Ga naar de inhoud

Neonazi’s in Oekraïne: de vijand van je vijand is niet je vriend

Als reactie op de invasie van Rusland in Oekraïne leverde de Belgische regering onder andere 5000 machinegeweren aan het Oekraïense leger. Er is een reëel risico dat dit militair materiaal in handen komt van extreemrechtse milities.

10 min leestijd

(Door Seppe De Meulder, oorpsronkelijk verschenen op DeWereldMorgen, Foto: Gianluca Agostini, Wikimedia Commons / CC-BY-SA-4.0)

“In elke oorlog wordt iedereen die voorzichtig is, die naar de argumenten van beide partijen luistert alvorens een standpunt te vormen, of die officiële informatie in twijfel trekt, onmiddellijk beschouwd als medeplichtig aan de vijand”, aldus historica Anne Morelli.

Daar doet DeWereldMorgen niet aan mee. Wij veroordelen heel sterk de militaire invasie van Rusland in Oekraïne, maar wij hoeden ons voor zwart-wit versies. De geopolitieke situatie is buitengewoon complex. Wij willen aspecten naar voor brengen die in de mainstream media worden verzwegen of onderbelicht, om alzo het debat meer genuanceerd te kunnen voeren. (n.v.d.r.)

Wapenleveringen een goed idee?

Zaterdag 26 februari verzamelde de brede vredesbeweging voor een wake tegen de oorlog in Oekraïne. De Russische agressie moet gestopt worden. Organisaties zoals Vrede vzw en Pax Christi zijn echter tegelijkertijd kritisch over de manier waarop de regering dit probeert te doen. Ze vragen een stopzetting van de levering van wapens en militair materiaal.

Wie niet voor ons is, is tegen ons. Die redenering wordt vaak gemaakt in oorlogstijd. Toen de vredesbeweging zich in 2001 verzette tegen de oorlog in Afghanistan, zei men dat ze meeheulde met de Taliban. Toen ze zich verzette tegen de inval in Irak noemde men hen Saddam-aanhangers. Vandaag wordt wie twijfels heeft over de wapenleveringen aan Oekraïne al snel als een aanhanger van Poetin gezien.

Toen de vredesbeweging zich in 2001 verzette tegen de oorlog in Afghanistan, zei men dat ze meeheulde met de Taliban.

Het voorbehoud van de vredesbeweging is in het verleden steeds terecht gebleken. Zeggen dat de Westerse interventies het geweld niet hebben gestopt, is een understatement. Landen als Afghanistan en Irak werden in puin achtergelaten en wapens die de VS achterlieten kwamen in handen van terreurgroep IS of de Taliban.

Met dat in het achterhoofd is het zeker een goed idee om voorzichtig te zijn met betrekking tot wie de door ons land geleverde wapens in handen krijgt. Zeker als je weet dat Bob Menendez, de meest invloedrijke senator van de Democratische Partij wat betreft buitenlands beleid in de VS, reeds liet weten dat het niet valt te vermijden dat wapenleveringen aan Oekraïne in handen kunnen vallen van neonazi’s.

Olie op het vuur

Om het conflict in Oekraïne te begrijpen moet je op z’n minst terug gaan tot 2014. Oekraïne heeft op dat moment nog een neutrale positie. Het wil goede banden houden met zowel de EU als Rusland.

Toen de Europese Unie eiste dat Oekraïne zou kiezen tussen een economisch akkoord met de EU of met Rusland, weigerde de regering van president Yanoukovitch dat. Logisch. “Een welvarend Oekraïne zou toegang moeten krijgen tot zowel de markten van de Europese Unie als de Euraziatische Economische Unie”, legde Bart Criekemans, professor Internationale Politiek aan de Universiteit van Antwerpen, toen uit in De Tijd.

Tegelijkertijd kwam in Oekraïne de bevolking toen op straat tegen het economisch wanbeleid en de corruptie van hun regering. De protesten hebben een sociale voedingsbodem, maar er is ook sprake van beïnvloeding. “In 2010 waren er in Oekraïne reeds zo’n dertig buitenlandse donor-programma’s actief”, aldus Bruno Decordier, Eurazië-expert van de Universiteit van Gent.

“Mogelijks zijn middelen naar gewelddadige extreemrechtse groepen gesijpeld die het initiatief overgenomen lijken te hebben”.

Het is niet zo dat de opposanten rechtstreeks worden gesteund door de VS en de EU, legt Decordier uit. Dat gebeurt wel indirect “via een watervalsysteem en een netwerkstructuur waar internationale ngo’s, particuliere stichtingen en plaatselijke organisaties, en individuele politieke figuren en activisten deel van uitmaken. Mogelijks zijn op die manier ook middelen naar gewelddadige extreemrechtse groepen gesijpeld die het initiatief overgenomen lijken te hebben”.

Wanneer de onderhandelingen over het handelscontract met Oekraïne moeilijk lopen, wordt de Westerse inmenging ook openlijk. Onder anderen de Amerikaanse viceminister voor Buitenlandse Zaken Victoria Nuland, Republikeins politicus John McCain, Guy Verhofstadt (Open VLD) en Mark Demesmaeker (N-VA) trokken naar Oekraïne om daar heel expliciet de opstand te steunen. Dat is een beetje alsof Russische politici naar Parijs zouden trekken om de gele hesjes toe te spreken.

“Wat Guy Verhofstadt in Oekraïne deed was erg pervers of heel dom.”

Hoogleraar geschiedenis aan de KU Leuven Idesbald Goddeeris was toen reeds erg kritisch voor deze inmenging. “Wat Guy Verhofstadt nu aan het doen is, is ofwel erg pervers of dom.” Goddeeris wijst ook op de grote invloed van extreemrechtse organisaties die het protest kapen. “Verhofstadt stelt zich in het Europees Parlement bijzonder scherp op tegen de fascisten, terwijl hij ze nu gaat toejuichen in Kiev”, aldus Goddeeris.

Een kruistocht tegen de Untermenschen

Petro Porosjenko maakt van die Westerse steun gebruik om de macht over te nemen en bedankt de EU in juni met een nieuw vrijhandelsakkoord. De nieuwe Oekraïense regering is op geen enkele manier socialer, democratischer of minder corrupt dan de vorige. “Ook na 2014 bleven enkele oligarchen het in Oekraïne voor het zeggen hebben”, schrijft Freddy De Pauw, die 27 jaar werkte op de buitenlandredactie van De Standaard, in Apache.

De communistische partij, die toch 32 parlementsleden telt, wordt eenvoudigweg verboden. Amnesty International noemt dat verbod “een beslissende klap voor de vrijheid van meningsuiting in het land.” Hoewel voor veel mensen in Oekraïne Russisch hun moedertaal is, worden Russische tv-stations één voor één gesloten.

Oekraïne is, naast de VS, het enige land dat in de VN tegen een resolutie stemt die het verheerlijken van het nazisme veroordeelt.

Vooral in het Oosten van Oekraïne is er protest. In Donetsk en Loehansk ging men zich, met steun van Rusland, ook gewelddadig verzetten. De nieuwe regering op haar beurt investeert massaal in het leger, zet dat in tegen haar eigen bevolking en bombardeert zelfs ziekenhuizen van de eigen bevolking.

In 2014 is Oekraïne, naast de VS, het enige land dat in de VN tegen een resolutie stemt die het verheerlijken van het nazisme veroordeelt. In december 2021 zijn beide landen opnieuw de enige om tegen zo’n resolutie te stemmen. Ook opmerkelijk, de meeste Europese landen onthouden zich.

Het is moeilijk om dat stemgedrag los te zien van de steun die de regering tijdens de oorlog kreeg van verschillende extreemrechtse paramilitaire groepen zoals de Azov-brigade. Hun symbool: de wolfsangel, geleend van de SS-troepen in Nazi-Duitsland.

Volgens Andriy Biletsky, de voormalige leider van de brigade, is het de missie van de Oekraïense natie om “de witte rassen wereldwijd te leiden in een finale kruistocht tegen de Untermenschen.” De brigade mobiliseert neonazi’s uit heel Europa die de oorlog gebruiken als een soort trainingskamp.

“Het is de missie van de Oekraïense natie om de witte rassen wereldwijd te leiden in een finale kruistocht tegen de Untermenschen”.

Op 2 mei 2014 wordt er brand gesticht in een vakbondsgebouw waar etnisch Russische Oekraïners zich hebben verschanst. Meerdere militieleden, wellicht van de ultranationalistische organisatie Pravy Sektor, beletten dat ze het gebouw kunnen verlaten. Meer dan 40 mensen worden levend verbrand. Zowel de VN als de Raad van Europa klagen aan dat het onderzoek naar de brand nooit grondig is gevoerd. Tot op vandaag is niet duidelijk waarom de politie of de brandweer niet tussenkwam.

Fundamentele vrijheden onder druk

In 2014 en 2015 worden onder toezicht van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) de Minsk-akkoorden ondertekend door Oekraïne, Rusland, Frankrijk en Duitsland. Die akkoorden koppelen een staakt-het-vuren aan een federale staatshervorming die de Russischtalige regio’s een eigen statuut zou geven binnen het Oekraïense geheel, een beetje naar Belgisch model. Die akkoorden bleven echter een dode letter. Het staakt-het-vuren wordt voortdurend doorbroken en van die staatshervorming komt er niets in huis.

Na de grote rol die ze speelden in de oorlog in 2014 worden de Azov-brigade en Pravy Sektor officieel opgenomen als onderdeel van het Oekraïense leger. Op 5 april 2015 wordt Dmytro Yarosh, de leider van Pravy Sektor die meermaals sympathie toonde voor Oekraïense nazicollaborateurs, benoemd tot adviseur van de opperbevelhebber van het Oekraïense leger.

Na de oorlog werden de extreemrechtse milities officieel opgenomen in het Oekraïense leger.

Officieel is het bedoeling om deze milities meer onder controle te krijgen. Maar in de feiten mogen ze hun eigen structuur behouden. In een schrikwekkende reportage van NBC is te zien hoe ze bijvoorbeeld nog militaire kinderkampen houden. In een gemeenschappelijke brief klagen Amnesty International, Human Rights Watch en andere mensenrechtenorganisaties de straffeloosheid aan ten opzichte intimidatie en geweld door extreemrechtse groeperingen tegenover journalisten, andersdenkenden en kwetsbare groepen.

Hun fondsen halen deze groeperingen voornamelijk uit private steun van enkele oligarchen. De bekendste daarvan is Ihor Kolomoyskyi, die in 2014 nog in ware sheriffstijl 10.000 euro bood voor elke Russische ‘verrader’ die men kon vangen. Kolomoyskyi is de tweede rijkste man van Oekraïne. Hij is eigenaar van de mediagroep die van 2015 tot 2019 het programma ‘Dienaar van het Volk’ uitzond, waarin Volodymyr Zelensky de rol van president speelde.

In een gemeenschappelijke brief klagen mensenrechtenorganisaties de straffeloosheid aan t.o.v. intimidatie en geweld door extreemrechtse groeperingen in Oekraïne.

In 2019 wordt Zelensky ook echt verkozen als president. In zijn campagne met zijn politieke beweging ‘Dienaars van het volk’ beloofde hij de corruptie aan te pakken, maar daar komt opnieuw niets van in huis. Eind vorig jaar presenteerde Nada Al-Nashif, plaatsvervangend hoge commissaris voor de Mensenrechten bij de VN, haar bevindingen over talrijke gevallen van intimidatie van journalisten die kritiek leveren op de regering. Fundamentele vrijheden staan onder druk, concludeert de VN.

De-escalatie

Vandaag gebruikt Poetin de aanwezigheid van extreemrechtse milities in Oekraïne als voorwendsel om het land binnen te vallen, alsof hij hen komt bevrijden. Dat is natuurlijk propaganda. Zeker als je weet dat er bij de Russische separatisten net zo goed sprake is van een grote invloed van extreemrechts.

Verdere escalatie zal extremistische groeperingen aan beide kanten enkel doen groeien

De vijand van de vijand is daarom nog niet je vriend. De logica waarbij aan alle kanten voor de vrede bewapend wordt, zal enkel leiden tot een verdere escalatie van het conflict, waarbij extremistische groeperingen aan beide zijden enkel verder groeien.

Wat nu nodig is, is de-escalatie en nieuwe Europese veiligheidsarchitectuur, gebaseerd op het principe van gemeenschappelijke veiligheid zoals belichaamd door de OVSE, zoals de vredesbeweging, ook in Oekraïne, bepleit.

Het is precies zoals de titel die voormalig hoofdredacteur Gie Goris zelf gaf aan zijn opiniestuk in De Standaard: “De oorlog winnen is altijd een illusie. Oorlog vermijden is de opdracht.”