Geen klimaatrechtvaardigheid zonder schuldrechtvaardigheid
De klimaatcrisis voedt de opeenstapeling van schulden in landen in het mondiale zuiden
(Bron: website Global Action for Debt Cancellation, vertaling globalinfo.nl)
Landen die de ergste gevolgen van de klimaatverandering ondervinden, hebben daar weinig toe bijgedragen, maar worden door hun kwetsbaarheid voor het klimaat geconfronteerd met hogere financieringskosten. Zij hebben bijna geen andere keuze dan te lenen om klimaatmitigatie en -adaptatie te financieren en om de wederopbouw en het herstel na een extreme klimaatgebeurtenis te financieren. Landen die een onhoudbare schuldenlast hebben opgebouwd, hebben minder begrotingsruimte en minder mogelijkheden om te investeren in aanpassing en matiging en om te herstellen van verliezen en schade ten gevolge van steeds ernstiger extreme klimaatgebeurtenissen, en de sluipende klimaatgevolgen en milieu-rampen. Tegelijkertijd wordt de klimaatfinanciering – die zou moeten beantwoorden aan het beginsel van gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden, zoals geformuleerd in de Rio-beginselen van 1992 om de historische klimaatschuld te weerspiegelen – hoofdzakelijk verstrekt via leningen en schuldcreërende modaliteiten, waardoor de financiële last op de schouders van het mondiale zuiden wordt gelegd.
Dit alles vindt plaats in een context van toenemende kwetsbaarheid door schulden. Zelfs vóór de uitbraak van Covid-19 werden landen in het zuiden van de wereld geconfronteerd met een zich uitbreidende schuldencrisis, die nog is aangewakkerd door de economische gevolgen van de pandemie. Leningen van multilaterale ontwikkelingsbanken, exportkredietinstellingen en andere financiële instellingen in het Noorden ter financiering van fossiele-brandstofprojecten hebben de onhoudbare en onrechtmatige schulden in het Zuiden doen toenemen.
Een van de gevolgen van hoge schulden is een sterk verminderde begrotingsruimte voor overheidsuitgaven en dus zeer beperkte mogelijkheden om te investeren in de aanpassings- en mitigatiemaatregelen die nodig zijn om het recht van mensen op een gezond milieu te waarborgen. Bovendien brengt dit landen in een nog slechtere positie bij het herstel van verliezen en schade na een klimaatramp. De eis dat landen voorrang geven aan schuldaflossing, vaak tegen hoge rentevoeten, betekent dat zij niet adequaat kunnen reageren op de noodsituaties waarmee hun bevolking te kampen heeft, zoals de pandemie en de klimaatnoodsituatie. De kosten van de schuldendienst zijn ook in grote mate ten laste gekomen van vrouwen en kinderen, die in de meeste landen in het Zuiden de meest kwetsbare groepen in de samenleving vormen. Wanneer regeringen de overheidsuitgaven verminderen, met name die voor sociale bescherming, hebben vrouwen en kinderen daar immers het meest onder te lijden.
Anderzijds hebben de economieën van het mondiale noorden een enorme klimaatschuld opgebouwd ten opzichte van de mensen en landen in het mondiale zuiden als gevolg van hun onevenredig grote bijdrage aan emissies van koolstof en andere broeikasgassen, die sinds de jaren 1800 bijna tweederde van de totale “koolstofruimte” bedraagt. Het concept van klimaatschuld vraagt om een systemische verandering. Een dergelijke verandering houdt niet alleen een erkenning van de klimaatschuld in, maar ook restitutie en herstel van de veelvoudige financiële, sociale en ecologische schulden van het mondiale noorden aan het mondiale zuiden, opgebouwd in het koloniale verleden en door neokoloniale dynamiek vandaag de dag.
In dit verband zal de noodzaak om wereldwijd over te schakelen op een duurzamere en rechtvaardigere economie niet mogelijk zijn zonder duurzame, verantwoorde, toereikende, billijke en niet-schuldencreërende klimaatfinanciering, alsook financiering voor de overgang die de kwetsbaarheid van de schuldenlast in het mondiale zuiden niet vergroot. Voorts is schuldkwijtschelding niet alleen nodig om landen in staat te stellen de Covid-19-pandemie te bestrijden, maar ook om de uitdagingen van de klimaatverandering aan te pakken en te streven naar een groen en inclusief herstel. De dringende boodschap is precies dat: klimaatrechtvaardigheid zal niet mogelijk zijn zonder economische en schuldrechtvaardigheid. En schuld- en economische rechtvaardigheid zal niet mogelijk zijn zonder milieu- en klimaatrechtvaardigheid.
Dit betekent dat de klimaatschuld van het mondiale noorden aan het mondiale zuiden moet worden erkend, en dat moet worden voorzien in voldoende en hoogwaardige schuldvrije klimaatfinanciering als gedeeltelijke restitutie voor die klimaatschuld. Herstel van de klimaatschuld betekent ook dat de landen van het mondiale Noorden moeten bijdragen tot ecologisch herstel, een eind moeten maken aan extractivisme en het gebruik van fossiele brandstoffen, en moeten overschakelen op koolstofarme en koolstofvrije productie-, distributie- en consumptiewijzen, die hun wortels hebben in een wijziging van het juridisch en beleidsmatig paradigma voor technologieoverdracht en billijke handelsregels. Schuldenkwijtschelding is eveneens noodzakelijk, gezien de rol die zij in het verleden hebben gespeeld bij het bevorderen en opleggen van een “ontwikkelingsmodel” dat onrechtvaardig en onduurzaam is, en gezien de belemmering die zij thans vormen voor een eerlijk, billijk en duurzaam herstel.
Wij eisen veel meer dan versnipperde stromen van klimaatfinanciering en eenmalige gevallen van “schuldverlichting”, wij eisen een garantie dat herhaling wordt voorkomen door structurele veranderingen voor klimaatrechtvaardigheid en schuldrechtvaardigheid. Wij eisen systemische verandering.
Wij roepen de wereldleiders, de nationale regeringen en de publieke en private financiële instellingen op om dringend rechtvaardige en ambitieuze actie te ondernemen, in overeenstemming met hun verplichtingen en verantwoordelijkheden, en zich tot het volgende te verbinden:
1. Erkenning van het bestaan van een klimaatschuld, naast een historische, financiële, ecologische en sociale schuld, die het mondiale noorden heeft jegens het mondiale zuiden. Deze erkenning moet leiden tot structurele en financiële herstelmaatregelen, waaronder het nakomen van klimaatfinancieringsverplichtingen en schuldkwijtschelding, alsook tot ecologisch herstel, geleidelijke afschaffing van subsidies voor fossiele brandstoffen, beëindiging van extractivisme en overschakeling op koolstofarme productie-, distributie- en consumptiewijzen.
2. Dringende verstrekking van nieuwe en aanvullende klimaatfinanciering die geen schulden creëert en verder gaat dan de nog niet vervulde doelstelling van 100 miljard dollar per jaar, die toereikend is en tegemoetkomt aan de behoeften van de volkeren en gemeenschappen in het Zuiden op het gebied van mitigatie, aanpassing en verlies en schade. De prioriteit die in de klimaatfinanciering wordt gegeven aan mitigatie moet worden omgekeerd, waarbij de behoeften van klimaatgevoelige gemeenschappen om zich aan te passen en elke verergering van verliezen en schade aan te pakken, moeten worden aangepakt en prioriteit moeten krijgen. Klimaatfinanciering moet worden verstrekt via een inclusief proces dat ervoor zorgt dat de bijdragen gebaseerd zijn op een eerlijke verdeling en een billijke toewijzing en toegang garanderen, met name voor de meest kwetsbare landen.
3. Klimaatfinanciering mag geen schulden met zich meebrengen en moet onvoorwaardelijk zijn. Dit betekent dat zij in de eerste plaats in de vorm van subsidies moet worden verstrekt. Als er toch leningen moeten worden gebruikt, dan alleen tegen zeer gunstige voorwaarden en alleen voor bepaalde doeleinden en programma’s die niet zullen leiden tot een opeenhoping van onhoudbare en onrechtmatige schuldenlasten. Klimaatfinanciering moet ook openbaar zijn en worden uitbetaald voor openbare en door de overheid te verantwoorden programma’s en projecten, en niet voor particuliere initiatieven met winstoogmerk of publiek-private partnerschappen.
4. Kredietverstrekkers en IFI’s (Internationale Financiële instellingen, vert.) moeten onmiddellijk actie ondernemen om ambitieuze onvoorwaardelijke kwijtschelding van onhoudbare en onrechtmatige schulden door te voeren, met name schulden die zijn ontstaan door de financiering van projecten voor fossiele brandstoffen, teneinde soevereine en participatieve beleidsbeslissingen van die landen mogelijk te maken, zodat zij hun verantwoordelijkheden op het gebied van mensen- en natuurrechten kunnen nakomen.
5. Een automatisch mechanisme voor de opschorting van schuldbetalingen, schuldkwijtschelding en schuldherschikking, dat zowel publieke als particuliere kredietverleners dekt, in de nasleep van extreme klimaatgebeurtenissen, naast onmiddellijke toegang tot niet-schuldcreërende middelen voor verlies en schade. In de afgelopen 50 jaar heeft zich gemiddeld elke dag een ramp voorgedaan in verband met een weer-, klimaat- of waterramp – waarbij 115 mensen om het leven kwamen en dagelijks 202 miljoen US-dollar aan verliezen werd geleden. De regeringen in het noorden van de wereld moeten een afzonderlijk en aanvullend mechanisme voor verlies en schade opzetten als erkenning van hun verantwoordelijkheid voor de toegenomen frequentie en ernst van deze extreme gebeurtenissen.
6. Naast klimaatfinanciering en schuldkwijtschelding moeten regeringen in het noorden van de wereld voldoende aanvullende, niet-schuldcreërende middelen verstrekken om landen in het zuiden van de wereld te helpen de gezondheidscrisis en de sociale en economische crisis aan te pakken. Het verstrekken en opnemen van nieuwe leningen moet gebeuren volgens de regels voor verantwoorde leningen, met inbegrip van orkaanclausules en andere voorwaardelijke clausules, zodat schuldkwijtschelding automatisch wordt toegestaan in geval van klimaat-, gezondheids- en andere noodsituaties.
7. Regeringen en internationale organisaties moeten een open evaluatie van de benadering van schuldhoudbaarheid bevorderen, met richtsnoeren van de VN en deelname van het maatschappelijk middenveld, om te komen tot een schuldhoudbaarheidsconcept dat milieu- en klimaatkwetsbaarheden als kern heeft, samen met mensenrechten en andere sociale, gender- en ontwikkelingsoverwegingen. Schuld kan niet als duurzaam worden beschouwd als de betaling ervan een land verhindert om plannen voor klimaatbestendigheid te bekostigen.
8. Regeringen en internationale organisaties moeten de hervorming van de internationale financiële architectuur steunen en nastreven, teneinde de internationale financiële wereld in overeenstemming te brengen met de universeel aanvaarde verplichtingen inzake mensenrechten, waaronder het recht op ontwikkeling, gendergelijkheid en het recht van eenieder om in een gezond milieu te leven. Een dergelijke hervorming moet gericht zijn op de noodzaak van een billijk, transparant en multilateraal kader voor het oplossen van schuldencrises, onder auspiciën van de VN en niet in door kredietverstrekkers gedomineerde arena’s, dat onhoudbare en onrechtmatige schulden aanpakt;
9. Regeringen en internationale organisaties moeten zich richten op acties die de onderliggende oorzaken en historische verantwoordelijkheden voor de huidige schulden- en klimaatcrises aanpakken. Het recht van volkeren om deel te nemen aan en controle uit te oefenen op de besluitvorming en de uitvoering van beleid om een rechtvaardige en inclusieve overgang te waarborgen, moet worden gegarandeerd. Er wordt gesproken over een aantal initiatieven, zoals “debt-for-climate swaps” en marktgebaseerde oplossingen zoals groene obligaties en “nature-performance bonds”, die in dit verband waarschijnlijk geen billijke resultaten zullen opleveren en de schuldenlast van klimaatgevoelige landen zelfs zouden kunnen verzwaren.
Zie onder het origineel de lijst met ondertekenende organisaties