Ga naar de inhoud

Het 4e ESF en de horizontale netwerken

Voor de vierde keer vond er een Europees Sociaal Forum (ESF) plaats, dit keer in Athene. Een verslag van een deelnemer aan zowel het ESF als het aanpalende alternatieve programma.

7 min leestijd
Placeholder image

Van 4 t/m 7 mei vond in Athene het vierde Europese Sociaalforum (ESF) plaats (website) . Volgens de organisatoren kwamen er zo’n 35.000 mensen bijeen om deel te nemen aan ruim 275 workshops en seminars. Gezien de spanningen, ontstaan op het vorige forum in Londen, rond de vraag hóe een forum georganiseerd moet worden en wíe erbij betrokken mogen en moeten zijn, zou het forum in Griekenland een testcase worden om het evenwicht tussen ‘horizontalen’ en ‘verticalen’ te herstellen. Desalniettemin traden ook hier al bij de voorbereidingen conflicten op. Alsnog getuigden de workshops en de deelnemende groepen en organisaties van grote diversiteit. En alsnog vonden er vier parallelle ‘autonome’ fora plaats.

Laat ik dan beginnen met een aantal positieve observaties van het ESF. In de eerste plaats was er een groot aantal Oost-Europese en met name Turkse deelnemersters. Dit laat de voordelen zien van een steeds wisselende locatie voor het ESF. Het bood mogelijkheden tot wederzijdse leerprocessen en concrete allianties. Verder was er een aantal belangrijke vakbonden (zoals de Duitse IG Metal) voor het eerst direct betrokken bij de organisatie van dit Forum. Dit is misschien nog geenszins revolutionair maar getuigt toch van een heroriëntatie van de laatste jaren nogal starre vakbondspolitiek in Europa. Gedurende de vier dagen die ik op het Forum heb doorgebracht ben ik daarnaast een niet gering aantal interessante workshops tegengekomen die uitgingen van een ‘horizontaal’ (dwz. transparant en zonder onnodige hiërarchie) perspectief op mondiale strijd. Opvallend was dat de workshops uiteenlopende functies hadden en niet alleen informerend van aard waren, maar ook wilden reflecteren en analyseren, netwerken, gezamenlijke campagnes bedenken en aan alternatieven werken. De laatste twee gebeurden echter nog het minste, waarmee ik uitkom bij minder positieve observaties – uiteraard met de bedoeling om een aanzet te geven tot creatieve en effectieve oplossingen voor een volgend Forum. Het blijft vooralsnog een proces.

Allereerst bleken veel workshops inefficiënt georganiseerd. Mijns inziens lag dat vaak niet aan de structuur van het Forum zelf (te groot, te onoverzichtelijk, te horizontaal, of wat men zoal zou kunnen bedenken), maar aan de slechte voorbereiding door de betrokken groepen, netwerken en organisaties. Er was geen duidelijke structuur voor de discussie na de inleidende praatjes, soms was er niet eens aan een gespreksleiding gedacht. Aangezien een workshop drie uur mocht duren, mondde een debat te vaak uit in vaagheid en leek niet veel meer dan een verlenging van de inleidingen omdat mensen gewoon de microfoon pakten en minutenlang doorpraatten over de specifieke omstandigheden van hun land en hun situatie. Je zou kunnen spreken van fetisjisme van de diversiteit aan contexten. In ieder geval werd het slaan van bruggen naar concrete samenwerking er door bemoeilijkt. Dit had gemakkelijk vermeden kunnen worden door duidelijker voor te bereiden waarover men het wil hebben in een discussie. Aan de andere kant was wel duidelijk dat de organisatie van het Forum in het algemeen en de voorbereiding van de specifieke workshops in het bijzonder ook wel degelijk leidde tot samenwerking tussen verschillende groepen. In hoeverre er echter aandacht werd geschonken aan het belang van zulke processen en of er voldoende tijd werd uitgetrokken om reeds in de voorbereiding de diepte in te gaan, valt te betwisten. Dit brengt me op een wat fundamenteler kritiekpunt. De onderwerpen en allianties waarvan het ESF-programma blijk gaf, waren wel erg voorspelbaar. Het leek er een beetje op alsof de netwerken na drie eerdere ESF’s al zijn gesmeed en weinig meer openstaan voor wederzijdse dialoog. Het zoeken naar gelijksoortigheid was kennelijk belangrijker dan de zoektocht naar allianties door verschillen heen. Ik had de indruk dat een ESF per jaar (of zelfs om de anderhalf jaar) te veel is, mede omdat veel groepen die meedoen ook met nationale en misschien zelfs met lokale fora bezig zijn. Op een gegeven moment heb je je Europese netwerkjes wel en zal er op dat vlak niet zo snel iets veranderen. Misschien is het wat dat betreft waardevoller om energie te steken in lokale fora en slechts om de paar jaar op Europees niveau samen te komen.

Naast deze organisatorische kritiek op het ESF zijn er ook kanttekeningen bij de gehele organisatiestructuur. Het gaat dan bijvoorbeeld om de manier waarop grote internationale NGO’s en trotskistische groeperingen de forumprocessen instrumentaliseren als platform voor hun zelfpresentatie en pogen door een hiërarchische organisatiewijze richting te geven aan deze diverse beweging. Ook dit keer is om die reden een aantal groepen uit het voorbereidingsproces gestapt om een onafhankelijk forum te organiseren naast het officiële ESF. In totaal waren er nog vier andere fora: een antikapitalistisch en anti-imperialistisch forum, georganiseerd door dogmatische trotskistische groepen die de opstelling van de socialistische groepen binnen het ESF te slap vonden en kennelijk opteren voor een voorhoedestrategie (website); een autonoom forum, dat zichzelf beschreef als ‘efemere zone’, zich veel meer richtte op actievoeren en daarom in een anarchistische wijk in het centrum van Athene was georganiseerd (weblog); een libertair-anarchistisch forum, dat vlakbij de ‘efemere zone’ in de befaamde Polytechnische Universiteit plaatsvond en veel anarchistische onderwerpen op het programma had staan (website); en tenslotte een ‘autonome speelplaats’ die dichtbij het officiële ESF lag en als strategie koos om er met een voet in en met de andere voet buiten te staan (website).

Het laatstgenoemde forum leek me het meest intrigerend omdat hier vanuit een duidelijke kritiek op het ESF een alternatief werd georganiseerd én tegelijkertijd nog steeds de mogelijkheden werden gezien die het ESF zelf biedt. De autonome speelplaats had een prettige sfeer, het was een ruimte om in terug te trekken, hetgeen door alle deelnemers enthousiast werd ontvangen gezien de drukte die doorgaans heerste op het ESF (en vooral in de massale slaapcontainers). Er was ook een eigen programma dat op de speelplaats werd aangeboden, maar dat was meer gericht op praktische vaardigheden en discussie over actiestrategieën (bijvoorbeeld een clownworkshop, een stencilworkshop, een discussie over de tekortkomingen van queer bewegingen, over het voorstel tot een activistische kunstkaravaan, etc.). Er was genoeg ruimte in het programma ingebouwd om ook aan workshops van het ESF deel te nemen. Het basisprincipe van de autonome speelplaats was zelforganisatie, en dat betekent dus dat de organisatie van kook-, schoonmaak- en afwastaken in handen van iedereen lag. Op die manier ontstond er onmiddellijk een vertrouwde sfeer. De eindevaluatie van de speelplaats was tamelijk zelfkritisch en er werd vooral gekeken naar wat er geleerd kan worden voor de toekomst en hoe de ervaringen die bij autonome fora zijn opgedaan toegankelijk kunnen worden gemaakt voor iedereen die in de toekomst ook zoiets wil organiseren. Hiervoor zal een wiki worden aangelegd om ervaringen en vaardigheden uit te wisselen. Er werd ook vastgesteld dat het probleem met de verticale organisatie van het ESF geen eenmalig probleem is maar getuigt van een crisis waarbij de betreffende organisatoren zich opsluiten in de reproductie van representatieve democratische structuren zoals we die kennen en die toch juist als onderdeel van het probleem ‘neoliberale globalisering’ werden geïdentificeerd. Daarom blijft het ook elke keer de vraag of je eraan mee wilt doen. Er een autonoom forum naast organiseren betekent uiteraard ook dat je de keuze van de plaats en de tijd door het officiële ESF laat bepalen. Bij de voorbereidingen van het volgende ESF zal hierover veel eerder op een mailinglijst gediscussieerd worden met allerlei horizontale groepen uit Europa (horizontale lijst ESF). Deze lijst zal ook gebruikt worden om de eventuele komst van een autonome ruimte breder dan dit keer aan te kondigen in heel Europa. De mogelijkheid van overlapping van verschillende strijden blijft hoe dan ook aantrekkelijk. En in die zin lijkt me de strategie van ‘met een voet erin en met de andere daarbuiten’ een bruikbaar uitgangspunt.

Zie ook: ESF eindigt met traangas.
Voor foto’s: Vrije Media Collectief.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Kriss Scholl.)