Ga naar de inhoud

Strijd om de Europese grondwet

In tien lidstaten van de Europese Unie zullen mensen zich in de komende maanden in referenda kunnen uitspreken over de Europese grondwet. In Spanje koos een meerderheid van de opgedaagde stemmers onlangs vóór de grondwet. Bijna alle politieke partijen en maatschappelijke organisaties in de EU hebben zich achter de grondwet opgesteld. Het verzet komt vanuit kleine partijen en organisaties die zich links van de ‘sociaaldemocratie’ bevinden, en vanuit extreemrechtse hoek.

12 min leestijd
Placeholder image

Dit stuk is afkomstig van de website van Eurodusnie

Links tegen de grondwet

De argumenten die door linkse groepen worden ingebracht tegen de grondwet-tekst zijn voor mensen die de discussie een beetje volgen inmiddels al wel bekend (1). Linkse tegenstanders wijzen op het neoliberale karakter van de grondwet, waardoor het kapitalisme als het ware in de uitgangspunten van de Unie wordt ‘gegraveerd’. Belangrijkste tweede argument vormen de controversiële grondwetonderdelen over de Europese defensie: met name het artikel I-40, waarin lidstaten zich verplichten “hun militaire vermogens geleidelijk te verbeteren” (hun defensiekracht uit te breiden), wekt bij links kritiek op.

Een wat langere kritiek van linkerzijde op de grondwet is die van de Fransman Raoul Marc Jennar, werkzaam bij Oxfam en enigszins bekend andersglobalist (2). Hij wijst er terecht op dat er teveel beleidsonderdelen in de grondwet zijn opgenomen die eigenlijk thuishoren in gewone wetten en regelgeving, maar zeker niet in een constitutie. Ook het ‘democratisch tekort’ krijgt bij hem kritiek; de grondwet zou te weinig macht verlenen aan het Europees Parlement. Tevens zou de Europese Commissie niet ;’neutraal’ genoeg zijn, want teveel banden met groepen als de TABD (3) en andere lobby-organisaties. Sterke kritiek levert hij op het ‘neoliberaal karakter’ van de grondwettekst: “we worden dus niet beschermd tegen de economische en financiële globalisering, maar eraan onderworpen”. Tevens stelt hij vast dat economische en monetaire regelgeving met veel detail is vastgelegd in de grondwettekst, terwijl sociale rechten onvoldoende of onduidelijk worden geformuleerd. Wat betreft de militaire paragrafen is het opvallend dat Jannar vooral kritiek levert op het feit dat de Europese militaire macht juist niet onafhankelijk genoeg is: teveel gebonden aan de VS en de NAVO, terwijl een militaire EU-macht volgens hem juist dient om “het internationaal recht te bewaken”. Verder stelt Jennar dat de scheiding tussen kerk en staat niet hard genoeg wordt vastgelegd in de Europese Grondwet, en wijst hij op het feit dat het Europees burgerschap volgens de grondwet slechts geldt voor hen die een paspoort hebben van één van de lidstaten, niet voor andere hier verblijvende mensen. Jennar levert harde en grotendeels terechte kritiek op de grondwet, maar is geen tegenstander van een grondwet an sich: hij hoopt dat na de verwerping van de grondwet er een betere tekst zal worden opgesteld, “die een evenwicht zoekt tussen vrijheid en solidariteit” en waarmee we worden beschermd “tegen de economische en financiële globalisering”.

In Nederland bestaat aan de linkerzijde inmiddels het Comite Grondwet Nee, waarvan het bestuur bestaat uit academici en activisten, deels verbonden aan SP.(4). Het korte manifest van dit Comite vermeldt een aantal van bovenstaande bezwaren, die verder zijn uitgewerkt in een mooi brochure.(5) Het ‘Comite Grondwet Nee’ is onderdeel van de ‘European No Campaign’ (ENC). Het ENC is een voornamelijk progressief gelegenheidsplatform, waar echter ook politici bij zijn aangesloten van het rechtse “Mouvement pour La France” (verzetten zich net als extreemrechts in Nederland tegen Turkije in de EU en zijn voorstanders van een hard immigratiebeleid), en een aantal Tories uit het Verenigd Koninkrijk. De Europese Unie zelf staat voor de ENC niet ter discussie: “The supporters of the network are committed to EU membership”. “Ondersteuners van het netwerk kunnen verschillende redenen hebben waarom dit project (de grondwet) moet worden gestopt”, aldus de website van het platform. Bij de SP, stevig vertegenwoordigt in het Comite Grondwet Nee en het ENC, is men dezelfde mening toegedaan en meent men dat de grondwet door een zo breed mogelijke coalitie moet worden tegengehouden. Het is opvallend dat een aantal argumenten die specifiek door de SP naar voren worden geschoven tegen de grondwet, niet voorkomen in de teksten van het Comite Grondwet Nee. Naast de tevens door het Comite uitgewerkte argumenten (“grondwet giet de neoliberale ideologie in beton”; “grondwet verplicht tot hogere militaire uitgaven”) hecht de SP ook waarde aan het argument van het machtsverlies van Nederland in het grote Europa. Dit argument wordt zelfs als eerste genoemd (6): “stap voor stap wordt Nederland een machteloze provincie van een oppermachtige Europese Unie”. Met name het machtsverlies aan de grote landen wordt door de SP betreurt: “het is niet wenselijk dat Nederland zoveel zeggenschap over haar eigen beleid afdraagt aan de Europese grootmachten.” Daarnaast verzet de SP zich tegen de ‘sociale en culturele uitverkoop’ waar de grondwet toe zou aanzetten, de opgelegde privatisering, en het overgeleverd zijn aan “meer Brusselse bureaucratie”.

Rechts tegen de grondwet

De argumenten van rechts en extreemrechts komen voor een deel overeen met de bovenstaande van de SP. Geert Wilders, die in Nederland vanuit rechts het felst tegen de grondwet lijkt te gaan ageren, schrijft op zijn website: “zowel juridisch als politiek wordt Nederland een provincie van een Europese superstaat.” Ook het zich afzetten tegen de Brusselse democratie komt bij Wilders terug: “Nederlandse burgers worden uitgeleverd aan de grillen van de Brusselse instituties van bureaucraten en technocraten.”(7) En net als de SP vreest Wilders dat Nederland overwoekert zal worden door de grote lidstaten na acceptatie van de grondwet: “Grote Europese landen zullen makkelijk heen kunnen walsen over kleinere lidstaten als Nederland. Nederland is de grote verliezer.” Daar houden de overeenkomsten met de SP op. Wilders klaagt voor de rest over de grote hoeveelheid geld die Nederland jaarlijks aan Brussel kwijtraakt, zonder er iets voor terug te krijgen, maar zijn grote speerpunt is het dreigende lidmaatschap van Turkije van de Europese Unie: “Een stem tegen de Europese Grondwet is een stem tegen grote Turkse invloed in Europa en Nederland.” De restanten van de LPF voeren het komende lidmaatschap van Turkije ook op als belangrijkste argument tegen de grondwet. Enkele extreemrechtse splinters in Nederland en België hebben zich daarnaast verenigd in het “Comite Turkije nee”.(8) De kwestie van de toetreding van Turkije heeft feitelijk niets met de grondwet te maken, maar wordt door extreemrechts in heel Europa (van Wilders tot het Front National tot de Duitse NPD) gretig aangegrepen om binnen het kader van de grondwetdiscussie te ageren tegen migranten en de islam.

Linkse tegencampagne

Het linkse comite “Grondwet Nee” komt met goede inhoudelijke argumenten om deze grondwet af te wijzen. Het vastleggen van de kapitalistische vrije markt-ideologie als een grondwettelijk verankerd systeem – überhaupt de absurde gedetailleerdheid waarmee economische regelgeving wordt gecodificeerd, is niet alleen onzinnig maar ook onacceptabel. Daarnaast vormen de bedenkelijke paragrafen over militair beleid en militaire strategie een goede reden ‘nee’ te zeggen tegen deze grondwet. Het gaat sowieso om een veel te complex en gedetailleerd document, waar allerlei zaken in staan die helemaal niet in een grondwet thuishoren, doordat men ervoor gekozen heeft de bestaande EU-verdragen samen te vatten in de grondwet.

Toch kent de Europese ’tegen’-campagne van linkse groepen, in Nederland verenigd in het Comite Grondwet Nee, ook haar beperkingen.
In de eerste plaats is het problematisch dat men zich in haar argumenten puur op de inhoud van de grondwet-tekst zelf richt. Op zich ligt dit natuurlijk voor de hand, het gaat bij dit referendum formeel gezien immers puur om de inhoud van de grondwet. Het Comite ziet het zelfs als een “gevaar” indien het referendum “een stellingname vóór of tegen Europa wordt”.(9) Echter, door enkel interne kritiek uit te oefenen op de grondwet, en het Europese project zelf niet meer ter discussie te stellen, wordt in feite het bestaan van de Europese Unie geaccepteerd en gelegitimeerd. De initiatiefnemers van het Comite nemen afstand van het ‘marktfundamentalisme’ in de grondwet; maar dit marktfundamentalisme is altijd het uitgangspunt geweest van het hele Europese project, niet enkel een rariteit in de grondwet die nog kan worden rechtgetrokken. De Europese Unie heeft tot nu toe voornamelijk gediend als belangenorganisatie ter facilitering van het bedrijfsleven: zoals nationale staten de belangen behartigen van het eigen bedrijfsleven, is de Europese Unie in de eerste plaats een multinationale service-gerichte instelling voor ‘big business’ in Europa, die gunstige handels, vestigings- en investeringsvoorwaarden creëert en instandhoudt: een voordelig belastingbeleid, deregulering, afbreken van werknemersrechten, marktegalisatie, het sluizen van belastinggeld naar onderzoek en ontwikkeling, aanleggen van infrastructuur etcetera. Dit blijkt ook uit de recent geopenbaarde hoofdpunten van middellange termijnstrategie van Barroso’s Europese Commissie: “making Europe a more attractive place to invest and work”, “knowledge and innovation for growth”, “creating more and better jobs” (10). Economische groei is hoofdprioriteit, om volgens de Lissabon-doctrine van de EU in 2010 het meest concurrerende economisch blok ter wereld te maken. Er wordt geen geheim gemaakt van het gegeven dat milieuoverwegingen of sociaal beleid hier volkomen ondergeschikt aan zijn. Dat deze ideologie terugkomt in de grondwet is in feite niet verrassend – het komt overeen met het wezen van het Europese project. Een campagne tegen de grondwet zal dan ook altijd duidelijk moeten maken dat niet enkel de tekst van een grondwet op onderdelen wordt afgewezen, maar tevens de kapitalistische ideologie die aan de Europese Unie zelf, en aan de lidstaten waardoor deze gevormd wordt, ten grondslag ligt. Deze verandert niet bij het al dan niet verwerpen of enigszins aanpassen van de grondwet.

Hetzelfde probleem doet zich voor bij de kritiek van onder ander het Comite Grondwet Nee op het “bedroevende democratische karakter” van de Europese Unie. Deze kritiek is op zich terecht, maar door enkel te pleiten voor het democratisch ‘upgraden’ van het bestaande EU systeem, zoals meer bevoegdheden voor het Europees Parlement (die er overigens wel zijn in de grondwet) en gekozen commissarissen, sluit men zich op binnen een discussiekader waarin het EU-bestel een geaccepteerde zaak is. Het Comite stelt dat de eenwording van Europa democratisch pas kan slagen bij “actieve betrokkenheid van de Europese bevolking” (11). Dit terwijl het op zijn minst onwaarschijnlijk is dat een bestuurssysteem waar 500 miljoen mensen onder vallen ooit democratisch zal zijn. Een dergelijk grootschalig systeem, hoeveel democratische ‘verbeteringen’ er ook in worden aangebracht, zal altijd sterk centralistisch zijn en burgers nauwelijks het idee kunnen geven werkelijk democratische invloed te kunnen uitoefenen. Basisdemocratie, of tenminste een sterke vorm van decentralisering van macht, wordt al lang bepleit door delen van buitenparlementair links, onder andere binnen de globaliseringsbeweging. Dit lijkt binnen een kolossaal blok als de Europese Unie onmogelijk te realiseren: de ontwikkeling van de democratie in de EU is er een van steeds verdergaande schaalvergroting en centralisering. Kritiek op het a-democratische karakter van de EU moet daarom veel verder getrokken worden dan het vaststellen van een ‘democratisch tekort’ en de aanwezigheid van zakenlobbys. Er valt binnen de structuur en de grootschaligheid van de EU geen acceptabel democratisch systeem te maken.

In de tweede plaats is het riskant om teveel waarde te hechten aan de impact van een bepaalde uitslag in het referendum over de grondwet. De afwijzing van de grondwet betekent niet automatisch “een prachtige kans om stappen vooruit te zetten op weg naar een democratisch Europa” (12). Deze redenering miskent niet alleen het feit dat veel weerstand tegen de grondwet op nationalistische of anti-Turkse motieven is gebaseerd (om de laatste reden durfde men in België zelfs geen referendum te organiseren) , maar overschat ook de uitwerking van een verwerping van de grondwet. Verwerping in Nederland betekent niet zo erg veel: Nederland stelt als lidstaat te weinig voor om in z’n eentje het hele project te kunnen saboteren. Verwerping in Frankrijk zou meer betekenen: de grondwet is dan voor de hele Europese Unie van de baan. Dan blijven we echter zitten met een reeks oude verdragen met precies dezelfde ideologie. Het verwerpen van de grondwet houdt de discussie over het Europees project en democratie echter open, en is daarom zeker te verkiezen.
Afgelopen zondag gaven de Spanjaarden in een referendum hun ‘ja’ woord aan de Europese grondwet. Hoewel de meeste mensen thuisbleven, waren de Spaanse regering en de Europese Commissie dik tevreden met deze uitslag. In Nederland wordt op 1 juni een referendum gehouden over de grondwet. Ook hier zal een meerderheid van de stemmers waarschijnlijk de grondwet goedkeuren. Uit opiniepeilingen blijkt zeer weinig enthousiasme over het hele onderwerp, maar het lijkt niet waarschijnlijk dat de twee belangrijkste ’tegen’ kampen in Nederland, de SP en Wilders, een grote volksmassa tegen de grondwet op de been zullen weten te brengen. Een ruime meerderheid van de Nederlanders blijkt overigens geen flauw idee te hebben wat er in de grondwet staat. Het komende propaganda-offensief van de overheid om mensen ‘ja’ te laten stemmen zal binnenkort in alle hevigheid losbarsten. Het ‘Comite Grondwet Nee’ zal alle zeilen bij moeten zetten om hier bovenuit te komen. Maar grondwet of geen grondwet, het ter discussie stellen van de ideologie achter het Europese project en haar inherent anti-democratisch karakter zal ook na 1 juni noodzakelijk blijven.

Het Comite Grondwet Nee heeft een website.
Meer informatie over de “European No Campaign” is hier te vinden.

eerdere artikelen over de Europese grondwet op de Eurodusnie website:
Grondwet van de elite.

militaire grondwet voor de Europese Unie?

noten:
(1) zie o.a. Tom Kucharz, Grondwet van de elite, http://www.eurodusnie.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=78&Itemid=167
(2) 12 redenen waarom deze eerste Europese grondwet verworpen moet worden (Raoul Jennar), http://ovl.indymedia.org/news/2004/12/3985.php
(3) Trans Atlantic Business Dialogue; Europese zakenlobby
(4) zie http://www.grondwetnee.org/?q=node/6. Het bestuur bestaat uit Willem Bos (SAP), Erik Wesselius (Corporate Europe Observatory), Hans van Heijningen (SP), Arjan Vliegenthart (linkse econoom), Wendela de Vries (Milieudefensie), Marcel Ham (Milieudefensie) en Daniel de Jongh (Platform tegen de nieuwe oorlog)
(5) brochure “Nee tegen deze grondwet” (Comite Grondwet Nee)
(6) http://www.sp.nl/nieuws/actie/grondwet/
(7) Geert Wilders in de Volkskrant van 15 februari 2005: “Nederland moet onafhankelijk blijven”
(8) zie: Gerrit de Wit, Extreem-rechts tegen EU-lidmaatschap van Turkije, http://www.gebladerte.nl/11040f65.htm
(9) Brochure “Nee tegen deze grondwet” (Comite Grondwet Nee), blz. 3.
(10) http://europa.eu.int/idabc/en/document/3841/194
(11) Brochure “Nee tegen deze grondwet”, blz. 14
(12) http://www.grondwetnee.org/?q=node/12

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door David Vervoort.)