Ga naar de inhoud

22 Maart nieuwe stakingsgolf in Frankrijk

Wie dacht dat de golf aan maatschappelijk (arbeids)onrust die Frankrijk al meer dan een jaar in de greep heeft, afneemt moet maar eens kijken hoe het er op donderdag 22 maart aan toe gaat. Er is dan door alle vakbonden opgeroepen om te staken en te demonstreren. De protesten zijn gericht tegen de hervormingen van de arbeidswetgeving en de afbraak van de sociale en publieke voorzieningen. Ook op de universiteiten en middelbare scholen wordt fors gemobiliseerd.

6 min leestijd

Hieronder een vertaling van een steunoproep, zoals die verscheen in dagblad Liberation

Zie eerdere berichtgeving over arbeidsverzet in Frankrijk op globalinfo.nl hier en deze eerdere vertaling van oproep voor 22 maart van de CGT. Zie ook (Frans) Gezamenlijke Linkse Oproep dat misschien morgen vertaald wordt, als u donateur wordt (anders wordt het weer vakken vullen in de suppermarkt)

Tegen de afbraak van een sociale “beschaving”

Het offensief tegen de sociale staat intensiveert. Voorheen onder de vlag van het ware rechts van Sarkozy, en het valse links van Holland, wordt vandaag met Macron de aanval ingezet op verworven rechten bij de arbeid, gezondheid, de pensionering, die af worden gedaan als niet meer dan “voorrechten” .

In december 1995 kwam Pierre Bourdieu naar het treinstation Gare de Lyon om zijn steun te betuigen aan degenen die vochten – toen al het personeel van de spoorwegen – tegen de “vernietiging van een beschaving”. Het was twintig jaar na het tegenoffensief geleid door Valéry Giscard d’Estaing en Raymond Barre tegen de insubordinatie door de arbeiders in de jaren ‘68. Gebruik makend van een stentiment tegen te staat, steunden ze op de toenmalige oliecrisis om het geloof te vestigen in het laissez-faire, de voordelen van concurrentie en de mythe van de zelfregulerende markt.

Twee decennia later versnelt het sloopbedrijf op alle fronten met Emmanuel Macron. Wat eerst geschiedde onder de vlag het ware rechts van Nicolas Sarkozy, en het valse links van François Hollande, wordt vandaag gedragen door een adellijke staat die, navigerend tussen ministeriële kantoren en raden van bestuur, in het politieke veld steunt op een “grote  coalitie” op zijn Frans. De inspiratie is dezelfde: een reactie op het geïnstitutionaliseerde Keynesianisme, navigeert ze op het oog tussen het Duitse ordoliberalisme en het Amerikaanse neoliberalisme, tussen disciplinaire normalisatie en het opgelegde leren van managementlogica. De strategie is dezelfde: aan de ene kant het excuus benutten van de opgelegde vereisten voor de vorming van Europa, en aan de andere kant, het voeden van steeds meer globalisering. De retoriek van legitimatie is ook dezelfde: met liberale economische wetenschap ter ondersteuning, gelardeerd door een vleugje filosofie (Ricoeur), beroept ze zich op de rationaliteit en historisch besef: «There is no alternative»…

Dit tegenoffensief van de lange termijn heeft allereerst de vorm van een “grote sprong achteruit” of een “conservatieve revolutie”. Het ontmantelt, geleidelijk maar onverbiddelijk, de sociale staat die (in essentie) is opgericht in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Het vernietigt de openbare diensten die als krakkemikkig en ineffectief worden gepresenteerd: gisteren was het France Telecom, morgen de SNCF. Het verwerpt de “verworven rechten” die zijn bereikt bij de arbeid, gezondheid, pensionering, en stelt ze voor als “privileges”. Het verzet zich tegen een “linkerhand van de staat” die wordt beschreven als overdadig, duur en het generator van “perverse effecten”. De moeilijke inzetbaarheid en/of luiheid van de werklozen is nu de oorzaak van werkloosheid, en de oorlog tegen de werklozen wordt de oplossing van het probleem.

Vanaf de Macron-wet (in 2015) tot de verordeningen van 2017, via de wet van El Khomri, blijft het hardnekkig de ontmanteling van de arbeidswetgeving voortzetten. Het beklaagt de ketterij van een gezondheidssysteem dat is opgezet door een communistische minister en streeft ernaar om er een markt van te maken onder het voorwendsel van het “gat van de Sécu” (vergelijkbaar met de ontmanteling van de ziekzorgverzekering en instelling van de eigen bijdrage in Nederland, vert.) (zoals ze nu het tekort van de SNCF gebruikt). Het vergroot de ongelijkheden van een structureel ongelijke school- en universitair systeem door segregatie te versterken en ongebreidelde privatisering aan te moedigen, waardoor de selectie door het culturele achtergrond verdubbeld wordt met die van de economische positie. Om een omvangrijke privatisering van de openbare diensten te rechtvaardigen, worden de eisen van de werknemers voorgesteld als zondebokken van de “private” sector, deze “privileges” van de ambtenaren, dit buitensporige leger van parasitaire bureaucraten, enz.

Maar dit neoliberale offensief is ook een project van “culturele revolutie”: terwijl een beschaving wordt vernietigd, wordt een andere geschetst. Het streeft ernaar om in ieders hoofd een “nieuw” patroon van gedrag te implanteren, om als onderdeel van een hervormd schoolsysteem (waar de MBA – Master of Business Administration – de maat is van elk streven) ondersteund door intensieve propaganda, de bepalingen van de moderne homo œconomicus in te prenten. “De nieuwe mens”, een product van geavanceerd Macronisme, is een “eigen ondernemer” die de prestaties van zijn vaardigheden optimaliseert, die in zijn belang zijn “menselijk kapitaal”, een droom, ontwikkelt, waardeert en beheert. Zo nodigt Macron idereen uit om miljardair te worden, volledig gerealiseerd in vrije en onvervalste concurrentie. Het kan gezien worden als een etnocentrische projectie van de hedendaagse staatsadel, in serie geproduceerd door de scholen van de macht, maar het is ook een poging, misschien naïef en waarschijnlijker cynisch, om in praktijk te brengen dat een utopie omgezet wordt in een politiek programma.

Om zich te verzetten tegen deze stralende toekomst van de concurrentie van allen tegen allen, tegen de obscene ongelijkheden die het voortbrengt, tegen het “sociale darwinisme” dat het openlijk beschrijft, moet de strijd tegen de ideologie van de algemene markt, met alle middelen mobiliseren op alle fronten, met alle beschikbare krachten, binnen en buiten de staat, bij publieke en private werknemers, vaste en precaire, degenen die actief zijn en met pensioen, al diegenen dus bijeenbrengen die er niet van dromen miljonair te worden, maar die alleen streven naar fatsoenlijk werk onder fatsoenlijke omstandigheden voor een fatsoenlijk loon, degenen wier arbeid niet te scheiden is van een vorm van belangeloosheid, in de betekenis van algemeen belang, van een vorm van militante toewijding, zij die zich solidair voelen met de meest behoeftigen en die verontwaardigd zijn over de arrogantie, de minachting, de hebzucht van de machtigen.

De datum om bij elkaar te komen is 22 maart, maar vooral daarna, gedurende een lange tijd, verenigd tegen de vernietiging van de sociale beschaving. Samen zullen we er aan werken.

Ondertekend door : Patrick Chamoiseau schrijver, Jacques Bidet filosoof, 
Laurence De Cock historicus, Fondation Copernic,
Annie Ernaux schrijfster
Bernard Lahire  socioloog
Mathilde Larrère historicus
Gérard Mauger socioloog
Gérard Noiriel historicus
Willy Pelletier socioloog, Fondation Copernic,
Monique en Michel Pinçon-Charlot sociologen, Robert Guédiguian cineast
en Frédéric Lordon econoom.