Ga naar de inhoud

Zapatistas: Zesde verklaring van het Lacandona regenwoud.

Dit is de Nederlandse vertaling van de zesde verklaring van het Lacandona Regenwoud van de Zapatistas.

19 min leestijd
Placeholder image

Oorspronkelijk gepubliceerd door het Zapatista Leger voor Nationale Bevrijding (vertaald door Rafael).

Zapatista Leger voor Nationale Bevrijding

Mexico.

Dit is ons simpele woord dat probeert de harten te raken van nederige en eenvoudige mensen zoals wij zelf, maar mensen die ook, zoals wij zelf, waardig en rebels zijn. Dit is ons eenvoudige woord om te herinneren wat ons pad geweest is en waar we nu staan, om uit te leggen hoe wij aankijken tegen de wereld en ons land, om te zeggen wat we denken te gaan doen en hoe we denken dat we dit te gaan doen, en om andere mensen uit te nodigen om met ons mee te lopen in iets groots genaamd Mexico en in iets groters genaamd de wereld. Dit is ons eenvoudige woord om alle eerlijke, nobele harten te informeren over wat wij willen in Mexico en de wereld. Dit is ons eenvoudige woord, want het is ons idee om een beroep te doen zij die zoals wij zijn en om een verbond te sluiten, zij die overal leven en strijden.

I – Wat we zijn

Wij zijn de Zapatistas van het EZLN, maar we worden ook wel “neo-zapatistas” genoemd”. Wij, de Zapatistas, begonnen een opstand met wapens in januari 1994 omdat we zagen hoe wijdverspreid het kwaad was, gevormd door de machtigen die ons slechts vernederden, van ons stalen, ons gevangen namen en ons vermoordden, en niemand zei iets of deed iets. Dit is waarom wij zeiden “Nu is het genoeg!”, dat wij hen niet langer toestonden om ons inferieur te maken of om ons nog slechter te behandelen dan beesten. En we zeiden ook dat we democratie, vrijheid en gerechtigheid wilden voor alle Mexicanen, hoewel we geconcentreerd waren op de indigenistische volkeren. Want het is zo dat wij, het EZLN, bijna allemaal indigenas waren uit Chiapas. Maar we wilden niet strijden voor alleen ons eigen belang, of alleen voor het belang van de indigenas in Mexico. We wilden vechten samen met iederen die nederig en eenvoudig was zoals wijzelf en die in grote nood was en leed onder de exploitatie en diefstal door de rijken en de slechte overheden hier, in ons Mexico, en in andere landen over de hele wereld.

En zodoende was onze kleine geschiedenis dat we moe werden van de exploitatie door de machtigen, en zodoende organiseerden we ons om ons te verdedigen en om te vechten voor gerechtigheid. In het begin waren we met weinigen, slechts een paar, die de ene kant op gingen en de andere, pratend met en luisterend naar andere mensen zoals wij. We deden dat jaren lang, en we deden dat in het geheim, zonder opschudding te veroorzaken. We deden dit zo’n tien jaar lang, en toen zijn we gegroeid, en toen waren we met vele duizenden. We leidden onszelf op in politiek en in wapens, en, plotseling, toen de rijken hun nieuwjaarfeesten vierden, kwamen we naar hun steden en namen ze gewoon over. En we lieten een boodschap achter dat we híér zijn, dat ze rekening met ons moeten houden. En de rijken waren geschrokken en stuurden hun machtige legers om ons af te maken, Maar we werden niet afgemaakt, want we hadden ons goed voorbereid voor de oorlog, en we hadden onszelf gesterkt in de bergen. En daar waren de soldaten, die naar ons zochten en ons beschoten en ons bombardeerden. En vervolgens maakten ze plannen om alle indigenas ineens te vermoorden, omdat zij niet wisten wie een Zapatista was en wie niet. En wij renden en vochten, vochten en renden, zoals onze voorvaderen deden, Zonder op te geven, zonder over te geven, zonder verslagen te worden.

En toen kwamen de mensen van de steden naar de straten en begonnen te schreeuwen om een einde aan de oorlog. En toen stopten we onze oorlog en we luisterden naar onze broers en zussen uit de stad die ons zeiden dat we een regeling of een akkoord moesten sluiten met de slechte overheden, zodat het probleem kon worden opgelost zonder een massaslachting. En dus luisterden we naar hen, omdat zij waren wat wij noemen “het volk” of het Mexicaanse volk. En dus ruilden we het vuur in voor het woord.

En zo gebeurde het dat de overheden zeiden dat zij zich goed zouden gedragen en dat zij zouden meedoen aan de dialoog en dat zij akkoorden zouden sluiten, en dat zij die akkoorden zouden uitvoeren. En wij zeiden dat het goed was, maar we dachten ook dat het goed was om de mensen te ontmoeten die de straat op waren gegaan om de oorlog te stoppen. Toen, terwijl we met de slechte overheden in dialoog waren, praatten we ook met die mensen, en we zagen dat de meesten van hen ook nederige en eenvoudige mensen waren zoals wij, en dat beiden, zij en wij, goed begrepen waarvoor we vochten. En we noemden deze mensen “civil society” omdat de meesten van hem niet bij een van de politieke partijen hoorden, ze waren normale, dagelijkse mensen zoals wij, eenvoudige en nederige mensen.

Maar het gebeurde zo dat de slechte overheden geen goed akkoord wilde, ze zeiden alleen maar dat ze gingen praten en akkoorden gingen sluiten, terwijl zij hun aanvallen voorbereidden om ons eens en voor altijd uit te schakelen. En zo vielen ze ons verschillende keren aan, maar ze versloegen ons niet, omdat we ons best goed verzetten, en omdat veel mensen over de hele wereld werden gemobiliseerd. En daarna dachten de slechte overheden dat het probleem was dat veel mensen zagen wat er gebeurde met de EZLN en ze begonnen met hun plan om te doen alsof er niks aan de hand was. Ondertussen omsingelden ze ons snel en belegerden ons in de hoop dat, omdat onze bergen inderdaad afgelegen zijn, de mensen zouden vergeten, omdat het land van de Zapatistas zo ver weg was. En elke zoveel tijd testten de slechte overheden ons en probeerden ons te bedriegen of te testen, zoals in in februari van 1995, toen ze grote aantallen soldaten op ons af stuurden, maar ze versloegen ons niet. Omdat, zoals we toen zeiden, we niet alleen waren, en veel mensen hielpen ons, en we verzetten ons goed.

En dus moesten de slecht overheden wel akkoorden met ons sluiten met de EZLN, en die akkoorden werden de “San Andrés Akkoorden” genoemd omdat de gemeente waar deze akkoorden werden getekend “San Andrés” heet. En we waren niet alleen tijdens deze dialoog, waarin we met mensen van de slechte overheden spraken. We nodigden veel mensen en organisaties uit die zich bezig hielden of nog steeds bezig houden met de strijd voor de rechten van indigenas in Mexico, en iedereen sprak zijn woord en iedereen was het eens over hoe we zouden spreken met de slechte overheden. En dat was hoe de dialoog was, niet alleen de Zapatistas aan de ene kant en de overheden aan de andere. In plaats daarvan waren de indigenavolkeren van Mexico, en zij die hen steunden, bij de Zapatistas. En toen zeiden de slechte overheden in die akkoorden dat zij inderdaad de rechten van de indigenas in Mexico zouden erkennen en dat zij hun cultuur zouden respecteren en dat ze dit alles in de grondwet zouden zetten. Maar toen, nadat ze eenmaal hadden getekend, deden de slechte overheden alsof ze de akkoorden waren vergeten en jaren gingen voorbij, en de akkoorden werden niet vervuld. Sterker nog, de overheid viel de indigenas aan om hen te dwingen hun strijd te stoppen, zoals op 22 december 1997, de datum waarop Zedillo de opdracht gaf tot de moord op 45 mannen, vrouwen, ouderen en kinderen in het dorp in Chiapas dat ACTEAL heet. Deze grote misdaad was niet makkelijk om te vergeten, en het maakte duidelijk hoe de slechte overheden hun hart kleuren om de mensen aan te vallen en te vermoorden die rebelleren tegen ongerechtigheid. En, terwijl dit allemaal gebeurde, richtten wij Zapatistas ons op de volbrenging van de San Andrés Akkoorden en op het ons verzetten in de bergen van het zuidoosten van Mexico.

En toen begonnen we te praten met andere indigenavolkeren en hun organisaties, en we spraken af te we samen zouden strijden voor hetzelfde doel, voor de erkenning van de rechten en de cultuur van de indigenas. Nu werden we ook geholpen door veel mensen van over de hele wereld en door mensen die zeer gerespecteerd waren en wiens woord erg groot was omdat ze grote intellectuele, artiesten en weteschappers waren, uit Mexico en van over de hele wereld. En we hielden ook internationale bijeenkomsten. Anders gezegd, we praatten samen met mensen uit Amerika en uit Azie en uit Europa en uit Afrika en uit Oceanie, en we zeiden dat het “intergalactische” bijeenkomsten waren, gewoon als een geintje en omdat we ook mensen van andere planeten uigenodigd, maar het bleek dat ze niet zijn gekomen, of misschien kwamen ze wel maar hadden ze het niet tegen ons gezegd.

Maar de slechte overheden hielden zich niet aan hun woord, en we maakten een plan om met veel Mexicanen te praten zodat ze ons zouden helpen. En toen, eerst in 1997, organiseerden we een tocht naar Mexico Stad die we “de mars van de 1111” noemden omdat er uit elk Zapatistadorp een vriend of vriendin meeging, maar de slechte overheid besteedde er geen aandacht aan. En toen, in 1999, organiseerden we een consulta [volksraadpleging] door het hele land, en er bleek dat de meerderheid het inderdaad eens was met de eisen van de indigenas, maar ook toen besteedden de slechte overheden hier geen aandacht aan. En toen, als laatste, in 2001 organiseerden we de “Mars voor de waardigheid van indigenas” die de steun had van miljoenen van Mexicanen en mensen uit andere landen, en het ging naar de plek waar de volksvertegenwoordigers en de senatoren waren, het Congres van de Unie, om zo te vragen om de erkenning van de Mexicaanse indigenas.

Maar dit gebeurde niet, de politici van de PRI, de PAN en de PRD hadden een afspraak gemaakt en zij erkenden de rechten en cultuur van de indigenas niet. Dat was in april 2001, en de poitici lieten duidelijk zien dat ze geen fatsoen hadden en dat het zwijden waren die alleen dachten aan het verdienen van geld. Dit moet je onthouden want je zal nu zien dat ze zullen zeggen dat ze inderdaad de rechten van indigenas zullen erkennen, maar dat is een leugen die ze vertellen zodat we voor ze zullen stemmen. Maar ze hebben hun kans gehad, en ze hebben hun woord niet gehouden.

En toen zagen we duidelijk dat het geen nut had om te praten en te onderhandelen met de slechte overheden van Mexica. Dat het zonde van onze tijd was om met de politici te praten, omdat hun harten en hun woorden niet eerlijk waren. Ze waren vals en ze logen dat ze zich aan hun woord zouden houden, maar dat deden ze niet. In andere woorden, op die dag, toen de politici van de PRI, PAN en PRD een wet goedkeurden die niks voorstelde, vermoordden zij de dialoog voor eens en voor altijd, en ze zeiden duidelijk dat het niet uitmaakte wat ze hadden afgesproken en wat ze hadden getekend, want ze hielden zich niet aan hun woord. En dus stopten we al het contact met de federale overheid. Want we begrepen dat de dialoog en de onderhandeling was mislukt door deze politieke partijen. We zagen dat bloed hen niets uitmaakte, en dood ook niet, noch lijden, mobiliseringen, consultas, pogingen, nationale en internatioale verklaringen, bijeenkomsten, handtekeningen, toezeggingen. En dus deed de politieke klasse, nog maar eens, niet alleen de deur dicht voor de indigenavolkeren, maar zij brachten ook een dodelijke slag toe aan een vreedzame oplossing -door dialoog en onderhandeling- van de oorlog. Het is niet langer geloofwaardig dat de akkoorden zullen worden vervuld. Iedereen moet dit zien zodat iedereen kan leren van dat wat ons toen -overkwam.

En toen zagen we dat allemaal, en we vroegen ons in onze harten af wat we moesten doen.

En het eerste dat we zagen was dat ons hart niet langer was zoals vroeger, toen we onze strijd begonnen. Het was groter, want nu hadden we de harten geraakt van veel goede mensen. En we zagen ook dat ons hart meer pijn deed, dat ook de verwondingen groter waren. En het hart was niet verwond door het bedrog van de slechte overheden, maar omdat, toen we de harten van anderen raakten, we ook hun zorgen en problemen raakten. Het was alsof we onszelf zagen door een spiegel.

II. – Waar we nu zijn

Toen, zoals de Zapatistas die we zijn, dachten we dat het niet genoeg was om de dialoog met de overheid af te breken, maar dat het nodig was om door te gaan met onze strijd, ondanks die luie parasieten van politici. Het EZLN besloot toen om, alleen en van haar kant (in andere woorden “unilateraal”, omdat het maar van één kant komt), de San Andrés Akkoorden over rechten en cultuur van indigenas uit te voeren. Vier jaar lang, vanaf het midden van 2001 en tot het midden van 2005, hebben we ons volledig hieraan gewijd en aan andere dingen waarover we je zullen vertellen.

Goed, we begonnen toen de autonome rebelse Zapatistagemeenten -dit is hoe de mensen zich hebben georganiseerd om te besturen en om zichzelf te besturen- om zichzelf sterker te maken. Deze methode van autonome overheid was niet simpelweg uitgevonden door de EZLN, maar het komt van eeuwenlang verzet van de indigenas en van de ervaringen van de Zapatistas. Het is het zelfbestuur van de gemeenschappen. In andere woorden, niemand van buiten komt om te besturen, maar de mensen zelf besluiten, met zichzelf, wíé bestuurt en hóé dat gebeurt, en, wanneer zij de bevolking niet gehoorzamen, vervolgen ze hen en worden ze uit hun functie gezet en neemt een ander hun plaats in.

Maar we zagen dat de autonome gemeentes niet op gelijk niveau waren. Sommigen waren ver gevorderd en hadden meet steun van civil society, en anderen werden genegeerd. Het lukte niet om dit gelijk te maken. En we zagen ook dat het EZLN, met zijn politiek-militaire onderdeel, zich bemoeide met besluiten die behoorden tot de democratische autoriteiten, “burgers”, zoals ze zeggen. En het probleem hiermee is dat het EZLN niet democratisch is, het is een leger. En we zagen het niet goed was dat het leger boven de democratie stond, want wat democratisch is moet niet besloten worden door soldaten. Het zou omgekeerd moeten zijn: De democratie beveelt van bovenaf en het leger gehoorzaamt onderop. Of, misschien, zou het beter zijn dat er helemaal niks onderop zou zijn, zonder enig leger. En dat is waarom zapatistas soldaten zijn, zodat soldaten niet meer nodig zijn. Goed, wat we toen deden aan dit probleem was om het politiek-militaire te scheiden van de autonome en democratische aspecten van onze organisatie in de zapatistagemeenschappen. En zo, daden en besluiten die voorheen werden genomen door het EZLN werden overgedragen, beetje bij beetje, naar de democratisch gekozen autoriteiten in de gemeenschappen. Dit is makkelijk gezegd, natuurlijk, maar in de praktijk was het erg moeilijk, want het heeft heel wat jaren geduurd -eerst tijdens de voorbereiding van de oorlog en toen tijdens de oorlog zelf- en de politiek-militaire aspecten zijn gewoontes geworden. Maar we deden het want het is onze manier om te doen wat we zeggen, want, als dat niet zo was, waarom zouden we dingen roepen als we ze niet doen.

Zo werden de Raden van Goed Bestuur geboren, in augustus 2003, en door hen ging het proces van leren en “besturen door te gehoorzamen” gewoon door.

Sinds dat moment en tot het midden van 2005, gaven de leiders van het EZLN niet langer orders over burgerlijke zaken, maar het heeft de autoriteiten, die democratisch gekozen waren door de bevolking, vergezeld en geholpen. Ze hebben ook opgelet dat de bevolking en de internationale civil society goed werden ingelicht over de hulp die is ontvangen en hoe het wordt gebruikt. En nu dragen wij het werk van het bewaken van de goede overheden over aan de zapatistabevolking, met tijdelijke functies die worden afgewisseld, zodat iedereen leert en zijn werk uitvoert. Want we geloven dat een volk dat zijn leiders niet controleert gedoemd is om onderdrukt te zijn. En we vochten om vrij te zijn, niet om elke zes jaar van meester te verwisselen.

Tijdens deze vier jaar droeg het EZLN ook de hulp en de contacten uit Mexico en de hele wereld, die zij had verkregen tijdens de jaren van oorlog en verzet, over aan de Raden van Goed Bestuur en aan de Autonome Gemeentes. In die tijd had het EZLN ook gebouwd aan economische en politieke steun die het mogelijk maakten dat de Zapatistagemeenschappen voortgang maakte met minder moeilijkheden tijdens het bouwen van hun autonomie en het verbeteren van hun levensomstandigheden. Het is niet veel, maar het is beter dan wat ze hadden vóór het begin van de opstand in januari 1994. Als je kijkt naar de studies van de overheid zal je zien dat de enige gemeenschappen die hun levensomstandigheden hebben verbetert -in gezondheid, onderwijs, voedsel of huisvesting-, de gemeenschappen waren in het Zapatistagebied. Dit is hoe we het gebied noemen waar onze dorpen zijn. En dit alles was mogelijk door de vooruitgang die werd geboekt door de Zapatistadorpen en door de zeer grote steun die we hebben ontvangen van goede en nobele mensen, die we “sociedades civiles” noemen, en van hun organisaties over de hele wereld. Alsof deze mensen “een andere wereld is mogelijk” tot werkelijkheid hebben gemaakt, maar door daden, niet alleen woorden.

En de dorpen hebben goede vooruitgang geboekt. Nu zijn er meer vrienden en vriendinnen die leren te besturen. En -ook al is het met kleine stapjes- er zijn meer vrouwen die dit werk doen, maar er is nog steeds een gebrek aan respect voor de vriendinnen en ze zullen meet moeten deelnemen aan het werk van de strijd. En, ook door de Raden van Goed Bestuur, is de coordinatie tussen de Autonome Gemeentes en het oplossen van problemen met andere organisaties en met de officiële autoriteiren verbeterd. Er is ook veel verbetering bij de projecten in de gemeenschappen en bij de gelijke verdeling van de projecten en hulp van de civil society van over de hele wereld. Gezondheidszorg en onderwijs zijn verbeterd, hoewel er nog steeds veel moet gebeuren voordat het is wat het zou moeten zijn. Hetzelfde geldt voor huisvesting en voeding, en in sommige gebieden is het probleem met land verbeterd omdat het land dat teruggenomen is van de grootgrondbezitters wordt verdeeld. Maar er zijn gebieden die nog steeds lijden aan een tekort aan land om te bebouwen. En er is een grote verbetering gekomen in de hulp van de nationale en internationale civil society. En overal zijn er meer vrienden en vriendinnen die leren om contact te onderhouden met mensen uit andere delen van Mexico en de wereld. Ze leren om te respecteren en om respect te eisen. Ze leren dat er vele werelden zijn, en dat iedereen zijn plaats heeft, en zijn tijd en zijn eigen manieren, en dat er daarom wederzijds respect moet zijn tussen iedereen.

Wij, de zapatistas van de EZLN, hebben onze tijd besteed aan onze voornaamste kracht, aan de mensen die ons steunen. En de situatie is inderdaad wat verbeterd. Niemand kan zeggen dat de Zapatista organisatie en onze strijd zinloos geweest zijn, maar, zelfs als ze ons volledig uitroeien, dat onze strijd zin heeft gehad.

Maar niet alleen de Zapatistadorpen zijn gegroeid – het EZLN is ook gegroeid. Want gedurende deze tijd hebben nieuwe generaties onze hele organisatie vernieuwd. Zij hebben nieuwe kracht toegevoegd. De comandantes en comandantas die volwassen waren in het begin van de opstand in 1994 hebben nu wijsheid gekregen in de oorlog en de 12 jaar van dialoog met duizenden mannen en vrouwen over de hele wereld. De CCRI, de leiders van de zapatistas, adviseert nu nieuwelingen die zich aansluiten bij onze strijd en hen die leidende posities bekleden. Sinds een tijdje hebben de “commissies” (zoals wij ze noemen) een hele nieuwe generatie comandantes en comandantas voorbereid die, na een periode van instructie en tests, het werk van het leiderschap van onze organisatie beginnen te leren en hun taken uitvoeren. Ook blijk dat onze soldaten, militanten, locale en regionale vertegenwoordigers en burgerlijke zapatistas, die jongeren waren aan het begin van de opstand zijn nu volwassen mannen en vrouwen, oorlogsveteranen en natuurlijke leiders in hun eenheden en gemeenschappen. En zij die kinderen waren in die januari van 1994 zijn nu jonge mensen die zijn opgegroeid in het verzet, en zij zijn opgeleid in de rebelse waardigheid die is onstaan gedurende deze 12 jaar van oorlog. Deze jonge mensen hebben politieke, technische en culturele training die wij die de zapatistabeweging begonnen niet hadden. Deze jeugd bekleedt nu meer en meer posities in onze troepen en de organisatie. En, inderdaad, wij hebben allemaal het bedrog van de politieke klasse gezien en de vernietiging die hun daden hebben veroorzaakt in ons vaderland. En we hebben de grote onrechtvaardigheden en de massamoorden gezien die neoliberale globalisering veroorzaakt over de hele wereld. Maar daarover zullen we later nog tegen je spreken.

En zo heeft het EZLN zich verzet in 12 jaar van oorlog, van militaire, politieke, ideologische en economische aanvallen, van belegering, van bedreiging, van vervolging, en deze hebben ons niet overwonnen. We hebben ons niet laten omkopen en we hebben ook niet overgegeven, en we hebben vooruitgang geboekt. Veel vrienden uit vele plaatsen hebben zich aangesloten bij de strijd zodat we sterker werden na zoveel jaar en niet zwakker. Natuurlijk zijn er problemen die kunnen worden opgelost door meer scheiding tussen het politiek-militaire en het burgerlijk-civiele. Maar er zijn dingen, de belangrijkste, zoals de eisen waarvoor we strijden, die nog niet volledig bereikt zijn.

Volgens onze manier van denken, en wat we in ons hart zien, hebben we een punt bereikt van waaruit we niet verder kunnen, en, daarbij, het mogelijk is dat we alles kunnen verliezen als we blijven zoals we zijn en niets meer doen om vooruit te komen. De tijd is gekomen om weer een risico te nemen en een stap te zetten die gevaarlijk is, maar die het waard is. Want misschien, verenigd met sociale sectoren die te lijden hebben van hetzelfde als wij, is het mogelijk om te bereiken wat we nodig hebben en wat we verdienen. Een nieuwe stap vooruit in de strijd van de indigenas is allee mogelijk als de indigenas samenwerken met arbeiders, boeren, studenten, leraren, werknemers…. De werknemers van de stad en het platteland.

(Wordt vervolgd…)

Vanuit de bergen van het Zuidoosten van Mexico
Clandestine Revolutionaire Indigenistische Commissie – Generale Staf van het Zapatista Leger voor Nationale Bevrijding.

Mexico, in de zesde maand van het jaar 2005.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door EZLN.)