Ga naar de inhoud

…maar onderhandel met Iran

Omdat Iran doorgaat met zijn nucleaire programma, bepleiten haviken harde
sancties. Niet doen, betogen Harry van Bommel e.a. Sancties draaien meestal uit
op oorlog. (afgelopen vrijdag (23 feb 2007) verschenen in de NRC)

3 min leestijd
Placeholder image

Deze week is de termijn vervallen van resolutie 1737 van de Veiligheidsraad
tegen Iran. EU-buitenlandcoördinator Solana heeft in een rapport verschillende
opties opgesomd. Dit rapport bevat een heldere conclusie: sancties werken niet
en Iran gaat door met zijn nucleaire programma. Voorstanders van de harde lijn
lezen dit graag als 'Iran gaat door met de productie van nucleaire wapens'.
Waarmee de EU zich lijkt aan te sluiten bij de Amerikaanse ramkoers tegen Iran.

Dat is een verontrustende ontwikkeling die inzet van de burgers in de EU vraagt
om te voorkomen dat een verwoestende oorlog in het Midden-Oosten uitbreekt. De
gelijkenissen met de situatie aan de vooravond van de oorlog tegen Irak zijn
even opvallend als verontrustend. Als er vaak genoeg gezegd wordt dat Iran
kernwapens kan produceren, wordt het in de publieke opinie een feit. Omgekeerd,
moeten we het bewind van Teheran op zijn woord geloven over zijn vredige
intenties? Veel experts – ook binnen de Amerikaanse inlichtingendienst –
schatten dat Iran in het snelste scenario pas in 2010 over kernwapens beschikt.
Dit is ernstig genoeg omonderhandelingen met Iran te blijven volhouden.

De EU kan Irans verrijkingsrecht conform het Non-proliferatieverdrag (NPV)
apriori accepteren. Vanzelfsprekend kan deze principiële erkenning alleen
worden verzilverd, als het inzetten van de nucleaire technologie voor andere
dan civiele doeleinden in de onderhandelingen wordt uitgesloten. Dat moet
geheel volgens het NPV gebeuren en onder inspectie van het IAEA. Deze
acceptatie opent de weg naar onderhandelingen. Daarmee kan de tijdelijke
stopzetting van verrijking gevraagd worden.

Sancties werken in Iran contraproductief. Ze worden uitgebuit om het economische
falen van het bewind van president Ahmadinejad te rechtvaardigen. En ze worden
als voorwendsel gebruikt om de vrijheid van de bevolking in te perken. Ook
volgens Solana zijn sancties niet effectief. De EU heeft samen met het
accorderen van de resolutie 1737 de deur naar onderhandelingen op een kiertje
gezet. Die deur moeten we nu wagenwijd openen. Het stopzetten van
uraniumverrijking als absolute voorwaarde vooraf, blokkeert de weg naar de
onderhandelingen, waarmee een oorlog tegen het 'gevaarlijke' Iran
onvermijdelijk lijkt.

Een oorlog tegen Iran is in de eerste plaats desastreus voor de Iraanse bevolking.
Het is bovendien naïef om te denken dat de gevolgen van Amerika's
precisiebombardementen niet verder reiken dan de grenzen van Iran. De gevolgen
zullen in Irak, Afghanistan, Libanon en Palestina/Israël merkbaar zijn. Daar is
de diepgewortelde haat tegen de bemoeizucht van Amerika nu al groot. Europa zal
de gevolgen in stijgende olieprijzen merken.

Ten slotte geeft een aanval op Iran de Iraanse regering juist een serieuze
reden om uit het NPV te stappen en harder te werken aan atoomwapens.


Harry van Bommel is lid van de
Tweede Kamer (SP); Nasser Kalantar is hoogleraar kernfysica Rijksuniversiteit
Groningen; Karel Koster is socioloog en auteur van 'Nucleaire ontwapening, nog
steeds bittere noodzaak'; Shervin Nekuee is socioloog en auteur van 'De
Perzische Paradox'; Behnam Taebi is docent TU Delft en medeoprichter Campagne
Geen Oorlog Tegen Iran.