Ga naar de inhoud

Regeerakkoord en twee procent van de NAVO

Wanneer loeit er een anti-NAVO-geluid aan? De president van de Verenigde Staten speelt met veiligheid alsof het om zijn torenhoge bouwprojecten gaat. Zelfs bondgenoten in de Amerikaanse politiek beginnen af te haken. De republikeinse senator Bob Corker waarschuwde dat Donald Trump riskeert dat hij de Verenigde Staten brengt op “het pad naar een Derde Wereldoorlog”. En met de VS wordt de NAVO dan meegezogen. Want de VS heeft veruit de grootste krijgsmacht van de NAVO en Trump is daarvan de hoogste baas, met zijn vingers bij de atoomknop.

6 min leestijd

(Door Martin Broek, oorpsronkelijk verschenen op konfrontatie.nl) illustratie: Albert Hahn, 1910 (bron))

De discussie in Nederland gaat echter niet om het gevaar van de commander-in-chief in het Witte Huis en de-escalatie. Die draait om hoeveel de Nederlandse krijgsmacht er bij moet krijgen. Uit het Regeerakkoord dat deze week verscheen bleek dat het in 2021 €1,5 miljard extra wordt. Dat is zo’n 16 procent meer dan het begrote budget voor 2018 en daarmee ruim boven de groei van de economie, die in dezelfde periode zo’n 5,5% zal bedragen. De Nederlandse militaire uitgaven gaan naar ruim €10 miljard. Militairen hebben de wind in de zeilen. Voor conservatieve politici is dit niet meer dan een tussenstap. De 2% van het Bruto National Product (BNP)- doelstelling van de NAVO blijft voor hen een breekijzer om wensen kracht bij te zetten. Dat is dan nog wel een flinke portie erbij, 2 procent van het BNP is €15,6 miljard.

Trachten

De omvang van de Defensiebegroting wordt vastgesteld door de Regering en goedgekeurd in de Tweede Kamer. De afspraken binnen de NAVO zijn niet meer dan een politiek streven. De NAVO-doelstelling staat wel in de Defensiebegroting van de laatste regering: “Tijdens de NAVO-top in Wales in september 2014 hebben de bondgenoten afgesproken (1) de trend van dalende defensie-uitgaven te keren, (2) te trachten de uitgaven in reële termen te laten stijgen naarmate hun BBP groeit en (3) zich in te spannen om de komende tien jaar (2014–2024) hun defensie-uitgaven in de richting van twee procent van het BBP te bewegen. Een dergelijke afspraak is tevens gemaakt over de richtlijn om ten minste 20 procent van het totale defensiebudget te besteden aan investeringen. Deze afspraken werden tijdens de top in Warschau in juli 2016 herbevestigd.” Die 20% is goed nieuws voor de wapenindustrie (niet voor de militairen die streven naar betere pensioenen), maar ’trachten’ geeft aan dat het in beide gevallen geen wet van Meden en Perzen is.

Afspraak

Hoe we komen aan die NAVO-doelstelling lijkt duidelijk. De afspraak van de regeringsleiders in 2014 in Wales wordt in de Defensiebegroting uitdrukkelijk genoemd. Maar de afspraak is ouder. Het cijfer werd in de jaren negentig in de strijd geworpen vanuit de Verenigde Staten om na het einde van Koude Oorlog het dalen van de defensiebestedingen, het zogenaamde vredesdividend, een halt toe te roepen. Dat is gelukt. De groei van de militaire uitgaven is enorm geweest. Nu gaan ook de achterblijvers aanhaken. De NAVO secretaris generaal constateerde dit najaar dat: “alle NAVO-landen die minder dan twee procent BNP uitgeven, hun defensiebegrotingen hebben verhoogd.

Medewerker van Pax Christi, Wilbert van der Zeijden, schreef dat het bij die twee procent om een symbolische en politieke wens gaat. Om dit te onderbouwen haalde hij een rapport en discussie uit het parlement van het Verenigd Koninkrijk aan, waar dit bijna letterlijk gezegd wordt.

Inadequaat

Hij staat echter vooral stil bij het ongerijmde karakter van de maatregel. Is het goed dat Griekenland zoveel aan Defensie besteed, gezien de binnenlandse crisis? (nog los van het feit dat dit vooral naar pensioenen en wedden gaat en niet naar wapens.) Wat maakt het uit de Estland meer dan 2% uitgeeft, het blijft door de geringe omvang een schijntje. Op grond van welke rationele argumenten betekent de enorme groei van de Nederlandse economie tussen begin jaren negentig en 2008 dat we ook veel meer aan de krijgsmacht moeten besteden? Van der Zeijden stelt dat het benaderen van defensie-uitgaven op grond van BNP inadequaat is; het meet het verkeerde, met de verkeerde methode en leidt tot betekenisloze conclusies.

Obsessie

Hij staat niet alleen met zijn kritiek. Wat er onder defensie valt verschilt per land en de ene 2% is de daarom de andere niet. Zelfs het Verenigd Koninkrijk trekt de trukendoos open om voor het oog de militaire uitgaven te verhogen en schuift daarom inlichtingendienstenwerk en pensioenen de begroting binnen. Dit schrijft Dr. Linda Risso van het Institute of Historical Research in een artikel dat de twee procentsdoelstelling onder de loep neemt en het een obsessie noemt.

Star

De invloedrijke Carnegie Foundation constateert dat de bedreigingen van de Europese veiligheid elders liggen, nl. bij problemen met de euro, vluchtelingenpolitiek, toegang tot energie en terrorisme. “Dat heeft weinig te maken met conventionele militaire uitgaven.” Je zou cyber daar aan toe kunnen voegen. Of Europa er militair zo slecht voor staat betwijfelt de denktank. Het lijkt mee te vallen met een stevige defensie-industrie en met twee West-Europese nucleaire machten. De twee procent moet daarom niet zo star worden opgevat. Het is veel belangrijker waaraan Europa spendeert.

Als Duitsland de doelstelling gaat volgen dan zouden de Duitse militaire uitgaven omhoog schieten van €37 miljard naar €60 miljard, zo berekende Janosch Delcker voor Politico. Het zou dan veruit de grootste militaire macht van Europa gaan worden. Maar dan zou het wel middelen weghalen die nodig zijn voor het opkrikken van de (Europese) economie en dat op grond van de vraag van een zeer onpopulaire Amerikaanse president, zo schreef hij begin dit jaar.

Conflicten

Tomas Vanheste vroeg zich op de website van De Correspondent af: “of die geopolitieke onrust die Stoltenberg aandroeg als argument voor hogere defensieuitgaven niet juist ook het gevolg is van eerder militair ingrijpen, in Irak en Libië, en van wapenleveranties die conflicten in het Midden-Oosten voeden.” Het is een vraag die je zelden hoort vanuit het militaire establishment. Militairen maken soms meer veiligheid kapot dan je lief is.

Merites

Ontkennen dat de wereld onveiliger is geworden heeft weinig zin. Maar ook gevaren opkloppen is onzinnig en maakt het gevaar niet kleiner. China geeft al jaren zo’n 1,5 procent van het BNP uit aan Defensie, ook al is de VS zeer aanwezig in de Chinese achtertuin. Aangezien China de derde economie van de wereld is geworden (na de VS en de EU en voor Japan) zijn die uitgaven niet gering. Maar we moeten het ook niet overdrijven. China is enorm verweven met de Nederlandse distributie-economie. Slimme handelsdiplomatie zou ons wel eens verder kunnen helpen dan een militair antwoord. Rusland speelt een gevaarlijk spel in de Oekraïne. Maar is het daarmee ook een geduchte militaire tegenstander? Of moeten we een leger dat niet genoeg mensen heeft, in een land waar de economie rammelt en de wapenindustrie slecht functioneert, gewoon op zijn merites beoordelen?

Grizzly

Het BNP van New York is met $ 1,56 biljoen hoger dan dat van heel Rusland (% 1,27 biljoen). In 2014, het jaar waarover deze cijfers gaan, had Nederland een BNP van $ 879 miljard en kwam daarmee als middelgrote NAVO-lidstaat in zijn eentje op 70 procent van de Russische economie. We maken van een woelmuis een grizzly. De wapenindustrie vaart wel bij de jacht op die beer en de veiligheid neemt er niet mee toe. De grizzly leeft toch echt op een ander continent…