Ga naar de inhoud

Gesprekken met stakers van chemieconcern Grodno Azot in Wit-Rusland

Om 0:00 in de nacht van 25 op 26 oktober 2020 liep het door de oppositie gestelde volksultimatum in Wit-Rusland af. Geëist werden het aftreden van Aleksandr Loekasjenko, de beëindiging van het politiegeweld en de vrijlating van alle politieke gevangenen. Naar verwachting bleef het regime Loekasjenko het antwoord schuldig, zodat op maandag 26 oktober in het hele land massale stakingen uitbraken.
Grodno Azot is een staatsbedrijf met 7 500 medewerkers en een omzet van omgerekend 500 miljard euro (stand 2019). Het chemische concern in het uiterste noordwesten van het land produceert onder andere ammoniak, methanol, kunstmest en schoonmaakmiddelen.

7 min leestijd

(Bron: Belsat, vertaling: Ardy Beld, foto: van twitter belsat )

Oppositiezender Belsat sprak met Sergej, 28 jaar, machinebediende. Hij werkt een jaar voor Grodno Azot:
“Op 29 oktober was ik ingedeeld voor de dagploeg. Toen ik de fabriek wilde betreden, kwam ik erachter dat mijn toegangskaart was geblokkeerd. Ik had een verklaring ondertekend dat ik meedeed aan de staking. Dat ik al op 28 oktober ontslagen was, wist zelfs mijn directe leidinggevende niet. En dat is inmiddels de normale gang van zaken in de fabriek. Er is een nieuwe afdeling opgericht, een soort van veiligheidsdepartement, dat naar verluidt door medewerkers van de geheime dienst KGB wordt gerund. Dat departement bepaalt wie er ontslagen wordt en wie niet. Om er mensen uit te gooien, worden willekeurige redenen aangevoerd. Ik werd bijvoorbeeld ontslagen omdat ik van 1 t/m 7 oktober in de cel zat wegens de protesten. Ik had daarvoor een brief gekregen van de politie die voordien ook voldoende excuus was voor mijn leidinggevende. Nu bleek ineens dat ik zonder geldige reden het werk had verzuimd.”

Langzamerhand blijft er niemand meer over om de zaak draaiende te houden. In de productiehal ‘Amiak 3’ (Ammoniak 3) werden 16 medewerkers ontslagen, nog eens 15 hebben zich ziekgemeld. Ook medewerkers van de hal ‘Karbamida-4’ (Ureum 4) houden bijna voltallig het ziekbed. De leiding dreigde met consequenties.

“Degenen die wel werken, wordt een dubbel salaris beloofd. Ze werken 24 tot 36 uur aan een stuk. Ook gepensioneerden werden weer opgeroepen. Uit andere fabriekshallen worden medewerkers gehaald. Maar de leiding houdt er geen rekening mee dat de nieuwe mensen eerst moeten worden ingewerkt. De chef van de personeelsafdeling is naarstig op zoek naar mensen voor ‚Ammiak 3‘. De collega’s die er nog werkzaam zijn, weigeren echter de nieuwe in te werken. Dat is allemaal heel erg gevaarlijk en het risico op ongevallen is enorm gestegen. Maar de directie sluit de ogen voor die problemen.”

Sergej verteld dat hij zijn ‘werkboek’ (een officieel document waarop gegevens van werknemer en alle voorgaande en huidige werkgevers zijn vermeld) nog steeds niet heeft ontvangen. Het terrein van de fabriek mag hij niet betreden.

“De bewaking zei dat ze trots op ons zijn en ons ondersteunen. We hebben met andere ontslagen werknemers een klacht ingediend bij de rechtbank over het onrechtmatige ontslag. We verwachten er niet te veel van. Wij hopen wel dat de collega’s die nog werken zich uiteindelijk bij ons zullen aansluiten. We mogen nu niet stoppen.”

Toen we met de staking begonnen, kwam de oproerpolitie OMON naar de fabriek. Ze scholden ons uit: ‘We zullen jullie leren werken. We slaan jullie lam en niemand die er iets van zal zeggen.’ Ik werd opgepakt toen ik in de ingangshal stond. Iemand schreeuwde: ‘De fabriek in met hem!’ Ze pakten me onder mijn armen en begonnen me vooruit te duwen. Een andere agent zei: ‚Waarom draag je hem de fabriek in? Na vijf minuten loopt hij toch weer naar buiten!‘ Toen sleurden ze me naar een bus die voor de fabriek stond. In de bus werd ik met mijn gezicht op de grond gegooid. Ze schreeuwden weer: ‚We zullen jullie leren voor ons te werken. Dit is ons land, onze stad, Loekasjenko gaat niet weg!‘ Het is beangstigend als je weet dat de politie ons niet als mensen, maar als slaven behandelt.”

“Op het moment ben ik nog bereid te vechten voor mijn werk. Ik wil niet weg uit Wit-Rusland. Ik heb hier iedereen, mijn familie, vrienden, klasgenoten, ik wil niet alles verliezen. Ik ben de inwoners van Grodno heel dankbaar voor hun ondersteuning. Wij houden niet op, we zullen zeker winnen.”

Artjom, eveneens 28 jaar, machine-operator op afstand in de hal ‘Ammiak 3’. Werkt sinds januari 2017 voor Grodno Azot:

“De informatie over mijn ontslag las ik op Telegram (analoog van Whatsapp, veel gebruikt in Wit-Rusland, ook door officiële kanalen, nvda). Op 28 oktober werd er een lijst geplaatst met 11 namen van werknemers die waren ontslagen, daar was ik ook bij. Ik zag ook dat de fabriek een ongewoon bedrag had overgemaakt op mijn rekening, dat was kennelijk de laatste overmaking. Daarvoor had ik een verklaring geschreven dat ik in staking ga voor onbepaalde tijd. Die heb ik aan de ploegbaas gegeven. Voor de nachtploeg van 27 oktober ben ik toen niet komen opdagen.”

“Ik ga niet terug, tenzij ze me met geweld aan het werk zetten. Ik bekijk verschillende varianten, misschien ga ik als taxichauffeur werken. Ik denk er ook over om weg te gaan, omdat het gevaarlijk wordt hier te blijven. Ik zie echter ook dat velen ons ondersteunen. Ze schrijven me, wees niet bang, we gaan je helpen. Dat geeft vertrouwen, dat onze staking nog maar het begin is, dat zich nog meer mensen aan zullen sluiten”

“En het is belangrijk dat ze zich aansluiten. Het is gemakkelijk 20 of 30 mensen te ontslaan en in de gevangenis te stoppen. Als er echter 7 000 gaan staken, liggen de zaken heel anders. Dan zou de regering bang worden. In ieder geval zouden ze niet iedereen kunnen ontslaan.”

“Ik weet zeker dat de ontslagen zwaar op de productiviteit van het concern zullen drukken. Op mijn werkplek moet een nieuwe werknemer zeker zes maanden worden ingewerkt. En dan begeleid worden voor nog eens half jaar, al met al is dat een soort van werkstage van een jaar. Op mijn plek is het heel belangrijk om met verschillende noodgevallen om te leren gaan en binnen enkele seconden de juiste beslissing te nemen. De directie heeft er geen moeite mee afscheid te nemen van ervaren werknemers. Ze krijgen van bovenaf het bevel alle stakers te ontslaan en dat doen ze dan ook blindelings.”

“Waarom de mensen niet direct massaal gingen staken? Omdat de salarissen bij Azot wezenlijk hoger zijn dan in de rest van Grodno. Hoewel desondanks de betaling niet evenredig is met het werk. Velen hebben leningen. De mensen zijn ook bang voor de politie. Nu ze zien dat wij met geweld werden opgepakt. Ik beschuldig niemand. Bang zijn is geen schande. Het is inderdaad beangstigend, zonder werk te zitten, terwijl er een rechtszaak tegen je wordt aangespannen. Sommigen hebben de kracht hun angst te overwinnen, anderen niet.”

“De directie begon al in augustus de mensen om te kopen. Toen ze zagen dat de medewerkers aan de protesten deelnamen was er ineens geld voor premies en een dertiende maandsalaris. Op mij had dat geen invloed. Ik ben bereid voor een lager salaris te werken, als ik weet dat ik in een vrij land leef en perspectieven voor de toekomst heb. Ze zeggen dat als er een nieuwe president komt er geen geld meer zal zijn om ons te betalen. Dat is onzin. Als er veranderingen komen, zullen vele landen ons helpen. We zullen er weer bovenop komen, ons verder ontwikkelen.”

Op 2 november maakte persbureau BelTa bekend dat een groep van 40 arbeiders van de raffinaderij ‘Naftan’ in Novopolatsk naar Grodno Azot werden overgebracht om de personeelsuitval op te vangen. “Wij verzekeren dat wij klaar staan om de arbeiders van Grodno Azot te ondersteunen. Vandaag sturen wij ons vakkundige personeel om een mogelijke stilstand van het technologische proces, deels veroorzaakt door de pandemie, te vermijden. Ook garanderen wij dat de plannen van extremisten en saboteurs het werk op Grodno Azot te laten stoppen en de medewerkers zonder salaris te laten zitten, niet zullen lukken. Niemand zal erin slagen met chantage en geweld de productie te verstoren en de solidariteit onder de arbeiders te breken,”aldus de algemeen directeur van Naftan.
 
Interviews gebruikt met toestemming van BelSat.

———–

Vertaler Ardy Beld (1975) is geboren en getogen in een onherbergzame streek in het oosten van Nederland. Als vertaler Russisch en Duits vond hij verkeerde vrienden in Moskou. Naar verluidt bevindt hij zich inmiddels in Duitsland.