Ga naar de inhoud

Publieke investeringen en nieuwe indicatoren voor een ecologische economie

Op donderdag 10 januari was het verzamelen geblazen aan de universiteit
van Tilburg voor een conferentie over de overgang naar een ecologische
economie. Het doel van de initiatiefnemers van de conferentie was om in
Nederland en België de urgentie van economische beleidswijzigingen aan de orde
te stellen. Meer dan 300 deelnemers hadden alvast interesse voor dat
initiatief. Ze kregen allen een openingspeech van Susan George, een panel van
kritische economen en een afsluitend gesprek met sociale partners en politici
voorgeschoteld. In de namiddag vonden er parrallel thematische workshops
plaats. Een beknopt verslag

 

6 min leestijd
Placeholder image

De dag
kwam op gang met het pleidooi van een oudgediende van de andersglobalisten, de
politicologe Susan George. Ze pleitte voor een grote door de overheid geleidde
omschakeling van de economie. Die transitie zou op gang gebracht worden door
massale overheidsinvesteringen in alle sectoren die deel uitmaken van een meer
milieuvriendelijke economie : alternatieve energie, milieuvriendelijke
materialen, publiek transport, energiebesparende bouw enzovoort. Voor de
financiering van die investeringen zorgen nieuwe taksen. Onder andere de
uitstoot van CO2, de winsten van multinationals of de bewegingen van beursgeld
zouden zwaarder belast kunnen worden.

Susan
George vergeleek de aard van de omschakeling met het op gang brengen van een
oorlogseconomie in de VS, ten tijde van de tweede wereldoorlog. Die
vergelijking werpt niet alleen licht op de omvang van de nodige inspanning en
het belang van de reden voor de drastische ingreep. Ook maakt ze duidelijk hoe
de omstandigheden als ze vertaald worden in een helder verhaal van zo een
ingreep een breed gedragen maatschappelijk project kunnen maken. George noemt
het zelf een ‘public relations dream’: werknemers, ondernemers en politici
samen brengen rond een economisch project dat de aarde kan redden. Aan ieder
kan duidelijk gemaakt worden wat er bij
te winnen valt, niet enkel materieel maar ook op het vlak van maatschappelijk
respect en aanzien. Actiegroepen en sociale bewegingen krijgen de rol
toebedeeld om bruggen te bouwen. Ze ondersteunen de politici, ondernemers en
werknemers die volluit gaan voor de ecologische economie.

Naar ze
zelf zegt komt George tot deze idee omdat de maatschappelijke realiteit meer
radicale pistes uitsluit. Nu de ecologische crisis op een dramatische escalatie
afstevent, zullen veranderingen op gang moeten komen vanuit de geldende
krachtverhoudingen in de samenleving. Ook wil Susan George met haar Keynesiaans
voorstel een antwoord bieden op allerlei recente recepten die een overdreven
nadruk leggen op de consument, het kleinschalige alternatief of de strijd
vanuit één thema. Zulke benaderingen volstaan niet langer. Er is niet alleen
een nieuw groot verhaal nodig, maar eveneens grote overheidsdaden.

De
voorzet die Susan George gaf, bleef in het eerste deel van de dag wat
onbeantwoord. Aan een inzichtelijke beantwoording van de vraag hoe de
omschakeling van de economie tot stand zou kunnen komen, kwam het panel van
economen niet toe. Wel waren alle participanten het er over eens dat het hoog
tijd is om de BNP maatstaf in het economische beleid aan te vullen met andere
indicatoren of zelfs te weren. De bizarre prof economie op rust Heertje hamerde
daarbij op zijn subjectivistische, verruimde welvaartsbegrip. Het moest de
aandacht vestigen op de onmeetbare aspecten in wat we onder economie of ‘de
omgang met schaarse, alternatief aanwendbare middelen voor de behoeftebevrediging
van huidige en toekomstige generaties’ verstaan. Schone lucht of een mooi landschap zijn even belangrijk als
boter, kaas en eieren. Economische beslissingen mogen niet genomen worden op
basis van economische indicatoren die slechts de helft meten van wat onze
behoeften bevredigt. Francine Mestrum geloofde ook dat er nood was aan andere
indicatoren. Die moeten niet enkel de echte welvaart van de mensen of de
draagkracht van de aarde beter in beeld brengen, ze kunnen bijvoorbeeld ook de
informele arbeid van vrouwen eindelijk waarderen. Professor Jeroen van de Bergh
concentreerde zijn kritiek op het BNP. Niet alleen meet die iets helemaal
anders dan de welvaart, hij is zelfs niet nodig voor goed economisch beleid.
Van den Bergh zijn slogan luidt bijgevolg: BNP weg ermee! Volgens de Leuvense
professor Vandevelde tenslotte ligt er potentieel om mensen inzicht te geven in
de relativiteit van BNP door het over geluk te hebben. Zo leert geluksonderzoek
dat na een bepaald niveau van behoeften bevrediging de BNP groei nog weinig
invloed heeft op de toename van geluk. Voor Heertje was een concept als geluk
echter een brug te ver. In economische discussies mag je het volgens hem enkel
over welvaart hebben en niet over geluk. Geluk heeft immers ook te maken met
behoeften bevrediging waarbij geen schaarse middelen in het spel zijn.

Na de
middag deelden we onszelf op over de verschillende thematische workshops. Ik
wisselde op de valreep nog van degene over groei en herverdeling, naar die van
de sociale partners. Die keuze heb ik niet betreurd. Het was een kans om te
zien hoe vertegenwoordigers van werkgevers en werknemersorganisaties reageren
op de grootse ideeën zoals het afzweren van de BNP groei, of een nieuwe
investeringsgolf vanuit de overheid. Omdat dezelfde sociale partners in het
afsluitend debat ook samen zaten met politici, geef ik hier enkele indrukken
van beide gesprekken:

-Het
was duidelijk dat noch werkgevers noch werknemers al nagedacht hadden over alle
implicaties van een transitie naar een ecologische economie. Ze hadden beiden
nog geen uitgewerkt idee hoe de grenzen aan de materiële groei hun core
business beïnvloeden in de energie en materiaal intensieve industrieën van het
Westen. Dat andere indicatoren dan de BNP maatstaf dringend noodzakelijk zijn,
vond bij de sociale partners minder weerklank.

-Toch
was het duidelijk dat het klimaat denken een hoge vlucht neemt. Werknemers,
werkgevers en politici schatten de urgentie van de klimaatproblematiek hoog in.
Dat olie en meer algemeen energie duurder zal worden is een zekerheid. Is het
niet door marktgedreven evoluties, dan is het door nieuwe maatregelen in het
post Kyoto tijdperk. Een hele industrie rond alternatieve energie en
energiebesparing zal zich ontwikkelen. De sociale partners leken ook bereid om
hun schouders te zetten onder progressieve klimaat maatregelen.

-Opvallend
was ook dat een aantal deelnemers uit de Nederlandse financiële wereld zoals
Daan Dijk van Rabobank of Kejetan Hetzer van SNS asset management de
uitgangspunten van de ecologische economie delen. De economie is een deel van
het ecosysteem aarde, en haar werking moet afgesteld worden op de noden en
evenwichten van het grotere geheel. Financiële spelers ontwikkelen in
toenemende mate meetinstrumenten om te zien in hoeverre ondernemingen
toekomstige duurzaamheid vereisten nu reeds incorporeren in hun strategie, er
vanuit gaand dat iedereen vroeg of laat rekening zal moeten houden met de
draagkracht van de aarde.

“Er
ritselt van alles in het struikgewas, maar een beeld op wat er zich allemaal
afspeelt, en hoe het totale plaatje eruit zal zien is er nog niet” zie een
deelnemer. Bij heel wat mensen en ondernemingen groeit blijkbaar het bewustzijn
dat de economie op een periode van veranderingen afstevent. Over de nood aan
nieuwe economische indicatoren of maatregelen om het klimaat te vrijwaren waren
veel mensen het eens op de conferentie. Maar of het totale plaatje er zal of
moet uitzien zoals Susan George het schetste, daar durfden weinigen zich over
uitspreken.

Voor
alle teksten en verslagen zie: www.economischegroei.net

Mathias
Bienstman, Studiemedewerker
Netwerk Vlaanderen vzw.