Ga naar de inhoud

Verslag Bijeenkomst over ‘associatieverdrag EU-Midden-Amerika’

Fian, TNI en XminY organiseerden op 5 februari een bijeenkomst over het Associatieverdrag tussen de EU en Midden-Amerika. De aanleiding is de zesde onderhandelingsronde daarover die eind januari in Brussel begonnen is. Als gasten waren aanwezig Jesus Garza (van FIAN-Honduras en de koepel van groepen die de onderhandelingen kritisch volgen (CHAAC) en Yadira Minero (van de vrouwenrechtsgroep Centro de Derechos de Mujeres (CDM).

9 min leestijd
Placeholder image

Een inleidend verhaal werd gehouden door Cecilia Olivet van TNI. TNI is betrokken bij een internationaal overleg over de betrekkingen tussen de EU en Latijns-Amerika, dat Enlanzando Alternativas heet.

Cecilia schetste het kader waarin het beleid van de EU geplaatst moet worden. Zij wijst vooral naar de officiële handelsstrategie van de Europese Commissie, Global Europe genaamd. (zie http://www.stopglobaleurope.org/). Daarin wordt duidelijk gesteld wat de doelen van het Europese handels- en investeringsbeleid zijn: het verkrijgen van zo goedkoop mogelijke grondstoffen en het ‘openbreken’ van markten voor het Europese bedrijfsleven. Het beleid is gericht op het ‘wegruimen van obstakels’ op die gebieden, en het voorkomen van regelgeving die die doelen in de weg zou staan. Bij de onderhandelingen zie je dan ook dat ze daar op mikken, en ook de toegang eisen tot overheidsopdrachten en de markt in diensten.

Global Europe betekent een omslag in de formuleringen van de EU over haar buitenlandse handelsbeleid, dat agressiever dan ooit klinkt.

De EU is nu bezig met een nieuwe generatie handelsakkoorden en de handelswijze van de EU is dat ze lijsten met criteria opstellen voor de landen en de regio’s waar ze zich op richten. Daarin wordt geïnventariseerd hoe de markten samengesteld zijn, de mate van bescherming en de reeds bestaande verdragen. Op basis van deze informatie wordt voor bepaalde regio’s gekozen. Momenteel wordt er onderhandeld met verschillende landen en regionale blokken: ASEAN, Zuid-Korea, India, de Mercosur (hoewel dat sinds 2005 stil ligt), de Andesregio en Midden-Amerika. Daarnaast zijn er natuurlijk de EPA-onderhandelingen, over een vervolg op de Lomé-akkoorden.

Cecilia wijst er op dat de mandaten bij de onderhandelingen van de EU geheim worden gehouden, maar er zijn wel concepten uitgelekt. Daar kun je aan zien dat ze allemaal op elkaar lijken, overal wordt dezelfde strategie gevolgd, in weerwil van de bewering van EU-diplomaten dat er rekening wordt gehouden met de regionale verschillen en lokale belangen.  Ook een andere claim van de EU moet helaas gecorrigeerd worden. Ze beweren dat het beleid gericht is op het stimuleren van regionale blokken, maar in de praktijk gebeurt juist het tegenovergestelde en worden de blokken uit elkaar gespeeld als de EU zijn eisen niet gehonoreerd ziet. Dan wordt gemikt op de zwakste landen binnen zo’n blok en geprobeerd daar bilaterale overeenkomsten mee te bereiken.

Jesus Garza

Jesus Garza volgt de onderhandelingen tussen de EU en Midden-Amerika nauwgezet en zit sinds twee jaar in de ’technische commissie’ van CHAAC die opgericht is om de gevolgen van het vrijhandelsverdrag CAFTA (tussen de regio en de VS) te volgen en waar ook de onderhandelingen met de EU bekeken worden. Garcia beaamt Cecilia’s inschatting dat deze onderhandelingen gezien moeten worden als voorbeeld van een agressief handelsbeleid van de EU. De pijlen worden daarbij gericht op precies die onderwerpen die gezorgd hebben voor de beruchte impasse in de WTO-onderhandelingen, zoals afspraken over ‘intellectuele eigendomsrechten’, rechten voor investeerders en de garantie op deelname van buitenlandse bedrijven bij openbare aanbestedingen. “De EU zegt dat het geen vrijhandelsakkoorden zijn maar een ‘associatieverdrag’, maar dat is alleen omdat het mooier klinkt. Wij vinden dat een beest dat loopt als een kat en miauwt als een kat, gewoon een kat genoemd moet worden. Het kan natuurlijk ook aan tijger zijn”.

Volgens de EU bestaat het verdrag uit drie componenten. Naast afspraken over (vrij)handel en investeringen, zou het ook gaan om een politieke dialoog en ontwikkelingssamenwerking. Garza ontkent niet het belang van het proces dat de EU op gang heeft helpen brengen op het gebied van vredesbesprekingen en mensenrechten. Dat  loop echter al sinds 1984 en daarvoor is dit ‘associatieverdrag’ helemaal niet nodig. Bovendien is het op dat gebied nu vastgelopen op het punt dat de EU van de Midden-Amerikaanse landen verlangt dat ze het Verdrag van Rome ondertekenen (over erkenning van het Internationaal Gerechtshof, red.) hetgeen El Salvador en Nicaragua pertinent weigeren. Op het gebied van ontwikkelingshulp ligt het standpunt van de EU ook vast. Er is afgesproken dat er over een periode van tien jaar 850 miljoen euro gedoneerd wordt, en geen cent meer. Dat loopt tot 2013. Nicaragua heeft in 2008 verzocht om de instelling van een speciaal fonds met rentevrije leningen, maar daar zit geen vooruitgang in. Dus feitelijk gaan de onderhandelingen over de instelling van een vrijhandelszone, de derde loot aan de stam. Nu is het volume van de onderlinge handel verwaarloosbaar. Volgens Garza gaat het eigenlijk om de vorming van een achterdeur naar de VS toe, en andersom. “Daarom zijn exporteurs in de VS ook voorstander van dit verdrag”. Naast de doorvoer naar de VS, is het ook handig als toegang naar de Pacific. Het zou handig zijn als goederen makkelijk via Midden-Amerika naar het gebied van de Stille Oceaan kunnen.

De onderhandelingen gaan onder meer over het terugbrengen van de importtarieven. De Midden-Amerikaans landen zijn onderdeel van het ‘general preferential trade system’ waarmee ze voor hun landbouwproducten  toegang tot de Europese markt hebben. Ze eisen alleen betere voorwaarden voor suiker en bananen. De EU eist daarentegen de eerbiediging door de Midden-Amerikaans landen van de ‘geografische denominatie’ (*) voor zo’n 800 Europese producten. Dat zal zeker gevolgen hebben voor lokale producenten. De Hondurese ondernemersbond heeft om deze redenen al geëist dat de regering zich uit de onderhandelingen terugtrekt. Ook gaan er nu in Midden-Amerika stemmen op om de belangrijkste koffiesoorten ook ‘geografisch te markeren’. Een soort pokerspel dus, maar tussen ongelijke partijen. Het zal ook op het gebied van de handel in en productie van medicijnen de bekende gevolgen hebben dat medicijnen duurder worden omdat de multinational die bepaalde patenten heeft kan verbieden dat er vergelijkbare generieke middelen verkocht worden.

Het eigenlijke doel van dit pokerspel is om zo groot mogelijke toegang te verkrijgen voor Europese bedrijven. Die hebben op veel gebieden al flink toegeslagen (telefonie, energie, visserij). Zo wordt in de onderhandelingen nu gevraagd om de beschikking dat als een Europees bedrijf eenmaal gevestigd is in een van de Midden-Amerikaans landen, ze automatisch het recht hebben tot mededinging bij openbare aanbestedingen in heel Centraal-Amerika. Om die reden eist de EU ook dat Centraal-Amerika samen een douane-unie vormt. Maar dat zit er momenteel niet in, ook al omdat Honduras bijvoorbeeld steeds meer betrekkingen met China aanknoopt.

Aan de kant van de kritische krachten in Centraal-Amerika worden de onderhandelingen met argusogen bekeken. Er was veel weerstand tegen CAFTA en dat verplaatst zich nu ook naar het EU-verdrag. Een van de meest prangende problemen is de verdeling van drinkwater. Men ziet bijvoorbeeld in Costa Rica dat de hotels water krijgen voor hun groene gazons en de omliggende dorpen niet, dat soort dingen kan de EU opeisen voor haar horecasector. De wurggreep die bij de onderhandelingen gehanteerd wordt, is het afsnijden van ontwikkelingshulp of het verleggen van de koffie-import. Iedereen weet dat de Midden-Amerikaans landen alleen ruwe grondstoffen en arbeidskrachten in de handelsweegschaal kunnen leggen..

Yadira Minero

Yadira Minero werkt bij het Centrum voor Vrouwenrechten (CDM) dat ook lid is van CHAAC, een koepel van 14 Hondurese organisaties dat de vrijhandelsverdragen in de gaten houdt..

Yadira schetst eerst, ondersteund door beelden van een powerpoint, de situatie van vrouwen in Honduras die in de maquila werken, de belastingvrije assemblagezones die sinds de jaren ’90 ingesteld zijn. De situatie is weinig florissant. Het is het bekende verhaal van slechte arbeidsomstandigheden, lange werktijden en lage lonen. Vakbondswerk is moeilijk omdat bedrijven makkelijk de deuren sluiten en vertrekken als de arbeiders zich organiseren.

Het reële loon is sinds de invoering van CAFTA gezakt. Een van de nieuwe trucs van de ondernemers is het betalen van een extra bonus als een bepaald aantal stuks per dag gehaald wordt, maar dat aantal moet wel de hele week gehaald zijn. Het kan dus voorkomen dat je je een aantal dagen uit de naad werkt zonder dat je er extra voor betaald krijgt, omdat je het een dag in die week het streefdoel niet haalde.

Wettelijk hebben arbeidersters op bepaalde gebieden wel rechten, maar het minimumloon wordt zelden uitbetaald. Het loon is ook zo laag dat het lang niet genoeg is om zelfs maar de basisbehoeftes te betalen.

Berekend is dat het verlies aan belastingen (door de belastingvrije zones) tussen 2002 en 2007 zo’n 2065 miljoen dollar bedraagt, oftewel 75 procent van de begroting van de Hondurese regering in 2007.

Discussie en vragen

In de discussieronde na de inleidingen wordt onder andere ingegaan op de mogelijkheid van het eisen van mensenrechten, waaronder het recht op voldoende voedsel.

Volgens Garza is het associatieverdrag op meerdere vlakken in strijd met de internationale mensenrechten, bijvoorbeeld als het gaat om het eerdergenoemde water. De onderhandelaars van de EU houden zich van de domme of verzekeren dat het echt niet de bedoeling is om publieke diensten te privatiseren. Omdat ze de onderhandelingstekst niet te zien krijgen, kunnen ze moeilijk campagne voeren en alleen achteraf (als het verdrag ondertekend is) hun gelijk krijgen.

Yadira stelt dat het recht op voedsel een goede toevoeging zou zijn, omdat ze tot nu toe voornamelijk campagne hebben gevoerd met het argument van de achteruitgang van arbeidsrechten en het effect dat het vrijhandelsakkoord zou hebben op de werkgelegenheid.

Wat betreft de tegencampagne: in Europa is tot nu toe weinig bereikt. De EU is handig in het coopteren en zet een circuit van nep-dialogen op met ‘de civiele samenleving’. Dat wordt vooral benut door het bedrijfsleven om extra te lobbyen. Wel zijn er langzaam wat resultaten wat betreft het onthullen van de ware bedoelingen van de EU. Het Europees parlement heeft weinig te zeggen over deze onderhandelingen, dus daar valt ook weinig te halen. Vakbonden in Europa vertonen eveneens weinig interesse. Het meeste resultaat wordt nog verwacht in Midden-Amerika, waar de regeringen kritischer worden en verzet onder de bevolking groter is.

*) Een soort copyrights voor voedingswaren (zoals Parmesaanse kaas) die alleen nog onder die naam verkocht mogen worden als ze daadwerkelijk daar vandaan komen.

websites:
http://www.bilaterals.org/
Voor kluster berichten over EU-Midden-Amerika verdrag zie:
http://www.bilaterals.org/rubrique.php3?id_rubrique=152
uitgelekt conceptversie verdrag: http://www.bilaterals.org/article.php3?id_article=8336

CHAAC: http://chaac.org
TNI: http://www.tni.org/
FIAN: http://www.fian.org/
FIAN-Nl: http://www.fian-nederland.nl/
XminY: http://www.xminy.nl
https://www.globalinfo.nl