Ga naar de inhoud

Het Sociaal Forum op een kruispunt

Deze analyse is van Francine Mestrum uit België en verscheen eerder op indymedia.be. Over het Nederlands Sociaal Forum is  overigens onlangs besloten dat het  ‘in de slaaptoestand’ wordt gezet. Maar daarover later meer.

9 min leestijd
Placeholder image

Toen
Walden Bello van Focus on the Global South zowat een jaar geleden zijn artikel
schreef over ‘het einde’ van het Wereld Sociaal Forum, sloeg hij spijkers met
koppen. Niet dat het proces van de sociale fora op zijn einde loopt, noch dat
er sprake is van een zware crisis, maar wel omdat de ‘eerste generatie’ van de
sociale fora inderdaad stilaan afgesloten wordt. Vandaar dat zijn artikel ook
de titel ‘World Social Forum at a crossroads’ meekreeg. Op heel wat plekken in
de wereld, ook in België, wordt momenteel nagedacht over hoe het nu verder
moet. In dit artikel wil ik aangeven waarom dit debat plots zo dringend is
geworden, wat de belangrijkste pijnpunten zijn en wat de mogelijke oplossingen.

Na de
‘battle of Seattle’ in 1999 en de vergadering over ‘het andere Davos’ (het
Wereld Economisch Forum) werd duidelijk dat er ‘iets’ moest gebeuren, dat er
ruimte was voor andere ontmoetingen en andere bewegingen, dat het verzet tegen
het neoliberalisme overal in de wereld duidelijk de kop op stak. In 2001 werd
het eerste Wereld Sociaal Forum in Porto Alegre, Brazilië, georganiseerd. Een
‘bescheiden’ bijeenkomst, met toch duizenden deelnemers. Het jaar daarop werd
dat aantal verdrievoudigd en in 2003 waren er al bijna honderdduizend mensen
aanwezig.

Dat
grote succes kan verbazen, maar het geeft gewoon aan dat er een vraag en zelfs
een behoefte was aan een nieuwe beweging. De deelnemers noemden zichzelf
‘anti-globalisten’ en later ‘andersmondialisten’. Ze wilden een ‘andere’
mondialisering, niet geleid door neoliberale dogma’s maar gestuurd door mensen
en samenlevingen. De beweging was heel verscheiden en naast een algemene vraag
naar participatieve democratie en een verzet tegen het neoliberalisme waren er
weinig gemeenschappelijke kenmerken. De breuklijnen tussen de verschillende
bewegingen liepen ook kriskras door elkaar, radikalen en hervormers,
postmodernen, modernen en antimodernen, mondialisten en nationalisten. Vandaar dat
het Wereld Sociaal Forum niets meer kon zijn dan een ‘ontmoetingsplaats’ een
ruimte waarin bewegingen uit de hele wereld elkaar konden ontmoeten, met elkaar
konden overleggen over te voeren campagnes en netwerken konden vormen. De
andersmondialisten werden ‘een beweging van bewegingen’.

Dat
liep op wieltjes, tot het eerste zand in de raderwerkjes begon te komen. De
eerste grote discussies gingen over de plek waar die fora moesten georganiseerd
worden. Latijns Amerika? Afrika? Azië? Niet alle steden of landen komen in
aanmerking, want wie kan honderdduizend mensen foutloos opvangen? En wie kan
dat betalen? Een tweede grote discussie ging over de politieke standpunten. Een
‘open ruimte’ ja, maar moet dat ook een neutrale ruimte zijn? Zijn er geen
punten waarop alle bewegingen toch wel een akkoord kunnen vinden? In 2003 werd
wereldwijd tegen de oorlog in Irak gemanifesteerd, dus het kon. Het Handvest
dat de principes voor de Fora vastlegt, maakt het ook mogelijk, maar de
tegenstand is erg groot. Een derde probleem tenslotte is dat een aantal grote
bewegingen vrij snel tot efficiënte netwerken kwamen. Rond de schuldenlast van
de derdewereldlanden, rond de democratisering van de internationale
instellingen, rond voedselsoevereiniteit, rond mensenrechten zijn er nu
wereldwijde netwerken die goed functioneren. Voor hen heeft het Wereld Sociaal
Forum zijn rol gespeeld. Is het dan nog nodig?

De
strategie van de beweging

Het
verwijt dat de andersmondialiseringsbeweging vaak te horen krijgt is dat ze
geen alternatieven aanreikt. Niets is minder waar. De beweging wil zeker geen
nieuwe ‘pensée unique’ de wereld insturen, maar diverse groepen hebben
duidelijke alternatieven. De tijd is voorbij dat een sociale beweging op alle
onderdelen van de wereldwijde problematiek een kant-en-klare oplossing dient
aan te reiken. Democratie betekent immers in de eerste plaats dat elke
samenleving voor zichzelf moet beslissen welke plaats de markt krijgt of niet
krijgt, welke landbouw of welke industrie men wel ontwikkelen. Samen moeten we
kijken naar de instellingen die we willen voor een zekere mate van
wereldbestuur, voor de handhaving van de vrede, voor de voorziening in mondiale
publieke goederen. De hele beweging is ervan overtuigd dat alle mensenrechten
moeten gerespecteerd worden en dat een ecologisch duurzame ontwikkeling de
grootste prioriteit moet krijgen. Alle alternatieven zijn al decennialang
beschikbaar, maar we hebben niet de macht ze ook door te drukken. Vandaar dat
een debat over de strategie van de beweing ook belangrijk is. Hoe kunnen we
meer politieke invloed krijgen?

Het
zijn al deze vragen die op de agenda stonden van een vergadering eind maart van
de internationale raad van het Wereld Sociaal Forum. Het debat was voorbereid
met een vragenlijst aan alle bewegingen en meer dan honderd schriftelijke
bijdragen vormden de achtergrond voor de discussie. De eerste vraag ging over
de verandering van de geopolitieke situatie sinds 2001. De tweede vraag over de
stand, de sterkte en de zwakte, van de sociale bewegingen. De derde vraag ging
over het Forum als ‘ruimte’ of als plek voor actie, en de vierde vraag
tenslotte ging over de toekomst van het Sociaal Forum.

Over de
eerste twee punten waren er geen al te grote meningsverschillen. Sommigen
stellen neoliberalisme wel gelijk met kapitalisme en willen niet horen spreken
over een niet-neoliberaal kapitalisme. Wat het tweede punt betreft zijn er wel
meningsverschillen, maar diverse deelnemers wijzen er op dat er in Latijns
Amerika een duidelijke invloed is geweest op het politieke proces. De vele
progressieve regimes die er momenteel aan de macht zijn hadden er niet kunnen
komen zonder sterke sociale bewegingen. Ook in Indië en Kenya hebben de
progressieve partijen baat gehad bij de organisatie van het Sociaal Forum. De
andersmondialiseringsbeweging zorgt met andere woorden voor een grotere
bewustwording van het feit dat er inderdaad een andere wereld mogelijk is.

Over de
derde vraag is er nog steeds geen consensus, maar de discussie bracht de
standpunten zeker dichter bij elkaar. De voorstanders van een ‘socialisme van
de 21ste eeuw’ beseffen dat ze niet moeten aandringen op het akkoord van de
hele beweging, maar ze kunnen een heel eind op weg met een brede alliantie van
bewegingen die hun visie wel delen. Ook de tegenstanders van oorlog die hun
eisen in termen van anti-imperialisme formuleren hebben geen eenparigheid
nodig.

De
vraag of het Handvest van het Forum moet worden gewijzigd blijft voorlopig
onbeantwoord. Op zich is het niet nodig om acties en algemene standpunten in te
nemen, maar er is wel een ander probleem. De beweging moet zich dringend
uitbreiden in regio’s waar ze tot nog toe zeer zwak staat: China, Rusland en
Oost-Europa, het Midden-Oosten. Met de Wereldwijde actiedag van januari 2008
werd heel veel bereikt in Palestina, Irak en Libanon. De kansen zijn er groot
om tot een betere vertegenwoordiging te komen. Echter, de bewegingen ginder
zijn niet bereid om ook alle verworven standpunten van de beweging over te
nemen, met name op het vlak van reproduktieve rechten en seksuele minderheden.
Vandaar dat de feministen er op te staan het respect voor die rechten ook als
voorwaarde voor deelname aan het Forum te stellen.

Een
ander heikel punt is het openstellen van de discussies voor diegenen die onze
standpunten niet delen. Partijen en regeringen zijn niet gewenst op het forum,
maar wat met de progressieve regimes in Latijns Amerika? Brengen zij de
autonomie van de sociale bewegingen in gevaar? En moeten we uiteindelijk niet
ook met mensen van de Wereldbank het debat durven aangaan, zo vragen sommigen
zich af. Voor de sociale bewegingen uit Venezuela, Ecuador of Bolivia is het
evident dat zij weinig belangstelling hebben voor een forum dat geen rekening
houdt met wat in hun landen al werd bereikt. Zij willen dus zeker een stap
verder zetten.

De
meerwaarde van het Sociaal Forum

De
moeilijkste vraag heeft voorlopig ook nog geen antwoord gevonden, niet mondiaal
en niet in België. Hoe kan het Sociaal Forum zijn relevantie behouden? Wat als
de grote netwerken zijn gevormd en bewegingen afhaken? In België is dit aan het
gebeuren met de vakbonden. Zij hebben in Porto Alegre de NGO’s gevonden en zijn
gaan samenwerken. Dit en volgend jaar voeren zij in België samen campagne rond
‘decent werk’. Voor hen is het Forum niet langer noodzakelijk als dat Forum
voor hen geen meerwaarde te bieden heeft. Voor een ‘open ruimte’ als
ontmoetingsplaats zonder meer moeten de bewegingen geen milieu-onvriendelijke
intercontinentale reizen gaan maken.

In
België staat het Sociaal Forum dus zeker op een kruispunt. Er is een grondige
bezinning begonnen over de manier waarop kan worden verder gewerkt, en dat is
op zich al erg positief. De houding van de vakbonden is gelukkig ook niet
negatief, ze kijken even de kat uit de boom. De NGO’s doen er voorlopig het
zwijgen toe. De meerwaarde die het Forum kan bieden aan de bewegingen moet
duidelijk in kaart worden gebracht, want het potentieel is groot. En om echt
representatief te zijn zal het Forum ook moeten uitbreiden.

Op
wereldvlak zal het Sociaal Forum van Belen, Brazilië, in januari 2009 moeten
tonen dat vernieuwing kan. De wereldwijde actiedag van januari 2008 was al een
begin. Meer dan 170.000 mensen in tientallen landen waren er rechtstreeks bij
betrokken. Het is een ideale manier gebleken om de lokale strijd een modiale
dimensie te geven, om het lokale met het mondiale te verbinden. Die weg moet
worden verder gegaan, want veel basis bewegingen kunnen het zich financieel
gewoon niet veroorloven dit soort grote reizen te maken.

De
discussies in de internationale raad hebben bewezen dat er akkoorden mogelijk
zijn. Maar alles vergt tijd. En de beweging is meer dan enkel het Wereld
Sociaal Forum. Het meest positieve feit is dat de bereidheid om te debatteren
aanwezig is en dat niemand twijfelt aan het nut van de sociale fora. Belen 2009
wordt ook een ‘panamazonas’ forum, met mensen uit de negen landen die een
stukje Amazonewoud hebben. Latijns Amerika heeft al eerder in de geschiedenis
het voorbeeld gegeven aan het oude continent. Het was het laboratorium voor
neoliberale experimenten die met enige vertraging ook in Europa worden
toegepast. Het is nu het toneel van progressieve experimenten die met de
grootste aandacht in Europa worden gevolgd. Waarom zouden we ook dit voorbeeld
niet kunnen overnemen?

Francine
Mestrum

Voor
alle nieuws over het Wereld Sociaal Forum, zie website