Ga naar de inhoud

war = good business

Zelden zijn de belangenverstrengelingen zo groot geweest tussen zakenleven en politiek, als in de huidige regering Bush. Een recent schandaal, dat geen schandaal werd, maakt dat nog eens duidelijk.

10 min leestijd
Placeholder image

terug naar wto.zip nr. 49

De herverkiezing van Bush heeft hernieuwde aandacht opgeleverd voor de verstrengeling tussen politiek en bedrijfsleven. In de VS waren er traditioneel altijd al sterke banden tussen transnationals en partijen bij de verkiezingscampagnes (zie bijvoorbeeld Voor Wat Hoort Wat) maar het eerste kabinet Bush spande de kroon. Het was vergeven van (voormalige) ‘corporate executives’ met belangen in ondermeer defensie-investeringen (Carlyle) en bedrijven die rijk worden aan ‘wederopbouw’ (Halliburton, Bechtel). Naar verluidt wordt in kringen van topmanagers tegenwoordig gegrapt over het ‘doen van een Halliburton’ als een bouwbedrijf zich in financiële moeilijkheden bevindt. Het komt neer op een land of regio laten platbombarderen en vervolgens de lucratieve opdrachten in de wacht slepen om de wederopbouw te doen.

Over het algemeen verdedigen deze CEO-politici zich met de mededeling dat ze de directe banden met het bedrijf waarvan ze afkomstig zijn, tijdelijk verbroken hebben. En tot nu toe kwam het gehele kabinet Bush daar goed mee weg. Media zochten soms wel uit welke banden er in werkelijkheid nog bestonden [1] maar dat veroorzaakte geen grote ophef bij de kiezers of in de grotere (en vaak mede door dezelfde concerns beheerste) media.

James Baker

Naomi Klein schreef in haar vaste rubriek in weekblad The Nation op 12 oktober over de merkwaardige dubbelrol die voormalig minister van Buitenlandse Zaken James Baker bekleedt in de oorlog tegen Irak [2].

Baker is tegenwoordig speciale gezant van Bush voor de buitenlandse schuld van Irak. Zijn taak is om landen te bewegen de vorderingen op Irak kwijt te schelden, zodat dat land z’n geld kan besteden aan wederopbouw van de door Baker en de zijnen door sancties en oorlog verwoeste infrastructuur. Nu ontdekte The Nation dat Baker – die senior counselor is bij de Carlyle Group en mede-eigenaar ter waarde van een geschatte $180 miljoen – betrokken was bij een poging om een gedeelte van de vordering die Kuweit op Irak heeft, over te hevelen naar Carlyle. Via een voor de leek ingewikkelde constructie hoopt Baker/Carlyle daarmee een opdracht ter waarde van 1 miljard dollar in de wacht te slepen. De overgenomen vorderingen zouden vervolgens beheerd worden door een consortium waarin naast de Carlyle Group de Allbright Group zit, inderdaad van Clinton’s minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Allbright. Dit alles bleek uit een uitgelekt ‘business proposal’ dat het consortium aan de Kuweitse regering had gestuurd.

Hiermee is niet alleen een merkwaardige belangenverstrengeling geopenbaard, maar ook nog een die recht ingaat tegen het officiële beleid dat de VS en de gezant beogen te voeren. In plaats van te proberen de schulden zoveel mogelijk kwijt te schelden, proberen Baker en de zijnen er zoveel mogelijk uit te slepen (en dus Irak zoveel mogelijk te laten betalen).

Sisser

Op 28 oktober kwam Klein terug op het verhaal, met een relaas van de sisser waarmee de onthulling af dreigde te lopen [3]. Ze liepen zich op de redactie van the Nation net te verkneukelen over het feit dat het ze gelukt was om Carlyle een miljard dollar door de neus te boren, toen het nieuws binnenkwam dat Carlyle doodleuk ontkende nog deel uit te maken van het bewuste consortium. Ze zouden zich hebben teruggetrokken toen Baker benoemd werd tot schulden-gezant. Alleen was daar geen enkel bewijs voor. Het bedrijf beweerde dat ze dat “mondeling aan de andere partners gemeld hadden”. Terwijl in het uitgelekt zakenvoorstel, dat twee maanden NADAT Baker aangesteld was als hulp van Bush, de Carlyle Groep niet minder dan 47 keer vermeld wordt. James Baker wordt ook elf keer met naam en toenaam opgevoerd. Ook andere partners in het consortium, zoals het consultantbedrijf van Allbright, bevestigden dat Carlyle nog steeds deel uitmaakt van het consortium, evenals een woordvoerder van de premier van Kuweit. Bovendien had de woordvoerder van Carlyle (Christopher Ullman) het oorspronkelijke stuk ingezien en goedgekeurd. Hij had Klein nog gebeld om te bedanken voor de manier waarop hij geciteerd was.

Naomi Klein belt die Ullman nog maar eens om te weten hoe het zit nu het verhaal 180 graden omgedraaid is en beschrijft hoe ze “het gevoel kreeg te praten met een van die gehersenspoelde tiepes uit “The Manchurian Candidate,” de film van Jonathan Demme over een Carlyle-achtig bedrijf dat samenspant om een mindcontrollede kandidaat in het Witte Huis te krijgen.” “We hebben ontdekt dat we niet eens tot dat consortium zijn toegetreden”, verklaarde Ullman vlakjes. “Toen ik gisteren met je sprak, wist ik dat niet”.

Geheugenchips

Het meest verbazingwekkende is, ook volgens Klein, dat het nog werkte ook. Het verhaal dat eerst overal de voorpagina’s haalde, verdampte net zo snel weer. Een krant als The New York Times heeft geen letter over de zaak geschreven, terwijl ze nog wel een redactioneel commentaar hadden gewijd aan zijn aanstelling als speciale gezant voor Iraaks schulden waarin hij opgeroepen werd om op te stappen bij Carlyle. Kerry deed er ook niets mee in zijn campagne, uit angst dat dat terug zou slaan op Madeleine Allbright uit zijn eigen partij. Klein vermoedt zelfs een geniale zet van Carlyle die Allbright met opzet binnengehaald zou hebben om zich op die flank beschermd te weten.

“Het leek wel alsof de gehele media in de VS met Manchuriaanse geheugenchips waren geïmplanteerd,” schrijft Klein in The Nation. “Hier hebben we het bewijs dat de Carlyle Group had deelgenomen aan een plan om Baker te gebruiken voor het ondermijnen van het beleid van de VS, misschien wel in strijd met wetten op het gebied van belangenverstrengeling. Maar Carlyle ontkomt weer eens.” Het bedrijf – dat bekend staat om de hoeveelheid ex-presidenten in de gelederen – is notoir vanwege zijn onaantastbaarheid.

Ook het Witte Huis voelde zich niet geroepen om een antwoord te geven op de vraag of de zakenbelangen van Baker misschien zijn werkzaamheden als gezant in de weg hadden gestaan. “Het antwoord wordt in ieder geval niet gegeven doordat er nu 1 miljard dollar in de schatkist van een rijk olie-emiraat blijft, in plaats van naar Carlyle te vloeien,” schrijft Klein. “Een week nadat de deal verloren ging, keerde Carlyle een recordbedrag van 6,6 miljard dollar uit aan zijn investeerders”. “Het zijn de beste 18 maanden geweest die we ooit gehad hebben,” pochte hoofd investeringen van Carlyle Bill Conway in de Financial Times. “We made money and we made it fast.”

Minder voorspoedig

Klein besluit haar stuk met de blik te verplaatsen naar Irak waar “het de afgelopen 18 maanden aanmerkelijk minder voorspoedig is gegaan.” “Het Iraakse ministerie van Gezondheid heeft een gruwelijk rapport uitgebracht over de crisis in de gezondheidszorg na de invasie, waaronder uitbraken van typhus en tuberculose en sterk gestegen sterftecijfers van pasgeboren kinderen en hun moeders. Een week nadat dat rapport verscheen, betaalde Irak weer eens $195 miljoen dollar aan herstelbetalingen voor de oorlog, grotendeels aan Kuweit. Tegelijkertijd kondigde het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken aan dat een bedrag van $3,5 miljard dat oorspronkelijk bedoeld was voor verbetering van de voorzieningen op het gebied van water, riolering en elektriciteit in Irak, overgeheveld werd naar verbetering van de veiligheid. Volgens onderminister van Buitenlandse Zaken Richard Armitage kon dat omdat schuldenverlichting aanstaande was.”

Maar dat is allerminst het geval volgens Klein. In feite raakt Irak juist steeds dieper in de schulden nu IMF en Wereldbank nieuwe leningen ter waarde van $836 miljoen vrijgegeven hebben. “Ondertussen is het Baker niet gelukt om een enkel land zover te krijgen om schulden aan Irak te schrappen. Iraks schuldeisers weten dat, terwijl Baker van hen vroeg om een hand over het hart te strijken, zijn bedrijf aan Kuweit een speciale deal aanbood om Irak onder druk te zetten om te betalen. Dat is niet het soort nieuws dat leidt tot vergevingsgezindheid en goede wil”.

Briljante onderzoeksjournalistiek, die helaas nog geen rimpeltje in de vijver weet te produceren. Sterker nog: degenen die zo blootgesteld worden, worden beloond met winst in de verkiezingen. Desondanks blijft het uiteraard belangrijk dat de feiten boven tafel komen, misschien wel des te belangrijker nu duidelijk is dat niet meer gerekend kan worden op enige vanzelfsprekende politieke controle.

En verder…

Voor wie op dit gebied nog niet genoeg voor de kiezen heeft gehad, is een regelmatige blik op de website http://www.corpwatch.com altijd aan te bevelen. Daar wordt nu bijvoorbeeld de praktijk van de onderneming Halliburton in Kuweit onder de loep genomen [4]. Op basis van 400 documenten die zijn vrijgegeven door een kwaad Democratisch congreslid, wordt duidelijk dat Halliburton (die vanuit Kuweit een groot deel van de wederopbouw van Irak coördineert) structureel smeergeld eist van ondernemingen die ook een graai uit de lucratieve pot willen halen. Halliburton wordt in de volksmond dan ook Halibaba genoemd (van de veertig rovers, ja).

De Amerikaanse activistenschool Ruckus Society heeft inmiddels een kaartspel in de verkoop met de koppen van de 52 grootste war profiteers erop [5]. De opbrengst gaat naar acties tegen de bezetting van Irak.

Bij Uitgeverij Seven Stories is zojuist het boek Iraq Inc. uitgekomen, dat voornamelijk geschreven is door medewerkers van Corpwatch [6].

Corpwatch heeft een speciale afdeling “War Profiteers” op de website, waar handige ‘company profiles’ te lezen zijn en artikelen over graaiende bedrijven in uiteenlopende oorlogen. Niet alleen Irak blijkt immers een lucratieve oorlog op te leveren (dat wil zeggen: de lokale bevolking en de belastingbetaler betalen de prijs, de bedrijven strijken de winst op). Ook in Darfur liggen de bedrijven alweer op de loer, blijkt uit het stuk Darfur Diplomacy; Enter the Contractors [7]. Dat artikel gaat vooral over Dyncorp Corporation, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het ‘assisteren van vredesoperaties’ en eigenlijk een geprivatiseerd interventieleger is. Oorlogen als die in Afghanistan en Irak worden in toenemende mate uitgevoerd door bedrijven. De balans is zover doorgeslagen dat er nu gemord wordt in de hoogste kringen van het Amerikaanse leger volgens het blad Defense Daily. [8].

Op de website van de Britse evenknie Corporatewatch vinden we vermelding van een onderzoek van de ngo’s GRAIN en Focus on the Global South waaruit blijkt dat de VS ook bezig is om in Irak een wettelijk verbod op hergebruik van (gepatenteerde) zaden door boeren in te stellen. Daardoor zullen zij gedwongen worden om hun zaaigoed af te nemen van multinationals als Syngenta of Monsanto [9]. “The US has been imposing patents on life around the world through trade deals. In this case, they invaded the country first, then imposed their patents. This is both immoral and unacceptable,” said Shalini Bhutani, one of the report’s authors.

Het zal vast toeval zijn dat de cd-speler net nu ik dit artikel (over)schrijf De Amerikaanse zanger Gill Scott-Heron laat horen die zijn lied Work For Peace inleidt met de ironische constatering dat “The only thing wrong with Peace, is that you can’t make no money from it.”

“The Military and the Monetary,
they get together whenever they think its necessary,
they’ve turned our brothers and sisters into mercenaries,
they are turning the planet, into a cemetery.”
Work For Peace

Noten:

[1] Zie bijvoorbeeld de opzienbarende VPRO-documentaire over Carlyle De Ijzeren Driehoek.
[2] The Nation 1 november 2004. Het artikel verscheen al op 12 oktober op de website). Een bewerkte Nederlandstalige versie verscheen in De Groene nr 43, 22/10/04
[3] The Nation van 15 november 2004, op de website verscheen het al op 28 oktober.
[4] Kuwait documents allege Halliburton bribe scandal, 11/11/04; http://www.corpwatch.org/article.php?id=11664.
[5] Het kaartspel is te zien en op te halen bij: http://ruckus.org/warprofiteers/
[6] Http://www.corpwatch.org/article.php?id=11583
[7] Http://www.corpwatch.org/article.php?id=11598
[8] Http://www.corpwatch.org/article.php?id=11643
[9] Http://www.corporatewatch.org/news/carnage.htm

terug naar wto.zip nr. 49

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Kees Hudig.)