Ga naar de inhoud

Nee tegen onderhandelingsresultaat pensioenen

De Werkgroep Pensioen Activiteiten van de FNV-sector Senioren (WPA) en het Landelijk Comité Red het Pensioenstelsel (LCR), waarvan ik deel uitmaak, deden er de afgelopen anderhalf jaar alles aan om tot een goed pensioenakkoord te komen. Dinsdag 4 juni 2019 bereikten overheid en sociale partners een onderhandelingsresultaat. Vervolgens besloot het Ledenparlement van de FNV dit resultaat via een referendum aan de leden voor te leggen – 12 tot en met 15 juni. Naar mijn stellige overtuiging voldoet dit compromis niet, het komt niet tegemoet aan de in de strijd ontwikkelde eisen.

6 min leestijd

(Door Sjarrel Massop, oorspronkelijk verschenen op solidariteit.nl)

Het akkoord biedt noch een uitzicht op een sociale collectieve oudedagsvoorziening, noch een perspectief op de oplossing van de arbeidsmarktproblematiek waarvoor Nederland staat. Mijn morele kompas in de strijd voor een goed pensioen is, naast het fatsoen, vooral de solidariteit met alle mensen ten gunste van een goede oudedagsvoorziening en het behoud van de kern van het Nederlandse pensioenstelsel: de collectiviteit.

De drie eisen die uit dit morele kompas ontwikkeld zijn, vormen een leidraad voor mijn oordeel over het resultaat van de onderhandelingen tussen kabinet, werkgeversorganisaties en vakbonden. Dit oordeel is via de vijf bekende uitgangspunten uitgewerkt.

Beoordeling vijf uitgangspunten

1. Bevries de AOW-leeftijd op 66 jaar en schaf de RVU boete af. (RVU: Regeling Vervroegd Uittreden)

Afgezien van het oplosbare technische probleem dat die leeftijd inmiddels 66 jaar en vier maanden is, blijkt het resultaat volstrekt onvoldoende.

De kern van mijn afwijzing is het inmiddels zowel financieel-economisch als sociaal onderbouwde standpunt dat de verdere verhoging van de AOW leeftijd contraproductief is voor de werkelijk oplossing van de arbeidsmarktproblematiek. Die verhoging leidt tot een ernstige verdringing van jongeren op de al ruime arbeidsmarkt.

De intentie van de stabilisering van de AOW-leeftijd was om na de bevriezing via een arbeidsmarktonderzoek tot een stapsgewijze verlaging te komen – terug naar 65 jaar en wellicht daarna nog lager. Financieel-economisch onderzoek heeft uitgewezen dat de AOW daarmee betaalbaar blijft. Ik stel vast dat de solidariteit en collectiviteit door het onderhandelingsresultaat geweld zijn aan gedaan en dat het resultaat naar alle betrokken mensen onfatsoenlijk is.

De boete voor eerder stoppen met werken (RVU) blijft bestaan, maar wordt versoepeld. Met zware beroepen wordt rekening gehouden, echter eerder stoppen met werken wordt een dure aangelegenheid.

2. Indexatie voor elke generatie.

De financiële positie van ouderen loopt al jaren achter door het niet compenseren van de prijsstijgingen, vooral bij de aanvullende pensioenen. Schuldig daaraan zijn de vermeende lage rendementen van de pensioenfondsen. Een gevolg van de lage rekenrente die door de overheid, op aangeven van De Nederlandsche Bank (DNB), vastgesteld is in het zogenaamde financiële toetsingskader.

DNB heeft de onderhandelingen van de afgelopen week met nieuwe cijfers trachten te beïnvloeden. Cijfers die niet gebaseerd zijn op de werkelijke rendementen. Daarmee heeft DNB de positie van toezichthouder verlaten en is ze gedegradeerd tot een platte, politieke lobbyist.

Oud-minister Dijsselbloem kreeg de opdracht de rekenrente te onderzoeken, de onderhandelaars hebben daarop niet gewacht. Vandaar dat er weinig tot niets geregeld is in het onderhandelingsresultaat, terwijl het kabinet Rutte 3 met kortingen blijft dreigen en indexatie geheel buiten beeld is geraakt.

Het is aan (aanstaande) gepensioneerden niet uit te leggen dat indexaties wegblijven, terwijl de vermogens van de pensioenfondsen – geraamd op 1.500 miljard euro – over de Nederlandse dijken klotsen. De stelling: er is niet voldoende in kas, is een voorbeeld van onbehoorlijk en onfatsoenlijk beleid dat ook nog eens botst met de solidariteit en de collectiviteit. Ook dit deel van het onderhandelingsresultaat is dus volstrekt onvoldoende.

3. Een goed pensioen voor iedereen.

Onderhandelingsresultaat: flexibel werkenden en zelfstandigen zonder personeel kunnen zich vrijwillig aansluiten bij een pensioenfonds. Zij moeten zich echter wel verplicht verzekeren tegen mogelijke arbeidsongeschiktheid.

Velen in de flexibele arbeid en vele zzp’ers weten dat, gezien hun inkomen, deze vrijwillige ‘geste’ een klucht is. Hun inkomen is onvoldoende om zo’n vrijwillige verzekering voor de oude dag af te sluiten. Dit gaat dus niet werken, het onderhandelingsresultaat is ook hier onvoldoende.

4. We accepteren geen verslechteringen.

Zo luidt een uitgangspunt van de gezamenlijke WPA/LCR. Dat is opgesteld om de drie voorgaande eisen met elkaar te verbinden en duidelijk te maken dat ze onderling niet uitwisselbaar zijn. Kijkend naar het onderhandelingsresultaat, kunnen we kort kort zijn. Ten opzichte van de huidige situatie gaf ik al drie onvoldoendes, ten opzichte van toekomstige situaties worden ze vetter. Het totaal is zwaar onvoldoende. Dit onderhandelingsresultaat voldoet niet, het ondermijnt de solidariteit en de collectiviteit.

5. Solidariteit en Collectiviteit.

Het Nederlandse pensioenstelsel wordt door vele autoriteiten gekenmerkt als de beste oudedagsvoorziening ter wereld. Met de regeringswijsheid dat deze voorziening aan vernieuwing toe is, omdat ze niet meer beantwoordt aan de problemen van deze tijd, wordt het stelsel langzaam maar zeker de nek om gedraaid. En daarmee worden de pijlers solidariteit en collectiviteit afgebroken.

In het onderhandelingsresultaat wordt die zogenaamde vernieuwing uitgewerkt in de onterechte afschaffing van de (voor allen gelijk geldende) doorsneesystematiek en de introductie van de zogenaamde individuele regelingen en overzichten voor de pensioenen.

Ledenadvies: afwijzen!

WPA en LCR hebben zich in de aanloop naar de onderhandelingen altijd voor discussie open gesteld. In de hoop en de verwachting dat de collectiviteit van het stelsel door de onderhandelingsdelegatie van de vakbonden als een paal overeind zou worden gehouden. Dit blijkt in de huidige werkelijkheid niet het geval. Het onderhandelingsresultaat is de opmaat voor een stelsel voor de oudedagsvoorziening, waarin de collectiviteit en solidariteit volledig verdwijnen en mensen het zelf individueel mogen uitzoeken. Dat is niet acceptabel, het akkoord moet daarom worden afgewezen.(*1)

Blijven echter staan het probleem van de dreigende kortingen op de pensioenen en de verdere stijging van de AOW leeftijd. Beide gaan door, wanneer er geen akkoord is. Beide stellingen zijn onzinnig.

Het is volledig aan ‘de politiek’ en de verantwoordelijkheid van politici om de voorgelegde asociale maatregelen uit de wereld te helpen. Daarvoor is geen akkoord nodig. Bevriezing van de AOW leeftijd is een politieke keuze, evenals de leeftijdsverhoging dat is. Daaraan komt de vakbeweging niet te pas. De aanpassing van een ‘voorzichtige’ rekenrente is een eenvoudige politieke ingreep, niet meer en niet minder. Het debat in Nederland is nog niet klaar. Nu een akkoord sluiten, breekt de discussie af, met ernstige gevolgen. De conferentie die WPA/LCR op 10 mei jongstleden organiseerde, bood goede aanknopingspunten voor een verder debat.(*2)

Samenvattend adviseer ik aan de leden van de gezamenlijke bonden het onderhandelingsresultaat af te wijzen, roep ik ‘de politiek’ op de AOW leeftijd te bevriezen en de rekenrente te verhogen, zodat kortingen van de baan zijn, en benadruk ik tot slot het belang de discussie over een fatsoenlijke oudedagsvoorziening voort te zetten.

(*1) Zie voor de verklaring van de WPA/LCR: ingezonden 1, 383.

(*2) Zie voor de slotverklaring van de conferentie: extra 3, 382.

—–

Aanvulling: Zie ook Het concept-pensioenakkoord gewikt en gewogen van Gerard Bosman