Ga naar de inhoud

hervorming flexwet hoop voor flexwerkers?

In
september evalueert de Tweede Kamer de Wet Flexibiliteit en Zekerheid (de
'Flexwet'). Veel werkgevers blijken nog steeds – uit kostenoverwegingen – jonge
werknemers te ontslaan vlak voordat die recht op een vast contract hebben. Zo
blijkt uit inspecties door FNV Jong en de jongeren van SP en GL in 11
supermarkten. Moet de FNV door gaan op de oude voet en inzetten op (beperkte)
wetsaanpassing of juist leren van ervaringen uit het buitenland en haar
slagkracht vergroten?

6 min leestijd
Placeholder image

In
september evalueert de Tweede Kamer de Wet Flexibiliteit en Zekerheid (de
'Flexwet'). Veel werkgevers blijken nog steeds – uit kostenoverwegingen – jonge
werknemers te ontslaan vlak voordat die recht op een vast contract hebben. Zo
blijkt uit inspecties door FNV Jong en de jongeren van SP en GL in 11
supermarkten. Moet de FNV door gaan op de oude voet en inzetten op (beperkte)
wetsaanpassing of juist leren van ervaringen uit het buitenland en haar
slagkracht vergroten?

De
Flexwet werd in 1999 van kracht en had formeel als doel "een nieuw
evenwicht tot stand te brengen tussen de behoeften aan flexibiliteit en
zekerheid van werkgevers en werknemers" [1]. Bij de eerste evaluatie van
de uitvoeringseffecten (2002) bleek onder meer dat sommige bepalingen niet goed
werden nageleefd. In maart 2007 kwam een tweede evaluatierapport uit [2] dat op
3 juli "voor advies" is voorgelegd aan de Stichting van de Arbeid
(overheid, ondernemers, vakbonden). In september zal het worden geëvalueerd
door de Tweede Kamer [3].

Minister

In de
adviesbrief aan de Stichting van de Arbeid schrijft minister Donner van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid dat de eerste evaluatie van de wet in 2002 uit wees
dat "CAO-partijen" (lees: werkgevers) de bepaling ontduiken. Jonge
werknemers worden ontslagen voordat ze recht hebben op een vast contract (na
drie achtereenvolgende tijdelijke contracten danwel na een werkperiode van 36
eeneengesloten maanden). En dat gaat in tegen de doelstelling van de regeling,
aldus Donner. Aangezien aanbevelingen aan de Stichting van de Arbeid door zijn
ministerie (april 2005 en daarna) geen effect hadden, wordt nu voorgesteld om
de wetsbepalingen aan te scherpen. De mogelijkheden om af te wijken van de
regeling zullen worden beperkt en de beëindiging van een tijdelijke
arbeidsovereenkomst van langere duur zal worden beboet.

FNV
Jong

In
samenwerking met de jongerenorganisaties van Groen Links en de SP peilde FNV
Jong [4] van 6 tot en met 9 augustus in elf supermarkten in het land hoe het is
gesteld met de arbeidsvoorwaarden van jongeren [5]. "FNV Jong hoopt met de
resultaten van het onderzoek veranderingen in de wet tot stand te kunnen
brengen. Dat is hard nodig," zegt Matthijs Rutten, woordvoerder en
mede-oprichter van FNV Jong, "want de wet leidt tot leeftijdsdiscriminatie
en pakt vooral voor jongeren nadelig uit." Hij vervolgt: "Bij de
meeste jongeren overheerst het gevoel dat ze als wegwerpmedewerkers worden
beschouwd. Jongeren die in een vulploeg werken, krijgen drie keer achter elkaar
een jaarcontract. Op hun negentiende worden ze vervolgens bedankt, omdat ze te
duur zijn geworden. We praten over een grote groep, want ongeveer 80 procent
van de jongeren in de supermarkt heeft een flexcontract."

Het
verbaasde de inspecteurs dat de filiaalmanagers en ondernemers waarmee ze
spraken deze gang van zaken in het kader van de bedrijfsvoering als volstrekt
normaal beschouwen. "Een vulploeger van negentien is nu eenmaal anderhalf
keer zo duur als iemand van zestien, en dus moet zo iemand vertrekken,"
aldus Rutten.

Hoewel
de supermarkten hiermee volstrekt legaal handelen (…), leidt het op deze
manier wel tot leeftijdsdiscriminatie en dat is verboden [6].

Slagkracht

Of
flexwerkers echt wat opschieten met aanpassing van de wet door Donner of de FNV
is twijfelachtig. In elk geval zal de FNV als een van de Sociale Partners de
kwestie van het voortijdig ontslaan niet al te hoog opspelen, omdat de organisatie
zich al diep heeft ingegraven in de economische doctrines van dit polderland.
De Nederlandse vakbeweging wordt geconfronteerd met de flexibilisering van de
arbeidsmarkt, de decentralisatie van het overheidsbeleid en de
internationalisering van de economie maar heeft geen echt antwoord. Daarbij
lukt het nog onvoldoende om jongeren, etnische minderheden en flexwerkers aan
zich te binden.

Volgens
FNV-beleidsmedewerker Dirk Kloosterboer moet de vakbeweging beter gaan nadenken
over de eigen rol in de samenleving. Want haar positie in de overlegeconomie is
niet langer vanzelfsprekend. Ze kan leren van ervaringen uit bijvoorbeeld de VS
om haar slagkracht te vergroten. In de VS weten sommige bonden nieuwe groepen
te mobiliseren en spectaculaire successen te boeken. De vakbeweging moet
daarvoor om te beginnen "integrale strategische campagnes" voeren om
lastig te organiseren bedrijven en sectoren aan te pakken. Daarnaast moet ze de
achterban actiever betrekken bij activiteiten. Ook is het nodig nadrukkelijker
stelling te nemen tegen het tegen elkaar uitspelen van bevolkingsgroepen.
Verder moeten denktanks worden opgezet die voeding geven aan de
maatschappelijke discussie. En moeten er campagnes worden gevoerd rond het
lokale economische beleid, dat in Nederland aan belang wint door de nieuwe
bijstandswet [7].

Anders
organiseren?

De
vakbeweging moet zich veel meer gaan richten op direkte en aktieve
ondersteuning van flexwerkers, zo valt op te maken uit een artikel op de
website van Flexmens, een onafhankelijk platform voor autonome cultuur en
sociale bewegingen [8]. De FNV gaat nog steeds te veel uit van werknemers met
vast contract hoewel hun aantal drastisch afneemt. Tegelijkertijd laat de
vakbondskoepel de niet-beschermde categorieën werkers (zoals uitzendkrachten en
ongedocumenteerden) teveel aan hun lot over, bijvoorbeeld in haar campagne
tegen verandering van het ontslagrecht [9].

Inmiddels
zijn er ook flexwerkers die bij gebrek aan daadwerkelijke ondersteuning door de
bond zichzelf organiseren. Samen met syndicalistische activisten dwingen ze
bazen die het te bont maken om contractuele afspraken na te komen. Zo werd een
Thais restaurant in Amsterdam in 2005 gedwongen 1200 euro achterstallig loon te
betalen aan een voormalig werknemer [10].

Volgens
Jan Müter van Searchweb zou de eigenaar duurder uit zijn geweest indien het via
de rechtbank zou zijn uitgevochten. Vaak is deze benadering een oplossing voor
mensen zonder verblijfsvergunning die uitzetting riskeren indien ze naar een
rechter stappen. Hij denkt dat de autonome handelswijze een uiterst middel is,
dus voor mensen die helemaal klem zitten. In het verleden stelde Müter de FNV
Horecabond voor om een inloopcentrum te openen in het centrum van Amsterdam.
Daar zouden kwetsbare flexwekers ervaringen kunnen uitwisselen en aan elkaar
kunnen doorgeven welke werkgever personeel zoekt. De Horecabond gaf hieraan
echter geen gevolg en nu komen de mensen noodgedwongen nog steeds bijeen in een
of andere McDonald's vestiging…

Noten:

[1] bron

[2] Op
verzoek van het ministerie van SZW voerden het Hugo Sinzheimer Instituut (UvA)
en TNO Kwaliteit van Leven een tweede evaluatie uit van de Flexwet, onder meer
op basis van een grootschalige enquête onder werkgevers en onder flexwerkers.
Hun rapport kwam in maart 2007 uit.

[3]
"Jongere voelt zich wegwerpmedewerker," door Arie van der Pijl, FNV Bondgenoten , 21
augustus 2007.

[4]
http://www.flexinspectie.nl/

[5] Zie
"Op speurtocht met de Flexinspectie – FNV Jong in actie! Eindelijk!". Deze zogenoemde
flexinspectie in de supermarktsector krijgt binnenkort een vervolg in de horeca
en bij uitzendbureaus.

[6] Zie
de relevante uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling

[7]
"Buitenlandse inspiratie voor vernieuwing vakbeweging," door Dirk
Kloosterboer,
12 juni 2005.

[8] In
"Lieve vakbond, ik mis je,"
.

[9]
"FNV voert kansloze campagne tegen 'flitsontslag'"
(bron: flexmens ).

[10]
"Restaurant gedwongen om achterstallig loon te betalen,"
(bron ).