Ga naar de inhoud

Soedanese vrouwen in de frontlinie van het verzet

Er is niets zo moeilijk als een kind verliezen. Er is niets ergers dan onze kinderen te verliezen als gevolg van verraad, onwetendheid, misdaad en kortzichtigheid, en dat is wat er nu in Soedan gebeurt. Tientallen jonge mannen en vrouwen worden gedood door de kogels van het Soedanese leger.

5 min leestijd

(Door Hala Al Karib, Africa is a Country, vertaling globalinfo.nl, foto protesten tegen Bashir in 2018 Facebook/@bashirdiary)

Te midden hiervan is het belangrijk om de bijdrage van de vrouwen van Sudan aan de civiele transitie van het land te erkennen.

Sinds de aanzet tot de revolutie hebben Sudanese vrouwen op briljante wijze gecoördineerd en effectief deelgenomen aan de omverwerping van het Bashir-regime, waarbij het aandeel van vrouwen in de demonstraties in 2018-2019 naar schatting ten minste 60% bedroeg.

Halverwege de jaren negentig verklaarde de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) dat in Soedan meer dan 35% van de huishoudens werd geleid door een vrouw. Nu, meer dan 23 jaar later, is het aantal huishoudens met een vrouw aan het hoofd in Sudan waarschijnlijk verdubbeld, zo niet meer. Hoewel vrouwen het leeuwendeel van de zorg en het onderhoud van hun gezin op zich nemen, hebben ze sinds 2019 ook ongelooflijke stappen gezet om hun invloed en aanwezigheid binnen huishoudens en de publieke sfeer te doen gelden. Als deze staatsgreep standhoudt, zullen Sudanese vrouwen in een zeer donkere hoek worden gesleurd.

We weten allemaal dat de overgangsperiode van de Sudanese revolutie niet ideaal is geweest, en we zijn ons ten volle bewust van het aantal uitdagingen en beperkingen die zich hebben voorgedaan, maar we begrijpen ook ten volle de diepere oorzaken van deze uitdagingen, te beginnen met het onevenredig vormgegeven politieke akkoord, dat restanten van het regime van Omar al Bashir in staat heeft gesteld aan de macht te blijven. Deze factie van de overgangsregering is nooit in iets anders geïnteresseerd geweest dan Sudan gevangen te houden in dezelfde cycli van geweld en armoede die de kansen van Sudan om stabiliteit en vrede te bereiken al lang in de weg staan.

En hoewel er geen duidelijke vooruitgang is geboekt met de wettelijke en institutionele hervormingen in de richting van gendergelijkheid in Sudan, kunnen we niet ontkennen dat de Sudanese bevolking, vrouwen en mannen, tijdens de overgangsperiode veel heeft bereikt. Met name het succes van Soedanese vrouwen bij het vergroten en consolideren van hun aanwezigheid op openbare plaatsen.

Vrouwen richtten sportteams op, hielden zich bezig met creatieve activiteiten en baanden de weg voor beroepen die tijdens het vorige regime voorbehouden waren aan mannen, zoals verkeerspolitie, technische beroepen, automonteur, timmerman en het rijden van auto’s. De stem van de Soedanese vrouwen klonk op alle platforms en door hun deelname aan vreedzame protesten en betogingen eisten zij hun mensenrechten op, terwijl zij ook het bewustzijn over de rechten van vrouwen en meisjes verspreidden.

 Nu, op dit kritieke moment in de geschiedenis van Soedan, staan de vrouwen van Soedan in de frontlinie, opnieuw vechtend om te voorkomen dat hun land weer afglijdt naar duistere tijden.

Als deze militaire coup erin slaagt het land over te nemen, zullen de Soedanese vrouwen een nieuwe cyclus van obscuriteit en geweld tegemoet zien die veel erger kan zijn dan het tijdperk van Bashir, vooral omdat er in het land geen enkele wettelijke hervorming heeft plaatsgevonden. Soedan is nog steeds geen lid van het CEDAW (de conventie tegen discriminatie van vrouwen, vert.) en heeft geen van de internationale protocollen of instrumenten ondertekend of geratificeerd die de positie van vrouwen hadden kunnen verbeteren. Bovendien kent Soedan nog steeds actieve wetten die gendergerelateerd geweld en straffeloosheid voor plegers van geweld tegen vrouwen en meisjes mogelijk maken.

Bovendien worden vrouwen nog steeds gearresteerd wegens zogenaamde “zedendelicten”, ondanks de intrekking van de wet op de openbare orde in Soedan. De straffen zijn streng, met inbegrip van geseling, opsluiting en, in sommige gevallen, executie. Arme vrouwen en meisjes, binnenlandse ontheemden, vluchtelingen en mensen die in gebieden wonen waar gewapende conflicten woeden, blijven het meest kwetsbaar voor deze straffen en georganiseerd geweld.

Een gemilitariseerd systeem kan alleen bestaan door elk sprankje hoop op verantwoordingsplicht en de rechtsstaat weg te nemen.

De redenen waarom Soedanese vrouwen in groten getale aan de revolutie hebben deelgenomen, zijn dezelfde redenen waarom zij nu deel uitmaken van het verzet tegen deze verraderlijke staatsgreep. Wij zijn ons er terdege van bewust dat elke militaire regering de rechten, veiligheid en zekerheid van vrouwen ernstig in gevaar zal brengen, vooral met deze fundamentalisten en krijgsheren aan het roer.

Het klimaat dat is ontstaan door de aanwezigheid van gewapende groepen in civiele gebieden is keer op keer gepaard gegaan met een toename van seksueel en op gender gebaseerd geweld. Er zijn reeds berichten dat een groep soldaten die de coup vertegenwoordigden een opvangtehuis voor meisjes in het noorden van Khartoem heeft bestormd en daar tientallen vrouwelijke studenten heeft aangerand.

Sudanese vrouwen zijn zich er terdege van bewust dat hun toegang tot fundamentele mensenrechten en gerechtigheid afhankelijk is van de aanwezigheid van een civiel en democratisch bestuurssysteem dat de rechten en de menselijkheid van vrouwen respecteert. Alleen onder een dergelijke regering kunnen vrouwen deel uitmaken van juridische en politieke hervormingsprocessen die zullen bijdragen aan het tot stand brengen van betekenisvolle veranderingen. Tot die tijd blijven de vrouwen van Sudan in de frontlinie staan om zich te verzetten tegen elke actie die hen terugdringt of hun menselijkheid en de waarde van hun bijdrage aan de samenleving vermindert.