genomen worden – het eind van de Doha Ontwikkelings Ronde – zullen in 2006 door de parlementen geratificeerd kunnen worden en pas 6 jaar later in werking treden.

Ook op gebied van ‘diensten’ eist de EU meer marktopening. Arme staten zouden zich moeten haasten om meer ‘verzoeken’ te doen voor mode 4 dat grensoverschrijdende migratie van natuurlijke personen mogelijk maakt. Een maatregel om de werkgelegenheid in bepaalde beroepen in Europa op peil te houden hetgeen echter leidt tot braindrain in arme staten.

Singapore Issues

Alle ‘ontwikkelingslanden’ zeiden dat de Doha Ontwikkelings Agenda te uitgebreid is en dat er een herstrukturering plaats moet vinden van prioriteiten om te voorkomen dat de boel vastloopt. Ze willen hooguit 2 of 3 onderwerpen per keer uitwerken alvorens aan andere diskussieonderwerpen te beginnen. En aangezien er tenslotte aan het eind van de ronde een algemeen eindpakket – de ‘single undertaking’ – op tafel zal moeten liggen is er geen noodzaak om alle onderwerpen tegelijk af te handelen. Nigeria, Thailand, Kenia, India en Maleisië vinden een afronding in 2005 niet alleen onpraktisch maar ook onrealistisch.

Daarenboven zijn Kenia, India en Maliesië van mening dat de controversiële Singapore Issues (3) geen onderdeel uit maken van de single undertaking. Lamy spatte bijna uit elkaar toen hij zijn Indiase ambtgenoot Shourie hoorde zeggen, dat onderhandelingen in de SI alleen kunnen beginnen op basis van een expliciete consensus in Cancún. Lamy beweert dat in Cancún slechts besloten wordt over de randvoorwaarden…. Zuid Afrika gooit het over een andere boeg: over elk van de 4 deelonderwerpen zou afzonderlijk besloten moeten worden.

De VS heeft bij de 4 onderdelen vooral oog voor de elementen ’transparantie’ en ‘nondiscriminatie’, die de eigen bedrijven ten goede komen. Daarnaast moeten aan ‘investeringen’ kapitaalsinvesteringen worden toegevoegd. De door de EU beoogde uitbreiding van Geografische Indicaties zou monopolies in de hand werken en aldus maatregelen noodzaken op het vlak van Concurrentiebeleid (maar wel zódanig dat het niet de creativiteit aantast van Amerikaanse bedrijven bij het toeëigenen van gepatenteerde productnamen).

Speciale & Onderscheiden Behandeling en Implementatie

De arme staten hebben grote belangen bij uitstel van de uitvoering van tientallen bepalingen uit de diverse WTO-akkoorden (Implementatie) of de manier waarop (S&D). Inlossing van de beloofde toepassing ervan is echter stelselmatig uitgesteld door de rijke staten; tijdens alle voorgaande onderhandelingsrondes (Uruguay, Seattle en in Doha) werd het juist door hen gebruikt als uitruilobjekt. De eerste stap in die richting was het bemoeilijken van de focus op S&D en Implementatie door de onderdelen ervan onder te brengen bij verschillende WTO-organen. Hoewel eerder al mislukt in Geneve (hoofdzetel van de WTO) werd in Sydney geprobeerd de arme staten onderling te verdelen door te stellen dat S&D gebaseerd zou moeten worden op ‘gradatie en differentiatie’. Sommige staten zouden al zó’n ontwikkeling hebben doorgemaakt dat ze niet meer in dezelfde mate in aanmerking zouden moeten komen voor S&D-maatregelen. Ook nu werd dit plan afgeschoten.
De EU kwam met een nieuw idee: haar paper ‘The WTO Work Programme on Special and Differential Treatment – Some EU Ideas for the way ahead’ stelt de vraag centraal ‘Wat is S&D?”. Maar in plaats van het tegemoet komen aan de nood van arme staten door concrete inlossing van gemaakte beloften wil ze tijd winnen door een filosofisch debat te voeren.

Technische Assistentie

Een aantal staten gaven aan dat uitbreiding van Technische Assistentie niet zinvol is. Nodig daarentegen is kennisoverdracht (capacity building) en de daartoe benodigde fondsen voor regeringsinstanties. Regeringen moeten in staat gesteld worden om op onafhankelijke wijze onderzoek te doen naar de gevolgen van bestaande en voorgestelde akkoorden. Er werd zelfs gesuggereerd dat niet de WTO, maar een andere instelling het beheer zou moeten voeren over het bestaande ‘Doha-fonds’.

TRIPs en volksgezondheid

De opmerking van een aantal ministers dat overeenstemming op dit heikele onderwerp nabij was bleek niet meer dan een poging om publiek en WTO-lidstaten te misleiden en om ‘Sydney’ te bombarderen tot politiek succes. Naderhand is echter in Geneve en door NGO’s duidelijk gemaakt dat het scheidslijn tussen leven en dood hier ligt in de details… Sharma schrijft op 29 november dat het gerucht gaat dat Afrikaanse staten kwaad zijn weggelopen uit de TRIPs-onderhandelingen in Geneve. De voorstellen van de rijke staten ondermijnen in hun visie de verklaring en al bestaande flexibiliteit in TRIPs.

Implicaties

Lamy en VS-handelsminister Zoellick zetten in op de Mini-Ministerials omdat ze beslissingen willen forceren die de uitkomst van Cancún vormgeven, net zoals dat gebeurde vóór en tijdens Seattle en Doha. 153 Civil Society organisaties wereldwijd wijzen deze mini-ministerials echter af aangezien ze juist dàt ondermijnen wat al nauwelijks aanwezig is in de WTO: een demokratisch en gezamenlijk proces.

Vertaling/bewerking door Rob Bleijerveld (WTO.ZIP nieuwsbrief)

Bewerking van Geneva Update #9 door Shefali Sharma (Institute for Agriculture and Trade Policy) van 29 november 2002. Oorspronkelijke titel: ‘WTO’s Sydney Mini-Ministerial: A few ministers set the terms for Cancún behind closed doors’ website IATP:

Noten:
(1) Egypte, Kenia, Lesotho, Nigeria, Senegal, Zuid Afrika, China, Hong Kong China, India, Indonesië, Japan, Zuid Korea, Maleisië, Singapore, Thailand, Brazilië, Chili, Colombia, Mexico, Canada, VS, EU, Australië, Nieuw Zeeland, Zwitserland, Trinidad en Tobago. Ook aanwezig: Directeur-Generaal Supachai Panitchpakdi.
(2) GI: over toeëigening/behoud van eigennamen voor bepaalde landbouwproducten die ontleend zijn aan de landstreek van oorspronkelijk voorkomen.
(3) Dat zijn: handel in Direkte Buitenlandse Investeringen, Transparantie in Overheidsaanbestedingen, Concurrentiebeleid en Handelsfacilitatie.
(4) respectievelijk Special & Differential Treatment, Implementatie en Handelsgerelateerde Technische Assistentie TRTA