Machtsgreep Europese Commissie over lokale diensten mislukt!
In december 2018 brachten we met Bolkestein herrijst: Europese Commissie wil macht over diensten verslag uit over de pogingen van de Europese Commissie om de dienstenrichtlijn (‘Bolkestein’) nog meer armslag te geven. Ook lokale en regionale besturen zouden ontwerpen van nieuwe reglementering vooraf aan de Commissie moeten voorleggen, die zou oordelen of ze al dan niet in strijd zijn met de ‘vrije dienstverlening’ in de EU. Er rees heel wat verzet tegen deze inbreuk op de lokale democratie, en we kunnen met genoegen melden dat de Commissie zich verplicht zag haar plannen in te trekken.
(door Olivier Hoedeman (*), oorspronkelijk verschenen op Ander Europa)
Protest van stadsbesturen heeft ertoe bijgedragen dat de poging van de Europese Commissie macht te krijgen over diensten werd verijdeld. Het is de Commissie niet gelukt een procedure voor de kennisgeving van diensten (‘services notification procedure’) in te stellen. Hiermee zou zij vooraf een vetorecht hebben gekregen over nieuwe wetten van regionale en lokale overheden. Lokale democratische initiatieven op uiteenlopende gebieden als betaalbare huisvesting, energievoorziening en afvalbeheer zouden nog verder beperkt kunnen worden. De Commissie zou nu haar les wel moeten geleerd hebben, en de gemeenten moeten steunen bij het nemen van sociale en milieumaatregelen, hun democratisch recht om te reguleren respecteren en niets in de weg leggen als ze voorrang geven aan de belangen van de plaatselijke bevolking in plaats van die van het bedrijfsleven.
Gemeentelijke verantwoordelijken en activisten van het maatschappelijk middenveld juichten bij de aankondiging in oktober 2020 dat het Commissievoorstel voor een richtlijn inzake de kennisgeving van diensten wordt ingetrokken. Het doel van de Commissie was om de handhaving van de EU-dienstenrichtlijn van 2006 aan te scherpen. Maar de onderhandelingen met de EU-regeringen liepen vast door de groeiende bezorgdheid over de regelgevingsvrijheid van de lokale, regionale en nationale autoriteiten. De richtlijn werd uiteindelijk ingetrokken toen er, in de woorden van de Commissie, “geen vooruitzicht op een overeenkomst” mogelijk was. Een belangrijke maar onderbelichte factor daarin was het verzet van progressieve steden en maatschappelijke groeperingen uit heel Europa.
De reden dat ze in het geweer kwamen was simpel: de richtlijn zou de lokale, regionale en nationale autoriteiten hebben gedwongen om de Europese Commissie drie maanden van tevoren (in plaats van achteraf, zoals nu het geval is) op de hoogte te stellen van alle nieuw geplande regelgeving die van invloed is op de dienstensector. Dit zou hebben betekend dat de gemeenten moeten wachten tot de Commissie haar vetorecht zou gebruiken om een geplande verordening te verwerpen of goed te keuren. Een van de eerste critici was de gemeenteraad van Amsterdam, die in zijn resolutie van september 2018 verklaarde dat de richtlijn “de autonomie van de lokale overheden ernstig zou schaden” en “een bedreiging voor de lokale democratie” zou vormen. De burgemeesters van Amsterdam, Berlijn, Madrid, Barcelona, Boedapest en Riga schreven een brief op hoge poten aan de EU-onderhandelaars, waarin zij de voorgestelde richtlijn afkraakten omdat deze administratieve lasten zou creëren en hun vermogen om te handelen en te reguleren in het algemeen belang zou schaden. Een andere open brief tegen de richtlijn werd ondertekend door meer dan 160 maatschappelijke groeperingen, vakbonden, burgemeesters en progressieve gemeentelijke partijen.
Waar het om gaat bij de betwistingen rond de dienstenrichtlijn is een botsing tussen enerzijds steden die strijden voor hun democratisch recht om de belangen van hun burgers te reguleren en te beschermen, en anderzijds een Europese Commissie die geobsedeerd is door “de voltooiing van de interne markt” en het wegnemen van wat multinationale ondernemingen beschouwen als “regelgevingsbarrières”.
De afdeling Interne markt van de Commissie (DG GROW) heeft de neiging de voorkeur te geven aan lobbygroepen uit de dienstensector wanneer die klagen dat de lokale regelgeving waar zij een hekel aan hebben, een “inbreuk” op de dienstenrichtlijn is. De Commissie heeft haar pijlen gericht op tal van volstrekt legitieme regelingen als “regelgevingsbarrières” die zogenaamd “discriminerend” zijn ten opzichte van buitenlandse bedrijven. Zo is DG GROW herhaaldelijk in botsing gekomen met steden die de uitbreiding van AirBnB en soortgelijke huurplatforms probeerden te beperken om te voorkomen dat de huurprijzen de hoogte in zouden schieten. DG GROW heeft een zeer nauwe relatie met AirBnB-lobbyisten. Industriële lobbygroepen BusinessEurope, EuroCommerce en EuroChambres kregen een VIP-behandeling bij het opstellen van de richtlijn betreffende de kennisgevingsprocedure voor diensten.
Deze botsing tussen bedrijfsvriendelijke regels voor de interne markt en het recht van gemeenten om het algemeen belang te verdedigen neemt toe naarmate steden steeds ambitieuzere en pro-actievere spelers worden bij het aanpakken van problemen, van de klimaatcrisis tot het gebrek aan betaalbare huisvesting. Steden als Barcelona, Grenoble en Amsterdam keren het neoliberalisme de rug toe en introduceren gedurfde en innovatieve lokale oplossingen. De coronacrisis heeft de cruciale rol van steden bij het oplossen van maatschappelijke problemen nog eens extra onderstreept.
De intrekking van de richtlijn betreffende de kennisgeving van diensten is een belangrijke overwinning voor de Europese steden en zou de Commissie wakker moeten schudden. In plaats van te proberen de regelgevingsruimte van de steden te beperken, zou zij hun inspanningen om sociale en milieuproblemen aan te pakken, moeten versterken. Helaas lijkt de houding van de Commissie onveranderd, zoals blijkt uit haar nieuwe maatregelen. In maart 2020 heeft de Commissie een actieplan voor de handhaving van de interne markt (SMEAP) gelanceerd, met nieuwe “stappen om ervoor te zorgen dat de lidstaten voldoen aan de bestaande kennisgevingsverplichting in het kader van de dienstenrichtlijn teneinde nieuwe potentiële regelgevingsbarrières op te sporen en uit de weg te ruimen”. Een van die stappen is de lancering door de Commissie van een nieuwe website waar zij alle kennisgevingen plaatst van regelgeving voor de dienstensector die zij van het nationale niveau heeft ontvangen. Vervolgens verzoekt zij om commentaar op de kennisgevingen van regeringen, maar ook van bedrijfslobbygroepen. In november 2019 heeft de Commissie de lobbygroep EuroCommerce voor de detailhandel actief geadviseerd over deze site en hen erop gewezen dat belangengroepen “worden uitgenodigd om opmerkingen te maken”.
Een voorbeeld van hoe dit nieuwe mechanisme in de praktijk werkt, zijn de klachten die de European Holiday Home Association (EHHA) en haar Duitse ledengroep in februari 2020 hebben ingediend. Uit de verzoeken om informatieverstrekking blijkt dat deze lobbygroep (een spreekbuis van AirBnB) zich richtte op nieuwe beperkingen voor de verhuur van vakantiewoningen op het kleine Spaanse eiland Formentera (12.000 inwoners). De maatregelen (waaronder een maximum van 60 dagen per jaar voor de korte termijn verhuur van primaire woningen) zijn bedoeld om kritieke tekorten aan drinkwater aan te pakken en de snelgroeiende hoeveelheden huishoudelijk afval op het eiland te verminderen, beide verergerd door het toerisme, en het beperken van het gebruik van fossiele brandstoffen. Bovendien heeft de vraag naar toeristische accommodatie ervoor gezorgd dat de lokale bevolking geen betaalbare woonruimte kan vinden. Toch klaagde EHHA dat de regels “discriminerende, ongerechtvaardigde, onevenredige en ongeschikte maatregelen opleggen aan korte termijn verhuur op de Balearen”. De Commissie stuurde onmiddellijk een brief aan de eilandsraad van Formentera met een lange lijst van kritische vragen, waarin zij “rechtvaardiging en evenredigheid” eiste rond wat volgens hen “een beperking van de economische vrijheid om te huren” vormt. In juli 2020 stuurde de eilandsraad een 16 pagina’s tellend juridisch antwoord. Het valt nog te bezien of de Commissie besluit een procedure tegen de Spaanse regering te beginnen of dat zij andere maatregelen neemt tegen de regels van Formentera.
De agressieve ondervraging van de Raad van Formentera door de Commissie (uit naam van beperkte commerciële belangen) laat zien hoe de agenda voor de deregulering van de dienstensector in strijd is met de door de EU geformuleerde sociale en milieudoelstellingen, met inbegrip van de Europese Green Deal. Het is hoog tijd dat de Commissie de juiste prioriteiten stelt, voorbijgestreefde neoliberale uitgangspunten loslaat en het recht van lokale overheden om te reguleren respecteert.
(*) Olivier Hoedeman is onderzoeker bij Corporate Europe Observatory (CEO). Dit artikel verscheen op 4 november 2020 onder de titel Wakeup call for the European Commission in its failed power grab over local services op de website van CEO. Nederlandse vertaling voor Ander Europa door Rob Noort. Met dank aan CEO voor de toelating tot overname.