Ga naar de inhoud

Syriza-regering dwingt nieuwe bezuinigingen in Griekenland af

Het budget dat de regering van Syriza (*1) (de Coalitie van Radicaal Links) in 2019 heeft gepresenteerd, blijft bezuinigingen afdwingen ten behoeve van de crediteuren (*2) van de natie bij de wereldwijde financiële instellingen en de Europese Unie (EU).

8 min leestijd

(Bron: artikel van john Vassilopoulos op wsws.org, vertaling Henry van Maasakker foto: Die Linke, cc/flickr)

Het werd in december door het parlement aangenomen en was de eerste begroting sinds Griekenland formeel de achtjarige leningen voor het bezuinigingsprogramma in augustus verliet. Sindsdien is het Griekenland voor het eerst sinds 2010 toegestaan ​​om fondsen te werven op de financiële markten. In zijn toespraak tot het parlement verklaarde de Griekse premier en leider van het pseudo-linkse Syriza, Alexis Tsipras: “Vandaag stemmen we over de eerste begroting na de reddingsoperatie. Een begroting van fiscale expansie na acht jaar bezuinigingen. Het eerste budget dat van ons is.”

Dit is allemaal niet waar.

Griekenland heeft het bezuinigingsprogramma alleen in naam afgesloten. Het budget moet nog steeds worden goedgekeurd door de Europese Commissie (*3), die het een maand vóór de stemming in het Griekse parlement haar goedkeuring had gegeven. Bovendien is de Griekse regering volgens de voorwaarden van het programma verplicht om tot 2022 primaire overschotten van 3,5 procent van het BNP uit te voeren en vervolgens 2,5 procent van het BBP tot 2060. Als deze doelstellingen niet worden gehaald, kan de EU eisen dat de Griekse regering aanvullende bezuinigingsmaatregelen aan haar bevolking oplegt.

De last van het behoud van deze primaire overschotten komt voor rekening van de Griekse arbeiders­ klasse, waar het huishoudinkomen sinds 2010 met bijna 30 procent is gedaald. Belastingmaatregelen die door opeenvolgende regeringen worden opgelegd, met name op het gebied van indirecte belas­ tingen, raken de armste in de samenleving onevenredig. De indirecte belastingen in Griekenland vormden in 2017 een enorme 39 procent van alle belastinginkomsten, het grootste percentage in de EU vergeleken met 26 procent in Duitsland. Maar voor de rijken wordt de belasting op onderneming­ en volgens Syriza dit jaar opnieuw met 1 procent verlaagd als onderdeel van de jaarlijkse reducties tot 2022 wanneer deze op 25 procent wordt vastgesteld.

Tsipras ‘beweringen over ‘fiscale expansie’ zijn overduidelijk absurd. Afgezien van een paar schamele maatregelen zoals het reserveren van € 400 miljoen aan huursubsidie ​​voor 300.000 gezinnen met lage inkomens, is dit een ander bezuinigingsbudget dat de maatschappelijke positie van een reeds verwoeste arbeidersklasse nog verder verlaagt.
Syriza beweert dat het de belastingdruk heeft verlaagd die is gemoeid met de ENFIA-belasting of de geconsolideerde belasting op eigendom van onroerend goed. De realiteit is dat Syriza door een scha­mele gemiddelde verlaging van 10 procent toe te passen die vooral van toepassing is op lagere eigendomsgroepen, deze gehate belasting permanent heeft gemaakt – nadat ze had beloofd dit op te heffen toen ze in 2015 aan de macht kwam. In elk geval zelfs dergelijke kleine verlagingen van de belasting zullen waarschijnlijk het jaar nadien worden teruggevorderd, aangezien onroerend goed belastingtarieven de ko­men­de maanden zullen worden geherwaardeerd.

Een andere poging om door Syriza glans aan de begroting te geven was het rondbazuinen van het feit dat de inkomens van ongeveer 620.000 mensen met een laag pensioeninkomen op meestal € 600 per maand met gemiddeld € 100 meer zullen worden geherwaardeerd onder het nieuwe budget ingaande in 2019. Maar zelfs deze schamele verhoging zal vanaf het begin niet volledig worden toe­gekend. In plaats daarvan wordt het in de komende vijf jaar in termijnen verhoogd, wat betekent dat de gemiddelde stijging in 2019 voor deze gepensioneerden een schamele € 20 euro per maand zal zijn.

De regering prees het besluit om geen geplande bezuinigingen van ongeveer 2,7 miljard euro toe te passen die zouden plaatsvinden onder het nieuwe regime en die zouden hebben geleid tot bezuini­­ gingen van maximaal 18 procent voor 1,4 miljoen zogenaamde “oude” gepensioneerden die met pensioen gingen voorafgaand aan mei 2016. Dit is geen troost voor alle andere ‘nieuwere’ gepen­sioneerden die in de een of andere vorm bezuinigingen zullen zien. Onder het nieuwe systeem zullen allen die tussen mei 2016 en december 2018 met pensioen zijn, kortingen tot 20 procent zien, terwijl degenen die na 2019 met pensioen gaan tot 30 procent minder krijgen. Deze komen bovenop het totaal van € 67 miljard die sinds 2010 in opdracht van de EU en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) op de Griekse pensioenen zijn bezuinigd.

Met uitzondering van de 620.000 mensen met een laag inkomen, worden de pensioenen bevroren tot 2022 wat een reële daling betekent, aangezien de inkomens door de inflatie zullen worden uitge­hold. In het geval van de “oude” gepensioneerden zal de bevriezing zich uitstrekken tot na 2022 totdat “nieuwere” gepensioneerde inkomens op hetzelfde niveau zijn gekomen.

Dit wil ook niet zeggen dat er in de toekomst geen bezuinigingen zullen zijn. Bijvoorbeeld, in het geval van de “oude” gepensioneerden, wordt het bedrag dat niet werd geknipt nu op hun rekening verantwoord als een zogenaamd “persoonlijk verschil” bedrag. Dit kan in een oogwenk worden onderbroken als er niet aan strenge budgettaire doelen wordt voldaan.

Aanvallen op gezondheidsuitgaven gaan in 2019 door. Met een toename van het gezondheidsbudget van slechts € 128 miljoen voor dit jaar probeerde Syriza-gezondheidsminister Andreas Xanthos de werkelijkheid op zijn kop te zetten door te beweren: “Deze ondersteuning is een voortzetting van de zeer cruciale impuls die het Nationale Gezondheidssysteem in de afgelopen tijd heeft gekregen “Deze on­der­steuning is een voortzetting van de zeer cruciale impuls die het Nationale Gezondheidssysteem de afgelopen vier jaar heeft gekregen.”

Het tegenovergestelde is waar. Ondanks de schamele stijging voor 2019 zal het budget van het ministerie van Volksgezondheid naar verwachting € 3,9 miljard bedragen, wat € 500 miljoen minder is dan in 2015 toen Syriza aan de macht kwam en ongeveer de helft van de gezondheidsuitgaven in 2009, een jaar voordat Griekenland het reddingsplan met de EU, het IMF en de trojka van de Europese Centrale Bank, tekende.

In een verklaring na de begroting benadrukte de Pan Helleense medische vereniging dat de uitgaven voor gezondheidszorg in Griekenland “nog steeds erg klein zijn, ongeveer 5 procent van het bbp. Daarentegen is het Europese gemiddelde ongeveer 7 procent, terwijl de minimale veilige grens voor elk gezondheidssysteem, zoals we herhaaldelijk hebben benadrukt, 6 procent van het bbp is.”

De wrede bezuinigingen die zijn opgelegd aan het Griekse gezondheidssysteem hebben geleid tot wat is beschreven als een humanitaire catastrofe. Volgens een studie gepubliceerd door de Lancet in juli 2018 is het sterftecijfer gestegen van 997,8 per 100.000 in 2010 naar 1.174,9 per 100.000 in 2016 – een stijging van 17,7 procent in slechts zes jaar tijd! Dat deze sterfgevallen het directe gevolg zijn van de opgelegde besnoeiingen wordt onderstreept in het artikel in Lancet, waarin staat dat “veel van de doodsoorzaken die in Griekenland zijn toegenomen mogelijk het gevolg zijn van de zorg, waaronder HIV, neoplasma, cirrose, neurologische aandoeningen, chronische nieraandoeningsziekte en de meeste soorten hart- en vaatziekten.”

De begroting getuigt van de mate waarin de verkoop van publieke activa is omarmd door Syriza in functie. Ondanks de eerdere toezeggingen om een ​​eind te maken aan de verkoop van publieke middelen – die wordt geëist door de EU en de privatiseringsdrang van het IMF-  hebben de inspan­ ningen van Syriza de inspanningen van vorige conservatieve en sociaaldemocratische regeringen overtroffen. Volgens cijfers in het laatste begrotingsverslag werd vorig jaar een record van € 2,1 miljard aan staatsactiva verkocht, inclusief € 1,1 miljard om de huidige toegekende concessie aan particuliere aandeelhouders die Athens Airport exploiteren nog eens 20 jaar te verlengen.

Het doel van de privatisering van de begroting voor dit jaar is € 1,5 miljard. Een vijfde deel van dit doel bestaat uit de € 300 miljoen die in 2019 door Lamda Development zal worden betaald – een vastgoedgroep die eigendom is van scheepvaartmagnaat Spiros Latsis – als eerste deel van de deal van € 915 miljoen om de site van de oude luchthaven van Athene te verwerven. Dit plan van Lamda is onderdeel van een totale investering van € 8 miljard, is om de site in Elliniko, een kustwijk in het zuiden van de stad, te ontwikkelen tot een ‘Metropolitan Park’ met winkelcentra, luxehotels en casino’s.

Afsluitende Conclusie (Henry van Maasakker);

Net als in de eerdere zaak van Italië, laten beide cases zien dat of er nu door verkiezingen een radicaal linkse of radicaal rechtse regering aan de macht komt uit politieke frustratie met het neoliberale crisismanagement van IMF, ECB, EC en de Noordelijke Europese landen met name Duitsland met ‘fiscaal compact’, ‘Six Pack’ en ‘Two Pack’, het ‘European Semester’ de 2020 strategie en het Euro-Plus Pact leidend tot bezuinigingen, deregule ring en privatiseringen, dit programma door de crediteuren dwingen wordt opgelegd. Dit neoliberale ‘interne devaluatie’ programma zal in de landen van de EU leiden tot demonstraties, stakingen en burgerrevoltes zoals de ‘Gele Vesten’ in Frankrijk en de aanstaande verkiezingen voor het Europese parlement in mei 2019 gaan beïnvloeden. 

Noten:

1*) De achtergronden van de Griekse crisis (en de Italiaanse crisis) worden uiteengezet in Jack Rasmus, ‘De plundering van Griekenland.

2*) Europese transnationale banken en instellingen (ECB, Bundesbank) hebben op grote schaal verdiend aan het Griekse schuldenprogramma van de afgelopen 10 jaar. Zo hebben Duitse transnationale banken 3 miljard Euro winst gemaakt.

 3*) Europa heeft in 2011 haar neoliberale EU-crisismanagement geïntroduceerd bestaande uit een gewijzigd en aangescherpt Stabiliteits- en Groeipact met een begrotingsevenwicht (‘fiscaal compact’ met voort­durende moni­toring, toezicht en financiële sancties (‘Six Pack’ en ‘Two Pack’) en het ‘European Semester’ dat de Euro­ pese 2020 strategie en het Euro-Plus pact monitort en coördineert (de vertaler).