Ga naar de inhoud

Loondiefstal van gemiddeld 1764 € per jaar in de EU

Wie de basisinzichten van Marx’ Kapitaal begrijpt, ziet zonder meer in waarom de verhouding tussen een ‘werknemer’ (arbeider in het marxistisch jargon) en een ‘werkgever’ (kapitalist) een uitbuitingsverhouding is. De kapitalist betaalt de arbeider een loon dat hem in staat stelt hemzelf en zijn gezin te laten overleven, maar de aldus aangekochte arbeidskracht is in staat méér te produceren dan het equivalent van dit loon. De arbeider genereert met andere woorden een meerwaarde die de kapitalist zich kan toe-eigenen, zijn winst, de zogenoemde vergoeding van de factor ‘kapitaal’, zoals het loon de zogezegde vergoeding is van de factor ‘arbeid’. Dat ‘de kapitalist’ misschien uit een paar duizend grote  aandeelhouders bestaat en enkele rijkelijk betaalde bedrijfsmanagers verandert niets aan de fundamentele verhouding.

4 min leestijd

(Door Herman Michiel, oorspronkelijk verschenen op Ander Europa)

Misschien vindt u dit een overtrokken voorstelling. Overleven? De moderne werknemer heeft een LED-TV en een smartphone, brengt zijn vakantie door in Zuid-Spanje of in de Dominicaanse Republiek! Maar ‘overleven’ doet men in de maatschappij van vandaag, niet in die van twee of drie generaties geleden. Wie vandaag niet de middelen heeft om zich aan te sluiten op het elektriciteitsnetwerk of de waterleiding, of om zich een koelkast aan te schaffen, is natuurlijk arm, niettegenstaande dergelijke ‘luxe’ twee eeuwen geleden zelfs in de rijkste huizen onbekend was. Het duidelijkste bewijs dat het arbeidersloon alleen toelaat te overleven is dat zeer weinig loontrekkenden via hun arbeid in staat zijn grote rijkdommen te verwerven; wat men verdient verbruikt men voor zijn/haar voortbestaan.

Men kan de uitbuitingsverhouding van het individuele naar het maatschappelijke niveau vertalen. Tel in een bepaald land alle lonen op, en tel alle winsten op. De twee bedragen samen zijn de ‘toegevoegde waarde’, of over een jaar gerekend: het nationaal inkomen, of het ‘bruto binnenlands product’ (BBP) (*1). Het aandeel van de lonen in het BBP geeft aan in hoeverre de arbeidskracht uitgebuit wordt; bedraagt dit aandeel bijvoorbeeld 70%, dan heeft de kapitalistenklasse zich grosso modo 30% van de geproduceerde rijkdom toegeëigend. Evolueert dit aandeel van 70% naar 60%, dan kon Kapitaal beslag leggen op nog een tiende méér van de door Arbeid geproduceerde rijkdom.

De neoliberalisering van de economie manifesteerde zich wereldwijd door een dalend aandeel van de lonen in het BBP vanaf de jaren 80. De Franse marxistische econoom Michel Husson heeft hier al sinds vele jaren over gepubliceerd (*2). Interessant is dat nu ook het Europees Vakverbond (EVV, ETUC in het Engels), over het algemeen niet zeer geneigd tot marxistische interpretaties van de economie, uitkomt met cijfers over het dalend aandeel van de lonen in het BBP. “Indien de verhouding van de lonen in het BBP dezelfde gebleven was als in het begin van de jaren 1990, zou de werkende bevolking in de Europese Unie gemiddeld 1764 € méér verdiend hebben in 2017 alleen”, berekent de Europese vakbondskoepel (*3). In 1975 maakten lonen 72% uit van het BBP in de Europese Unie, in 2017 was dit minder dan 63%, aldus de berekeningen van het EVV. De cijfers lopen uiteen van land tot land. Voor Tsjechië was dit 4107 €, voor Polen 2777 €, voor Duitsland 2169 €, Spanje 2806 €, Italië 3354 €, Hongarije 2122 € en Portugal 1890 €.

De evolutie over de tijd (1960-2017) van het loonaandeel in het BBP ziet men in onderstaande grafiek (voor de EU in haar geheel, voor de eurozone, etc.) 

wage share graph 0

Het EVV spreekt terecht van loondiefstal, (al zou, in het licht van de uitbuitingsverhouding kapitaal-arbeid, de term bijkomende loondiefstal correcter zijn) en hekelt terecht het eeuwig gezanik van politici en economen over de ‘loonkosten’. Eveneens terecht is de oproep tot herstel van de collectieve loononderhandelingen om tot betere lonen te komen. Minder logisch is dat het EVV de zeer matige loonsverhoging die het Duitse IG Metall onlangs bekwam als een ‘voorbeeld voor Europa’ voorstelde…

Noten:

(*1) De drie begrippen (toegevoegde waarde, nationaal inkomen, BBP) zijn verwant maar geen echte synoniemen; bovendien compliceren allerlei details de berekening ervan.Winsten vloeien ook naar het buitenland, lonen komen ook uit het buitenland, er zijn ook inkomsten van zelfstandigen, en de nationale statistieken zijn niet gemaakt om de uitbuitingsverhouding Kapitaal-Arbeid transparant te maken.Maar wie doorheen de bomen het bos nog wil zien laat zich hierdoor niet van de wijs brengen. 

(*2) Zie bv. M. Husson, Le partage de la valeur ajoutée en Europe, La Revue de l’IRES 64 (januari 2010). Voor een korte uiteenzetting in het Nederlands, zie M. Husson, Aandeel lonen in BBP daalt sterk, Uitpers 94 (2008). 

(*3)  EVV, 27 februari 2018, Shareholder greed cost every worker €1764 in lost wages…just in 2017!