Ga naar de inhoud

Waarom extreemrechts het zondag in Brazilië veel beter deed dan verwacht

De komende weken kan nog veel veranderen maar statistisch gezien wordt de extreemrechtse kandidaat Jair Bolsonaro de volgende president van Brazilië. De oud-militair scoorde zondag veel beter dan verwacht dankzij de steun van evangelische kerken en de landbouwsector.

8 min leestijd

(Door Mario Osava, oorspronkelijk verschenen bij DeWereldMorgen, foto wikipedia)

Jair Bolsonaro, een voormalige legerkapitein die de gepensioneerde generaal Hamilton Mourão als vicepresidentskandidaat koos, haalde zondag in de eerste ronde 46,03 procent van de stemmen. Met vier procentpunten meer zou er op 28 oktober geen tweede ronde zijn geweest.

Zeker van de overwinning

Statistisch gezien mag hij met zoveel stemmen zeker zijn van de uiteindelijke overwinning. Maar dit zijn zeer ongewone verkiezingen, met factoren die snel kunnen veranderen en twee kwetsbare protagonisten. Afwijzing van een kandidaat kan een grotere rol spelen dan steun aan een kandidaat. En in de peilingen wordt de oud-militair het sterkst afgewezen vanwege zijn autoritaire neigingen.

Zijn tegenstander, Fernando Haddad van de Arbeiderspartij (PT), haalde 29,28 procent van de stemmen. Hij heeft al minstens de expliciete steun van de Democratische Partij van de Arbeid (PDT), waarvan de kandidaat, Ciro Gomes, 12,47 procent haalde.

Heimwee naar de dictatuur

Het wordt een strijd tussen de angst voor het einde van de democratie en de angst voor een terugkeer van de Arbeiderspartij. Bolsonaro stak zijn heimwee naar de militaire dictatuur (1964-1985) nooit weg. De Arbeiderspartij wordt vereenzelvigd met de systematische corruptie en economische recessie.

In het discours van de 63-jarige Bolsonaro is geweld de kern van alle oplossingen. Hij belichaamt een bijzondere combinatie, de strijd tegen corruptie, misdaad, het vermeende morele verval en de economische crisis, allemaal zonden van de linkerzijde onder leiding van de PT, volgens hem.

Anti-PT-kandidaat

Door zich op te werpen als de belangrijkste anti-PT-kandidaat forceerde hij de beslissende doorbraak. Andere presidentskandidaten probeerden dat ook, maar die misten de afgelopen weken de kracht om de opmars van de voormalige legerkapitein te stoppen.

Geraldo Alckmin, de kandidaat van de Braziliaanse Sociaaldemocratische Partij (PSDB), de belangrijkste rivaal van de PT sinds 1994, bleef steken op 4,76 procent, een einde in mineur voor de man die een paar maanden geleden, als voormalig gouverneur van São Paulo, de rijkste en meest bevolkte staat in Brazilië, nog een van de favorieten was.

Door zich tegen het hele politieke systeem te kanten, een systeem dat volgens hem corrupt is en geen rekening houdt met de wensen van het volk, kon Bolsonaro zich opwerpen als de grote vernieuwer, ook al zit hij zelf al sinds 1991 in het verguisde Congres, waar hij allianties aanging met fracties waarvan de leiders nu in de gevangenis zitten voor corruptie.

Misdadigers doden

Ook met zijn voorstel om misdadigers te doden en zo de toename van de misdaad te bestrijden, won Bolsonaro veel stemmen. Dat hij als een militair is blijven denken en handelen heeft zijn discours geloofwaardiger gemaakt, een enorm voordeel wanneer bij velen een sterk gevoel van onveiligheid leeft.

Het pak stemmen dat Bolsonaro er de laatste dagen bij kreeg, maakt ook duidelijk dat hij sterke steun geniet bij veel evangelische kerken. Die proberen al lang via de politiek hun invloed uit te breiden, door kandidaten naar voren te schuiven en te financieren.

Evangelische kerken

De religieuze groepen laten zich nadrukkelijk gelden in het anti-PT-kamp. Aan de vooravond van de eerste ronde riepen predikanten op voor rechtse kandidaten te stemmen.

Bolsonaro werd twee jaar geleden gedoopt in de evangelische Assemblee van God en ook zijn tweede vrouw is lid van een evangelische gemeente. Hij koestert al jaren de steun van de meest rechtse religieuze stromingen, die in 2016 Marcelo Crivella aan het burgemeesterschap van Rio de Janeiro hebben geholpen.

Die sterke alliantie is gebaseerd op de verdediging van gewoonten en morele waarden die volgens hen bedreigd worden door links. Het feminisme, de decriminalisering van abortus, het homohuwelijk, seksuele voorlichting op school, de “genderideologie”, de liberalisering van het gebruik van marihuana: het zijn maar enkele van de “demonen” van het linkse “communisme” waartegen ze tekeergaan.

Landbouwindustrie

Die regressieve stroming is zeer sterk bij de armen en in de middenklasse. Ze heeft nu een stem gekregen en ziet kans om de macht te grijpen. Daarbij kiest ze voor een extreemrechts verhaal, een verhaal waarvan het land bevrijd leek na het einde van de militaire dictatuur (1964-1985).

Ook de steun van de landbouwindustrie is een cruciale factor. In het Congres heeft die de steun van 214 afgevaardigden (op een totaal van 513). Bolsonaro zelf haalde zondag een ruime meerderheid in het agrarische westen van het land. Daarbij valt vooral de steun van de veetelers op, de meest agressieve sector binnen de landbouwindustrie, de sector ook die aan de basis ligt van het platteland als politieke beweging.

Groei van extreemrechts

De plotselinge groei van extreemrechts zondag blijkt niet alleen uit de overwinning van Bolsonaro, maar ook uit andere verkiezingsresultaten. De Sociaalliberale Partij (PSL) was al de achtste partij waar de oud-militair lid van geworden was in zijn politieke carrière. Hij deed dat in januari toen hij een gooi wilde doen naar het presidentschap.

De PSL is een van de vele kleine partijtjes in het versplinterde politieke landschap. Ze werd opgericht in 1994 en heeft slechts acht zetels in een Huis van Afgevaardigden en geen enkele in de Senaat. Maar zondag sprong ze ineens naar 52 afgevaardigden en vier senatoren. Eduardo Bolsonaro, zoon van de presidentskandidaat, haalde 1,8 miljoen stemmen, 8,7 procent van het totale aantal stemmen in de deelstaat São Paulo, geen enkele nationale afgevaardigde deed ooit beter.

Door Bolsonaro te steunen maken verschillende kandidaten ook grote kans te worden verkozen tot gouverneur. Dat is onder meer het geval met Wilson Witzel, een nieuwkomer in de politiek die na zeventien jaar als rechter en militair naar de tweede ronde gaat als kandidaat voor het gouverneurschap van Rio de Janeiro. Hij haalde 41 procent van de stemmen, dubbel zoveel als de tweede.

Peilingen aan de vooravond van de verkiezingen hadden hem nog een derde plaats voorspeld, met slechts 12 tot 17 procent van de stemmen, waardoor hij niet naar de tweede ronde zou gaan.

Zwakke punten

Bolsonaro lijkt niet meer in te halen. Maar Brazilië heeft in deze turbulente en gepolariseerde tijden laten zien dat een vloedgolf in een paar dagen of weken van richting kan veranderen.

Zijn zwaktes zijn duidelijk zichtbaar. Dat bleek ook tijdens de verwarde toespraak waarmee hij zijn overwinning in de eerste ronde vierde. Hij had het over “een einde maken aan alle activisme”, zonder te verduidelijken wat hij daarmee bedoelde, en over een belastingverlaging, terwijl dat net als een van de oorzaken van het begrotingstekort wordt gezien, dat in augustus 2016 tot de afzetting van president Dilma Rousseff (2011-2016) heeft geleid.

Bolsonaro is al parlementslid sinds 1991, werd zes keer herkozen, de laatste keer, in 2014, met het hoogste aantal stemmen in Rio de Janeiro, 464.000 stemmen. Hij viel alleen op door zijn brutale uitspraken, zoals zijn uitval naar een vrouwelijk parlementslid die “hij niet zou verkrachten omdat ze het niet verdient”.

Slechts twee goedgekeurde wetsontwerpen

Slechts twee van de 170 wetsontwerpen die hij in die 28 jaar indiende, werden goedgekeurd, een over een belastingverlaging op informaticaproducten, en een over de vrijmaking van het gebruik van een “kankerpil”, waarvan de werking niet is bewezen; zo’n thema hoort ook geen voorwerp van een wet te zijn maar van wetenschappelijke en medische evaluatie.

De kandidaat zelf erkent zijn zwaktes. Hij weigerde deel te nemen aan televisiedebatten met andere kandidaten. Dat hij op 6 september in het ziekenhuis belandde nadat hij met een mes was aangevallen, behoedde hem eveneens voor confrontaties die zijn zwaktes hadden kunnen blootleggen.

De komende drie weken zullen beide kandidaten niet meer kunnen vluchten voor de publieke opinie. Elke kandidaat krijgt tien minuten op de nationale televisie. Inconsistente uitspraken kunnen fataal zijn.

Achilleshiel van Haddad

Ook Haddad heeft zijn achilleshiel. Eerst en vooral is er de smet van corruptie op het blazoen van zijn partij. Sinds april zit voormalig president Luiz Inácio Lula da Silva daarvoor in de gevangenis. De Arbeiderspartij maakte ook economische fouten, vooral tijdens de regering van Dilma Rousseff.

Bovendien wordt de PT beschuldigd van autoritaire, “communistische” neigingen, vooral voor hun pogingen om de media te beïnvloeden en het Venezolaanse regime van Hugo Chávez te steunen, een kwestie die nog dramatischer werd door de duizenden migranten die Venezuela ontvluchtten en in Brazilië een beter leven hoopten te vinden.

De linkse kandidaat, die ook hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit van São Paulo is en vroeger minister van Onderwijs en burgemeester van São Paulo was, zal een enorme inspanning moeten leveren om een democratisch front tegen Bolsonaro op de been te brengen en het sterke anti-PT-sentiment bij de religieuze armen, de middenklasse en de economische wereld te verzachten.

Zijn sterkste wapen is het sociale beleid dat de regering van Lula (2003-2010) voerde. Het haalde miljoenen mensen uit de armoede, vooral in de regio Noordoost, de enige regio waar links zondag een stevige meerderheid haalde.