Ga naar de inhoud

Nederlands sociaal forum: leider(s) in aantocht?

Volgens een artikel op de website oneworld.nl komt er volgend jaar een Nederlands Sociaal Forum en bestaat er behoefte aan een duidelijke leider.

15 min leestijd
Placeholder image

Op de website Oneworld.nl is een artikel verschenen dat in beperkte kring stof heeft doen opwaaien. Het artikel is geschreven naar aanleiding van het European Social Forum in Parijs. De schrijver van het artikel heeft verschillende vertegenwoordigers van Nederlandse organisaties gevraagd of er nu ook een Nederlands Sociaal Forum zou moeten komen. Het stuk zelf staat hieronder geplaatst (omdat oneworld niet werkt met urls per artikel, alleen eentje voor de hele website wat zoeken moeilijk maakt, anders had hier die link gestaan).

De conclusie van de schrijver is dat komend jaar “zo goed als zeker” het Nederlands Sociaal Forum (NSF) wordt opgericht. Op het ESF zouden daarvoor besprekingen plaatsgevonden hebben. Vervolgens wordt een aantal vertegenwoordigers van Nederlandse organisaties geciteerd die allemaal enthousiast zijn (op één na, ondergetekende). Op het stuk valt echter flink wat af te dingen.

Ten eerste is niet altijd helemaal duidelijk wie nu welke conclusies trekt, en kun je je afvragen of deze niet een typisch geval zijn van wat de journalist graag wilde horen

onthullend

Maar daarnaast is het best onthullend wat er staat. Allereerst wordt geconstateerd dat het doel van een NSF zou zijn om “één Nederlandse beweging” te vormen. Want “Nederland kent op dit moment geen nationale overkoepelende beweging”. Het is de schrijver ontgaan dat dat nergens op de wereld binnen de globaliseringsnetwerken het geval is. Het interessante van die netwerken is juist dat het niet een netjes en hierarchisch geleid geheel is. Ook in Parijs vlogen allerlei groepen elkaar in discussies (en soms zelfs letterlijk) in de haren. Bovendien zijn er heel wat mensen die de kriebels krijgen bij droombeelden over één beweging.

Wat niet verlet laat dat het rondom de globaliseringthematiek tamelijk rustig blijft in Nederland (evenals in naburige landen, zoals Duitsland, Scandinavië, Zwitserland, Oostenrijk of het minder naburige Japan?). Om verschillende redenen heeft de politieke dijkdoorbraak van de afgelopen jaren Nederland tamelijk links laten liggen. Interessant wordt het als in het artikel mensen mogen uitleggen hoe dat komt. Alleen Olivier Hoedeman wijst meteen op de rol van het poldermodel. Bertram Zagema (Novib, voorheen Milieuedefensie) gooit het op een etnisch element: Hollandse nuchterheid. Vervolgens komt de aap uit de mouw: er zijn geen echte (“duidelijke”) leiders. Volgens Zagema zou er zelfs behoefte bestaan aan één leider. Die zou door de media uitverkoren moeten worden, maar omdat die “het onvoldoende oppikken” komt dat er niet van. Het artikel sluit af met een paar willekeurig gekozen zaken die Nederland of de EU fout doet maar die (door die nare media) niet genoeg mensen weten. Zoals, een bekend novib-thema, het feit dat de EU zijn landbouwmarkt afschermt. En als laatste: dat wapenproducenten zich niet aan etische regels houden.

antwoord gegeven

Toch vind je als je goed leest in dit artikel wel het antwoord op de vraag waarom in Nederland de anti-kapitalistische revolutie niet zo een vaart wil nemen. Als organisaties in Nederland hun strategie laten bepalen door dit soort simplistische analyses, kunnen we misschien beter hopen dat de broeikasgassen hier hun werk doen.

Het is zo klaar als een klontje dat het Nederlandse systeem van pappen en nathouden, ook wel poldermodel genaamd, de voornaamste oorzaak is van de politieke malaise. Maar dit poldermodel is geen door god of de natuur neergeplant systeem. Het wordt actief gevormd en in standgehouden door de “sociale partners”. En hoewel organisaties als Novib en Milieudefensie (en al die grote organisaties en partijen die nu ook in Keer het Tij zijn gaan zitten) soms best goed werk doen, hebben ze ook enorm mee zitten polderen de afgelopen jaren en zijn ze medeverantwoordelijk voor dat systeem. Dat is uiteraard hun goed recht, maar dat kost hen vervolgens wel een flink paar plaatsen in de rangorde binnen de globaliseringsnetwerken. Want het zijn juist de organisaties en mensen die voorstander zijn van drastische veranderingen in de rijke wereld, en die daarvoor lijf en leden gewaagd hebben, die voor de doorbraak hebben gezorgd. Zij zijn het ook die inhoudelijke campagnes vormen en uitvoeren die de huidige problemen werkelijk aanpakken: actief verzet tegen multinationals bijvoorbeeld die je water proberen in te pikken of je landbouwzaad patenteren of je gentech voor voedsel in de maag proberen te splitsen.
De globaliserings”beweging” bestaat simpelweg uit dat soort campagnes en als organisaties besluiten daaraan deel te nemen, bloeien ze op en anders niet. Dat is in Nederland niet anders.

Een mooi voorbeeld in Nederland is de vakbeweging. In de hele wereld hebben vakbonden de strijdbijl opgenomen tegen privatisering en deregulering en zij vormen een belangrijke pijler van de globaliseringscampagnes. Maar de vakbeweging in Nederland is op zijn best muisstil gebleven (de term moet gebruikt worden omdat in de praktijk in veel gevallen zelfs aangeraden wordt om vóór privatisering te kiezen). De FNV heeft zojuist een ingrijpend nieuw polderakkoord gesloten en is tegelijkertijd de belangrijkste partner van Keer het Tij. Misschien is het wel begrijpelijk dat velen zich daarom afvragen of die groep wel het voortouw zou moeten nemen bij het organiseren van een NSF.

Terwijl de grote civiele polderorganisaties (GCPs?) het volstrekt af laten weten als het gaat om het ondersteunen van de praktische campagnes voor radicale verandering die de internationale globaliseringsnetwerken vormen, staan ze te springen als het gaat om het leiden van grootschalige babbelevenementen als het WSF, ESF of nu dan NSF. Dat geeft te denken. Het wekt het vermoeden dat ze vooral het spektakel interessant vinden en de massale aantrekkingskracht die dat heeft op een jong publiek dat ze anders niet kunnen bereiken. Om diezelfde reden bestaat er ook uit meer commerciële hoek (uitgeverijen, media, bedrijven, je kunt je trouwens afvragen in hoeverre grote ngo’s niet commercieel zijn) voortdurend belangstelling om aan te haken bij het globaliseringsgebeuren.

Wat ook niet in het stuk aangekaart wordt, is dat lang niet alle ervaringen met Nationale (of regionale) Sociale forums even positief zijn. Er bestaat groeiende kritiek op het eenzijdige en massale karakter ervan. Daarnaast blijkt dat kapitaalkrachtige ngo’s met veel te gematigde en hervormingsgezinde standpunten er de agenda bepalen en allerlei dogmatische marxistische groepen het feest completeren met rode vendelzwaaierij en het manipuleren van discussies. Er zijn Nationale Sociale Forums geweest die veel energie gekost hebben, en nauwelijks wat hebben opgeleverd, of een hoop ruzie.

Natuurlijk kan het ook veel goeds opleveren, en is het altijd de moeite waard om een stap naar voren te overwegen. Het is ook hard nodig dat er structuren ontwikkeld worden die tegemoetkomen aan de groeiende maatschappelijke belangstelling voor de hele thematiek. Het is alleen tevens de moeite waard om daarbij te letten op behoud van inhoud en diversiteit en vooral: radicaliteit. Want anders raken we terug in het hemeltergende pre-Seattle tijdperk van de jaren negentig, toen de mfo’s, grote ngo’s en vakbonden in Nederland de poldertafels platvergaderden en hun duidelijke leiders ons verzekerden dat het allemaal wel goed zou komen (onder andere omdat de Nederlandse regering zo zijn best deed). Massale bewegingen kunnen daarom beter de tijd krijgen om zich te ontwikkelen op basis van inhoudelijke speerpunten, daadwerkelijke acties en goede analyses, dan zo snel mogelijk aan te haken op de waan van de dag.
En dat ontwikkelen is geen kwestie van leiders of meewerkende media, maar van hard werken en duidelijke keuzes waarbij af en toe een paar vergaderstoelen en andere schepen aan de barricades opgeofferd moeten worden.

Een van de eerste maatregelen die op de agenda van een NSF, zou moeten staan, zou overigens een verbod op de draaideur moeten zijn. Geen land ter wereld waarschijnlijk bezit een dermate gesmeerd systeem van revolving doors dan Nederland. Het is een van de aandrijfassen van het poldermodel en onze voormalige minister-president is er het voorlopige boegbeeld van (van vakbondleider naar premier naar commissaris van Shell en ING, maar dat noemen we hier geen corruptie). Je zal zo iemand maar als leider hebben! Moeiteloos en zonder dat er moeilijk over gedaan wordt, schuift men in Nederland voortdurend door van de ene ngo naar de grotere ngo naar ministerie en bedrijfsleven. En soms weer terug of de andere richting uit. Het levert een incestueus en muf nest op, geen voedingsbodem voor een weelderige perk strijdlustige organisaties.

op de rails

Wat het artikel op Oneworld vergeet te vermelden is dat de campagnes ook in Nederland voor een groot deel gewoon op de rails staan en voor het oprapen liggen. Verzetten tegen uitverkoop van diensten? Sluit je aan bij de GATS-campagne (www.gats.nl). Verzet tegen privatisering van water all over the world? Kijk eens bij CEO en TNI (www.corporateeurope.org). En vergeet niet de Nederlandse ING te bestoken vanwege hun rol bij de waterroof in Cochabamba (zie: speciale website hierover). Sinds 1999 wordt er gewerkt aan een – wereldwijd tamelijk uniek – project om fundamentele economische alternatieven te formuleren. Zie website globalternatives En wil je je ei kwijt over waar het met de globaliseringscampagnes heen zou moeten, dan staat daarvoor onder andere de website globalinfo ter beschikking. Op zoek naar een Nederlandse pendant van de zo populaire Franse boerenbeweging? Neem eens een kijkje bij Platform ABC Om maar wat voorbeelden te noemen waar mijn eigen clup XminY Solidariteitsfonds bij betrokken is. Er zijn er nog veel meer (koken bij de volgende top? Rampenplan!; helpen bij alternatieve mediavoorziening? Indymedia.nl)en ze kunnen overal actieve steun goed gebruiken.

Er valt nog wel wat meer op te merken op de kortebocht bevindingen in het artikel. Zo is het een dooddoener dat de media de boel laten liggen. Geen wonder, het zijn zelf multinationals. De taak van activisten is nu juist om de ontbrekende informatie te pushen en te produceren. Dat gebeurt min of meer vanzelf als je effectieve radicale campagnes organiseert. Die oefenen immers druk uit op de media om erover te gaan schrijven en leveren eigen informatie(kanalen) op.
“Duidelijke leiders” zijn vaak eerder een belemmering dan stimulans voor bewegingen en in de meeste gevallen ontbreken ze binnen succesvolle globaliseringscampagnes. Goede woordvoerders is een ander verhaal, al worden ook die met de nodige voorbehoud bekeken door de achterban van de organisaties waar ze voor spreken. Veel doorslaggevender voor de ontwikkeling van inmiddels beroemde organisaties als de landloze boeren in Brazilie (MST), de Zapatistas in Chiapas, of de Confédération Paysanne in Frankrijk, was dat ze te werk zijn gegaan met een model dat mensen het heft in handen gaf om zélf hun problemen op te lossen en actief deel te nemen aan het veranderingsproces. Mensen uit de achterban van die organisaties zijn over het algemeen prima in staat om zelf uit te leggen waar ze voor strijden en wat het probleem is, veel beter dan de tientjesleden van organisaties in Nederland die de clubbladen niet eens meer uit de wikkels blijken te halen.

Misschien is het een beetje flauw maar ik kon het niet laten om mijn reactie op het artikel af te sluiten door deze bal waar het stuk mee besluit in het open doel te trappen: Een béétje andersglobalist vindt niet dat wapenproducenten zich aan etische regels moeten houden en niet mogen leveren aan conflictgebieden. Dat vinden leiders van tegen het bedrijfsleven aanschurkende ngo’s. Een béétje andersglobalist vindt dat wapenproducenten überhaupt geen bestaansrecht hebben en zal er alles aan doen om ze het werken onmogelijk te maken.

Kees Hudig

hieronder volgt het oorspronkelijk artikel van oneworld, waar geen auteur bij vermeld stond

Nederland krijgt eigen Sociaal Forum
www.oneworld nl 17-11-2003

In 2004 wordt zo goed als zeker het Nederlands Sociaal Forum (NSF)opgericht, een regionale variant van het Wereld Sociaal Forum (WSF) en het Europees Sociaal Forum (ESF). Op het ESF in Parijs vorige week vonden besprekingen over één Nederlandse beweging plaats. Het slagen van een goed debat in Nederland over de onderwerpen over een ‘andere wereld’ hangt ook af van de media en leiders.

Verschillende niet-gouvermentele organisaties (NGO?s), waaronder Novib en Milieudefensie, melden dat de oprichting van een NSF binnen één jaarzeer waarschijnlijk is.

Ook Olivier Hoedeman, anders-globalist, onderzoeker en campagnevoerder voor Corporate Europe Observatory (CEO) denkt dat de beweging er zal komen. De Nederlandse NGO`s werken volgens hem actiever mee dan ooit.

Nederland kent op dit moment geen nationale overkoepelende beweging die zich bezighoudt met mondiale en nationale thema?s zoals duurzaam ondernemen, milieu, democratie en sociaal beleid. Hoedeman: Op dit moment staat de sociale beweging op dit gebied in Nederland nog duidelijk in de kinderschoenen.

Aapje kijken

De sociale beweging of anders-globalistenbeweging heeft in Nederland geen leiders. Op lokaal niveau gebeurt er nog weinig, al zijn er een paar voorzichtige aanzetten geweest zoals de oprichting van Keer het Tij vorig jaar. Dit is een actieplatform van 350 belangenorganisatie. In september brachten zij nog 25.000 mensen op de been tegen het beleid van Balkenende.

Ondanks dat er nauwelijks sprake is van een Nederlandse beweging verzamelden zich vorige week toch zon 350 Nederlanders in Parijs voor het ESF. Niettemin was Kees Hudig, voorman van de het anti-mondialistische projectenfonds XminY, niet enthousiast over de Nederlandse deelname aan het Europese Forum. Hij vindt dat de Nederlandse groeperingen eerst lokaal wat zaken moeten opbouwen.

Hudig: Het ESF heeft vooral zin als je lokale campagnes wilt laten aanhaken bij internationale. Als je lokaal niets doet, ga je bij het ESF eigenlijk aapje kijken en met de mode meedoen. Hudig wijst naar Keer het Tij. Deze groep gebruikt het Europees Forum vooral om mee te liften op het spektakel.

Tegen-strategieën

Maar Keer het Tij zelf zegt de gelegenheid juist aan te grijpen om te praten over het starten van een Nederlandse beweging. De groep had in de Franse hoofdstad speciaal een Nederlandse workshop georganiseerd voor dit doel.

Ook Hoedeman vindt de Nederlandse deelname belangrijk. De Nederlandse groepen kunnen in Europa contacten opdoen met bewegingen die ervaring hebben met rechtse regeringen, zoals Italië en Denemarken. Zo kunnen de groepen leren wat effectieve tegen-strategieën zijn. Volgens hem hebben deze contacten nu al opgeleverd dat er een Europees netwerk is die strategieën uitwisselt.

De nieuwe Europese contacten en de mogelijke oprichting van een NSF tonen de ambitie van de NGO?s en de belangengroepen. Maar maakt de beweging wel kans van slagen in Nederland? Het lijkt er in ieder geval op dat er een vruchtbare ondergrond voor een Nederlandse sociale beweging bestaat.

‘Afbraakbeleid Balkenende’

Hoedeman: Het Nederlandse politieke klimaat speelt de nieuwe tegenstroming in de kaart. Ook Judith de Jong, campagnevoerder voor Keer het Tij, denkt er zo over. Het sociale stelsel wordt door de regering Balkenende afgebroken. Pensioenen, sociale uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen gaan allemaal op de schop. Bijstandsmoeders, arbeidsongeschikten, chronisch zieken en werklozen krijgen de klappen

Bovendien lijkt er langzaam een nieuwe generatie actievoerders op te staan, waarvan Keer het Tij en Alert uit Groningen als exponenten van het nieuwe elan worden gezien. Keer het Tij organiseerde vorige week de busreizen naar het ESF in Parijs.

Ondanks het veranderde politieke klimaat en de nieuwe generatie actievoerders merkten de Nederlandse burgers tot heden echter nauwelijks iets van de anders-globalisten. Uitzonderingen hierop waren de landelijke demonstratie ‘Stop de Oorlog tegen Irak’ in februari en de demonstratie in september in Amsterdam tegen het regeringsbeleid.

Geen duidelijke leiders

Nederland heeft tot nu toe maar een kleine groep ambitieuze ?anders-denkers? voortgebracht. Hoedeman verklaart dat uit het poldermodel van de jaren 90. Het poldermodel werkte depolitiserend. De actiegroepen werden op deze manier gemarginaliseerd.

Ook heeft Nederlandse nuchterheid invloed op de actiebereidheid van veel Nederlanders, denkt Novib-beleidsadviseur Bertram Zagema, die dit jaar verslag deed van zijn onderzoeksreis door Mexico in het boek Casino Mexico, Winnaars en verliezers van de globalisering. Het Nederlandse gebrek aan temperament lijkt een van de oorzaken waarom de meeste Nederlanders niet de straat zijn op te krijgen. ?Hoe zuidelijker in Europa, hoe meer actiebereidheid er is. In België leeft de sociale beweging meer dan in Nederland, in Frankrijk nog meer en Italië en Spanje zijn de koplopers in Europa.

Nederland kent geen duidelijke leiders. Natuurlijk gaat het ten eerst om de beweging zelf. Maar die zou gebaat zijn bij een leider die het maatschappelijk debat gaat aanzwengelen. Dat debat ontbreekt nu in Nederland.

‘Media pikken het niet voldoende op’

Zagema verklaart het gebrek aan leiders en aan een goed maatschappelijk debat vooral aan de beperkte belangstelling van de media. Het ligt niet alleen aan de kwaliteit van de mensen in de beweging dat er geen leiders zijn en geen publiek debat. Het ligt eerder aan de media, die pikken de het onvoldoende op.

Door het gebrek aan leiders is het nu het netwerk van de bekende NGOs, zoals Novib, Milieudefensie en Hivos, in combinatie met de actiegroeperingen als XminY en Keer het Tij die het debat in Nederland van de grond moet krijgen. Maar de thema?s waar de groepen zich mee bezighouden zijn toch vooral mondiale thema?s: maatschappelijk verantwoord ondernemen, eerlijke handelskansen, wapenhandelsverdragen, democratisering en de Europese grondwet. Het enige thema dat Nederlandse burgers zal aanspreken is de afbraak van het sociale stelsel.

Het stoort veel anders-globalisten dat Nederlanders nauwelijks weet hebben van de rol van de Nederlandse regering en de EU bij de wereldhandelsconferentie in Cancún eerder dit jaar. Zo speelt de EU bijvoorbeeld een dubieuze rol bij de besprekingen, waarbij Europese exportsubsidies voor vlees en zuivelproducten onaangetast bleven.
Daardoor maken de veeboeren in de ontwikkelingslanden nog steeds geen schijn van kans maken om hun goedkoper geproduceerde producten af te zetten in Europa.

Wapenhandelsverdrag

De ongeschreven ethische regels waarmee bedrijven het niet zo nauw nemen, is ook een doorn in het oog van de actievoerders. Zo blijken banken zoals de ABN/AMRO-bank en de ING-bank betrokken te zijn geweest bij projecten in ontwikkelingslanden die schadelijk waren voor het milieu of bij investeringen in bedrijven met een slecht inkomensbeleiden ontslagbeleid.

Het verplicht deelnemen aan een wapenhandelsverdrag heeft ook prioriteit voor de Nederlandse organisaties. Alle landen in de wereld moeten wapenleveranties stoppen aan conflictgebieden, zoals Liberia en Nepal.
einde artikel oneworld

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Kees Hudig.)