ETUI-ETUC workshop en conferentie over de opkomst van extreemrechts in Europa
Waarom zijn rechtse bewegingen populair en wat moeten vakbonden ertegen doen? Op 23 januari organiseerde het EVV, samen met haar kennisinstituut ETUI, een belangrijke workshop en conferentie over de bedreiging van (extreem)rechts in Europa, over vakbondservaringen met populisme en extreemrechts op de werkplek en hoe de arbeidersstem terug te winnen valt.
(Bron: Nieuwsbrief FNV Internationaal/Europa 24 jan. 2018)
Het EVV koos voor dit debat omdat vakbonden deze tendensen onder hun eigen leden en in de wereld van werk (racisme en discriminatie in bedrijven en overheidsinstanties) alleen kunnen bestrijden als zij weten 1) wie zich bij extreemrechts aansluit, 2) wat extreemrechts voorstelt en 3) hoe zij beweringen dat rechtse bewegingen werknemers een betere toekomst kunnen bieden kunnen ontkrachten.
Tijdens een vakbondsworkshop in de ochtend presenteerde ETUI feiten en cijfers over de opkomst van extreemrechts in Europa, kijkend naar hoe vakbondsleden stemmen, en onderzoek naar redenen voor de opkomst van extreemrechtse nationalistische partijen in Europese landen en het Europese parlement (zie onderstaande grafieken). Een belangrijk deel van de workshop had betrekking op de vraag welke praktijken vakbonden (zouden kunnen) gebruiken om de dreiging van deze groeiende ondemocratische bewegingen tegen te gaan. ETUI presenteerde hiervoor bevindingen van haar trainingen aan ETUC-gelieerde vakbonden uit meer dan 15 landen, aangevuld met voorbeelden van deelnemers uit België en Duitsland.
Interessante bevindingen
Onderzoek naar de oorzaken van de opkomst van extreemrechts en hoe vakbondsleden daarin staan leverde enkele interessante bevindingen op, die veel stof tot nadenken en conclusies opleveren voor vakbondspraktijken, beleid en politieke richtingen. Sommige hiervan zijn:
Vakbonden niet immuun voor extreemrechtse dreiging
Lange tijd was er de veronderstelling dat extreemrechtse, nationalistische en fascistische ideeën niet wijd verspreid waren onder vakbondsleden, vooral omdat vakbonden een cruciale rol hebben gespeeld in de antifascistische bewegingen in de jaren dertig van de vorige eeuw. Rechtse politieke programma’s, hoewel gebaseerd op een retoriek van welvaartsbelang (en – zoals het recente voorbeeld van Italië heeft aangetoond – ook enkele concrete maatregelen van welvaartsbeleid), bevatten geen macro-economische voorstellen die herverdeling als doel hebben, en dienen vaak nationale bedrijfsbelangen. Rechtse politieke programma’s staan ook diametraal tegenover fundamentele vakbondswaarden, zoals solidariteit en internationalisme.
Onderzoek naar stemgedrag van vakbondsleden heeft echter gevonden dat deze incompatibiliteit van rechtse agenda’s en belangen van werkenden vakbondsleden niet immuun maakt maar in tegendeel, rechtse partijen steeds meer vakbondsleden aantrekken, rechtstreeks concurrerend met linkse partijen. In Duitsland voert de AfD bijvoorbeeld ook actief campagne gericht aan vakbondsleden om zich bij hun partij aan te sluiten.
“Hey, kaderleden, wanneer komen jullie eindelijk naar het AfD? Wij arbeiders zijn er al!”
Neoliberalisme als broedplaats voor extreemrechts
Er zijn de afgelopen jaren veel studies geweest over de vraag waarom extreemrechts terrein wint in Europa en de VS. Globalisering (verlies van nationale soevereiniteit, liberalisering van de economie en deregulering van arbeidsverhoudingen) en de opkomst van (de ideologie van) neoliberalisme na de sociaaldemocratische consensus na de Tweede Wereldoorlog wordt vaak als reden gegeven voor de opkomst van extreemrechts in Europa in de jaren tachtig. Met name de daling van de lonen, de toegenomen concurrentie en de afnemende sociale samenhangende kracht van ‘standaard’ werk relaties wordt genoemd. De laatste creëert een zoektocht naar alternatieven en strategieën voor integratie, die worden gevonden in uitsluitingsconcepten zoals nationalisme. De menselijke behoefte aan bescherming tegen vermeende of reële bedreigingen (afhankelijkheid van mondiale markten, ‘Europese’ bureaucraten, buitenlanders die ‘banen wegpikken’ en ‘identiteiten bedreigen’) vormt dan de voedingsbodem voor nationalistische en racistische ideeën.
Studies hebben echter ook aangetoond dat de sociaaleconomische positie als verklaringsmechanisme vaak overschat wordt in de literatuur: niet noodzakelijk werkelijke armoede is de trigger voor rechtse sentimenten, maar eerder ‘relatieve of betrekkelijke armoede’, waar de angst voor het toekomstige verlies van status en economische positie gevoed wordt door gebrek aan een sociaal vangnet en solidariteit. Uit een onderzoek onder jonge werknemers is zelfs gebleken dat niet alleen de kansarmen het meest geneigd zijn tot rechtsextremisme of xenofobie, maar veeleer de winnaars van modernisering: jongeren in een vergelijkbaar veilige situatie en baan (denk aan aanhangers van Thierry Baudet). Twee factoren zijn geïdentificeerd als een verklaring voor deze moderniseringswinnaarstheorie: conventionalisme en prestatiegerichtheid.
Een belangrijke conclusie van de literatuurstudie is daarom dat in plaats van armoede per se, extreemrechtse attitudes toenemen als reële risico’s ervaren worden door precariteit in de wereld van werk, in combinatie met de subjectieve probleemanalyse, die sinds de afbraak van de sociale consensus gevoed is door schijnalternatieven, gebaseerd op uitsluiting (zoals nationalisme). Dit betekent dat ideologie en dominante waarden en normen in de samenleving alsook persoonlijke sociale netwerken belangrijke factoren zijn voor het succes (en falen) van extreemrechts.
Ontevredenheid met vakbonden en sociaaldemocraten
In studies richtten respondenten ook kritiek tegen de sociaaldemocratische en socialistische partijen en vakbonden, omdat ‘zij de belangen van de werkende bevolking niet vertegenwoordigden’. Ook tijdens de conferentie werd bekritiseerd dat de afgelopen tien jaar met name sociaaldemocratische partijen het beleid van privatisering van essentiële diensten en de verdere flexibilisering van arbeidsverhoudingen geïnitieerd, of daaraan mee gepolderd, hebben.
Er werd daarom gesteld dat neoliberale agenda’s van sociaaldemocratische partijen de oorzaak waren van hun achteruitgang in Europa. Een opmerkelijke uitzondering hierop is Britse Labour partij, welke, als bewijs van het belang van een duidelijk links programma voor het succes van sociaaldemocratische partijen, een onverwacht succes tegen May en enorme ledenwinst boekte nadat Jeremy Corbyn en zijn team de politieke richting hadden gewijzigd; met name richting ‘oude’ sociaaldemocratische waarden zoals: tegen privatisering, voor meer investeringen in sociale voorzieningen en infrastructuur, antiracisme, pro-immigratie, progressieve belastingheffing en meer democratie binnen de partij.
Wat te doen
Zowel in de workshop als tijdens de conferentie werd de urgentie van de situatie benadrukt: in het VK meldt de TUC dat extreemrechtse groepen begonnen zijn met het aanvallen van vakbondsleden in picket-acties. Extreemrechts ondermijnt actief de solidariteit tussen werknemers en neemt de agenda’s van de vakbonden over, bewerend dat zij de belangen van werknemers vertegenwoordigen. Er waren zelfs meldingen van plannen om ‘witte’ vakbonden op te richten.
Er zijn veel suggesties gedaan gedurende de dag voor wat vakbonden moeten doen on de tij te keren. Hier een lijst met acties die vakbonden en hun leden kunnen ondernemen:
*) ETUI biedt opleidingscursussen aan om strategieën en praktijken tegen extreemrechts te delen, gericht op sociale media, onderwijs, democratie op het werk en op lonen. Belgische en Britse vakbonden hebben handboeken voor vakbondsvertegenwoordigers over hoe ze extreemrechtse argumenten kunnen ontkrachten en (potentiële) leden in gesprekken hierover kunnen betrekken.
*) Belgische vakbonden screenen kiezerslijsten voor leden die deel uitmaken van verkiezingen voor extreemrechtse partijen. Deze worden benaderd met de keus: of de vakbond of extreemrechts. Als ze weigeren terug te treden wordt hun lidmaatschap ingetrokken. Dit is een duidelijk signaal dat samenwerking met extreemrechtse partijen onverenigbaar is met vakbondswaarden.
*) Vakbonden moeten zichzelf beschouwen als waardengemeenschappen – dus niet alleen als dienstverlenende organisaties voor individuele belangenbehartiging – en ernaar streven dit duidelijk te maken in hun interne en externe communicatie. Dit omvat niet alleen een duidelijke opstelling tegen racisme en fascisme, maar ook een eis voor fatsoenlijke huisvesting, scholen, ziekenhuizen en openbare diensten en economische gelijkheid tussen mensen, landen en regio’s.
*) Vakbonden moeten bewustwording campagnes; posters, folders, videospreiding op sociale netwerken, etc. ontwikkelen om het publiek te tonen dat ze tegen racisme zijn, vooral op het werk. Ze moeten feiten en argumenten verspreiden om de sociaaleconomische anti-immigrantenretoriek te ontkrachten: extreemrechts heeft geen antwoord op de complexe problemen waarmee we worden geconfronteerd, van klimaatverandering tot gedwongen migratiebewegingen, ongelijkheid en precaire arbeidsverhoudingen.
*) De vakbond kan blootleggen dat het stemgedrag van rechtse partijen rechtstreeks tegen de belangen van werkende mensen ingaat, zoals een Belgische vakbond heeft gedaan die VoteWatch Europe opdracht gaf rechts stemgedrag m.b.t. EU investeringen of de hervorming van de detacheringsrichtlijn om sociale dumping aan te pakken te monitoren.
*) Er moet meer transparantie komen om het publiek te informeren over de politiek van hun regeringen in Europa om nationale politieke leiders te ontmoedigen ‘Brussel de schuld te geven’ voor EU-wetten die zij hebben helpen vorm te geven en aan te nemen. Tegelijkertijd moeten ook neoliberale elementen van de EU worden bekritiseerd met een duidelijke linkse agenda over de nodige hervorming (Verdragswijzigingen met een protocol inzake sociale vooruitgang en hervorming van het macro-economische model van de EU)
*) Leden informeren en activeren: vakbonden moeten mensen bij elkaar brengen en vriendschappen en netwerken smeden, niet alleen op het werk maar ook in plaatsen waar gemeenschappen en mensen elkaar ontmoeten. Regionaal campagnewerk en strategieën voor sociale media moeten worden verbeterd. Niets werkt beter in de strijd tegen extreemrechts dan de persoonlijke en collectieve ervaring van het beïnvloeden, bereiken of veranderen van een situatie, in een bedrijf of politieke, door eigen acties en participatie.
*) De zorgen van werknemers moeten serieus genomen worden: nationalisme en racisme is een breed maatschappelijk probleem wat door veel mensen (onjuist) als antwoord op globalisering, sociale verandering en de transformatie van werk gezien wordt. De vakbond moet als alternatief discussie platforms bieden over hoe ons politiek-economisch stelsel ingevuld kan worden, gebaseerd op collectiviteit, rechtvaardigheid en solidariteit.
*) Mobiliseren tijdens de Europese actieweek tegen racisme tussen 16-24 maart 2019. Belgische vakbonden organiseren bijvoorbeeld op 24 maart 2019 een nationale demonstratie, samen met meer dan 100 organisaties.
Literatuur:
*) Nadja Mosimann, Line Rennwald, Adrian Zimmermann, 2018, The radical right, the labour movement and the competition for the workers’ vote, in: Economic and Industrial Democracy, Department of Economic History, Uppsala University, Sweden.
*) BBC, 10.9.2018, Europe and nationalism: A country-by-country guide
*) Martens, A., Ouali, N., March 2016, Racism Game Over: Résultats de l’enquête auprès des délégués et représentants syndicaux à Bruxelles (Racism Game Over: Results of the study among union representatives in Brussels)
*) Richard Stöss, 2017, Trade Unions and Right-Wing Extremism in Europe, Friedrich Ebert Stiftung,
*) Ruth Wodak, 2015, The Politics of Fear. What Right-Wing Populist Discourses Mean, SAGE
*) Emma Bell, 2018, The 2017 Labour General Election Campaign: Ushering in a ‘New Politics’? La campagne électorale travailliste de 2017 : une nouvelle manière de faire la politique?)