Ga naar de inhoud

EU besluit tegen controle van Interpol over toegang Europol en databanken

Autoritaire staten gebruiken de internationale politieorganisatie Interpol voor de politieke vervolging van oppositieleden. De Commissie of de Raad van de EU zouden de toetsing van het misbruik van signaleringen kunnen coördineren. Het Parlement heeft echter ingestemd met een koehandel.

6 min leestijd

Door Matthias Monroy, netzpolitik, vertaling door globalinfo.nl (donaties welkom!) – bij foto: Europol werkt steeds nauwer samen met Interpol, en ook Frontex raadpleegt daar databanken (– Interpol)

Volgend jaar mei wil de Europese Commissie het nieuwe reisinformatie- en machtigingssysteem (ETIAS) in werking laten treden. Alle reizigers die zonder visum naar de EU reizen, zullen dan voor het overschrijden van de grens via een internetformulier persoonsgegevens moeten verstrekken. Zoals de zaken er nu voor staan, treft dit ongeveer 1,4 miljard mensen uit meer dan 60 landen.

Als onderdeel van de controle zullen de persoonsgegevens worden vergeleken met andere politiedatabanken. Bij een “hit” wordt het incident manueel verwerkt en ter controle doorgestuurd naar de nationale ETIAS-kantoren in de lidstaten. Het grensagentschap Frontex is hiervoor verantwoordelijk en beheert het centrale ETIAS-kantoor met ongeveer 250 ambtenaren.

Toegang van de EU tot twee databanken

Ook de Interpolgegevensbanken moeten in het kader van een ETIAS-operatie worden geraadpleegd. De internationale politieorganisatie exploiteert 19 verschillende databanken voor het opsporen van personen, voorwerpen en documenten; de bekendste daarvan zijn de zogeheten “rode notities” (*) voor de aanhouding van een persoon. Interpol gebruikt “Gelbecken (gele notities)” om vermiste personen op te sporen, en “bblauwe notities” om de politie te helpen de verblijfplaats van gezochte personen te achterhalen.

Volgens de ETIAS-verordening die in 2018 is vastgesteld, vraagt het centrale systeem Interpol echter niet om gezochte personen. In plaats daarvan heeft ETIAS toegang tot de gegevensbank voor gestolen en verloren reisdocumenten (SLTD) en de gegevensbank met reisdocumenten van een gezocht persoon (TDAWN). In het “Interoperabiliteitsproject”, waarin de EU-Commissie verschillende databanken samenvoegt, vindt deze toegang ook plaats via een nieuw “Europees zoekportaal”.

Misbruik van signaleringen van gezochte personen

Telkens weer gebruiken staten Interpol-signaleringen voor de politieke vervolging van oppositieleden. Volgens artikel 3 van haar statuten is het de organisatie echter verboden dit te steunen. Verzoeken om opsporing van gezochte personen hebben vaak ook betrekking op personen (en hun documenten) aan wie in een andere staat asiel is verleend. Dit is in strijd met artikel 2, dat de eerbiediging van de mensenrechten voorschrijft. Het EU-parlement heeft enkele dagen geleden een studie gepubliceerd en in de bijlage veel van dergelijke gevallen vermeld, waaronder de arrestatie in Spanje van de schrijver Doğan Akhanlı, die in Duitsland woont.

Of een via interpol verspreid opsporingsbevel onterecht is, moeten de nationale centrale bureaus van de 195 lidstaten van Interpol uiterlijk na de aanhouding van een gezocht persoon nagaan. De gezochte personen worden dan niet altijd gewist. De Duitse federale recherche schrijft bijvoorbeeld uitdrukkelijk personen uit van wie Interpol zelf het opsporingsbevel heeft ingetrokken.

Als de EU-informatiesystemen in de toekomst toegang krijgen tot de Interpolgegevensbanken, zou de EU-Commissie ook verplicht zijn een dergelijke controle uit te voeren. De ETIAS-verordening bepaalt in dit verband dat in geval van bevraging “geen gegevens worden verstrekt aan de persoon die verantwoordelijk is voor de Interpol-signalering”. Ingevolge een aanbeveling van de Commissie en een besluit van de Raad moet de uitvoering van deze eis worden geregeld in een samenwerkingsovereenkomst met Interpol.

Langdurige onderhandelingen over samenwerkingsovereenkomst

Intussen heeft de start van de onderhandelingen over een dergelijke samenwerkingsovereenkomst zoveel vertraging opgelopen dat ook de start van het ETIAS op losse schroeven staat. Interpol zou hier volgens Brussel debet aan zijn. De Raad had echter pas in juli een mandaat gegeven om onderhandelingen te beginnen. De eerste onderhandelingsronde vond plaats in december, de volgende is gepland voor 23 februari.

Indien, zoals verwacht, pas einde van dit jaar een akkoord wordt bereikt, moet het verdrag vervolgens worden geratificeerd door de Algemene Vergadering van Interpol, die pas in november 2023 plaatsvindt. Een andere mogelijkheid is dat ETIAS en het interoperabiliteitsproject operationeel worden, maar zonder toegang tot de Interpolgegevensbanken.

De Commissie zou de uitwisseling tussen de lidstaten kunnen bevorderen

Gezien de complexiteit van de geplande overeenkomst, zal het waarschijnlijk veel langer duren om tot een akkoord te komen. De EU-Commissie wil in de openingsclausules namelijk ook de toegang tot de Interpolgegevensbanken vergemakkelijken voor de agentschappen Europol, Frontex, Eurojust, eu-LISA en het Europees openbaar ministerie. Europol moet met Interpol samenwerken bij operationele onderzoeken in het kader van zijn nieuwe verordening; ook dit moet in de overeenkomst worden geregeld.

De samenwerking tussen Europol en Interpol heeft vorige week bijna ook de succesvolle afronding van de onderhandelingen over de nieuwe Europol-verordening vertraagd. Op voorstel van het Roemeense lid van het Europees Parlement Dragoș Tudorache (Fractie Vernieuwing) zou Europol moeten worden opgedragen om de “rode vlaggen” te controleren op oneigenlijk gebruik. Zowel de Raad als de Commissie hebben dit voorstel verworpen.

De door het Parlement in de Europol-verordening gevraagde controle door het agentschap op onterecht uitgeschreven ‘rode vlaggen’ is uiteindelijk door een deal in de vergetelheid geraakt. De EP-leden stemden ermee in het amendement in te trekken. In ruil daarvoor hebben de lidstaten in de Raad Europol het groene licht gegeven om “directe buitenlandse investeringen” te controleren. De nadruk ligt op bedrijven die bewakingstechnologieën voor politiediensten en geheime diensten ontwikkelen en produceren. Als Europol dit als een bedreiging voor de “veiligheid of de openbare orde” ziet, kan de EU besluiten tot “beperkende maatregelen” tegen de buitenlandse instellingen.

Commissie en Raad kondigen politieke verklaringen aan

Tegenover netzpolitik.org verklaart Tudorache dat Europol “misschien niet in de beste positie verkeert om een grondige herziening van de rode vlaggen van Interpol uit te voeren”. Om deze reden, zegt hij, heeft de groep uiteindelijk afgezien van de wijziging van de Europol-verordening. De kwestie staat nu echter op de agenda in Brussel. Zo zou de EU een mechanisme kunnen opzetten waarmee de lidstaten informatie kunnen uitwisselen over politiek gemotiveerde huiszoekingen. Zowel de Commissie als de Raad hebben aangekondigd hierover politieke verklaringen te zullen doen.

De Raad had de Commissie echter vijf jaar geleden al verzocht de lidstaten te helpen bij het herkennen van onrechtmatige verzoeken om huiszoeking. Een voor dit doel aangekondigde workshop om verdere stappen te bepalen, heeft echter nooit plaatsgevonden. In plaats daarvan beschouwt de Commissie Interpol in de eerste plaats als verantwoordelijk voor het controleren van gezochte personen op politiek gemotiveerd misbruik voordat zij worden verspreid, en dus voor het effectief voorkomen daarvan. In feite is een dergelijke controlecommissie in 2019 met haar werkzaamheden bij Interpol begonnen, maar zij behandelt alleen oude zaken en boekt slechts trage vooruitgang.

(*) Interpol’s member countries consider a Red Notice to be a valid request for provisional arrest provided there is a bilateral or multilateral cooperation agreement for the extradition of suspects between them.