Ga naar de inhoud

Thomas Pynchon: Gods Lachen

Literatuur,
in de zin van fictie, krijgt niet al te vaak aandacht op globalinfo. Maar een
nieuw boek van Thomas Pynchon is wat anders. Pynchon is een van de meest
interessante schrijvers op deze aardbol. Eens in de tien jaar komt hij met een
nieuwe pil uit. En die gáát dan ergens over.

14 min leestijd
Placeholder image

Against
the Day is niet zomaar een nieuw boek. Vanaf het moment dat het uitkomt,
beweegt het boek ook internet. Los van verschillende websites over de schrijver
of van de uitgever, komen er verschillende weblogs in werking waarop het boek
per pagina becommentarieerd wordt, of waar lezers verslag doen van hun
bevindingen. Er is een speciaal tijdschrift over Pynchon

Een min
of meer officieële Pynchon-site

Een
Pynchon-Wiki

En
zelfs een speciaal wiki over het boek: Against the Day-wiki

Lezersblog (er zijn er meer)

Verzamellezersblog

En Hier
kunnen lezers over het boek discussieren

Een van
de kenmerkende zaken rond Pynchon is dat hij altijd heeft geweigerd in de media
te figureren. De enige foto van de auteur die circuleert, stamt uit zijn
dossier bij de Marine waar hij in de jaren '50 twee jaar in dienst was. Toen
CNN de schrijver eens in New York stiekum filmde,
heeft hij de zender verboden wat met het materiaal te doen. Hij gaf toen bij
uitzondering een verklaring uit, bestaande uit twee zinnen: "Wil niet
spreken met journalisten. En niet is niet".
Zijn enige publieke optreden
was twee keer als tekenfilmfiguur in de cartoonserie The Simpsons, met een zak
over zijn hoofd. Hij sprak wel zelf de tekst in.

Image

Marja
Brouwers schreef in Vrij Nederland een recensie van Against the Day. Met
toestemming van de schrijfster en het tijdschrift, wordt die hieronder
gereproduceerd:

Gods
lachen: Beschouwing Veelomvattende pil van Thomas Pynchon

Door
Marja Brouwers (Vrij Nederland 13/01/07)

Totalitarisme
tegenover utopianisme, eros tegenover doodsdrift, anarchisme tegenover
corporatisme, natuur tegenover techniek, het zit allemaal in de
desoriënterende nieuwe roman van Thomas Pynchon. Maar wat Against the
Day echt groots maakt, zijn Pynchons stilistische vermogens en zijn
mozartiaanse humor.

Met de
aanleg van de spoorwegen in de negentiende eeuw werd het Amerikaanse
corporatisme geboren. Deze organisatievorm voor het bedrijfsleven was
oorspronkelijk gebaseerd op het idee dat groepen die gemeenschappelijke
belangen vertegenwoordigen organisch opgaan in een geheel, een corpus of
economisch lichaam. Je zou bijna zeggen, dat heeft iets mystieks, en voor zover
niemand meer een flauw benul heeft van de werkelijkheid die schuilgaat achter
woorden als flexibel, creatief, dynamisch, proactief, spel en strategie, heeft
het dat inderdaad.

Maar in
haar eerste fase was de corporatie louter een praktisch systeem van
tempoversnelling en schaalvergroting. Nuttige delfstoffen zoals goud, zilver,
ijzererts, kolen of ruwe olie hoefden niet meer door trekpaarden of muilezels
naar een plaats van bestemming te worden gebracht sinds ze voor het eerst
konden worden vervoerd in het maximale aantal karretjes achter een
stoomlocomotief. Een historisch moment. Door de plotselinge overschrijding van
de snelheidsmaat ging er zoveel ijzererts naar de staalfabrieken dat er na de
aanleg van alle spoorwegen tot en met Tunguska in Siberië en Basra in
Irak genoeg overbleef voor een bloeiende wapenindustrie.

De
vestiging van een nieuw type infrastructuur wordt altijd gevolgd door een
periode van nieuwe inspiratie op zowel economisch als wetenschappelijk gebied.
Vanzelfsprekend gaan ingrijpende vernieuwingen gepaard met de ontwrichting van
een oudere coherentie. De ervaring van een desoriënterende overdosis aan
gewijzigde informatie roept op individueel niveau vaak verwarring en verzet op.
In zijn nieuwe boek, Against the Day, lijkt Thomas Pynchon dit verschijnsel
aanschouwelijk te willen maken door zijn lezers dezelfde ervaring eventjes
thuis te bezorgen. De roman begint met de Wereldtentoonstelling van 1893 in
Chicago en eindigt kort na de Eerste Wereldoorlog in Europa.

In
Chicago rijzen nieuwe wonderen van techniek, elektrisch licht, fotografie en
hoogbouw uit boven het geschreeuw en gejoel van cowboyvolk dat het vee uit
Texas op de ouderwetse manier de slachthuizen in drijft. De openingsbeelden van
de groeiende metropool aan Lake Michigan als knooppunt op de verbindingslijn
tussen de oude en de nieuwe wereld vormen een doeltreffende dramaturgie.
Niettemin zijn de eerste vier- tot vijfhonderd bladzijden van dit lijvige album
ronduit desoriënterend. Verhaallijnen worden opgezet en weer
losgelaten, honderd personages lopen in en uit zonder dat je begrijpt waarvoor
de schrijver ze nodig heeft, net als in eerder werk van Pynchon barsten ze op
onverwachte ogenblikken los in malle liedjes naar de bekende aanbeveling van
Kerouac (wat te dom is om gezegd te worden moet je zingen), en allemaal reizen
ze zo abrupt van hier naar daar dat je ten slotte niet meer weet of ze bij een
bepaalde scéne nog in Venetië zijn, of terug bij de mijnwerkers in
Colorado.

Luchtballon

De
eerste indruk is er dus een van chaos. Verwikkelingen worden geschapen en half
ontrafeld, om op een andere plaats weer van voren af aan te beginnen. Een stel
jonge avonturiers vliegt rond met een luchtballon onder leiding van een
professor uit Connecticut, die ze leert zich onder alle omstandigheden, hoe dol
ook, beleefd en voorkomend te gedragen en geen grove taal uit te slaan. Dat
laatste contrasteert nogal humoristisch met de verscheidenheid aan
stijlregisters die Pynchon zelf tot zijn beschikking heeft. Als stilistische
vermogens de maat zijn van een schrijverschap, dan is Thomas Pynchon zonder
concurrentie de grootste nog levende Amerikaanse schrijver.
Zie
de visuele kracht van beschrijvingen zoals: "Since then, Chuck had lived
from hand to mouth until, at the town of Thick Bush, not far from the Chums'
encampment, someone, recognizing him as the son of a notorious and
widely-sought carpetbagger, had suggested an immediate application of tar and
feathers to his person."

De
typische Pynchon-zin is vaak vergeleken met de stijl van de cartoon. Het
spreekt vanzelf dat daar allerlei morele kritiek op geleverd kan worden. Zo
hebben critici van Against the Day alweer opgemerkt dat in deze roman, net als
in een cartoon, goed en kwaad onproblematisch zijn. De dood is onwerkelijk en
menselijke motivatie is vervangen door pure activiteit. Dat is waar. Het
laatste is buiten de roman trouwens ook wel eens waar. Over het geheel genomen
vindt er in de wereld enorm veel activiteit plaats zonder de minste of
geringste menselijke motivatie. Maar wat is er mis met de cartoon? Op zichzelf
niets. May Road Runner cartoons never vanish from the video waves, schreef
Pynchon er zelf over in zijn voorwoord bij de verhalenbundel Slow Learner.

Bovendien
zijn we hier vertrokken uit het laatste decennium van de negentiende eeuw. In
Duitsland schreef Nietzsche Jenseits von Gut und Böse en in Oostenrijk
ontdekte Freud de gefrustreerde seksualiteit onder de korsetten van de
bourgeoisie. Het perspectief in Against the Day verschuift aldoor van
duizelingwekkend breed tot duizelingwekkend nauw. Af en toe maken de vliegende
adolescenten, de Chums of Chance, een uitstapje naar de Barentszzee voor een
prettig gesprek met een stel Russische collega-ballonvaarders uit het
pre-bolsjewistisch tijdperk.

Misschien
wil Pynchon met deze jongensboekintermezzo's opperen dat diegenen het beste af
zijn die het toeval accepteren als de bepalende factor in de loop van de
geschiedenis, maar een ongemakkelijke conclusie blijft het dan alsnog, want hun
luchtschip heet Inconvenience.

Van de
personages die met beide benen op de grond blijven krijgt de clan van Webb
Traverse de scherpste contouren. Bij gebrek aan hoofdpersonen mag je wel zeggen
dat het Traverse cluster een hoofdlijn vormt in deze goedgehumeurde erupties
van taalcreativiteit. Een tweede cluster vormt zich rond de Oosterse schoonheid
Yashmeen Hartcourt, die zich gaandeweg ontwikkelt tot de Zuleika Dobson-variant
van de femme fatale uit de laat-romantiek. Haar ontmoeten we voor het eerst in
Londen, in de kringen van de T.W.I.T. (True Worshippers of the Ineffable
Tertactys), een obscure groep die met Pythagorese noties en tarotkaarten
duistere machten bestrijdt.

Palindroomachtige
rivalen

Hier
treffen we ook de tarotexpert Madam Eskimoff, als de uit Eliots Waste Land
weggelopen Madame Sosotris. We krijgen te maken met de palindroomachtige rivalen
Werfner en Renfrew, twee professoren, de een continentaal (Duits), de ander
angelsaksisch (Brits), die rivaliserende standpunten innemen in een filosofisch
debat over al deze T.W.I.T. Aan de universiteit van Yale studeert vervolgens
Kit Traverse bij William Gibb, de grondlegger van de thermodynamica. Een paar
wiskundige controversen van omstreeks 1900 (vectorisme, quaternionisme) eisen
hun plaats op als belangrijke theorieën. Misschien zou er wel nooit
iemand op de gedachte van differentiaalrekening zijn gekomen als Kit Traverse
zich niet een tijdje het hoofd gebroken had over de diverse interessante
mogelijkheden voor een vector in vijf dimensies.

Wis- en
natuurkunde, vooral begrippen in verband met elektromagnetisme, optica en
mechanica, vormen een soort leidraad of bindend principe in Against the Day.
Het is alsof deze begrippen los van alle menselijke motivatie een eigen leven
leiden en misschien doen ze dat in werkelijkheid ook. De eerste persoon die
iets nieuws ontdekt, heeft zelden de concrete zaak op het oog die er
uiteindelijk van blijkt te komen (elektrisch licht, film, wapens voor
massavernietiging), net zo min als Einstein Hiroshima kan hebben bedoeld. Zoals
Pynchon schrijft in zijn synopsis: terwijl dat soort ontdekkingen wordt gedaan,
zijn de meeste mensen gewoon bezig hun eigen levens te leiden. Soms kunnen ze
hun levens nog volgen, soms worden ze door hun levens achtervolgd.

En
natuurlijk: "een gelijkenis met de wereld omstreeks de millenniumwisseling
is niet bedoeld." Als hij het zelf zegt, dan zal het wel zo zijn dat die
niet bedoeld is. Een "menselijker" thema verbindt de geschiedenis van
Webb Traverse, zijn zoons Reef, Frank en Kit en zijn dochter Lake. Lezers van
Vineland zullen zich herinneren dat de naam Traverse daar ook al voorkomt. Webb
Traverse is op de bekende manier van ongeregeld volk in het toen nog wilde
westen terechtgekomen en geëindigd in de mijnen van Colorado. Deze
mijnen zijn in handen van het corporate prototype Scarsdale Vibe, die
geparticipeerd heeft in de aanleg van een spoorweg. Zo kun je iets vervoeren,
dus er moet als de bliksem erts en zilver gedolven worden. Vibe wordt rijk en
de mijnwerkers zwoegen lange en ongezonde uren met dynamiet voor weinig geld.

Dynamiet

Het
duurt dan ook niet lang of in de omgeving krijgt iemand het idee dat je wat
beters kunt doen met al dat dynamiet. Zolang de voorraad strekt, kun je er ook
stukken spoorweg mee opblazen. Deze en dergelijke acties hebben de zegen van
een plaatselijke predikant, die uit naam van het geloof in God de obstructie
van de vooruitgang predikt, misschien omdat eigenlijk niemand meer weet wat hij
aanmoet met dat geloof. In een God moet je af en toe nieuw leven slaan, anders
gaat hij dood, zoals Nietzsche net gezegd had. Niemand weet wie het dynamiet
steelt, maar tot ellende van Scarsdale Vibe knalt er van tijd tot tijd een stuk
spoorweg de lucht in. Vibe moet tot de voor de hand liggende conclusie komen
dat hij in oorlog is met de negentiende-eeuwse variant van de terrorist, de
anarchist.

Deze
figuur is ook bestudeerd door Joseph Conrad in Under Western Eyes. De doorsnee
anarchist rond de vorige eeuwwisseling was een Rus die in Londen of Parijs
rondhing, maar het idee van onverwachte bomaanslagen werkt aanstekelijk. Het
ligt voor de hand dat het wilde westen zijn eigen versie van het menselijk
ontstekingsmechanisme produceerde, de Kieselguhr Kid. Niemand weet wie hij is
en de naam waaronder hij bekend staat geeft weinig prijs, want kiezelgoer is
niets dan de poreuze stof waarmee het glyceroltrinitraat in dynamiet wordt
gebonden. De doeltreffende anonimiteit neemt niet weg dat Webb Traverse op een
dag overvallen en ontvoerd wordt door twee ongure types, die hem na martelingen
vermoorden en, om de straf verder voort te zetten, afleveren bij een hick town
nog onguurder dan zijzelf, waar aan elke boom een half door gieren en buizerds
opgevreten lijk hangt omdat begrafenissen er te veel eer worden gevonden.

Daar
wordt hij gelukkig net op tijd aangetroffen door zijn zoon Frank, die de dode
Webb op een paard terug naar huis zeult terwijl allerlei verdenkingen door zijn
hoofd spoken. Was zijn vader de Kieselguhr Kid en zit Scarsdale Vibe
hierachter. Het potentiële wraakthema loopt niet zozeer vast op de
omstandigheid dat Vibe de studie van Kit Traverse in Yale sponsort, maar op de
nadere kennismaking met de twee moordenaars, van wie er eentje trouwt met Webbs
dochter Lake. Voor een echte wraaktragedie heb je een andere wereld nodig, een
wereld met codes van eer et cetera. Die zijn hier niet. Frank besluit zijn
vader dan maar te wreken door zelf een tijdje Kieselguhr Kid te spelen en Lake
belandt in het midden van een triootje met het uiteindelijk onafscheidelijke
duo Deuce en Sloat.

Het
schijnt dat Pynchon op een haar na de Bad Sex Award gemist heeft, maar de jury
die hem daarvoor nomineerde moet het onderscheid tussen slechte seks en slecht
beschreven seks even kwijt zijn geweest. Wie moedig doorleest komt op de ruim
duizend bladzijden van Against the Day een keer of tien een seksscéne tegen, waarbij
alle denkbare onregelmatigheden opvallen wat betreft het aantal deelnemers,
variatie van sekse, soortelijke verwantschap en wat je er verder nog van
verwacht zou hebben. Dat dit niet functioneel zou zijn kan de Bad Sex jury ook
al niet beweren. De ongeorganiseerde seksualiteit van personages als Yashmeen
Hartcourt of Cyprian Lakewood is een aspect van het anarchistische grondthema,
net als de jazz van Dope Breedlove, de eeuwige jeugd van de Chums of Chance en
de eigenaardige drugs die Lew Bashnight gekregen heeft van Dr Oyswharf.

Minuscule
wezentjes

Oyswharf
voert vreemde experimenten uit. In plaats van de door de beatgeneratie
nagestreefde verruimde geest te bewerkstelligen leiden zijn poedertjes tot een
akelige blikvernauwing. Lew wil een biefstukje eten in een wegrestaurant, maar
zodra hij zijn mes in het vlees zet ziet hij op de schaal van kristallografie
dat het biefstukje krioelt van de minuscule wezentjes, die in slagorden bezig
zijn met het verrichten van drukke maar totaal onbegrijpelijke activiteit.
Natuurlijk (dit is Pynchon) lopen ze erbij te zingen, zich kennelijk niet
bewust van het feit dat ze bekeken worden. Lew weet niet wat hij hoort. Uit
zijn biefstuk stijgen piepkleine stemmetjes op en ze zingen:


Yes we're Beavers of the Brain,

Just as busy as you please,

Though we're frequently reported

To behave like little bees

Keep that Bulldog in your pocket

Do not bother to complain

Or you might get into trouble

With the Beavers of the Brain.

Lew
Bashnight weet niet wat hij hiervan moet denken. De dreigende gestalte van de
waard ziet hij pas als die al naast zijn tafel staat. Wat zit jij raar te
kijken naar mijn eten, zegt de waard, waarop Lew tot overmaat van ramp
antwoordt, ja maar, je eten ís raar.

"Het
is altijd donker" luidt het motto van Against the Day, "anders zouden
we geen licht nodig hebben." Een analyse van dit boek door een lezer die
het verhaal op een rijtje wil zetten zou waarschijnlijk de relatief
onbelangrijke ontdekking opleveren dat Pynchon licht gebruikt als een richtende
symboliek. Hiervoor zijn genoeg aanwijzingen te vinden in de afzonderlijke
deeltitels. Het licht over de velden, de dubbele breking van licht in IJslands
kristal, een soort calciet waardoor dubbele beelden ontstaan en de voortgezette
verdubbeling van locaties en personages in deel 3 (Bilocations) vinden allemaal
hun plaats in de beweging "tegen de dag in" naar het oosten, als Kit
Traverse met de Transsiberische spoorlijn naar Tunguska reist, waar in 1908 een
geheimzinnige meteoriet insloeg.

Voor
zover licht een religieus symbool is zou je kunnen zeggen dat onze voorouders
het door een alternatief licht vervingen. Verder vindt een analyse alle
dualismen waar Amerikanen zo dol op zijn. Totalitarisme tegenover utopianisme,
eros tegenover doodsdrift, entropie tegenover orde, anarchisme tegenover
corporatisme, tegencultuur versus hegemonie, natuur tegenover techniek. Noem
het en Pynchon heeft het, maar dat is niet wat hem een groot schrijver maakt.
Hij is een groot schrijver door zijn weergaloze stilistische vermogens en zijn
mozartiaanse humor. Dit is Gods humor, het begrijpend lachen dat alles
vergeeft.

Daarmee
nodigt hij zijn lezers uit om eens te proberen zich iets voor te stellen wat
buiten onze bekende wereld ligt, waarin vooruitgang en vernieuwing uiteindelijk
alleen maar hebben betekend dat de capaciteit om te overheersen en te moorden
een stuk groter geworden is.

Thomas Pynchon, Against the Day, Penguin Press New
York november 2006, importeur Penguin Books Benelux, 34,99