Ga naar de inhoud

Griekenland – de nieuwe Exodus

De berichten over de economische en sociale situatie in Griekenland zijn al jaren triest. Toch is er één uitzondering. Volgens de officiële statistieken is er sinds 2013 een daling van de werkloosheid. Deze statistiek is echter het gevolg van de massale emigratie van Grieken.

6 min leestijd

(Door Winfried Wolf, Lunapark21, (*) vertaling oorspronkelijk verschenen op solidariteit.nl)

Griekenland heeft in het verleden vaker periodes van omvangrijke emigratie gekend. De huidige gebeurtenissen zijn wel zeer dramatisch en richten vermoedelijk meer economische schade aan dan in het verleden het geval was.

De crisis van 2010

Op het moment dat de crisis uitbrak, begin 2010, telde de werkloosheid 12,7 en de staatsschuld 120 procent, de laatste is een overschrijding van 20 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat bbp bedroeg 300 miljard euro, in 2008 was dat 356 miljard euro. Per hoofd van de bevolking kwam het bbp uit op 26.973 euro, in 2008: 32.198.

Deze economische indicatoren werden beschouwd als symptomen van de crisis en in het bijzonder, zo was de stelling, waren de schulden te hoog. Er zou een hoger groeipercentage van het bbp bereikt moeten worden en de omvang van de werkloosheid moest omlaag. Met een dergelijk oordeel werd de soevereiniteit van Griekenland feitelijk afgeschaft. Het land kwam onder controle te staan van de Europese Unie (EU) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF); samen met de Europese Centrale Bank (ECB) bekend onder de naam ‘Trojka’. De EU en het IMF namen daarmee de verantwoordelijkheid over voor de verdere sociale en economische ontwikkeling. Met inmiddels drie uitgebreide krediet- en economieprogramma’s, zogenaamde memoranda, krijgt Griekenland een ‘leergang’ sociaaleconomisch beleid opgelegd.

Kunstmatige effecten in 2016

Zes jaar later, midden 2016, bedraagt de werkloosheid 25 procent, dat is twee keer zo hoog als in 2010. De staatsschuld is 185 procent, 50 procent meer dan in 2010.
Het bbp is 194 miljard euro, dat is twee/derde van het niveau van 2010 en zelfs 54 procent van het niveau van 2008. Het bbp per hoofd van de bevolking is gedaald tot 18.000 euro, hetgeen neerkomt op twee/derde van het niveau van 2010 en 56 procent van 2008.
Deze cijfers spreken voor zich en vertegenwoordigen een rampzalige balans. Tegelijkertijd bevestigen ze de bekende en oude wijsheid in het economisch beleid: ’tijdens de crisis niet extra bezuinigen’. Desondanks zei de Duitse minister van Financiën, Wolfgang Schäuble, in mei 2016 dat hij “voor het eerst optimistisch” was over de Griekse ontwikkeling.
De hervormingen zouden werken, zo werd onder meer gewezen op de dalende werkloosheid die in 2013 nog 27,4 procent bedroeg en daarna was gezakt tot de genoemde 25 procent. Ook de grootste regeringspartij Syriza wijst hier hoopvol op.

Maar feitelijk gaat het hier om een kunstmatig, statistisch effect. Want sinds 2013 hebben meer dan 150.000 Grieken, in de werkende leeftijd, het land verlaten; dat is minstens 3 procent. Sinds 2008 zijn het er 425.000. dat is bijna 10 procent. Meer dan de helft van deze emigranten was werkloos op het moment van vertrek.
De werkloosheid in Griekenland is dus uitsluitend gedaald door deze uittocht. Wordt rekening gehouden met deze gedwongen emigratie, dan is de omvang van de huidige werkloosheid naar het recordniveau van meer dan 27 procent gestegen.

Massale migratie

Dit is niet de eerste massale uittocht. Maar misschien zal deze Griekenland wel het duurst komen te staan. Dit Balkanland heeft enorme migratieprocessen meegemaakt.
Na de Eerste Wereldoorlog voerde Griekenland oorlog tegen Turkije, daarin destijds zwaar ondersteund door het Verenigd Koninkrijk en gedeeltelijk door Frankrijk. De oorlog liep uit op een enorme militaire nederlaag. Het resultaat van het hieruit voortvloeiende Verdrag van Lausanne (1923) betekende voor 1,25 miljoen Grieken een gedwongen verhuizing uit Turkije naar Griekenland en een half miljoen Turkse burgers van Griekenland naar Turkije.

 Tijdens de Tweede Wereldoorlog en de jaren die daar direct op volgden, vluchtten 500 tot 750 duizend Grieken naar het buitenland. Vooral politieke vluchtelingen die het land moesten verlaten vanwege de overwinning van rechtse en reactionaire krachten. In de periode daarna van 1951 tot 1981 verlieten meer dan een miljoen Grieken hun land. Deze keer ging het met name om economische vluchtelingen.
Het land was uitgeput en verarmd door de oorlog, de nazibezetting en de burgeroorlog. Perspectief was er nauwelijks. Een aanzienlijk deel van deze emigranten ging naar West-Duitsland, waar zij werk vonden als ‘gastarbeiders’. In verschillende golven tot een totaal van een half miljoen kwamen Grieken naar West-Duitsland; een aanzienlijk deel bleef daar tot vandaag en maakt deel uit van de Duitse bevolking. (*2)

Veel jongeren

De huidige uittocht uit Griekenland verschilt in belangrijke mate van die in eerdere periodes. De vluchtelingen van tijdens en na de Tweede Wereldoorlog waren overwegend politiek vervolgden. Sociaal behoorden zij voor een groot deel tot de arbeidersklasse, daarnaast tot de boerenstand en lagere middenklasse. Zij die het land als ‘gastarbeiders’ verlieten , met name in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, waren meestal jong. In het algemeen maakten ze deel uit van de arbeidersklasse of waren het mensen met een gering vermogen of laagopgeleiden. Bij de huidige exodus zijn het vooral de goed en zeer goed opgeleide Grieken. Van de 420.000 personen die sinds 2008 het land verlieten, heeft 75 procent een universitaire graad behaald.
Ongeveer de helft van deze nieuwe emigranten was werkloos, toen zij het land verlieten. Even zoveel had een baan, weliswaar gezien de opleiding onderbetaald en met weinig perspectief. Tijdens deze nieuwe Griekse crisis vertrekken niet uitsluitend jongeren, de gemiddelde leeftijd ligt rond de dertig jaar, maar er zijn ook heel wat mensen van ongeveer veertig jaar en ouder.

Miljarden winst naar landen EU

Het is niet gemakkelijk het sociaaleconomisch verlies te berekenen dat het gevolg is van deze exodus. De niet-gouvernementele organisatie “Endeavor Greece” stelde onlangs vast dat de nieuwe uittocht het land vijftig miljard euro heeft gekost. (*3) Dit lijkt een zeer realistisch bedrag.
Als we de officiële statistieken volgen, hebben er van de 420.000 mensen die Griekenland verlieten, zo’n 320.000 een universitair diploma. Wanneer we een gemiddelde, vierjarige opleiding per persoon aanslaan op 120.000 euro, dan komen we al bijna op een bedrag van 48 miljard euro. Hier zijn dan niet meegeteld de kosten van voorafgaande opleidingen en de opleiding van emigranten zonder een voltooide studie.

Het berekende bedrag van vijftig miljard euro komt overeen met een kwart van het huidige bbp. Het is ook gelijk aan het geld dat moet worden gehaald uit de verkoop van Griekse staatseigendommen – een besluit van 2015 over een privatiseringsfonds. Er zijn aanwijzingen dat de opbrengst van de privatisering aanzienlijk lager zal uitvallen dan de vooral door Wolfgang Schäuble opgelegde marge van vijftig miljard euro. Het land is ’total loss’ en de vastgoedprijzen blijven kelderen.
Maar de vijftig miljard euro winst uit de exodus van de overwegend goedopgeleide Grieken, is de winst die de rijke landen van de Europese Unie, met name de Bondsrepubliek Duitsland, alvast kunnen opstrijken.

—–

Noten: (*) Eerder, 2 augustus 2016, geplaatst bij Lunapark 21, Zeitschrift zur Kritik der globalen Ökonomie – www.lunapark21.net. Vertaling Roland Siebe.

(*2) In 1967 waren er 201.000 Grieken in Duitsland; in 1973 werd met 407.000 een hoogtepunt bereikt. Sinds 1985 is het aantal inwoners van Griekse afkomst in Duitsland bijna 300.000. Vanwege de vaak verregaande integratie is precieze afbakening nauwelijks mogelijk; andere statistieken vermelden 350.000 mensen met een “Griekse allochtone achtergrond“.

(*3) Zie voor meer informatie over de huidige emigratie-structuren: Lois Labrianidis, secretaris-generaal voor de strategische en private investeringen in Griekenland – Süddeutsche Zeitung, 30 juli 2016.