Ga naar de inhoud

Nabeschouwing WTO-top Hongkong: De ontwikkelingslanden hebben niet veel in handen

De WTO-top van Hongkong zit er op. In tegenstelling tot de top in het Mexicaanse Cancun is er deze keer wel een slottekst. Tijd voor een nabeschouwing.

4 min leestijd
Placeholder image

De zesde Ministerconferentie is afgelopen. Is dit nu een succes vroeg een Engelse collega aan Europese Commissaris voor Handel Mandelson. “Nee”, antwoordde hij, ” het is vooral geen mislukking”. Dat klopt misschien in die zin dat de WTO er in geslaagd is om een slotverklaring aan te nemen en niet zoals twee jaar geleden in Cancun op een sisser is uitgelopen. Maar of het Zuiden er veel aan over houdt, is een andere zaak.

De ontwikkelingslanden hebben zich hard geweerd in Hong Kong. Ze hebben de handen in elkaar geslagen en zich niet laten verdelen. De samenwerking tussen de verschillende groepen, G20, G33, G90 onder het label G110 was een van de meest hoopgevende gebeurtenissen hier in Hong Kong.

Maar toch hebben de ontwikkelingslanden niet veel om mee naar huis te nemen als ze straks terug naar huis vliegen. Een groot aantal ontwikkelingslanden zei het gisteren al in een plenaire vergadering: eigenlijk zit er niet veel ontwikkeling in de slottekst van de ministerconferentie. Wat er vooral inzit zijn allerlei liberaliseringsformules die de rijke landen er hebben ingestoken, en waarbij de “ontwikkeling” er dan uit bestaat dat er van die formules iets wordt afgedaan om de ontwikkelingslanden ter wille te zijn. Een echte doordachte aanpak om van handel een ontwikkelingsinstrument te maken zit er niet in.

Nochtans hebben de rijke landen er alles aan gedaan om te doen uitschijnen dat ontwikkeling hier wel op de voorgrond stond, maar in feite is het resultaat voor de ontwikkelingslanden veel minder belangrijk dan het wordt voorgesteld.
Afschaffing van de exportsubsidies

Tegen 2013 moeten alle vormen van exportondersteuningafgeschaft zijn. Een deel van de vermindering zal al gebeuren tegen 2010 de helft van die overgangsperiode.

Hoe groot eerste vermindering zal zijn is nog niet geregeld. Bovendien zijn de exportsubsideies eigenlijk niet zo belangrijk meer.Dank zij de invoering van directe inkomenssteun aan de boeren kan de EU exporteren aan een prijs die zo laag is dat er geen exportsubsidies meer voor nodig zijn. Gesubsidieerde exporten blijven dus bestaan, alleen zijn het ander subsidies
Vermindering van de industriele invoertarieven.

De ontwikkelingslanden hebben een tariefverminderingsformule moeten aanvaarden die hun invoertarieven drastisch kunnen verlagen. Ze zijn er niet in geslaagd om in ruil daarvoor de nodige uitzonderingen en beschermingsmaatregelen op papier te krijgen. Ze zullen volgend jaar nog hard moeten onderhandelen om daar nog iets aan te doen.

Liberalisering van de diensten

De rijke landen, en vooral de EU, wilden in Hong Kong een nieuwe onderhandelingsmethode invoeren om de dienstensector te liberaliseren, en die veel meer druk zou zetten op de ontwikkelingslanden om hun markten te openen ingevoerde diensten. De ontwikkelingslanden hebben deze poging kunnen afzwakken, maar zullen volgend jaar op hun hoede moeten blijven.

Bijzonder ontwikkelingsmaatregelen:

Het meest belangrijke voor de ontwikkelingslanden is dat zij in de onderhandelingen over landbouw, industrie en diensten niet onder druk gezet worden om meer liberaliseringen door te voeren die niet aangepast zijn aan hun ontwikkelingsniveau, en dat ze tegelijk mogelijkheden krijgen voor hun eigen uitvoer..

Maar daarnaast stonden er Hong Kong nog een aantal bijzonder maatregelen op de agenda waarmee door de rijke landen sterk is uitgepakt om de WTO een ontwikkelijksvriendelijker imago te geven. Helaas valt er uiteindelik ook hier niet veel te rapen:

– Vrije markttoegang voor de minstontwikkelingslanden: de rijke landen zullen veel producten kunnen uitzonderen en er is ook geen kalender om die uitzonderingen uit te doven.
– Katoen: de USA heeft geen engagementen genomen om de directe steun aan de Amerikaanse katoenboeren te verminderen. Enkel de export subsidies voor Amerikaans katoen worden afgeschaft, maar die zijn maar voor 15% verantwoordelijk voor de schade aande Afrikaanse katoenboeren.
– Patenten en geneesmiddelen. De WTO is er trots op dat de voorlopige regeling voor de invoer van generische geneesmiddelen die dateert vqn 2003 definitief heeft vastgelegd. Maar die regeling is niet echt werkbaar en is nog nooit toegepast. Men had dat eerst moeten evalueren en verbeteren.
– Verlenging van de overgangsperiode voor de invoering van het patentenverdrag in minstontwikkelde landen. De minstontwikkelde landen hadden 15 jaar gevraagd, maar slechts 7,5 jaar gekregen met veel beperkingen er bovenop.
– Hulp voor handel: rijke landen hebben in Hong Kong geld beloofd om ontwikkelingslanden te helpen met hun handelsbeleid, maar het grootste gedeelte is eigenlijk geen vers geld, en het overige is wel beloofd maar nog lang niet vastgelegd.

Het beste wat ontwikkelingslanden uit Hong Kong meenemen is de vastlegging van de mogelijk om een aantal van hun landbouwproducten, die belangrik zijn voor hun voedselzekerheid en plattelandsontwikkeling, te beschermen. Maar zelfs hier is het nog niet zeker over hoeveel producten het dan wel zou gaan.

Onze conclusie: de ontwikkelingslanden hebben het verlies beperkt, niet veel gewonnen en nog veel zorgen.

Marc Maes is medewerker van 11.11.11, de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Marc Maes (11.11.11).)