Ga naar de inhoud

Covid-19 crisis: keerpunt voor het Europese project

Europese economen voor een alternatief economisch beleid in Europa: De COVID-19-crisis – een keerpunt voor het Europese project. 400 wetenschappers en onderzoekers in heel Europa roepen op tot Europese solidariteit.

8 min leestijd

(Door: EuroMemo Groep, vertaling globalinfo.nl foto JPMM, CC3.0/Flickr)

2 april 2020

In een verklaring van de EuroMemo Group (link, pdf), een pan-Europees netwerk van economen en onderzoekers, eisen meer dan 400 wetenschappers en onderzoekers een diepgaande verandering van de Europese politiek. In de verklaring wordt kritiek geuit op de neoliberale koers van het economisch beleid in de afgelopen decennia en met name sinds de financiële crisis van 2008, die een bezuinigingsbeleid in de hand heeft gewerkt, evenals onderfinanciering en privatisering van de openbare diensten, waarvan de gevolgen nu zwaar wegen op het vermogen van de regeringen om de gevolgen van de Corona-crisis aan te pakken.

In de verklaring worden de regeringen opgeroepen om het crisisbeleid op basis van Europese solidariteit te ondersteunen, met name de invoering van Corona-obligaties en soortgelijke vormen van schuld-vergelijking (‘mutualisation’). Om de economie van de EU in de nasleep van de crisis weer op te bouwen, wordt in de verklaring aangedrongen op een hervorming van de European Green Deal waarbij prioriteit wordt gegeven aan sociaal beleid en een uitbreiding van de fiscale basis voor gemeenschappelijk Europees beleid, met name door de invoering van euro-obligaties en een federale begroting van de EU. De wereldwijde gevolgen van de COVID-19-crisis, met name voor de opkomende en ontwikkelingslanden, moeten worden ingedamd door een substantiële Europese bijdrage aan de ontwikkelingshulp en de schuldverlichting.

De COVID-19-crisis – een keerpunt voor het Europese project

Verklaring van de EuroMemo-groep, 2 april 2020 (vertaling globalinfo.nl)

De COVID-19-crisis is, gezien het immense menselijke leed in heel Europa, zonder twijfel een kritische test voor de solidariteit van de Europese Unie, en ook voor de wereld. Na de ontoereikende economische beleidsreactie op de wereldwijde financiële en economische crisis van 2008 zou een nieuwe mislukking om effectieve en gemeenschappelijke antwoorden te formuleren de sociale en politieke spanningen tussen de lidstaten kunnen verergeren. In dat geval zou een verdere stagnatie, zo niet een ineenstorting van het Europese integratieproject onvermijdelijk zijn.

De COVID-19-epidemie heeft, tenminste tijdelijk, de fetisj van het economisch beleid van de EU – dat is ‘soberheid’ – uit de weg geruimd. Geconfronteerd met massale werkloosheid en ongekende faillissementen van bedrijven als gevolg van de stillegging van economische activiteit door de regering, hebben de neoliberale en conservatieve beleidselites snel massale publieke steunprogramma’s in de totale omvang van 10 of meer procent van het BBP van de EU ingevoerd. De Europese Commissie heeft de schuldcriteria van het begrotingspact opgeschort en de strenge regels voor staatssteun in feite op de lange baan geschoven, terwijl de ECB na enige aarzeling haar beleid om de kredietverlening aan het financiële stelsel uit te breiden, heeft voortgezet. Het centrale economische dogma van het afgelopen decennium, dat bovenal verantwoordelijk is voor de politieke en economische problemen waarmee de EU vandaag de dag wordt geconfronteerd, is in de poging om het kapitalistische systeem te redden van een mogelijke existentiële crisis snel uit de weg geruimd. Dit is echter niet noodzakelijkerwijs een paradigmawisseling, zoals de financiële crisis van 2008/09 heeft aangetoond.

Evenzo heeft de crisis de tragische beleidsfouten van drie decennia van privatisering en onderfinanciering van de publieke sector, met name voor de verstrekking van gezondheidsdiensten, genadeloos aan het licht gebracht. De last ligt voor het overgrote deel bij de financieel achtergestelde en ernstig onderbezette openbare gezondheidszorgstelsels. Het vitale belang van een sterke publieke sector wordt door deze crisis ruimschoots aangetoond en maakt een einde aan het neoliberale sprookje van de minimale staat. Dat de COVID-19-crisis de vreselijke gevolgen blootlegt van fiscaal gewurgde overheidssectoren, vooral in landen als Italië, Spanje en Griekenland die het meest hebben geleden onder de economische polarisatie en de fiscale bezuinigingen die hun de afgelopen tien jaar zijn opgelegd, is geen toeval.

Tegen deze achtergrond is het gebrek aan solidariteit van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en andere EU-lidstaten met de landen die het meest te lijden hebben van de pandemie, tragisch. Het exportverbod van medische apparatuur, de sluiting van de grenzen en vooral de hardnekkige weigering om zelfs maar Corona-obligaties in te voeren, zo niet uitgebreidere en duurzamere vormen van schuldvergelijking, brengen enorme schade toe aan de politieke cohesie van de EU. Dat politieke leiders zoals de Italiaanse premier Giuseppe Conte ogenschijnlijk de steun van China, Rusland en andere landen benadrukken, is tekenend voor de wijdverbreide frustratie over de politieke situatie in de EU.

Bovendien gebruiken conservatieve en nationalistische krachten de crisis om elke oplossing te blokkeren voor de verschrikkelijke humanitaire situatie van de vluchtelingen die momenteel aan de grenzen van de EU en op de Griekse eilanden vastzitten. Met groot risico voor zichzelf negeert de EU ook de dreigende humanitaire en economische crisis in het Zuiden, en met name op het Afrikaanse continent.

De COVID-19-crisis zal dus niet alleen herinnerd worden als een humanitaire ramp waarbij duizenden mensen om het leven komen, wat vermeden had kunnen worden, maar waarschijnlijk ook als een breekpunt voor het project van de Europese integratie. De crisis zal grote sociale kosten met zich meebrengen in de vorm van een hoge werkloosheid, meer armoede en een verdere toename van de ongelijkheid. Gezien de verdeling van de bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten was de centrale rol van de nationale regeringen tijdens de kritieke fase van de epidemie grotendeels onvermijdelijk. Zodra de ergste fase van de crisis is afgevlakt, zullen de beperkingen van de nationale regeringen om de sociale en economische gevolgen van de crisis aan te pakken echter duidelijk worden.

De hoge mate van financiële en economische integratie vereist een gecoördineerd en samenwerkingsprogramma op EU-niveau om de Europese economie weer op te bouwen. Dit programma moet resoluut breken met de neoliberale oriëntatie van het EU-beleid in de afgelopen drie decennia. Het moet de Europese economie omvormen tot een model van productie en consumptie dat werkelijk sociaal en ecologisch verantwoord is. Daartoe moet de Europese Green Deal worden omgezet in een Europese Green New Deal. De sociale dimensie moet prioriteit krijgen met beleidsvoorstellen op EU-niveau om de massale werkloosheid, armoede en ongelijkheid aan te pakken. De schade die door het neoliberale dogma aan de openbare diensten wordt toegebracht, moet worden gecorrigeerd door deze op te waarderen. De milieudimensie moet onze energie-, vervoers- en voedselsystemen transformeren en onze ecologische voetafdruk en koolstofuitstoot aanzienlijk verminderen. De democratische dimensie moet de burgers betrekken bij de medebeslissing over investeringsprioriteiten, met name op regionaal en lokaal niveau.

De financiering van overheidsinitiatieven om de huidige crisis te boven te komen, maar ook om de erfenis van deze crisis aan te pakken en een duurzame toekomst op te bouwen, kan niet door de nationale regeringen afzonderlijk worden gedaan. Er moeten gemeenschappelijke maatregelen worden ingevoerd, waaronder de uitgifte van euro-obligaties en een aanzienlijke EU-begroting, die al door veel landen in de EU wordt bepleit. De COVID-19-crisis heeft aangetoond dat de financiële middelen om een grootschalig pan-Europees programma voor sociaal-ecologische transformatie uit te voeren beschikbaar zijn, als de politieke wil bestaat om deze te mobiliseren. Ook moeten internationale initiatieven voor schuldverlichting en ontwikkelingshulp snel worden opgezet en uitgevoerd.

Wij roepen de progressieve politieke krachten op om zich achter deze agenda te scharen en samen aan te dringen op ingrijpende politieke veranderingen.

—————-

De European Economists for an Alternative Economic Policy in Europe (de EuroMemo Group) is een netwerk van Europese economen die zich inzetten voor volledige werkgelegenheid met goed werk, sociale rechtvaardigheid zonder armoede en sociale uitsluiting, ecologische duurzaamheid en internationale solidariteit. De stuurgroep van de Euromemo Group bestaat uit: Marija Bartl (Amsterdam), Marcella Corsi (Rome), Judith Dellheim (Berlijn), Wlodzimierz Dymarski (Poznan), Marica Frangakis (Athene), John Grahl (Londen), Peter Herrmann (Rome), Laura Horn (Roskilde), Maria Karamessini (Athene), Jeremy Leaman (Loughborough), Mahmood Messkoub (Den Haag), Heikki Patomäki (Helsinki), Ronan O’Brien (Brussel), Werner Raza (Wenen), Magnus Ryner (Londen), Angela Wigger (Nijmegen)

De Verklaring is onderschreven door 400 wetenschappers en onderzoekers uit heel Europa, waaronder: Susan George (Erevoorzitter ATTAC Frankrijk), Mary Kaldor (LSE), Olivier De Schutter (Univ van Leuven), Bob Jessop (Lancaster Univ), Pascal Petit (Univ Paris 13), Dominique Plihon (Univ Paris 13), Mario Pianta (SNS, Florence), Alessandro Roncaglia (Sapienza Univ), Jacques Mazier (Sorbonne Univ), Christoph Scherrer (Kassel Univ), Frank Moulaert (KU Leuven), Donatella della Porta (SNS Florence), Giovanni Cornia (Univ of Florence), Claudio Cattaneo (Autonoom Univ. Barcelona), Otto Holman (Univ van Amsterdam), Gary Dymski (Leeds Univ), Henk Overbeek (Univ van Amsterdam), Owen Parker (Univ van Sheffield), Jorge Garcia-Arias (Univ van Léon), Hans Jürgen Bieling (Univ van Tübingen), Daniel Diaz-Fuentes (Univ van Oxford), Fiona Dove (TNI), Jorgé Reis (Univ van Coimbra) Trevor Evans (Economische Hogeschool van Berlijn), Helena Sousa (Univ van Minho), Júlio Mota (Univ van Coimbra), Grazia Ietto-Gillies (Londondond Southbank Univ),

De bijgewerkte lijst van ondertekenaars is beschikbaar op: www. euromemo.eu (pdf)