Ga naar de inhoud

Ya Basta! Platformtekst. Vierde ontwerp (april).

Een positiebepaling vanuit het Belgische collectief Ya Basta

8 min leestijd
Placeholder image

Het origineel staat te lezen op de website van Ya Basta, waar er ook op gereageerd kan worden.

1. Wat gedurende de afgelopen jaren als andersglobaliseringsbeweging voor het voetlicht getreden is, vormt slechts het topje van een ondergrondse ontwikkeling, waarbij veeleer van ‘bewegingen’ – in meervoud – kan gesproken worden, bewegingen die veel verder gaan dan de acties tegen de verschillende top-ontmoetingen (G8, IMF, Wereldhandelsorganisatie, Europese Unie…). Vooral de media fixeren zich op het spektakelgehalte en stellen het al te dikwijls voor als een weliswaar sympathiek maar in wezen onrealistisch protest tegen de uitwassen van een onoverkomelijke ‘globalisering’ van ‘de economie’. We stellen vast dat wereldwijd vrouwen en mannen in beweging komen tegen een neoliberale orde en voor meer solidariteit en een nieuw gevoelen van gemeenschap: van de Zapatisten in Chiapas, over de landloze boeren in Brazilië en de bedrijfsbezettingen in Argentinië, tot de sociale centra in Italië en de bewegingen van werklozen of asielzoekers in Europa.

2. De andersglobaliseringsbeweging brengt grote groepen mensen in beweging. Zij is voor het eerst in de schijnwerpers getreden in december 1999, ter gelegenheid van de top van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) in Seattle, in de Verenigde Staten. Sedertdien heeft dit protest zich herhaald in Praag, in Davos, in Québec, in Genua, in Monterrey, in Johannesburg, in Cancun… Dikwijls gaan honderdduizenden mensen de straat op, zoals in Italië gebeurde, en wereldwijd op 15 februari 2004, als protest tegen de Amerikaans-Britse oorlog in Irak. De samenkomst in Larzac, in augustus 2003, bracht zelfs méér dan tweehonderdduizend mensen op de been. Deze massamobilisaties werden voorafgegaan door het protest van de Zapatisten, die sedert 1994 strijden voor de rechten van de Indianen in Mexico.

3. Het protest dat in de andersglobaliseringsbeweging tot uitdrukking komt is een teken van het massale ongenoegen dat er ondergronds over de huidige gang van zaken leeft. Een nieuwe politieke generatie treedt in actie, dikwijls op een verfrissend onideologische manier. Zij zoekt naar een opener, minder hiërarchische vorm van organisatie dan de politieke partijen hen bieden. Op het Wereld Sociaal Forum, op de diverse continentale en landelijke Sociale Fora, treden activisten uit diverse hoeken met elkaar in contact en leggen ze de basis voor nieuwe samenwerkingsverbanden.

4. Wereldwijd komen mensen in beweging tegen de uitwassen van iets wat ‘globalisering’ genoemd wordt, en dat hen in de strijd daartegen verenigt: tegen de monopolisering van de cultuur, tegen de uniformisering van het voedsel, van het totale leven, enerzijds, en tegen de voortschrijdende intensivering van de arbeid, tegen de achteruitstelling van de vrouw, en tegen de toenemende dualisering, anderzijds. ‘Globalisering’ is niet iets dat ergens hoog boven de wereldbol zweeft; het is tastbaar in elke uithoek van de planeet – en zelfs daarboven en in de zeeën en oceanen – en in elk aspect van ons dagelijks leven: arbeid, onderwijs, sport, cultuur, vrije tijd… Het staat synoniem voor de uitverkoop van de wereld, voor de toenemende commercialisering van elk aspect van het leven. Globalisering verandert alle leven tot koopwaar, en respecteert noch sociale rechtvaardigheid noch ecologische grenzen.

5. Het verzet tegen de ‘globalisering’ speelt zich dan ook vooral ondergronds af, ver van de schijnwerpers van de TV-camera’s, in talrijke sociale bewegingen en groeperingen die zich kanten tegen de oprukkende commercialisering van hun deelterrein. Niet altijd wordt het uitbuitingssysteem met de vinger gewezen, maar steeds wordt de ‘uitlevering’ van het leven aan ‘de markt’ en de capitulatie van ‘de politiek’ tegenover ‘de economie’ aangeklaagd. Het bevat in potentie een radicale systeemkritiek – en het is in dit kader dat wij ons situeren.

6. Wij pleiten daarom voor een diepe verankering van het andersglobalistische protest in brede lagen van de bevolking en voor dwarsverbindingen tussen de verschillende sociale bewegingen en groeperingen. De strijd die zich voor ons aandient zal van lange duur zijn, zal ongetwijfeld scharniermomenten kennen waarin de geschiedenis met een sprongetje vooruitgang boekt, maar waar waarschijnlijk nooit een einde aan zal komen zolang er onderdrukking en onrecht heerst.

7. Als andersglobalisten verzetten we ons tegen de huidige economische barbarij en ecologische kaalslag, en wijzen we resoluut het neoliberalisme af. Het gaat er ons om een nieuwe ontvoogdingsstrijd tot ontwikkeling te brengen, en dàt door (1) ons dagelijks leven en werk op een andere manier vorm te geven en alternatieven uit te bouwen, steeds meer concrete solidariteitsvormen te bevorderen, door middel van de gratis uitwisseling van diensten, door middel van de ruil; (2) door te strijden voor het behoud van verworven rechten, de kosteloosheid te eisen van bepaalde ‘gemeenschappelijke goederen’ zoals opvoeding, drinkbaar water, elektriciteit, openbaar vervoer; (3) door de confrontatie aan te gaan met het neoliberalisme waar het zich manifesteert – van verzet tegen de neoliberale exploitatie van genetische informatie, tot een, boycot van fast foodketens.

8. De traditionele instrumenten van tegenmacht (partijen, vakbonden, vrije pers) zijn meer dan ooit nodig, maar ze lijken weinig efficiënt te zijn. Om de pletwals van de liberale globalisering tegen te houden, willen wij in eerste instantie bijdragen aan een tegenmacht, van waaruit druk uitgeoefend wordt op de beleidsmakers, opdat zij de eisen van de uitgeslotenen in besluiten zouden vastleggen.

9. Politiek blijft volgens ons niet beperkt tot het stemhokje, eens in de zoveel jaren. Hoe meer men het debat wil toespitsen op de kwestie van de representatie en verkiezingen, des te meer loopt men het risico de politiek van zijn ware inhoud te ontdoen. In onze optiek moet politiek veeleer gaan over het ontwerpen van een wervend project, dan over de uitwerking van een mooi programma. Een programma pretendeert te zeggen hoe de dingen moeten worden. Een project ontstaat wanneer de betrokkenen hun lot in eigen hand nemen. Het is een dagelijkse strijd. Het algemene stemrecht is een noodzakelijke voorwaarde voor democratie, maar is op zich niet voldoende. Het alternatief komt in de realiteit tot stand: dààr waar de burgers actief worden en vorm geven aan hun leven. Soms kunnen deze projecten steun vinden in een verkiezingsprogramma, soms kunnen zij er evenwel mee botsen. De kwestie van de verkiezingen is ongetwijfeld van belang, maar het zou volgens ons verkeerd zijn er de centrale en zaligmakende actie in te zien. Het komt erop aan nieuwe praktijken te ontwikkelen waarin de burgers hun zeg hebben. De instellingen en het verkiezingssysteem kunnen verbeterd worden, maar de motor van de verandering ligt volgens ons aan de basis. De verandering gebeurt van onderuit.

10. De landen van de Europese Unie kennen al meer dan dertig jaar een massale werkloosheid; de sociale ongelijkheid, de bestaansonzekerheid en het aantal uitsluitingen nemen toe, en vrouwen en immigranten worden nog steeds gediscrimineerd. Bij gebrek aan perspectief op een ingrijpende verandering wint extreem-rechts aan invloed. Wij zijn van mening dat een nieuw maatschappijproject enkel kan ontstaan in de schoot van de sociale bewegingen. Door alternatieve projecten uit te bouwen en de sociale strijd te ontwikkelen kan het neoliberalisme teruggedrongen worden. Wij opteren dan ook voor de autonomie van de sociale bewegingen onder haar diverse verschijningsvormen: actiecomités, vakbonden, netwerken… Wij pleiten ervoor dat deze structuren zich onafhankelijk blijven opstellen tegenover de overheid en de politieke partijen, en dat zij zich niet voor de kar laten spannen van electorale of opportunistische spelletjes. Door middel van nieuwe expressievormen en van vormen van directe democratie opent de autonomie van de sociale bewegingen de weg voor nieuwe maatschappelijke projecten. Wij geloven in de positieve voorbeeldfunctie van concrete acties en projecten. We moeten niet alleen de moed hebben ‘neen’ te zeggen, wij zeggen vooral een groot ‘ja’ aan de uitbouw van alternatieven. Verzet is voor ons een scheppende kracht.

11. Wanneer wij pleiten voor de onafhankelijkheid van de sociale bewegingen en diens structuren, dan wil dit niet zeggen dat we ons zouden verzetten tegen een dialoog met basismilitanten uit de verenigingen, vakbonden en partijen. Met het oog op een radicale maatschappijverandering pleiten wij voor een breed debat tussen de basismilitanten van de sociale bewegingen, de vakbonden en politieke partijen, ten einde het draagvlak van het maatschappelijk protest te verbreden en de druk op de politieke instellingen te vergroten. Als Ya Basta!-collectief nemen we evenwel geen standpunt in voor de ene of de andere vakbond, voor de ene of de andere partij. Hetgeen niet belet dat afzonderlijke leden, in een andere context, zich engageren voor een vakbond of een partij.

12. Wij onderschrijven het manifest van Porto Alegre en de twaalf voorstellen die daarin geselecteerd worden. Wij willen niet enkel protesteren tegen de onrechtvaardigheden, de ongelijkheid en de verwoestingen die zowat overal ter wereld door de uitwassen van het neoliberalisme veroorzaakt worden. Maar in een positieve en opbouwende sfeer willen we onze bijdrage leveren aan een theoretisch en praktisch kader, aan een actieprogramma dat een ander soort mondialisering in het vooruitzicht kan stellen. Om opnieuw te bevestigen dat een andere Рeen sociaal rechtvaardige ̩n ecologisch duurzame Рwereld mogelijk is.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Ya Basta.)