Ga naar de inhoud

Rabobank steunt Braziliaanse soja-moloch

De Rabobank financiert een sojabedrijf dat in het noorden van Brazilië grote schade aanricht. Interview met Luc Vankrunkelsven, auteur van ‘Kruisende schepen in de nacht. Soja over de oceaan’ en de maandelijkse ‘Sojaflits’ op Noticias.

7 min leestijd
Placeholder image

Van de website van Noticias

De Rabobank is de initiatiefnemer van de financiering met 230 miljoen dollar van de uitbreiding van het sojabedrijf ‘Amaggi’ in de deelstaat Mato Grosso, in Brazilië. Wat vindt u daarvan?

Dat getal van 230 miljoen dollar is mij onbekend. Ik meen dat de ‘coöperatieve’ Nederlandse bank de komende jaren 150 miljoen dollar uittrekt om in Brazilië een kredietportefeuille van 2 miljard dollar op te bouwen. De Rabobank wil in het land vijfentwintig nieuwe kantoren opzetten. ABN-Amro is al jaren actief in de Braziliaanse steden; de Rabobank kan, gezien de Nederlandse sojabelangen, toch moeilijk op het platteland ontbreken. Bovendien maken de banken momenteel astronomische winsten in Brazilië.

Als het waar is dat de Rabobank 230 miljoen dollar investeert in de grootste ‘sojaboer’ ter wereld, dan is dat een regelrechte schande. Er is wereldwijd een strijd gaande tussen twee landbouwmodellen. Aan de ene kant heb je de (meestal) hoogtechnologische, arbeidsuitstotende, op export gerichte, kapitaalintensieve landbouw. Aan de andere kant staat de familiale landbouw, die (meestal) meer ecologisch is, arbeidsscheppend en die op de eerste plaats produceert voor de plaatselijke bevolking. In Brazilië is die tegenstelling het scherpst, tussen wat ze hier de ‘patronale’ landbouw en de agricultura familiar noemen. Dagelijks vallen er doden.

Juist in deelstaat Mato Grosso, waar de grootste soja-expansie is en waar Blairo Maggi, de eigenaar van de Grupo Amaggi, als gouverneur de scepter zwaait, vallen de meeste doden. Blairo Maggi pakt altijd graag uit met het feit dat ‘alles binnen de wet’ is en dat hij toch 110.000 hectare bos beschermt. Hij vergeet er wel bij te zeggen dat hij voor de 130.000 hectare aan sojamonocultuur evenzoveel oerwoud heeft afgebrand, het water vergiftigt en medeverantwoordelijk is voor de omsingeling van inheemse volkeren door de soja-expansie. Bovendien is het zíjn staat die hoog scoort in de nieuwe vormen van slavernij, óók in de grootschalige sojateelt.

Moet de Rabobank stoppen met het financieren van grootschalige op export gerichte sojateelt ?

Door deze onverbloemde keuze voor de patronale exportlandbouw dreigt de Rabobank de doodsteek te geven aan de door dezelfde bank zo bezongen ‘gezinslandbouw’. Zowel in Brazilië als in Europa staat dit model van gezinsbedrijven zwaar onder druk. Als de Rabobank het patronale model zo ondersteunt, en niet alleen in de sojamonocultuur maar bijvoorbeeld ook in de suikerrietmonocultuur, dan kunnen de suikerbiettelers in de Europese Unie het wel vergeten.

Op Schiphol hangt een niet mis te verstane reclame van de Rabobank: The Number One in Agri-investeringen noemt ze zichzelf. Tegelijkertijd doet de ‘Stichting Rabobank’ aan ‘goede werken’. In haar ‘Development Program’ is sprake van 25 miljoen dollar voor micro finance-activiteiten in vijftien ‘wat beter ontwikkelde ontwikkelingslanden’. Is het niet ontzettend cynisch? De cijfers spreken voor zich: 25 miljoen voor microkrediet in vijftien landen en 150 miljoen kredietverlening aan de grootschalige exportlandbouw in Brazilië.

Of moet de grootschalige sojateelt duurzamer?

De vraag is of grootschalige soja überhaupt ooit duurzaam kan worden. Als je iets van ecosystemen weet, dan weet je dat het een flagrante leugen is. In dezelfde deelstaat Mato Grosso zit de grootste teler van ‘biosoja’ ter wereld, met een productie van ongeveer 5000 ton. Ik heb daar zo mijn twijfels bij. Het zal dan wel ‘bio’ zijn, maar of het duurzaam en ecologisch is, dat is een heel andere vraag. Nee, dan toch liever de biologische soja van de kleinschaliger familiale landbouw, bijvoorbeeld in de buurt van Capanema (een deelstaat Paraná). De teelt is daar opgenomen in een normale teeltrotatie op een bedrijf naar mensenmaat. Soja met zijn stikstofbindende kwaliteiten kan dan een goede wisselteelt zijn.

Wat denkt u van richtlijnen? Dat is de lijn die ingezet wordt het Wereldnatuurfonds met de Round Table on Responsible Soy. Is dat een goede manier?

Het hoeft voor mij niet allemaal biologische soja te zijn. Ook voor gangbare soja kunnen criteria afgesproken worden. Dat deden Fetrafboeren in 2004, met de financiële steun van de Nederlandse stichting DOEN en Solidaridad, in samenhang met de Nederlandse sojacoalitie. Voor mij is het belangrijker waartoe de soja dient en hoe we opnieuw regionale, ecologische kringlopen kunnen creëren; zowel in Brazilië, als in Europa.

De grote vraag is de volgende: ‘Kunnen wij dit industriële veeteeltsysteem met onze enorme exportbelangen nog langer in stand houden? Is bijvoorbeeld de wereldwijde omzetting van plantaardige eiwitten in dierlijke eiwitten wel ‘duurzaam’ te noemen? Hoeveel werelden hebben we daar voor nodig, nu ook China en India jaar na jaar meer dierlijke eiwitten consumeren? 65 procent van alle soja ter wereld komt terecht in de voedingstroggen van kippen, varkens, kalkoenen en runderen.

De Rabobank is een belangrijke financier van de bio-industrie in Nederland. Ze heeft 80-90 procent van de agrarische financiële markt in handen. Wat zou de Rabobank moeten doen? Milieutechnische verbeteringen (stallen zonder schadelijke emissies) of stoppen met het financieren van de bio-industrie?

Nederland was tot voor kort de grootste importeur van veevoedergrondstoffen (recent ingehaald door China) en de tweede exporteur van landbouwproducten en voedsel. De Rabobank is in hoge mate medeverantwoordelijk voor dit onevenwichtige landbouwmodel. Zowel ecologisch en sociaal binnen Nederland, als in de verhoudingen met import- en exportlanden.

Nederlandse zuivelproducten worden wereldwijd met EU-subsidies gedumpt, en brengen zo de melkveehouderij van onder andere de kleine Braziliaanse boeren in het gedrang. Ondertussen is die de intensieve melkveehouderij met Holsteinerkoeien alleen mogelijk met krachtvoer. Nederlandse kippen verdringen Braziliaanse kippen in Rusland. Er heerst een wereldwijde vlees- en zuiveloorlog, waarin Nederland een niet onbelangrijke rol speelt. Runderen produceren enorme hoeveelheden methaan, waarvan we weten dat het een grote bijdrage levert aan het broeikaseffect, veel meer nog dan CO2. De opwarming van de aarde los je niet op met andere stallen. Dat zijn lapmiddelen. Het gaat om een fundamenteel onecologisch ‘productie’systeem.

De twee belangrijkste symbolen van ons consumptiepatroon zijn de privé-auto en de overdreven vleesconsumptie. En juist deze twee zaken eisen het meeste grond en water op. Bovendien nemen ze een groot deel van de luchtvervuiling voor hun rekening. Het is gemakkelijk om op de boeren af te geven, zolang we niet ons leefpatroon wereldwijd willen bijstellen. Nee, in plaats daarvan dringen dit model nog wereldwijd op ook!

De grote boerenbonden, veevoederproducenten, vleesverwerkende bedrijven en de Rabobank zijn nauw met elkaar verknoopt. De voorzitter van de land en tuinbouworganisatie ZLTO bijvoorbeeld, is ook vice-voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Rabobank, voorzitter van de Raad van commissarissen van Sovion (waarvan vleesverwerker Dumeco onderdeel uitmaakt) én bestuurslid van de landelijke boerenbond LTO. De voorzitter van de samenwerkende Nederlandse en Europese veevoederbedrijven, is commissaris bij de Rabobank. Wat vindt u van al die belangenverstrengelingen?

Ik zie dezelfde vervlechting tussen de syndicale en de economische boerenbond op Europees vlak. COPA is de Europese internationale van de syndicale boerenbonden, COGECA is de internationale van de economische belangen die u daar opsomt. Het is duidelijk dat ook in Brussel, waar beide zetelen, COGECA de lakens uitdeelt. Officieel natuurlijk niet, maar deze dingen werken heel subtiel. In sommige landen worden naar de buitenwereld toe formeel de petjes op andere hoofden gezet, maar informeel worden puur de economische belangen gediend.

En het is maar de vraag of dat dezelfde belangen zijn als die voor het welzijn van de boerenstand. De koploperbedrijven gaan gebukt onder een grote financiële last, jonge boeren vinden geen vrouw meer, het aantal zelfdodingen onder de boeren is onrustbarend hoog. De vervlechting van belangen wordt een welbepaald landbouwmodel doorgedrukt. Alternatieven krijgen weinig kans of worden hoogstens met wat kruimels gefinancierd.

Wat kan je eraan doen? Ik moet altijd denken aan een werkje van Vaclav Havel: ‘Poging om in de waarheid de staan.’ Een kleine groep, een eenling zelfs, kan in de waarheid staan. Niet dat je de waarheid in pacht hebt, maar je kan een poging doen om de waarheid te benaderen. Plots blijkt de eens zo machtige keizer dan naakt.

Dit stuk werd oorspronkelijk geschreven voor Milieudefensie. Het stuk kwam echter te laat aan bij de redactie van het ledenblad, en wordt daarom hier (deels) gepubliceerd. Met dank aan Milieudefensie.

Meer info:
www.kap-ermee.nl
www.milieudefensie.nl

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Luc Vankrunkelsven/Noticias.)