Ga naar de inhoud

Vrijheid voor Dimitris Koufontinas!

Sinds meer dan 50 dagen is  Dimitris Koufontinas in een Griekse gevangenis in hongerstaking. Dimitris Koufontinas behoorde tot de gewapende groep 17e November die na de Griekse militaire dictatuur van 1975 is opgericht en 25 jaar heeft bestaan. De groep werd van enkele gewapende acties beschuldigd, waaronder de liquidatie van de CIA-chef voor Zuidoost-Europa. Andere aanslagen op Amerikaanse gezagsdragers volgden vanwege de verbinding tussen de NATO/ de VS en het Griekse militaire bewind wat jarenlang een terroristisch bewind had gevestigd. Andere aanslagen waren gericht tegen politici en journalisten.

18 min leestijd

De gevangenis is een plek waar dictatuur heerst. Elk hongerstaking die door een gevangene wordt gevoerd, is de strijd van een subject tegen een totaliteit wat het subjectkarakter niet toelaat.

Men moet bedenken dat de acties van de 17e November direct samenhangen met dat de Griekse militairen op 21 april 1967 een militaire staatsgreep pleegden en tot hun val in 1974 een klimaat van openlijk geweld vestigden. Tot de historische feiten behoort dat de Amerikaanse Nixon-regering jarenlang nauw met de dictatuur samenwerkte. Hetzelfde oordeel is tegen het toenmalige Griekse koninklijk huis en tegen talloze rijke families geveld die vanwege politieke stemmingsveranderingen bezorgd waren over hun voorrechtenen de coupplegers steunden.

Dimitris Koufontinas heeft zich in 2002 vrijwillig bij de Griekse justitie aangegeven om naast de anderen die waren gearresteerd en aangeklaagd, de politieke verantwoordelijkheid te nemen voor wat de 17e November heeft ondernomen. Hij heeft voortdurend geweigerd verklaringen af te leggen die zijn medebeklaagden zouden kunnen belasten. Hij wordt door velen binnen links en door intellectuelen vanwege zijn algehele houding gerespecteerd. De gevangene die tot meerdere malen levenslang werd veroordeeld, werd vanaf 2017 strafverlichting toegestaan wat hem overigens juridisch al jaren eerder was toegekend.

De huidige regering in Griekenland maakt glashelder duidelijk dat het in sociale en politieke categorien denkt die bekend zijn van de militaire dictatuur. De president van de nu regerende partij Nieuwe Democratie, Kyriakos Mitsotakis, heeft al voor zijn verkiezingsoverwinning verklaard dat hij hechtenisomstandigheden van Dimitris Koufontinas wilde verscherpen. Om dit voornemen te realiseren – waar persoonlijke wraakgevoelens van door 17e November aangevallen belangrijke Griekse families achter schuil gaan – werd in december 2020 een wet aangenomen. Daarachter gaat de wens schuil dat linkse politieke gevangenen verklaringen moeten afleggen en openlijk berouw moeten tonen. Precies deze wens had de Griekse dictatuur in 1967 bij duizenden van communisme verdachte gevangenen die aan barbaarse hechtenisomstandigheden en voortdurende folter waren blootgesteld.

Dimitris Koufontinas is nu 63 jaar oud. Sinds januari 2021 is hij aan een dramatische verslechtering van zijn hechtenisomstandigheden blootgesteld. Intussen is hij al 59 dagen (7 maart 2021) in hongerstaking. Dimitris Koufontinas kan elk moment overlijden. Dan sterft hij niet omdat hij een gewapende aanval op de neoliberale regering in Griekenland uitvoert, maar omdat hij niet aan de wens van een regerende bovenlaag tegemoetkomt door hun voeten te kussen. Zelfs decennia na het pact met het bloedige generaalsbewind lijkt deze bovenlaag nog niet te hebben verwerkt dat zij ook ter verantwoording is geroepen.

Er bestaat geen recht op onderwerping van een maatschappij door een rijke minderheid die aan niets anders denkt dat aan de groei van haar rijkdom en macht. Bij deze boosaardige houding ten aanzien van Dimitris Koufontinas hoort het eveneens boosaardige optreden tegen vluchtelingen in Griekenland, tegen de armen en oude mensen of tegen diegenen die niet meer nodig zijn voor het kapitalistische systeem.

Wij zijn voormalige gevangenen uit de RAF en de Beweging van de 2e Juni. Wij kennen de harde houding van de staat en haar apparaten. We kennen de dwangvoeding en het excessieve geweld van de gevangenbewaarders, we kennen de ‘coma-oplossing’ het cynisch zo genoemde ‘ping-pong-spel’ waarmee men probeerde ons in een toestand tussen leven en dood te houden met daarbij de hoop dat we eraan onder door zouden gaan. We kennen het spel om berouw als voorwaarde voor vrijheden in te zetten. Dimitris Koufontinas wordt hier ook aan blootgesteld.

Het neoliberalisme heeft wereldwijd gefaald en heeft overal tot desastreus maatschappelijke gevolgen geleid. Tegelijkertijd probeert het in toenemende mate elk idee over een andere wereld, elk begin van verzet uit te roeien.

Niet wij moeten berouw tonen maar diegenen die voor deze mensonterende toestanden verantwoordelijk zijn en die het leven van een groot deel van de mensheid bepalen moeten opstappen.

We zijn allemaal verplicht ook voor het leven en de vrijheid van de politieke gevangene Dimitris Koufontinas te strijden.

Knut Folkers, Christian Klar, Roland Mayer, Karl-Heinz Dellwo, Eva Haule, Monika Berberich (allemaal: RAF)

Ella Rollnick (Beweging 2e Juni)

==========================================================================

Procesverklaring Dimitri Koufontinas 2003

Meneer de voorzitter,

Ik zal niet doen wat U van mij eist. Ik zal me niet verdedigen want ik wijs de beschuldigingen en de aanklacht af. Ik zal er niet aan meewerken dat een revolutionaire organisatie als misdadig wordt veroordeeld en een politiek fenomeen van haar maatschappelijke wortels wordt losgesneden. Want hier zal de 17e November los van het maatschappelijk, politiek en historisch kader waarbinnen het 30 jaar heeft geageerd worden behandeld. Ik wijs af dat hier over revolutionair links wordt geoordeeld. Ik wijs deze rechtbank af omdat het maatschappelijke fenomenen niet kan beoordelen.

Uw rechtbank kan de werkelijkheid van de 17e November niet bevatten. U kunt ons alleen met het recht van de ongelijkheid en een strafwetboek veroordelen wat we niet kunnen accepteren. We zullen onder Uw recht lijden, maar we zijn niet gedwongen het te accepteren. Het is een schijnheilig rechtssysteem. Het is een systeem dat de machtigen en de rijken ongestraft laat: de industrieel die door arbeidsongevallen moordt, de reder die in zijn oude schepen de mensen verdrinkt en de dieven van het openbaar bezit – voor hen allen geldt dit recht niet.

Uw rechtbank werd op basis van een autoritaire uitzonderingswet ingesteld. Het gaat om speciale rechtspraak wat op basis van dito verordeningen werkt en waarvan de leden een schandalige voorveroordeling hebben gelegitimeerd. De wetten hebben het mogelijk gemaakt om de praktijk van de 17eNovember als een “politieke misdaad” op te vatten. Maar de heersende orde vraagt wat anders. Ze wil ons als ‘ordinaire misdadigers’ veroordeeld zien en niet als wat wij zijn: gijzelaars van een oorlog zonder oorlogsverklaring, een onverzoenlijke maatschappelijke oorlog die sinds het ontstaan van alle klassen tussen rijken en armen, sterken en kwetsbaren, uitbuiters en mensen die worden uitgebuit, wordt uitgevochten.

Ik heb verklaard dat ik lid was van de 17e November en dat ik de politieke verantwoordelijkheid voor haar acties op me neem. Ik ben het met alle stellingen en genomen beslissingen eens. Ik ben solidair met alle activiteiten die de kameraden van de 17e November hebben ondernomen. Hetzelfde geldt voor elke strijd die mensen voeren voor een wereld van vrede en vrijheid, voor een wereld zonder uitbuiting, onrechtvaardigheid en valse rechtsspraak.

Ik zal niet doen wat U van mij verlangt. Ik ga niet mee in Uw logica. Onze ethiek verdraagt geen samenwerking en verraad. Daarom zal ik niet over mijn betrokkenheid bij de organisatie spreken. Ik zal niet proberen U ervan te overtuigen dat ik aan bepaalde activiteiten niet heb deelgenomen. Ik zal niet over mijn medeaangeklaagden spreken. Dat is mijn houding en daar blijf ik bij, hoe hoog de prijs ook is die ik zal moeten betalen.

Van begin af aan heeft de 17e November gesteld dat het een organisatie van eenvoudige strijders afkomstig uit het volk is. Haar leden kwamen uit haar hart, hoorden haar stem en probeerden haar belangen te dienen. Ze waren van mening dat ze alleen aan het volk rekenschap hoefden af te leggen. Ik zal over de organisatie en haar praktijk spreken en ik wend mij tot al diegenen die in ons geloofden, die ons moreel hebben ondersteund en voor wie wij een vonk van hoop vormden. Een van de getuigen formuleerde het als volgt: wij waren een zucht van verlichting, een moment van rechtvaardigheid – iets wat U, meneer de voorzitter, nooit zal kunnen zijn.

Ik spreek ook tot degenen die we hebben teleurgesteld, die zich van onze beslissingen hebben gedistantieerd, maar toch aan dezelfde kant van de barricade stonden: Ik wend mij ook tot degenen die door onze praktijk pijn hebben moeten lijden, om het even of wij of de andere kant daarvoor verantwoordelijk was. Ik richt mij tot de gezinnen van degenen die doelwit zijn geweest. De geschiedenis zal oordelen of dit al dan niet rechtvaardig was; de geschiedenis hanteert gelukkig andere criteria dan deze rechtbank.

De weg van de revolutie

In december 1975 werd de stadhouder van de CIA door een groep strijders geliquideerd. De vertegenwoordiger van de CIA was toen, net als tegenwoordig, de lange arm van de Amerikaanse macht in ons land. De militaire regering had 300 – 400 agenten op sleutelposities in de regering, het staatsapparaat, het militaire apparaat, in de partijen en de pers geplaatst zodat ze de politiek, het economisch en maatschappelijk leven in het belang van de Amerikaanse belangen kon controleren. De regering wilde de achtergronden van de daad in het ongewisse laten. De partijen en de massamedia voeren een lijn van misleiding en desinformatie: er werd van “duistere machten” gesproken, over leden van de junta, provocateurs, agenten en de maffia. Maar het Griekse volk begreep meteen waarom de stadhouder van de CIA was geliquideerd en wie het hadden gedaan. De organisatie nam de verantwoordelijkheid op zich en verspreidde de verklaring in duizendtallen in de proletarische wijken van Athene.

De 17e November was een organisatie van revolutionair links; dat deel van links wat erin gelooft dat het huidige maatschappelijke systeem de sociale ongelijkheid niet kan verminderen, omdat ze het zelf veroorzaakt en erop is gebaseerd. Het systeem kan het probleem van de werkloosheid niet oplossen omdat ze het zelf nodig heeft en veroorzaakt; het kan oorlogen niet afschaffen omdat zij ze zelf voert en hierdoor wordt gevoed; het kan de gelijke ontwikkeling van alle landen niet steunen omdat ze zelf steunt op het plunderen van arme landen. Het systeem interesseert zich niet voor de ecologisch ramp die op de planeet plaatsvindt omdat het zelf de oorzaak van de crisis is; het respecteert niet verschillende culturen omdat het alleen maar in de almachtige god van het geld gelooft.

Dit systeem kan niet worden hervormd en niet worden gedemocratiseerd, het kan alleen door een sociale revolutie omver worden geworpen. Dat is de vraag die links al tweehonderd jaar in twee hoofdstromingen, een reformistische en een revolutionaire verdeeld. Dit onderscheid is niet abstract en ook geen toekomstmuziek en zeer zeker niet alleen een theoretische kwestie; het is praktisch, concreet en alomtegenwoordig omdat morgen de directe middelen van vandaag bepaalt.

Wie de revolutionaire weg afwijst probeert de woede van het volk te remmen. Wie de weg van de revolutie kiest, zoekt de directe actie, de methoden en de ethiek die passen bij de belangen van zijn klasse, de meerderheid van de arbeidswereld, de zwakken en de armen, de slachtoffers van de uitbuiting. Bij dit links hoort de 17e November. Het is het links van Lenin, van Che en Aris, het links van de Oktoberrevolutie; de Spaanse, Chinese en Cubaanse revolutie, het links van ELAS, het links van de antikoloniale revoluties van Algerije tot Vietnam, de opstanden van mei 1968 en november 1973, het links van de stadsguerilla. De 17e November heeft zich noch als het middelpunt van revolutionair links beschouwd, noch was het van opvatting dat haar actievormen uniek zouden zijn. Het heeft altijd benadrukt dat de strijd langdurig zou zijn, een samengaan van allerlei strijdvormen nodig was en vooral, dat het noodzakelijk was direct te beginnen.

Wat waren de doelen van de organisatie? Op de allereerste plaats het ‘nieuwe Rome’, het nieuwe imperium. Net als elk imperium in de geschiedenis, wil deze ook de wereldwijde hegemonie, de roof van alle rijkdommen wereldwijd. Het kent geen ethische principes, maar alleen het recht van de sterkste en de wet van de jungle. Het imperium steunt op a-politieke, door de almachtige massamedia gecontroleerde burgers, op de profiteurs van de verdeelde maatschappijen en op de ideologie van de uitverkoren Amerikaanse natie, wat uit fascistische wetten en moderne concentratiekampen blijkt. Maar hoe verder deze oorlogsmachinerie zich over de wereld verbreid, des te sterker groeit het verzet. De partisanenoorlog, de oorlog van de zwakkeren, het ‘scheppen van vele Vietnams’ is de enige hoop die de volkeren rest om het zwaarbewapende imperium te raken. 27 jaar lang heeft de 17e November de geheime diensten voor de gek gehouden en het Hollywood-beeld van de superagent beschadigd. Alleen daardoor kan hun opwinding en wraak tegen ons gericht worden begrepen.

In december 1944Â wierpen de Amerikanen dagelijks 2.500 bommen op de arme wijken van Athene. Tijdens de burgeroorlog werd er napalm ingezet. We hoorden hiervan via de verhalen van onze ouders. We proefden de bittere smaak van de nederlaag, de ontberingen, de terreur en de verbanningen, de absolute macht van de politie en militaire rechters. De verraders werden in ons land de respectabelen van de staat, de handelaren op de zwarte markt werden reders en industrielen. We zagen hoe links zich aan dit systeem verkocht en de verworvenheden van strijd die decennialang had geduurd prijsgaf. We stelden: genoeg is genoeg! Want er bestaat ook een links wat niet de andere wang toekeert, maar hen een schop geeft; niet het welvarende en keurige, maar een ongehoorzaam links wat ervan overtuigd is dat de oplossing alleen revolutionair kan zijn.

De propaganda van het geweld van het volk

In Het Communist Manifest schreven Marx en Engels dat het communisten onwaardig is niet duidelijk te zijn wat betreft hun visie en plannen. Ze verklaren openlijk dat ze hun doelen alleen door de omverwerping van het maatschappelijk systeem kunnen bereiken. Marx schreef dat het geweld de vroedvrouw van elke oude maatschappij is die zwanger is van een nieuwe. De directe gewapende actie gaat van het feit uit dat er niet met de gewapende strijd mag worden gewacht tot aan de voorwaarden is voldaan. Dat kan uit een stelling van de Tupamaros worden afgeleid: de revolutionaire actie en het feit dat we ons bewapenen, dat we ons voorbereiden, de logistiek regelen en de burgerlijke orde overtreden, creeert bewustzijn, organisatie en revolutionaire omstandigheden.

De 17e November verschafte zich wapens uit politiebureaus, bazooka’s uit het Oorlogsmuseum en munitie uit kazernes. Gewapende propaganda wat zonder bloedvergieten werd uitgevoerd. De 17e November bewees dat het op eigen kracht was gebaseerd en niet afhankelijk van anderen was. Toen Aris met zijn partisanen naar een dorp ging en daar met de dorpelingen sprak, deed hij aan gewapende propaganda. Hij toonde aan dat het mogelijk was actie onder de neus van de Duitsers uit te voeren. Een shock was hiervan het resultaat wat voorwaarden opleverde voor meer acties. Zeker, de 17e November kon niet met de partisanen van Aris worden vergeleken – In Griekenland is sprake van een burgerlijke, de oligarchie legitimerende democratie. Desondanks kende de strijd van de 17e November overeenkomsten met de partisanenstrijd.

De praktijk van de 17e November wordt ’terroristisch’ genoemd. Dat bestrijden wij! De 17e November was gericht tegen elementen en symbolen van het imperialisme en kapitalisme. De Amerikaanse ambassade in onze kleine land kent de hoogste uitgaven voor veiligheid van de hele wereld. De geheime diensten van alle Westerse landen stuurden hun specialisten naar Griekenland. De grote industrielen en reders bouwden vestigingen, betaalden legers aan lijfwachten, gaven geld uit voor gepantserde voertuigen en elektronische veiligheidssystemen. Al deze mensen, enkele duizenden jazeker, zij werden geterroriseerd en de 17e November is er trots op. Maar het Griekse volk werd noch met de angst voor de 17e November wakker, noch ging ze met deze angst naar bed. Bij een opiniepeiling vlak voor de ontploffing in Piraeus gaf slechts twee procent van de ondervraagden aan dat ze het terrorisme als een maatschappelijk probleem zagen. Het volk is veel banger voor het geweld van de staat, het geweld van de armoede, voor werkloosheid, vervreemding.

De 17e November voert niet oorlog op alle niveaus. Ondanks haar mogelijkheden zag ze ervan af haar actieniveau te verhogen. Het verwarde haar wensen nooit met de werkelijkheid en stapte nooit overhaast over op geweld. Het probeerde niet het hart van de staat te raken. Het zwaartepunt van de activiteiten van de 17e November waren niet teksten en verklaringen, hoewel het deze als onmisbaar beschouwde, maar acties. Daarom werd er bij de aanval op de Amerikaanse ambassade geen verklaring aan toegevoegd. De propaganda van het geweld van het volk moet door de actie zelf duidelijk worden. De actie moet door het volk worden begrepen ‘deze moet voor zich spreken’, zeiden we. De praktijk moet het regime ontmaskeren en geen negatieve consequenties voor andere bewegingen of werkende mensen hebben.

De doelen van de 17e November waren symbolen van de macht: vertegenwoordigers en instituties van het burgerlijke regime, de imperialistische hegemonie, de kapitalistische uitbuiting en de onderdrukking van de staat. Met haar acties gaf de 17 November signalen af. Het maakte duidelijk dat er mensen zijn die zich tegen de overmacht van de staat verzetten en altijd zullen verzetten. Zo deed ze de waardigheid en de trots van het volk toenemen. De acties van de 17e November werden door het Griekse volk, die vernedering en uitbuiting heeft ervaren, als gerechtvaardigd verzet van het volk gevoeld. Ik zou hier slechts een uitspraak van een bijzonder hartstochtelijke tegenstander van de 17e November willen noemen: een afgevaardigde van het Europese Parlement van de Nea Dimokratia stelde dat 23,7 %, dat wil zeggen 2.370.000 Grieken, met de strijders van de 17e November sympathiseren. Het vormt een onweerlegbaar feit dat de 17e November maatschappelijke wortels had en haar praktijk was geworteld in de maatschappelijke tegenstellingen.

De maskers moeten vallen

Denken we aan Afghanistan, aan Joegoslavie en aan Irak. Denken we aan de verwoeste wijken en duizenden burgerslachtoffers, aan de 500.000 mensen die in Irak volgens Britse bronnen aan kanker zullen sterven. Kunnen deze honderdduizenden doden met de enkele honderden Amerikaanse soldaten worden vergeleken die door tegengeweld van het volk om het leven zijn gekomen? En, afgezien van het aantal doden, gaat het ook kwalitatief gezien om hetzelfde? We kunnen het niet vergelijken, niet tegen elkaar wegstrepen. Hier citeer ik professor Roussis: “Het geweld van de 17e November is gering vergeleken met de economische en maatschappelijke tegenstellingen waaruit ze is voortgekomen”. De maskers moeten vallen. De staatsdienaren die migranten, kruimeldieven en demonstranten doodschieten, worden vrijgesproken of tot symbolische straffen veroordeeld. Voor de 17e November daarentegen worden speciale wetten, speciale rechtbanken en speciale gevangenissen gecreeerd. De gelijkheid voor de wet, en basisprincipe van democratie, bestaat niet. Voor de machtigen gelden de wetten niet.

De neoliberale wervelwind veegt de verworvenheden van decennialange strijd weg. Een maatschappij die zich niet voor kwetsbare mensen en zieken interesseert, die geen solidariteit kent, is niet democratisch. 20% van alle Grieken leven onder de armoedegrens, 15% van de mensen is werkeloos, onder jongeren is het zelfs 33%. Publieke eigendommen, rijkdommen, grond en bodem worden aan de rijken geschonken. Moet ik de provisie bij de wapenhandel waarin miljarden worden verdiend nog noemen? De aanhoudende criminaliteit bij de openbare werken? De mediabaronnen? Het geweldige idee van de Olympiade? Hoeveel jaar na 2004 moeten we nog betalen? Moet ik over het parlement spreken wat wetten op bestelling levert? Over de zwakke, aan de machtigen gehoorzame regering? Wat voor democratie is dit?

Gewapende revolutionairen zijn geen geweldsfanatici. Voor dergelijke mensen bestaan er andere, legale mogelijkheden om hun driften te botvieren. Revolutionairen die op basis van hun politieke analyse voor geweld als directe maatregel hebben gekozen, zijn tot het uiterste verplicht om trouw aan zichzelf en hun overtuiging te blijven. Hun besluit richt zich op de allereerste plaats tegen hun eigen belangen want ze moeten hun drang tot zelfhandhaving overwinnen met een overtuiging die paradoxaal is omdat ze zowel de vrijheid als hun leven kunnen verliezen. Ze stoten vooral op de moeilijk te verdragen tegenstelling tussen de liefde voor het leven en de noodzaak om tegen het leven te handelen. Revolutionairen beleven deze tegenstelling als tragisch en pijnlijk. Ze voelen het als hartverscheurend. Maar ze weten dat ze deelnemen aan een strijd tegen geweld wat mensen ontmenselijkt en hen richting barbarij duwt.

Met de begrippen die ze tegen ons gebruiken ‘misdadigers’, ‘sluipmoordenaars’ – kan ons handelen niet worden beoordeeld. Gewapende revolutionairen hebben respect voor het leven. Ze grijpen naar de wapens om het leven tegen diegenen te verdedigen die het mishandelen en onteren. Ze kunnen het verlies van een leven accepteren wanneer daarmee de revolutionaire zaak wordt gediend. Ze krijgen een andere verhouding tot het leven. Ze aarzelen niet zich op te offeren wanneer de noodzaak van de strijd dit eist. Gewapende revolutionairen intervenieren in een maatschappij van gruwelijke ongelijkheid, een maatschappij waarin een niet verklaarde oorlog woedt die slachtoffers van beide kanten eist – zij het meer van de ene en minder van de andere kant. Het is een oorlog die door concrete mensen wordt gevoerd. Mensen die gezinnen en familie hebben, die ze liefhebben, hebben opgevoed en die voor hen onmisbaar zijn. We hebben respect voor hun en leven met ze mee.

Wie kent de namen van degenen die door de politie werden doodgeschoten? Waarom, meneer de voorzitter, gaat het altijd over onze Colt.45 en niet over de .38 revolvers van de politie? Wie kent de namen van diegenen die bij ongelukken in mijnen en op schepen om het leven zijn gekomen? Welke verantwoordelijken werden aangeklaagd? Wie werd er veroordeeld? Welke politici vergoten krokodillentranen? Voor welke slachtoffers werd in de rechtbanken opgekomen? Gebeurde dit wel? Al deze gezinnen hebben kinderen verloren. Hadden zij een podium? Is er ooit een televisiezender geweest die zich voor hun heeft geinteresseerd?

De oorlog die uit deze maatschappelijke tegenstelling voortkomt, wordt al lang gevoerd. Soms is ze zichtbaar, soms onzichtbaar, af en toe draagt ze het masker van de rechtsstaat, vervolgens toont het weer haar ware gezicht. Deze oorlog zal net zo lang bestaan zolang er klassen zijn. Wanneer de mensheid definitief uit haar barbaarse voorgeschiedenis treedt – oorlog, Verelendung, analfabetisme, plunderingen -, wanneer de mensheid over gaat naar een rijk van vrijheid, gelijkheid en onbelemmerde ontwikkeling van de mens, wanneer de mens zijn menselijkheid herwint, dan pas zal het leven haar werkelijke waarde kennen.