Ga naar de inhoud

Netwerken: de ecologie van de beweging van bewegingen

Netwerken zijn het organisatiemodel van de toekomst, volgens John Jordan, die zijn gelijk mede haalt door in de natuur te kijken.

38 min leestijd
Placeholder image

Het tijdperk van de grote politieke monsters is voorbij, lang leve de eenvoudige mieren wiens subtiele bewegingen tot massale verandering leiden! John Jordan

Het (internet) zal een van de grootste tirannieën uit het verleden vernietigen: de plaats-tirannie. Je account kan nu overal leven. Mike Moore (directeur-generaal van de WTO)

Een zwarte ballon zweeft boven de stoffige cementen vloer, gedreven door een onzichtbare luchtstroom, er staat in fijne witte letters op geprint: alles is met alles verbonden. Ik bevind me in een enorme fabriekshangar, in de verre buitenwijken van Praag. De machines zijn verdwenen, maar hun plaats is ingenomen door duizenden bedrijvige mensen, sommigen van hen lopen heen en weer, als ze toevallig iemand treffen doen ze een kort praatje en gaan dan weer verder, enkelen staan apart druk te telefoneren en weer anderen zitten in cirkels, dicht bij elkaar, aandachtig te vergaderen. We zijn in een “convergence center”: een plaats waar activisten de acties tegen het IMF en de Wereldbank voorbereiden, die hier over enkele dagen een topontmoeting houden. Het lijkt wel op een grote zich verdringende mierenkolonie, enkel híer ziet niet iedereen er hetzelfde uit maar sta je versteld bij de kleurrijke diversiteit. Catalanen, hier, die grote gele poppen knutselen en ook enkele vriendelijk ogende Poolse punks met stevige honden, midden in de immense ruimte verwilderde actieveteranen gebogen over gedetailleerde kaarten van de Praagse straten en daar verder hippe nieuwkomers die een gasmasker over hun hoofd trachten te krijgen. Er is een Duitse autonoom die een politiescanner in elkaar tracht te steken, een Maori activist die geïnterviewd wordt door een cameravrouw van indymedia en Italianen uit de gekraakte sociale centra die hun bescherming, bestaande uit autobinnenbanden en delen van matrassen, uitproberen. In een hoek van het gebouw zitten Britse Earth Firsters samen om de communicatieteams voor in de straten uit te bouwen, terwijl Colombiaanse landbouwers een workshop geven over het door de US mee gefinancierde plan Columbia en Tsjechse anarchisten eerste hulp technieken aanleren. Buiten weerkaatsen de gigantische muren de scherpe ritmes van een oefenende Noord-Amerikaanse slagwerkgroep, bij hen in de buurt enkele marxisten die hun boeken en tijdschriften aan de man trachten te brengen. Ook buiten, midden de chaos, staan enorme potten van het Nederlandse Rampenplan te sudderen om straks de menigte te voeden. En ik en mijn compagnon, een Indische landbewerker, actief in het verzet tegen de Narmada dam, geven onze ogen de kost. Ondanks z’n leuk zelfgebreid bruin wollen vestje staat hij zo een beetje te rillen. Ik vraag “Wat vind je ervan?” “Deze mensen!” zegt hij fier, terwijl hij zijn hand laat omzwerven om op de hele ruimte van de oude fabriek te wijzen, waar nu een centrale vergadering plaatsvindt, waarbij honderden mensen het moeizaam proberen eens te worden over een plan om het IMF te verstoren, worstelend met principiële argumentaties en een akoestiek die de gebrekkige vertalingen laat uitdeinen in een vloed van echo’s. “Deze mensen hebben geen leiders” Hij pauzeert, fronst zijn wenkbrauwen en vervolgt dan: “en dat is zeer, zeer goed”

De sterkte van verhalen

Vorm vergaderingen wanneer je bij elkaar bent, netwerken als je van elkaar gescheiden bent(suggestie van het congres van inheemsen, Mexico)

Hoe slaagt deze schijnbaar chaotische beweging van bewegingen erin zonder leiders, gekleurd door diversiteit en vol van contradicties, zonder een duidelijke organisatorische structuur, zonder een gedeeld programma of een manifest en zonder een coördinatiecentrum of centraal secretariaat, duizenden activisten uit de hele wereld bij elkaar te brengen om een topontmoeting stil te leggen? Hoe kon een werveling van affiniteitsgroepen de IMF/WB top in Praag belegeren, totdat die een dag eerder dan voorzien beëindigd werd? En hoe coördineert deze beweging actiedagen waarbij tegelijk in 110 steden over de hele wereld acties in solidariteit met de protesten in Praag plaatsvinden? Het moet wel dat zo een hoog niveau van coördinatie helder leiderschap vereist. “Breng me naar je leider” de eerste vraag van een buitenaards wezentje aan een mens, van een politieagent aan een actievoerder of van een journalist aan een revolutionair, valt in dovemansoren als het gevraagd wordt aan de deelnemers van de recente daden van opstandigheid. Of het nu de werkloze “Piqueteros” en de buurtvergaderingen in Argentinië zijn, de Zapatisten, het autonome Kunalaya volk uit Panama, de Indische boeren uit Karnataka die een “dorpsrepubliek” oprichten of de aanspreekpunten van het Directe Actie Netwerk die mee de straten omheen de WTO top in Seattle blokkeerden, allen zullen ze spreken over horizontale machtsstructuren in tegenstelling tot de gekende piramides en verspreide netwerken eerder dan een verenigd front. Ze vertellen over het creëren van diversiteit en het verdiepen van de kwaliteit van onze relaties, beide veel belangrijker dan het vergroten en populariseren van een of andere politieke partij. Als voorhoede frontaal opboksen tegen de instituties van het kapitalisme lijkt hen nutteloos: hun doel bestaat uit het wegnemen van legitimiteit van onderaf en deze instellingen en machtswerkingen te ondermijnen van overal en nergens, door iets zo volkomen verschillend te beginnen en voort te zetten. De macht van de geldwereld breken, niet al vechtende maar door nieuwe werelden te leven; naast, tussen en in “het systeem”. Het startpunt is niet hoe het kapitalisme omver te werpen maar bestaat eruit aan de achterkant een beter leven op te bouwen. Zoals de visionaire dichter William Blake uitriep: “Ik redeneer en vergelijk niet. Mijn zaak is te creëren.” Het is bijna onmogelijk om een massabeweging uit het verleden in herinnering te roepen die zo snel is gegroeid en de aandacht van het brede publiek kon wegkapen, zonder dat het opdoemende beeld van een aanvoerder. Che, Rosa Luxemburg, Hewey Newton, Marx, Lenin, Mao. Welk gezicht draagt deze beweging van bewegingen eigenlijk? De enige die door buitenstaanders wel eens als een leider gezien wordt is Sub commandante Marcos, de gemaskerde woordvoerder van de Zapatisten, die met zijn prachtige zinsneden diepgaand de geest van de beweging van bewegingen heeft beïnvloed. Maar hij, zoals zoveel in de beweging, beweegt zich voort op de kracht en creativiteit van het paradoxale. Let op de “sub”, wijzend op zoiets als “onder commandant”; en op de anonimiteit van het masker. Hij beklemtoont dat de naam ‘Marcos’ inwisselbaar is, iedereen kan een masker opzetten en zeggen ‘Ik ben Marcos’. Eigenlijk zegt hij dat ‘Marcos’ niet bestaat, wat rest is een spiegel, een brug, een medium tussen verschillende werelden. Verder vertelt hij dat hij beslissingen van een comité van ‘indigenous campesinos’ uitvoert, hij leidt door te gehoorzamen, en wanneer ik dit aan het schrijven ben hoorde reeds langer dan een jaar niemand nog iets van hem; niet direct iets wat je zou verwachten van een bevelhebber. Verschillende groepen waren de kiem voor de lawine aan initiatieven die vandaag de dag ondernomen worden om de waardigheid los van de geldwereld te beschermen en verwezenlijken. Als een vruchtbaar virus uit een biologisch wapen, oncontroleerbaar en onhoudbaar, verspreidde de inspiratie en begeestering zich van stad tot stad, van land tot land. Die inspiratie verspreidde zich met dezelfde snelheid en over dezelfde kabels, als de miljarden die deelnemen aan het eindeloze, destructieve spelletje van het internationale kapitaal. Nét als de financiële markten leeft ze van geruchten, gissingen en mythes. Maar in tegenstelling tot die markten, bloeit ze door de verwerping van toe-eigening en privaat bezit van gemeenschappelijke goederen. De zucht van de geldwereld naar supersnelle netwerken die de consumptiementaliteit zou verspreiden tot in de uithoeken van de planeet en efficiënte vormen van autoritaire controle zou vestigen door data wereldwijd te delen, wordt van binnenuit voor schut gezet. Mensen wilden de nieuwe communicatienetwerken voor iets geheel anders gebruiken! Om zelfbepaling te verwezenlijken en om staten en bedrijven van hun rug te krijgen! Om helder te leven. Terwijl de verbindingen uitgebreid werden, nestelden nieuwe verhalen zich tussen de andere, getuigenissen van gedurfde manoeuvres en moed, ogenblikken van magie en hoop – Het verhaal van een Reclaim the Street feest op een snelweg in de buurt van London, waar verborgen onder de grote rok van een carnaval figuur de straat werd opengebroken – of de anekdote van Indische boeren die de eerste Fried Chicken in hun land met de grond gelijk maakten – of het relaas van een groep jonge milieuactivisten die de kantoren van de lobbyorganisatie van de chemische industrie binnensnellen om het werk van honderden lobbyisten lam te leggen – laag boven laag kwamen deze verhalen in de dunne koperen draden van het internet, het wereldwijde netwerk versterkend, met nieuwe contacten tussen personen en groepen tot gevolg. Eigenlijk werd eerder een stemming dan een beweging gevormd. Het netwerk vond z’n consistentie in de vele verhalen niet in een enkele retoriek. Verhalen geworteld in de gedeelde ervaringen van groepen, uitdrukking van gevoelens en waarden. Er zat een felle kracht in die woorden, met hun nadruk op identiteit, reden en bedoeling, ze waren zowel lijm om bestaande contacten te versterken maar ook bruggen om netwerken met elkaar te verbinden. Nadat activisten in de VS hoorden over de onwaarschijnlijke manier waarop mensen in Engeland tijdens J18, door het toepassen van gedecentraliseerde tactieken, tijdens een carnaval tegen de geldwereld, erin geslaagd waren het financiële centrum van Londen grondig te verstoren, begonnen ze te geloven dat hun droom – de WTO top, vijf maand later, stil leggen – best wel verwezenlijkbaar kon zijn. Ze voegden hun eigen kennis en technieken bij de tactieken, en in november 1999 waren ze op een creatieve manier zo gevorderd, dat ze de bijeenkomst in Seattle konden stilleggen. De handelsronde kwam tot stilstand en de door Amerikaanse bedrijven gecontroleerde wereldomvattende mediakanalen waarschuwden dat de geschiedenis nog steeds in de straten gemaakt kan worden. De beweging was aan het leren dat het binnenin netwerken belangrijker is om het verbeeldingsvermogen van mensen te prikkelen dan om hen te commanderen, als er al geleid werd binnen de beweging, dan was het wel door de kunst van het vertellen, het weven van een web van getuigenissen. Wat ontstond midden in de jaren negentig was een beweging van bewegingen, bijeen gehouden door niet meer dan analyses, poëtische woorden en relaties. Nergens was een programma of een vaste ideologie te bespeuren. Je zag moeilijk te begrijpen flitsen van inspiratie eerder dan vormen van coördinatie. Een netwerk dat meer weg had van een proces dan van een ding, eerder een werkwoord dan een zelfstandig naamwoord. Het ging over netwerken binnen netwerken, die niet geïnteresseerd waren in het veroveren van de macht maar die liever verdeeld zagen, zodat gemeenschappen deze eindelijk op een betekenisvolle manier kunnen aanwenden. De rijke mix aan benaderingswijzen uit het verleden, vooral afkomstig uit de feministische, ecologische en vredesbewegingen uit het wereldwijde noorden en verschillende inheemse organisatiewijzen uit het wereldwijde zuiden die de beweging zich eigen had gemaakt was maar een deel van de realiteit, daarnaast werd een hele praktijk ontwikkeld die niet in traditionele kaders te vatten is. Politiediensten, journalisten, academici, politici en traditioneel links: allen waren ze verlamd door onbegrip. De manier om over politiek te denken was zich immers drastisch aan het vervormen.

De logica van de zwerm

Degene die dansen lijken gek voor degene die de muziek niet kunnen horen.George Carlin

“We beschouwen ze niet als terroristen…we zijn er eigenlijk nog niet uit hoe ze te benoemen” zegt een woordvoerder van Europol, met zichzelf worstelend om de nieuwe generatie activisten te beschrijven. Een Brits politiek analist, Hugo Young, viel de “herbivoren” die de postkapitalistische protesten opzetten aan op het feit dat ze “er een deugd van maken gedesorganiseerd te zijn” en “een vormloze huilende bende” noemde de voorzitter van het WWF ons in Genua. Het bedrijf Rand, een denktank op Amerikaanse bodem, slaagde erin een meer accurate analyse te brengen. In “Networks en Netwars”, uit 2002, beschrijven ze de Zapatistische opstand, het web van nauw verbonden actiegroepen en NGO’s, de affiniteitsgroepen uit Seattle en de tactieken van het zwarte blok als zwermvorming. En zwermen zeggen ze, zullen de felste conflicten in de toekomst veroorzaken, omdat ze beseffen wat anderen niet konden zien: er zit een enorme intelligentie en kracht in een zwermachtige menigte. Om dat te verklaren zochten ze inspiratie in een fenomeen dat eeuwenlang onderzoekers en toevallige observanten met verbijstering sloeg: de bijenzwerm. De sleutel tot begrip van deze verbazingwekkende beweging van bewegingen, kan gevonden worden in een verheldering van het functioneren van enkele organisatorische basisprocessen in de natuur. Is het niet paradoxaal dat misschien precies in de natuur enkele organisatieprocessen verscholen liggen die ons vooruit kunnen helpen, nu onze samenleving een onverwoordbare destructie teweeg brengt in de ecosystemen. De tijd is gekomen dat de meester van de slaaf kan leren. Eeuwenlang overheerste een beeld van de realiteit als een grote machine, waarbij de onderdelen op een lineaire manier op elkaar inwerken, van oorzaak naar gevolg, van bevel naar uitvoering. In deze natuuropvatting worden systemen – de taalvaardigheid, een mierenkolonie of de wereld – steeds hiërarchisch opgevat, met een centraal verordend controlecentrum. Bovenaan die fictieve orde, die de competitie als strijd zou opgeleverd hebben, zou de mens staan, als een god al het toneel verlaten had. Deze mechanische en atomistische beschouwingen stonden centraal in ons patriarchaal westers wetenschappelijk wereldbeeld, met in hun buurt een groot deel van de destructieve -ismen uit het verleden: sexisme, imperialisme, racisme en kapitalisme. Vandaar dat onze taal en cultuur overloopt van verhaaltjes over hiërarchie en dominantie in de natuur: we zien een bijenkorf en fantaseren over de koningin als bevelende godin, we bemerken een groep vogels en veronderstellen dat de eerste leidt en nog steeds noemen we de leeuw de koning van de jungle. Honderden jaren wilden wetenschappers klare, eenvoudige antwoorden, dus werd de complexiteit van de echte wereld genadeloos gereduceerd of weggemoffeld: gehelen werden opgesplitst in deeltjes en geïsoleerd geanalyseerd. Kijk naar de manier waarop recent de risico’s van GGO’s (gentech, red.) voor het milieu in kaart werden gebracht: men ontwierp gecontroleerde (lees: veilige) veldproeven, waarbij men voorbij ging aan alle banden die in de natuur reeds bestaan, door tijdens de testen planten er gewoon van af te zonderen of niet voldoende ver in de tijd metingen te doen. Net zoals transgene gewassen zich zullen verspreiden via hun pollen of door DNA overdracht, zo ook is alles in de natuur met elkaar verbonden: er bestaan geen te controleren, geïsoleerde settings in de natuur. Een mechanisch wereldbeeld slaagt er niet in de verbanden en wederzijdse afhankelijkheden in het leven te vatten, het is niet in staat om de wereld te zien als wat het grotendeels is: een immens complex dynamisch systeem waarin “alles met alles verbonden is”, zoals de ballon in Praag zo beeldend zei. De laatste tientallen jaren is zich echter een paradigma wissel aan het voordoen binnen ons wetenschappelijk begrip van levende systemen. Wetenschappers beginnen nu te ontdekken wat veel oorspronkelijke, inheemse kennis al lang stelde. Ecologisten, biologen, fysici en mathematici ontdekken steeds meer mogelijkheden om de enorme, complexe, verbonden netten van het leven te beschrijven, die bestaan uit netwerken binnen netwerken. Het drong tot hen door dat een groot deel van de essentie van het leven de mogelijkheid tot zelforganisatie is en wederzijdse aanpassing aan elkaars noden. Zonder een god, zonder een centrum, zonder controle. Dit zijn waarden en werkwijzen die wel bekend in de oren klinken van iedereen die participeert in de wereldwijde beweging tegen het kapitalisme. Het is precies het verlangen naar zelforganisatie en waardige zelfdeterminatie, dat zowel middel als doel is van deze beweging van bewegingen. Zelforganisatie was het, dat het voor activisten mogelijk maakte om de ordekrachten te overtreffen in Londen, Seattle of Praag. Gemeenschappen, van Chiapas tot Karnataka en van Buenos Aires tot Durban, vragen slechts één ding: de mogelijkheid om hun leven en hun afhankelijkheden uit te bouwen los van de versmachtende werking van onderdrukking en dominantie door de geldwereld en haar instellingen. Ondanks het feit dat de abstracte vrije markt theorieën ook over zelforganiserende systemen praten – Adam Smiths onzichtbare hand – wanneer ze een aanval inzetten op iedere vorm van interventies in de markt. In werkelijkheid walgen staat en kapitaal van authentieke zelforganisatie. Ondanks de lege retoriek, blijft het bij de uitbreiding van vrijhandel gaan over een uniform, regelgeleid systeem dat overal toegepast moet worden, met haar helse consistentie en dwingende controle is er trouwens niets vrij aan. Ons leven lang wordt ons verteld dat zonder autoriteit het leven in een chaos zou veranderen. Kapitalisme en staat streven ernaar ons afhankelijk te maken: lichaamgeestelijk. Leningen kunnen daarbij vaak een krachtig hulpmiddel zijn. Bill Mollinson, die aan de wieg stond van de permacultuur beweging, vertelde ooit een anekdote die dit prachtig illustreert “Op het ogenblik dat de Heer Stamford Raggles naar Singapore reisde, passeerde hij voorbij Indonesië en merkte op hoe de mensen daar zelfvoorzienend leefden van alles wat palmbomen hen boden. Hij zei ” deze mensen zijn niet regeerbaar”. Er was nauwelijks iets dat een bestuur hen kon bieden. Wat er moest gebeuren was met andere woorden meer dan duidelijk. Leg die verdomde palmbomen plat zodat ze afhankelijk en regeerbaar worden. Vrije mensen kan je niet regeren omdat ze niets nodig hebben van wat je hen kan brengen.” Voor de meeste mensen is het moeilijk om te geloven in de mogelijkheden van zelforganisatie, maar neem eens een vlucht vogels als voorbeeld. Stel je voor dat je duizenden vogels ziet die één voor één de lucht in gaan. Wanneer ze stijgen verschijnt stilaan een patroon, ze groeperen zich in steeds wisselende vormen en dan plots, als in de verte een valk aangevlogen komt, verandert de hele groep razendsnel van richting, links, rechts of omhoog stotend, terwijl alle vogels tezamen blijven en geen enkele lomp tegen de andere aan stoot, de hele zwerm bewegend als een groot, gevoelig organisme. Maar hier staat niemand aan het hoofd, het gebeurt gewoon. Filmbeelden die hoge snelheid draaien, onthullen dat de bewegingen in zo een vlucht vogels zich verspreiden met een snelheid van 1/17 seconde, een stuk sneller dan de reactietijd van één vogel. De zwerm is duidelijk meer dan de optelsom van de individuele vogels! Maar hoe is zoiets mogelijk? Met een zelfde soort verbijstering moeten politieagenten vanuit hun helikopters gekeken hebben naar de bewegingen van affiniteitsgroepen doorheen de straten, tijdens veel van de massamobilisaties de afgelopen jaren. Met een zelfde soort beangstigende verwondering als de analisten die in hun enge controlekamers een beeld trachten te krijgen van de dagelijkse informatievloed over het internet tussen steeds wisselende groepjes activisten. Zelf wij, als deel van de beweging, zijn vaak in de war gebracht door het feit dat op het laatste moment allerlei zaken enigszins netjes in elkaar komen te passen. De logica van de zwerm is iets angstaanjagend, vooral als je niet weg bent met haar eenvoudige basisregels. Degene die niet leren uit zulke waarnemingen, blijven gevangen zitten in de archaïsche uurwerk logica. En zwerm fenomenen kunnen overal geobserveerd worden. Denk maar aan de miljarden neuronen in je brein, een neuron op zichzelf kan geen gedachten vormen, poëzie schrijven of dromen beleven, maar als ze samenwerken brengen ze onwaarschijnlijke beelden tot bewustzijn. Of stel je een dichte, zoemende massa bijen voor, zoals ze over het landschap zwerven op zoek naar een goede plaats voor hun nieuwe korf, zonder een centraal commando centrum of een aanvoerder. Men moest wachten tot het ontstaan van supersnelle computers vooraleer wetenschappers konden aanvangen met de verheldering van dit mysterie, daarvoor konden ze gewoon hun ogen niet geloven en bleven generaties lang vruchteloos zoeken naar de vogelleider, de geniale bij of de bevelhebbende cel. Enkel computers slagen er enigszins in deze zeer complexe zelforganiserende systemen te modelleren. Wat wetenschappers zagen was ontstellend – ieder element, of het nu een vogel, een bij of een cel is, leek simpele regels te volgen, toch vormen ze samenwerkend als multitude een uiterst intelligent en gesofistikeerd systeem. Ieder element ondergaat de sterkste invloed van lokaal beschikbare informatie, voegt daar enkele eigen gegevens bij en geeft het resultaat dan weer verder door. In het netwerk of de zwerm ontstaan zo spontaan terugkoppelingsverbindingen en clusters en als resultaat krijg je de echte wonderlijke organisatievormen uit de natuur. Dit proces, waarbij eenvoudige locale eenheden gecompliceerd globaal gedrag genereren, een proces dat niet gedirigeerd wordt door een bewuste entiteit maar dat eerder te voorschijn komt door de nauwe relaties die de delen van het systeem onderhouden, geraakte in wetenschappelijke kringen bekend onder de term ‘emergentie’. Misschien denk je nu dat emergentie zomaar optreed, het is echter eerder de resultante van een afgelijnde set principes en processen die men terugvind in dicht verbonden netwerken. En van die principes en processen kunnen we veel leren voor de opbouw van duurzame bewegingen op lokaal vlak of om de creatieve stroom levendig te houden. Er bestaat een ingesteldheid in sommige delen van de postkapitalistische beweging die ervan uit gaat dat zaken spontaan, zonder planning of organisatie, gebeuren. Zo las ik recent een email uit Australië die ten onrechte suggereerde dat de grote Reclaim the Street feesten in Engeland het resultaat waren van pure spontaneïteit, waarbij de schrijver het spijtig vond dat Australiërs om een of andere reden deze magische eigenschap, om gewoon de straat op te lopen en een feestje uit het niets te beginnen, niet bezitten. Spontaneïteit is broodnodig voor verzet, maar het doet zich slechts voor onder bepaalde omstandigheden; de meest succesvolle bewegingen zullen diegene zijn die erin slagen zich snel en soepel aan te passen aan veranderende situaties, net zoals een groep vogels de predator tracht te vermijden, door verbijsterend grote voorbereidingen en het uitbouwen van steeds aanwezige contacten en methodes om informatie te verwerven. Neem de meest succesvolle massa-acties van de afgelopen jaren – Praag of bomspotting – ongelofelijke structuren werden op voorhand opgezet: men zocht grote gebouwen voor de ‘convergence centers’, workshops en vergaderingen werden georganiseerd, affiniteitsgroepen vormden zich, groepeerden zich tot clusters en werkten manieren uit om te communiceren met Gsm’s of semafoons…
Indymedia en de piraatradio’s koppelde informatie van mobiele reporters in de straten terug naar de blokkerende groepen. Activisten spendeerden maanden om de netwerken op te zetten van waaruit de intelligentie van een magisch bewegende en denkende zwerm kan tevoorschijn komen, een zich vervormend organisme dat het geweld en de chaos in de straten kan overleven en weerstand kan bieden aan de ontwrichtende repressie. Repressie waar men als individu al denkende bang voor is, maar eenmaal men al handelend het ‘zwermgevoel’ beleeft heeft, wordt men er niet eens meer door afgeschrikt. Rand, de Pentagon denktank, kwam in haar analyses van de zwermen van Zapatistische opstandelingen of leden van het Direct actie netwerk in Seattle tot de conclusie dat deze bewegingen voor zijn op de autoriteiten in het beheersen en toepassen van de zwerm logica. Maar in hun rapport over Seattle zeiden ze ook dat de politie heel wat leerde uit haar mislukkingen op die bewuste dag in november maar dat de activisten nauwelijks conclusies trokken uit hun overwinning. De laatste jaren wordt het immers duidelijk dat, ondanks steeds grotere mobilisaties, teruggekeerd wordt naar oudere strijdvormen: de grote marsen in plaats van gedecentraliseerde acties, bijeenkomsten en toespraken in plaats van vergaderingen en spreek rondjes, kortom vormen die niet uit de nieuw te bouwen werelden komen. Schrikt het nieuwe ons toch niet altijd een beetje meer af dan het oude? Als we niet dezelfde fouten willen maken van de grote opstanden uit het verleden, dan moeten we leren om wegen te vinden die de richtingen volgen die onze overwinningen aangeven, verder bouwen op het verleden naar de steeds onvoorspelbare en niet in kaart te brengen toekomst. In alle levende systemen hangt behoud samen met de mogelijkheid om zich het snelste aan te passen en van koers te veranderen, een concept dat vreemd is aan vele oudere vormen van politieke organisatie. Veel groepen in de recent tot stand gekomen netwerken noemen zich ‘disorganisaties’ en deze groepen trachten te leren hoe men controle uit handen kan geven, om de mogelijkheid te scheppen dat het systeem zich zoveel als mogelijk zelf leid. Maar om dit te kunnen, leren we best structuren te ontwikkelen die het ons mogelijk maken om op een waardige manier controle te verliezen en zo in staat te zijn om de droge maar fragiele krachten van de geldwereld weg te vagen met onze onzichtbare vloeibaarheid, vooraleer deze ook de kunst van het netwerken leert te beheersen. De toekomst van de planeet en de samenleving zou wel eens kunnen afhangen van wie er het meest succesvol in slaagt netwerken van netwerken uit te bouwen, autoritaire systemen zijn wel goed in het wijzigen van wetten maar niet in het veranderen van hun gewoonten, dus het lijkt erop dat we al voor liggen. Door enkele principes van de zwermen logica en van emergentie te leren, kunnen we creatieve tactieken en strategieën ontwikkelen die ons nog sterker zullen maken. Principes die niet enkel in massale straatacties toepasbaar zijn, maar in alle vormen van organisatie of mobilisatie, via het internet of in onze buurten. Ook vormen van financieel activisme die inspelen op de psychologie van de financiële analisten kunnen zich beroepen op de zwerm logica.

De mieren observeren

We zouden over verschillen kunnen praten, de verschillen herkennen terwijl we onze ervaringen blijvend met elkaar in verband brengen. We zouden kunnen werken zoals de Zapatisten doen, zoals mieren die naar overal gaan ongeacht tot welke politieke partij de andere behoort. De Zapatisten bewezen dat mensen kunnen samenwerken ondanks de verschillen. Op dat moment komen de echte mogelijkheden van democratie te voorschijn. Anna Esther Cecena

Er is geen beter manier om iets te weten te komen over emergentie, dan te kijken naar het buitengewone gedrag van mierenkolonies. Het was het beeld van zo’n gigantische kolonie die me voor ogen kwam toen ik verwonderd de drukte in het spelonkachtige ‘convergence center’ in Praag gade sloeg. Mieren zijn van de meest succesvolle soorten op aarde, in tegenstelling tot onze eigen soort die het volgens sommige observatoren nog slechts enkele generaties rekt. Mieren kunnen nu eens echt bijna overal gevonden worden, van de polen tot de tropen, van de woestijn tot in de toendra, en ze vormen 18% van de biomassa van de aarde en ze bestaan reeds meer dan 100 miljoen jaar. Ze kweken schimmels, verdedigen bladluizen in ruil voor voedingsstoffen en hebben uitzonderlijke ingenieursvaardigheden. Zo bouwen ze recycleercentra, wasplaatsen en begraafplaatsen die op handige afstand liggen van het belangrijkste centrum van de kolonie. Ze hebben in verhouding het grootste brein van alle insecten en lopen snel als een paard, maar vooral de manier waarop ze samenwerken blijkt de reden voor hun succes te zijn. Mierenkolonies en bijen werden door 19de eeuwse anarchisten en communisten als voorbeeld naar voren geschoven voor het “perfecte collectivisme” waarbij het individu een vaste rol kreeg toegeschreven in functie van het gemeenschappelijk belang. Maar ook zij zaten verstrikt in de uurwerk logica, zodat ze niet zagen dat het precies de vrijheid van het autonome individu in mierenkolonies is, die het mogelijk maakt dat het collectief er op vooruit gaat! Mierenkolonies helpen zichzelf perfect vooruit en het bijzondere is dat ze dat doen zonder één mier als verantwoordelijke. Mieren kunnen snel van functie wisselen: nu eens voedsel zoeken dan weer een nest bouwen om tenslotte de kleintjes te verzorgen. Ze kunnen de kortste weg naar een voedselbron vinden en selecteren op kwaliteit, kennen de gemakkelijkste toegang en de afstand tot het nest en de hele kolonie lijkt op iedere ogenblik te weten op welke plaatsten hoeveel mieren nodig zijn om het werk op te knappen. De koningin houdt zich zeker niet bezig met het schreeuwen van orders tegen de honderdduizenden werkers. Wat er lijkt te gebeuren is dat iedere mier uit haar ontmoetingen met vele andere mieren kan afleiden wat er te doen valt rekening houdend met de activiteiten van al de anderen, waarbij – doordat deze informatie permanent wordt bijgesteld door de duizenden ontmoetingen – de kolonie in staat blijkt haar globaal gedrag (macrostaat) te veranderen, wat zondermeer verbazingwekkend is. Leg deze tekst weg en ga eens op zoek naar een mierenkolonie bij jou in de buurt, dat kan niet moeilijk zijn als het nu zomer is. Of het nu op de rotsen aan de Corsicaanse kust is of vlakbij je tent in een vochtig bos, je zal de mieren in een eindeloze sliert zien lopen van de voedselbron naar het nest en terug. Tracht ze even te observeren. Beelden ingegeven door onze gedeelde culturele achtergrond roepen militaire colonnes, fiere soldaten die plichtsbewust en overtuigd in de pas lopen, op, waarbij de ene colonne naar het voedsel marcheert en de andere de buit naar het kamp mee sleurt, net zoals op een autoweg, geïsoleerde individuen niet aflatend in de weer voor het hogere. Maar mocht je echt kijken naar wat er gebeurt, dan zal je iets anders zien: de mieren golven constant weg van de rechte lijn om elkaar vlug te raken, iedere mier groet degene die uit de andere richting aangesneld komt, hun hoofden en antennes raken elkaar, waarbij ze chemisch communiceren door feromonen, vooraleer ze weer op weg gaan. In iedere rij mieren zal elke mier bij benadering alle andere mieren groeten en informatie uit wisselen. Op één of andere wijze maken deze vele locale interacties het voor de kolonie mogelijk om aan iedere mier verschillende taken toe te wijzen en om de rede van de kolonie efficiënt te laten werken. In de mierenkolonie is lokaal globaal. Wat zich voor doet is een gigantisch, coöperatief gesprek van een multitude aan autonome lokale delen – waaraan paradoxaal niemand volledig maar toch iedereen deelneemt – en deze meerstemmige dialoog creëert het buitengewone verschijnsel van de verschijning of emergentie, waarbij de magie in de verbindingen (communicatie) zit die als iets tussen som en product ervoor zorgt dat het geheel meer is dan wat delen zouden doen vermoeden. De mieren denken en handelen lokaal maar hun acties produceren overkoepelend gedrag. Dit fenomeen doet denken aan de beweging van bewegingen, met haar talloze email lijsten, de basisgroepen die globale netwerken vormen, de intieme vergaderingen, de verzamelplaatsen en vergadercentra en de mensen in de die de straat overspoelen als het tij van de zee. De mierenkolonie kon ons helpen bij het efficiënt opbouwen van een globalisering van onderop, netwerken waarbij het lokale globaal wordt, de top basis en de ketting van commando’s breken en vervangen worden door duizenden individuele verbindingen en contacten die gelijktijdig werken. Waar de kleine mieren de fiere leeuw overspoelen!

Vier methoden om te handelen als een mier en te dromen als een reus

Onze vijanden hebben onze grenzen niet overgestoken, ze slopen door onze zwakke punten als mieren Nizar Qabbani

Als we netwerken als zwermen willen vormen dan kunnen de volgende vier regels van de mierenwereld ons iets bijbrengen:

* Meer is anders: Enkele mieren die kriskras over je keukenvloer rennen maken weinig kans om die weinige broodkruimels onder je stoel te vinden, net zoals enkele samenwerkende affiniteitsgroepen de zwakte in de omheining omheen een top niet zullen vinden of een aantal nieuwsgierige natuurliefhebbers de link tussen de houding van Fabricom in het Lappersfort dossier en de strijd tegen waterprivatisering in het globale zuiden niet zullen ontdekken. Maar alles verandert als je het aantal groepen en individuen en hun onderlinge contacten vermeerdert. Veel interagerende kleine deeltjes creëren de exponentieel evoluerende magie van de emergentie, het gedistribueerde zijn, de zwerm logica. Al de meest begeesterende raadsels – het leven, bewustzijn, ecosystemen en evolutie – bevinden zich op het terrein van het verdeelde, uitgesplitste ‘zijn’. Iedere dag komen er nieuwe organisaties bij. Iedere dag ontstaan nieuwe persoonlijke contacten, of legt het internet nieuwe verbindingen, de technologie die meer voelende wezens dan ooit voordien met elkaar verbindt. Op het ogenblik dat de wereldhandelsorganisatie haar eerste ministeriële conferenties in 1998 organiseerde, waren er acties in de steden van 29 verschillende landen, minder dan 3 jaar later moet de WTO zich terugtrekken in de woestijn van Quatar, terwijl er acties in 71 landen plaatsvonden. De wereldwijde bijeenkomsten van netwerken zijn zich ook aan het vermeerderen. Peoples global action (PGA), World social forum, Peoples summits enz. Evenals de verscheidenheid aan deelnemers die ze aantrekken. Ondertussen zien nieuwe webpagina’s, email lijsten en indymedia centra het daglicht. De massa joeg de autoriteiten altijd al schrik aan, maar wanneer een menigte bestaat uit individuen die autonoom denken en handelen en waarin iedereen met iedereen verbonden is, dan zal het niet bij een koude rilling blijven, omdat deze menigte zich totaal onvoorspelbaar zal gaan gedragen net als een complex organisme.

* Blijf klein: “Wat de 21ste eeuw misschien voor ons in petto heeft is de ontmanteling van de massiviteit. Grote bommen, grote dammen, grote helden en gigantische vergissingen. Misschien wordt het de eeuw van het kleine” schrijft de Indische romancier en activist Arundhati Roy. Het belangrijkste kenmerk van de mierenkolonie is de eenvoud van iedere mier. Mocht één mier op een of andere manier de toestand van de kolonie beginnen vaststellen en bepalen dan zou het gesofisticeerde gedrag ophouden van beneden naar boven te klimmen en zou de zwem logica in elkaar klappen. De essentie ligt hem in het intens verbonden systeem van vele, kleine en eenvoudige elementen. Zodra onze groepen te groot worden, stokt de communicatie en ontwikkelen zich onomkeerbaar hiërarchieën, dus iedere keer als dat gebeurt, moeten we leren ons te splitsen als cellen: groot is onhandig en lomp, klein en verbonden is hetgeen dat we steeds zouden moeten nastreven. De berg informatie uit de beweging die ons iedere dag overspoeld, laat een wrang gevoel achter, alsof we individueel achter lopen, maar precies dat gevoel moeten we van ons afzetten, zoiets als ’the big picture’ bestaat niet (meer). Niemand kan het geheel van deze beweging zien, zelf niet tijdens een actie, waar er op het zelfde moment zoveel zaken gebeuren, maar emergentie leert ons dat niet alles weten een ongelooflijke sterkte is, de lokale kennis is soeverein. Degene die grote bewegingen en partijen willen bouwen mogen rustig voort doen, enkel ze zullen eeuwig geconfronteerd worden met ruzies, afsplitsingen en onenigheden, niet op het minst omdat lokaal aanwezige kennis steeds conflicteert. Ze zullen nooit de magie van de zwerm ervaren.Een wereldwijd netwerk van een miljoen kleine groepjes kan nooit door een van de bestaande politiediensten plat gelegd worden, geen leiders kunnen uitgesloten worden wegens recuperatie of corruptie, geen hoofdkwartieren zullen bestormd worden en er zullen geen databases in beslag genomen worden, geen centraal comité zal geïnfiltreerd worden. Het tijdperk van de grote politieke monsters is voorbij, lang leve de eenvoudige mieren wiens subtiele bewegingen tot massale verandering leiden!

* Moedig willekeurigheid aan: zoals merkt beveelt niemand wat de mieren moeten doen, zodat elkeen vrij is om willekeurig de keuken vloer af te speuren, omdat er duizenden elementen in het systeem meedraaien kan het geen kwaad dat enkelen schijnbaar doelloos rond kuieren, de meeste zullen weer anderen ontmoeten die met informatie komen over de lokale situatie zodat de zelforganisatie van de kolonie steeds doorgaat. Toevallige ontmoetingen zijn ontzettend belangrijk, omdat dat de plaats is waar de creativiteit voor het grijpen ligt, want zonder de autonome mier die maar wat rondzwerft, zouden er geen nieuwe voedselbronnen of nieuwe levenswijzen aangepast aan de milieuomstandigheden, ontdekt worden. Het was het lukraak rondneuzen in een deel van de boekenwinkel waar ik normaal nooit kom, dat me bij een prachtig boek over mieren bracht: de inspiratie wervelde m’n hoofd binnen en ik zag een kans om aan deze tekst te beginnen. Gedecentraliseerde systemen drijven voort op de creativiteit van toevallige ontmoetingen. Hoe vaak ben je niet in een grote bewegende menigte verzeild tijdens straatacties, waarbij je toch tegen die ene persoon aanloopt die je de informatie kan geven die je nodig had, of hoe vaak kreeg je niet een willekeurig doorgestuurde mail waarin over iemand gesproken wordt die je beginnend project van de grond kan krijgen. Maar op traditionele betoging, van punt a naar b, waar ieder politiek blok, door een spandoek en stewards, van elkaar afgesloten wordt, is de kans gering dat mensen nieuwe contacten zullen leggen. Sommige denken dat de revolutie start met eenheid, maar zonder willekeurigheid eindigt de evolutie. Terwijl sommigen de partijlijn trouw blijven, dansen en slingeren anderen nieuwe wegen op om de wereld te veranderen. Wat voor sommige een zootje lijkt, loopt in werkelijkheid over van creativiteit.

* Luister naar je buren: Het lokale blijkt nu het meest essentiële te zijn om de zwerm logica te begrijpen. Verschijnend globaal gedrag doet zich voor omdat de mieren aandacht besteden aan hun buren, eerder dan te wachten op bevelen van een afwezige autoriteit. Hoe meer mieren er zijn die tegen hun buren aanlopen en een babbeltje doen, hoe meer lokale interactie en dit betekent dan weer dat je een kolonie krijgt die problemen sneller zal oplossen en zichzelf efficiënter bestuurd. Lokale informatie leidt naar globale wijsheid, dat is het geheim van de intelligente zwerm. De spanning tussen het lokale en het globale is tot nu toe de beweging van bewegingen blijven achtervolgen. Het onderwerp roept dan ook een rits vragen op: is het wel de moeite waard om naar de volgende bijeenkomst van de globale financiële instellingen te reizen om nog eens een protest omheen de top te organiseren? Of is het beter om onze energie en middelen in de duizenden locale problemen te steken die zich die het front vormen van de wereldwijde strijd voor rechtvaardigheid? Wat is het belangrijkste: de gepensioneerden vereniging in contact brengen met stakend ziekenhuispersoneel of dat stakende personeel in contact brengen met bedienden in dezelfde situatie ergens anders op deze planeet? Hoe kan een locale groep die meer dan 100% van haar energie in lokale problemen steekt – in het wereldwijde zuiden gaat het vaak over leven of dood – zich in hemelsnaam op globale netwerken enten? De mieren leren ons dat we door lokaal te werken en door globaal steeds onze lokale verhalen te delen, door alles met alles te verbinden en een vele vormen van terugkoppeling te voorzien, we de globale beweging niet hoeven “te organiseren”. Nauwelijks discussies hoeven te voeren over “de te volgen weg”. De beweging zal zichzelf reguleren zoals een zwerm, zoals het leven. Het initiatief tot de meeste van de bekend geraakt globale actiedagen, kwam er niet na intensieve coördinatie en centrale commando’s, maar eenvoudigweg doordat een voorstel door in kleine groep de wereldwijde netwerken werd ingestuurd. Als dat voorstel de verbeelding van andere groepen kon prikkelen, dan begonnen deze het te verspreiden op email lijsten en werd het bediscussieerd op vergaderingen, verscheen het in publicaties, webpagina’s enz. Het netwerk van netwerken begint te trillen omheen het idee en het idee vermeerdert haar invloed exponentieel in iedere richting. Op het einde draagt niemand alle verantwoordelijkheid terwijl wel iedereen van de opbrengsten geniet. In systemen waarin zich emergentie voordoet beïnvloed jij je buren en je buren jou, alle relaties zijn wederkerige terugkoppelingscircuits. Dit alles brengt ons terug bij het begin, de kunst om verhalen te vertellen en de stof van de wereldwijde strijd te spinnen.

De rEvolutie zal geïmproviseerd zijn

Ik genoot met volle zinnen van de benevelende revolutionaire atmosfeer, m’n poriën wijd geopend. Het was een feest zonder begin of zonder einde: ‘k zag iedereen en niemand, want iedere individu was versmolten tot dezelfde, eindeloze, meanderende menigte: ik sprak met elkeen maar kon noch andermans noch mijn eigen woorden herinneren, omdat m’n aandacht ieder ogenblik afgesteld was op nieuwe voorvallen en gebeurtenissen, op onvoorziene ontwikkelingen. Michael Bakunin

Op het ogenblik dat Bakunin zijn ervaringen in de straten van Parijs beschreef, tijdens de revolutie in 1848 die zich verspreidde over 50 landen in Europa, was hij nog niet op de hoogte van het fenomeen van de emergentie. Het denken en de technologie zijn sinds 1848 niet aflatend geëvolueerd: niemand zou de ontwikkeling van elektriciteit, telefonie, kwantummechanica, computers, connectionistische modellen, internet enz. voorspeld hebben. Nochtans lijkt het alsof ons politieke denken over verandering nauwelijks gewijzigd is. Er heeft zich een revolutie voorgedaan in ons beeld op de werkelijkheid maar veel van onze traditionele termen om politieke verandering te karakteriseren zijn hetzelfde gebleven -gecentraliseerde partijen, uniformiteit, manifesten en statuten, machtsverovering, hiërarchisch leiderschap – de lijst is even lang en log als de vormen zelf. Stilaan begint de hoofdstroom in onze westers cultuur zich te herinneren wat veel inheemse volkeren reeds lang weten, dat we deel uitmaken van de natuur en er niet boven staan. Als we begrijpen dat in het leven decentralisatie, netwerken van netwerken, en continue beweging essentieel zijn, dan zou het vreemd zijn als we in ons politiek redeneren blijven hangen in de 19de eeuw: ’t is tijd om te evolueren. Wat niet veranderd is sinds 1848, is dat revolutionaire momenten nog steeds ruimte creëren in het sociale weefsel om op een veelvuldige en nieuwe wijze verbanden aan te gaan. Duizenden onverwachte conversaties nemen een aanvang. Elke revolutionair moment uit het verleden in om het even welk land toont ons hoe de menselijke interacties toenemen, wanneer de straten en pleinen zich vullen, als de groepen en netwerken zich verenigen en als het menselijk verlangen naar levenslust en vrolijkheid de vervreemding en vereenzaming, in gang gezet door het kapitalisme of andere vormen van dominantie, van zich afwerpt. Bijvoorbeeld de bijeenkomsten tijdens de Amerikaanse revolutie in 1776 of de secties onder de Franse revolutie in 1789, de samenkomsten tijdens de Parijse commune in 1871 of de talloze vergaderingen tijdens de Spaanse burgeroorlog in 1936, de Räte in Hongarije tijdens de opstand in 1956 of de volkse assemblees dit jaar nog verspreid in heel Argentinië na de opstand op 19 december. Het unieke aan hetgeen nu aan het gebeuren is, een echte wereldwijde opstand, is de dialoog van miljoenen stemmen zowel lokaal als globaal, in de straten, op de pleinen, in open lucht of op de elektronische snelweg. Goedkope luchtvaart en nieuwe communicatietechnologieën hebben de manieren waarop sociale bewegingen werken, grondig veranderd. Harry Cleaver, een professor economie, stelde dat “de daadwerkelijke uitdaging voor de basisstructuren van de moderne samenleving komt van de door computers verbonden sociale bewegingen.” Hetgeen aan het verschijnen is, lijkt op iets wat zich nog nooit heeft voorgedaan: een transnationale sociale revolutie, een revolutie die uit duizenden revoluties bestaat, niet een enkele. Een niet gedetermineerde revolutie, onvoorspelbaar en niet draaiend in cirkels maar wel één die tegelijkertijd honderden richtingen uitgaat. Wat we meemaken heeft veel meer weg van evolutie, in werk dat zich steeds voortzet, en dat zich aan noden en machtsconflicten aanpast. Een nooit geziene wereldwijde rEvolution doet zich voor en velen onder ons merken het niet eens. Mieren leefden niet steeds in kolonies maar evolueerden in die richting. Er deed zich spreekwoordelijk een soort sociale revolutie voor vele miljoenen jaren geleden toen, onder druk van omstandigheden, de voorouder van de mier de wesp, die op haar eentje werkte, coöperatief begon te leven en haar vleugels verloor. Tot ieders grote verbazing doet zich nu een volgende sociale revolutie voor in de mierenwereld. Wetenschappers ontdekten recent een “super kolonie”: verschillende mierenkolonies zijn beginnen samenwerken en delen en beheren samen voedselbronnen. Samen vormen ze de grootste biologische coöperatie bestaande uit individuele organismen ooit ontdekt. Eén onderling verbonden vorm strekt zich uit van de bergen in Noord Italië tot in het verre Portugal, 6000 kilometer, bestaande uit miljarden individuele mieren. Wat nog het meest van al verbaast is dat de soort mier die deze super kolonie vormt, de Argentijnse mier, in haar oorspronkelijk biotoop zeer agressief gedrag vertoont, waarbij de verschillende kolonies bijna permanent in gevechten betrokken zijn. De mieren raakten in Europa verzeild door mee te reizen met schepen in de jaren twintig van de vorige eeuw en in hun nieuwe habitat evolueerden ze snel naar een volledig nieuwe vorm van sociale organisatie, waarbij mieren uit verschillende kolonies vriendschappelijk tezamen werken. De soort blijkt nu zeer succesvolt te zijn en is zich in snel tempo aan het verspreiden.Wetenschappers speculeren over het feit of dit “super organisme” een voorloper is in de trend waar de sociale evolutie van mieren naar neigt, maar niemand weet het voor zeker. Meer dan honderd jaar oud, maakte activist Hazel Wolf de Russische en de Chinese revolutie en de val van de muur mee. “Wat ze allen gemeenschappelijk hebben, is dat eigenlijk niemand echt verwachtte dat ze gingen gebeuren” zegt ze. Een revolutie lijkt, vanuit haar natuur, moeilijk mogelijk voordat ze plaats vindt, maar ze lijkt voor de hand liggend en bijna onvermijdelijk als ze in zicht is. Tot aan de ontdekking van de “super kolonie”, wist niemand hoe mierenkolonies of bijenkorven of zwermen vogels zich zullen gedragen, als ze ooit met genoeg bij elkaar zijn en communicatie mogelijk is. Als netwerken beter verbonden geraken, door sites, acties, verbindingen en verhalen, dan zullen vele zaken zich voordoen en te voorschijn treden, die wij als eenvoudige neuronen in het netwerk niet verwachten, niet verstaan, niet controleren en zelf niet waarnemen. De enige manier om een complex systeem te begrijpen bestaat erin het te laten functioneren, wat niemand kan ooit het geheel doorzien. Wat je wel kan is reageren op onrechtvaardigheden of machtsmisbruik. De globale beweging van bewegingen voor het leven en tegen de geldwereld, voor autonomie en waardigheid, voor de droom van directe democratie, volgt een onweerstaanbare logica, een logica die zo oud is als de heuvels en wouden, een eco-logica, een bio-logica, een diepe logica van het leven. Wíj zijn het netwerk, wij allen die ons verzetten!

(vertaling: Mathias Bienstman)

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door John Jordan.)