De zakelijke pers en de mainstream-pers publiceerde deze maand, september 2018, op zijn tiende verjaardag talrijke verslagen van de financiële crash van 2008. Deze maand is de aandacht gericht op de crash van de investeringsbank Lehman Brothers die tien jaar geleden de implosie van het algemene financiële systeem in de VS en wereldwijd heeft versneld. Volgende maand, oktober, zullen we ongetwijfeld meer horen over de crash toen deze zich verspreidde naar de gigantische verzekeringsmaatschappij AIG en naar andere makelaars (Merrill Lynch), naar middelgrote banken (Washington Mutual), naar de financiële ‘armen’ van de autobedrijven (GMAC) en de grote conglomeraten (GE Credit), tot de 'te groot om failliet te gaan' banken zoals Bank of America en Citigroup en verder. Deze 'rapporten' hebben echter typisch een verhalend karakter en bieden weinig diepgaande historische en theoretische analyse.
Op het
afgelopen IDFA-festival in Amsterdam draaide de opmerkelijke documentaire War
Made Easy (How Presidents and Pundits Keep Spinning Us to Death). De film is gebaseerd op het werk van de Amerikaanse mediacriticus Norman
Solomon, die in de film ook uitgebreid aan het
woord komt. In 2005 publiceerde hij een boek onder dezelfde titel. Tijdens het
IDFA-festival stond de auteur globalinfo te woord over de film en het effect
van zijn werk.
Ruim
zeven jaar na dato heeft Hollywood de globaliseringsbeweging ontdekt. Er is een
film vol sterren in de maak over de befaamde 'millenniumslag om de WTO' in
Seattle in 1999.
The
People Decide is de pakkende titel van het langverwachte boek van Nancy Davies
over de volksopstand in Oaxaca, Mexico. Ze beschrijft de periode van mei tot en
met november 2006; het ontstaan van de APPO (volksfront van de mensen in
Oaxaca, Spaanse vertaling Asamblea Popular de los Pueblos de Oaxaca) tot aan de
bloederige repressie van de overheid die een eind aan de 'commune van Oaxaca' maakte.
In het broeinest werd op 18 december een
avond gehouden over het fenomeen uitzendbureaus. De avond was vooral
informatief, om kennis te delen over hoe het zover heeft kunnen komen, dat de
arbeidsmarkt haast geruisloos onder onze kont weggeflexed is. Tijdelijk of
'precair' werk, al dan niet via uitzendbureaus, is gemeengoed geworden en
mensen worden gedwongen arbeidsomstandigheden te accepteren die een tijdje
geleden nog ondenkbaar waren. Een tweede avond waar bedacht wordt wat we
daartegen zouden kunnen doen, staat voor maandag, 29 januari 2007, in het
programma gepland.
Doing
The Dirty Work? is een oorspronkelijk in 2006 in het engels gepubliceerd en in
2006 in het duits vertaald boek, dat gaat over een thema dat zowel in de
literatuur als in de lopende discussies nog steeds onderbelicht is, de betaalde
huishoudelijke arbeid, op het knooppunt van de thema's migratie, arbeid en
reproductie. De schrijfster schreef voor de vertaling een update 2005.
Heel
wat landen uit het zuiden zijn sinds een aantal weken het toneel van
protestbetogingen. Dat ongenoegen heeft overal dezelfde redenen, namelijk de
prijzen voor basisvoedselproducten. Die zijn even plots als brutaal gestegen.
De bevolking die al verarmd was door de mondialisering is dan ook niet meer in
staat om die bijkomende last te dragen. De mensen lijden honger! Die plotse
opflakkering van de prijzen heeft talrijke oorzaken, maar algemeen gesproken is
ze het gevolg van economische spelingen. Enerzijds is er de speculatie die als
gevolg van de 'subprimecrisis' wegvlucht in de voedselproductie. Anderzijds is
er de productie van brandstof uit landbouwgewassen en de klimaatopwarming.
Zoals
eerder gemeld, is er in Brussel een internationale vergadering geweest van
vakbonden en andere organisaties, die een gemeenschappelijke campagne tegen
supermarktconcern Lidl willen beginnen. Lidl geldt als de Europese tegenhanger
van Wal-Mart die zo laag mogelijke lonen en inkoopsprijzen betaalt en vakbonden
buiten de deur probeert te houden.
Wij leven in een wereld van overvloed. Er wordt, volgens gegevens van de FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties, op de wereld voedsel geproduceerd voor 12 miljard mensen terwijl er op onze planeet 7miljard mensen wonen. Het voedsel is er dus. Hoe komt het dan dat één op de zeven mensen op aarde honger lijdt?
Nu de klimaat-paniek de politieke agenda's overheerst, duikt ook ineens een hardnekkig oud spook op. In de meeste forums over de klimaatproblematiek, wordt al snel ingebracht dat de bevolkingsgroei het hoofdprobleem is. De meeste milieu-organisaties verzetten zich niet tegen deze kort-door-de-bocht redenatie die steevast voert tot 'blaming the poor' en vaak zelfs de hetze tegen migranten helpt versterken. Sterker nog: veel milieu-organisaties ondersteunen de 'neo-Malthusiaanse' argumenten en nemen ze over.
In
Genua, in juli 2001, demonstreerden zo'n 300.000 mensen tegen de G8 en de
wereldorde waar die voor staat. Slechts vier jaar later, in Gleneagles in
Schotland, demonstreerde een even grote menigte kennelijk om steun te betuigen
aan de topconferentie. Onder de vlag van Make Poverty History vormden duizenden
mensen een witte menselijke keten door het stadscentrum van Edinburgh, terwijl
enkele van de meest prominente beroemdheden van de wereld deelnamen aan de Live
8 concerten van Bono en Bob Geldof. 2 Juli 2005 zal de geschiedenis ingaan als
de dag waarop de 'mondiale civiele maatschappij' bijeenkwam om, hand in hand
met de wereld van sterren en beroemdheden, aan de G8 te vragen van deze wereld
een betere plek te maken. Terwijl Genua een belangrijk moment was voor de
delegitimering van de G8 en het systeem dat die vertegenwoordigt, was
Gleneagles op veel manieren het tegenovergestelde. Maar hoe is dit zo gekomen?
En belangrijker, wat kunnen we hiervan leren voor de mobilisaties naar
Heiligendamm en verder?
Voor het eerst sinds lange
tijd nemen antimilitaristische organisaties in verschillende Europese landen
weer een van de hoofdverantwoordelijken voor de militarisering van de aardbol
op de korrel: de NAVO.
In Nederland en België staat ontwikkelingssamenwerking hoog in het vaandel. Regeringsleiders spreken met trots over de omvang van de ontwikkelingshulp. En vele grote en kleine organisaties en individuen ondernemen activiteiten in of voor ontwikkelingslanden. Dat enthousiasme verdoezelt dat wij, die goede gevers, in feite nemers zijn. Er wordt door de Belgen en de Nederlanders veel meer uit de ontwikkelingslanden gehaald dan gebracht. Het is tijd te stoppen met al die liefdadigheid, en voorrang te geven aan de aanpak van de structurele oorzaken van al die armoede, ongelijkheid en ecocide. We moeten vragen durven stellen over onze eigen welvaart. Zijn wij nu gelukkiger dan in 1979?