Ga naar de inhoud

WTO. ZIP nr. 41

De nieuwste WTO . ZIP met allerhande nieuwtjes over de Wereldhandelwandel. Van 9 dec. 03

30 min leestijd
Placeholder image

INHOUD:

A) Vanavond WTO-debat in Tweede Kamer
Verslag spoeddebat van 3 december

B) Europese Unie dreigt ontwikkelingslanden

Het einde van de Peace Clause geeft de arme landen een wapen om de WTO-onderhandelingen in hun voordeel te beïnvloeden. Een oproep aan NGO’s die vechten voor een eerlijk handelssysteem om hen hierin te steunen.

C) Genève 2003 of 2004?
Weinig vooruitgang in Doha Ronde-consultaties

Op 9 december zal de stand van zaken opgemaakt worden van twee consulatierondes over de perspectieven van het vervolg van de Doha Ronde. Ondanks bezweringen dat de top in Genève (op 15, 16 en 18 december) een succes moet worden, liggen de standpunten van de lidstaten over de vier hoofdthema’s nog mijlenver uiteen. Er worden zelfs suggesties gedaan om de besprekingen over het nieuwe jaar heen te tillen…

D) Kleding en textiel in de Europese Unie:
reactie op de afloop van het Multi Vezel Akkoord

Er staat nogal wat te gebeuren voor de kledingproducerende landen in en buiten Europa. De EU wordt volgend jaar uitgebreid met onder anderen kledingproducerende Oost-Europese landen, het Multi Vezel Akkoord (MVA) zal eind 2004 eindigen, en door China’s toetreding tot de WTO verandert ook de toegang van Chinese goederen tot allerlei markten. Nieuwe handelsovereenkomsten zullen een vergaande invloed hebben op de handel in kleding.

E) HELP – de Chinezen komen (of niet)

Een van de geschilpunten tijdens de binnenkort te houden “World Summit on Information Society” is de begrenzing van het intellectueel eigendomsrecht. De kansen van ontwikkelingslanden inzake ICT staan en vallen met de afspraken hierover. De eigenaren van ‘proprietory software’ zijn onderwijl ook in de rechtszaal bezig met het veiligstellen van hun belangen.

F) FTAA-top levert misbaksel op

De 34 landen die onderhandelden over de vorming van een Amerikaanse vrijhandelszone zijn op 20 november niet verder gekomen dan een slotverklaring die inhoudt dat men doorgaat in een sterk afgeslankte vorm. Een ongewenst maar tevens onvermijdelijk compromis. Onderwijl veegde de politie van Miami op hardhandige wijze de straten schoon…

A) Vanavond WTO-debat in Tweede Kamer

De vaste kamercommissie voor economische zaken houdt vanavond (9-12) een Algemeen Overleg met minister Brinkhorst en staatssecretaris van Gennip van Economische Zaken over de WTO. De brief die Brinkhorst op 7 oktober 2003 oktober aan de Tweede Kamer stuurde (25 074, nr. 70) zal onderwerp van gesprek zijn. Daarin gaf hij zijn visie op het mislukken van de Cancún-top.

Op 3 december was er al een voorproefje in een spoeddebat. Op 5 december verscheen een nieuwe verklaring van minister Brinkhorst, getiteld “Vervolg van de WTO-ronde na Cancún”, (BEB/HIB 3072516).

Het Algemeen overleg vindt plaats op dinsdag 9 december 2003 van 18.15 tot ca. 20.15 uur in de Kappeyne van de Coppellozaal (Plein, Den Haag). Helaas worden debatten in de Kappeijne van de Coppellozaal nog niet via internet uitgezonden. Daarom wordt aan mensen die het bijwonen gevraagd om hun aantekeningen te delen met anderen door ze te sturen naar de WTO-Ned maillijst of naar
Verslag spoeddebat 3 december:
(door Erik Wesselius)

Op woensdag 3 december voerde de Vaste Kamercommissie voor Economische Zaken een spoedoverleg met minister Brinkhorst over de door de Europese Unie te volgen strategie voor de WTO-onderhandelingen na het mislukken van de WTO-top in Cancún.

Slechts vier commissieleden namen deel aan het overleg: Douma (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Hamming (VVD) en De Haan (CDA).

Kees Vendrik en Kris Douma vroegen de minister om geen steun te verlenen aan het voorstel van de Europese Commissie om WTO-onderhandelingen over alle vier de Singapore Onderwerpen na te streven. Volgens hen moeten de Singapore Onderwerpen van de onderhandelinsagenda. Douma stelde voor om in de WTO-werkgroepen wel door te blijven praten over modaliteiten voor de onderhandelingen.

Douma en Vendrik toonden zich zeer ontevreden over de gebrekkige informering van de Kamer door het ministerie van Economische Zaken de Kamer. De Kamer weet niet met welke inzet de Nederlandse regering momenteel in Brussel onderhandelt over de EU-strategie voor de WTO na Cancún. Volgens Douma en Vendrik staat de Kamer hierdoor min of meer buitenspel.

Minister Brinkhorst deed alsof hij niet begreep waar de Kamerleden zich druk over maakten. Hij beweerde dat er in Brussel op het moment geen definitief standpunt werd ingenomen en dat ook in de WTO zelf op 15 december waarschijnlijk geen besluiten zullen vallen. Hij wilde er in januari nog wel een keer met de Kamer over praten…

Maar voor die tijd is er op dinsdag 9 december in elk geval nog een debat tussen de Minister en de Vaste Kamercommissie voor Economische Zaken.

B) Europese Unie dreigt ontwikkelingslanden
(door Chris Peeters)

In 2004 is de zogenaamde Peace Clause niet meer geldig. Dit is een afspraak die de EU en de VS hebben afgedwongen in het kader van de Overeenkomst over Landbouw, afgesloten in 1995 toen de WTO werd opgericht. De afspraak behelst dat de ontwikkelingslanden geen klacht zullen indienen bij de WTO tegen de exportsubsidies waarmee de landbouwgiganten de derde wereld kapotmaken, zolang die subsidies niet hoger zijn dan in 1992.

Nu de afspraak vervalt, dreigt de EU de ontwikkelingslanden dat ze de ‘ontwikkelingsronde’ wel op hun buik kunnen schrijven als ze bij de WTO klachten gaan indienen. “Een handelsovereenkomst die voor alle leden acceptabel is dreigt te worden ondermijnd als landen klachten gebruiken om subsidies aan te vallen die in overeenstemming met de Overeenkomst over Landbouw worden verleend. Landen – vooral exporteurs – moeten kiezen uit twee routes die elkaar uitsluiten: of ze geloven dat multilaterale onderhandelingen de manier zijn om te komen tot een eerlijk en marktgeoriënteerd handelssysteem, of ze geloven dat WTO-klachten de manier zijn om vooruit te komen”.[1]

Het citaat geeft wel aan hoe benauwd de EU is voor klachten tegen de exportsubsidies (en tegelijk hoe hol de pretenties van de ‘ontwikkelingsronde’ zijn!). Het einde van de Peace Clause geeft de arme landen een wapen om de WTO-onderhandelingen in hun voordeel te beïnvloeden. Het is daarom van het grootste belang dat de NGO’s die vechten voor een eerlijk handelssysteem hen nu ondersteunen bij het indienen van klachten bij de WTO. Suiker is een voor de hand liggend doelwit, zeker voor Nederlandse NGO’s, omdat dat een product is waar Nederland profiteert van de exportsubsidies.

De eerste klacht tegen de Landbouwovereenkomst is al ingediend: Brazilië heeft een klacht ingediend tegen de Amerikaanse exportsubsidies op katoen, die zo’n belangrijke rol speelden bij het mislukken van de WTO-bijeenkomst in Cancún. Door de Farm Bill van president Bush liggen de subsidies op katoen nu fors hoger dan het niveau van 1992.[2]

Noten:
[1] “Reviving the DDA Negotiations- the EU Perspective”, Europese Commissie, 26 november 2003, http://trade-info.cec.eu.int/doclib/html/114259.htm
[2] Mailing IATP, uit: “Harvesting poverty; the case against king cotton”, New York Times, 7 december 2003 http://www.nytimes.com/2003/12/07/opinion/07SUN2.html?ex=1071378000&en=730b0738fab18133&ei=5062&partner=GOOGLE

Naschrift (red.):
In het artikel “When the Peace Ends: The vulnerability of EC and US agricultural subsidies to WTO legal challenge” geven R. H. Steinberg en T. E. Josling een aantal juridische hindernissen aan inzake klachtenprocedures na afloop van de Peace Clause-bescherming. Het artikel is te vinden in Bridges Monthly vol 7 nr 8, van november 2003 (http://www.ictsd.org)

C) Genève 2003 of 2004?
Weinig vooruitgang in Doha Ronde-consultaties
(door Rob Bleijerveld)

Voorzitter del Castillo van de Algemene Raad van de WTO is bezig om zijn tweede consultatieronde af te ronden onder WTO-lidstaten. Op 9 december zal hij de stand van zaken opmaken tijdens een informele bijeenkomst van Hoofden van Delegaties. Ondanks bezweringen dat de daaropvolgende top in Genève (15, 16 en 18 december) een succes moet worden, liggen de standpunten van de lidstaten over de vier hoofdthema’s nog mijlenver uiteen. Er worden zelfs suggesties gedaan om de besprekingen over het nieuwe jaar heen te tillen…

21 en 22 oktober: Algemene Raad van de WTO

Op 21 oktober keurde de Algemene Raad het voorstel van del Castillo goed om tijdens de top in Genève te onderhandelen over vier hoofdthems’s, te weten
Landbouw, Markttoegang voor Industriële Goederen, Katoensubsidies en Singapore Issues (zie ook WTO.ZIP 38, “Post-Cancún besprekingen en aangepaste WTO-agenda”). Op dit top komen niet niet de handelsministers maar de hoogste ambtenaren uit de departementen van economische zaken bijeen. Tot aan Genève wordt in twee rondes van informele bijeenkomsten nagegaan hoe het staat met de onderhandelingsinzet van lidstaten. De eerste ronde is om de ‘flexibiliteit’ van de lidstaten te toetsen; de tweede om de inhoud te bepalen van de tekst die als basis zal dienen voor de besprekingen in Genève. Het doel van ‘Genève’ is om “te besluiten over noodzakelijke aktie om de Doha Ontwikkelings Ronde af te kunnen ronden”.

18 November: eerste WTO ‘stock-taking’

Op 18 november zette del Castillo aan de Heads of Delegations de stand van zaken uiteen na 4 weken van voorbesprekingen. Hij zei ervan overtuigd te zijn dat de WTO zich zeer snel zal herstellen van de shock van Cancún. Er zouden nog wat knelpunten zijn, met name op het gebied van de Singapore Issues, en “veel werk moet nog verricht worden op gebied van Landbouw”. Toch tonen de reacties naar aanleiding van de voorbesprekingen een ander beeld.

Landbouw (AG):
Op dit gebied stelde del Castillo voor om uit te gaan van drie basislijnen. Het gaat om grotere vermindering van ‘domestic subsidies’ dan voorgesteld door VS en EU; toezeggingen voor verwijdering van exportsubsidies; en toezeggingen voor marktopeningen voor alle lidstaten, inclusief “gepaste” Speciale en Gedifferentieerde Behandeling. Desondanks blijft er belangrijke onenigheid bestaan over de invulling van de randvoorwaarden voor onderhandelingen. Brazilië en India zijn het niet eens met del Castillo om specifieke doelen, cijfers en elementen voor regelgeving weg te laten. En de EU en VS willen juist in dit stadium niet over “substantiële elementen” onderhandelen, omdat dat vergaande gevolgen heeft voor hun positie. Ze suggereren uitstel van de AG-onderhandelingen tot begin 2004…
In feiete is er geen enkele overeenstemming over de uiteindelijk te gebruiken basistekst voor Genève. Ieder lid heeft problemen met bepaalde delen uit de voorgestelde tweede herzieningstekst van Cancún-voorzitter Derbez van 13 september.

Markttoegang voor Industriële Goederen (NAMA):
Het optimisme van del Castillo over vooruitgang op dit gebied wordt getemperd door uitlatingen van arme Afrikaanse staten. Zij wijzen het relevante deel uit de Derbez-tekst af omdat die niet de voorstellen weerspiegelt die gedaan zijn in Cancún. Een kadertekst voor NAMA-onderhandelingen zou niet moeten ingaan op soorten reductieformules voor importtarieven, en een verplichte tariefreductie voor sectoren wijzen ze af. Volgens hen ontbreken bepalingen voor Speciale en Gedifferentieerde Behandeling en voor “Minder-dan-Volledige Wederkerigheid”. De geringe concessiebereidheid van rijke staten op het gebied van Landbouw contrasteert met de druk die ze op arme staten uitoefenen om ‘flexibel’ te zijn waar het NAMA betreft.

Afschaffing van katoensubsidies:
In tegenstelling tot de andere drie hoofdthema’s is er geen speciale consultatiebijeenkomst geweest over het voorstel van vier Centraal- en OostAfrikaanse staten voor afschaffing van katoensubsidies. Del Castillo gaf aan lidstaten geraadpleegd te hebben in een-op-een gesprekken. Volgens hem moet het voorstel in tweeën gehakt worden. De handelsaspecten moeten ondergebracht worden onder de Landbouw-besprekingen in de WTO en de ontwikkelings (lees: financiële) aspecten moeten “samen met” IMF en WB afgehandeld worden. Een compensatieregeling voor gederfde inkomsten lijkt op losse schroeven te staan. Namens de vier indieners van het voorstel maakt Benin ernstig bezaar tegen de visie van de voorzitter.

Singapore Issues (SI):
Tijdens de ‘Greenroom’-bijeenkomst van 12 november over SI zou er weinig vooruitgang zijn geboekt met name door het uitblijven van een stellingname van de Europese Unie in deze kwestie. De EU – in Cancún een van de belangrijkste ‘eisers’ voor SI – verkeert naar eigen zeggen in ‘reflexionmode’ en geeft aan de uitkomst van diskussies tussen EU-lidstaten en Commissie af te wachten. Toch laat Europees Commissaris tijdens persconferenties al proefballonnetjes op…
Del Castillo doet ondertussen ongevraagd een voorzet met twee voorstellen: de ‘2 plus 2’-formule en de ‘2 plus 1 plus 1’-formule. De eerste geval gaat uit van multilaterale onderhandelingen over Handelsfacilitatie (TF) en Transparantie in Overheidsaanbestedingen (TGP) en nadere “verduidelijking” in werkgroepen van Investeringen (DFI) en Concurrentiebeleid (CP). Bij de tweede zijn óf DFI óf CP onderwerp van plurilaterale onderhandelingen.

‘Plan B’:
Zonder de inhoud ervan kenbaar te maken kondigde del Castillo eind oktober aan dat hij een noodplan opgesteld heeft mocht de top Genève op een mislukking uit dreigen te lopen. Verondersteld wordt dat Plan B uitgaat van een opsomming van overeengekomen principes, te gebruiken basistekst en een agenda voor onderhandelingssessies van de verschillende Raden in 2004.

Vooruitblik op tweede ‘stock-taking’

Landbouw:
Als eerste staan na 18 november Landbouwgesprekken op de agenda van de tweede consultatieronde. Op 20 en 21 november gaf voorzitter del Castillo aan dat hij gefrustreerd is over het aanhouden van standpuntsverschillen over belangrijke elementen. Er is geen convergentie op de door hem voorgestelde drie basislijnen en de delegaties zijn niet onderhandelingsbereid. Hij betwijfelt of hij op tijd in staat zal zijn een nieuwe basistekst op te stellen voor Genève.

Singapore Issues:
Veel van de op 24 november uitgenodigde twintig lidstaten zijn sterk verrast door de inzet van voorzitter Xerxa. Zonder dat er overeenstemming is over de eerder gelanceerde twee formules werd voorgesteld de Derbeztekst over Handelsfacilitatie (TGP) vast verder uit te werken.
Specifieke onderhandelingen over de Singapore Issues zijn tevens in strijd met de uitkomst van de top in Doha november 2001. Er is vooraf “expliciete consensus” nodig van de ministers van de lidstaten. Met name India blijft dit standpunt uitdragen. Volgens een Afrikaans delegatielid wordt echter voortdurend op tegenstanders van onderhandelingen over SI druk uitgeoefend om vóór 15 december een positief resultaat mogelijk te maken…
Op 3 december werd het onderwerp weer aangesneden en gaven Canada, de VS en Zwitserland aan ‘eisers’ te zijn voor TF. De EU heeft ontkend eiser te zijn voor TF of de andere SI. Het wil namelijk voorkomen landbouwconsessies te mopeten doen in ruil voor toezeggingen op gebied van de SI. De meeste arme staten gaven aan open te staan voor diskussies over TGP. De ACP-, MOL en AU-lidstaten willen die diskussies echter beperken tot het werkgroepniveau.

Markttoegang voor Industriële Goederen:
Op 27 november bleken de standpunten van lidstaten nog verder uiteen te lopen. Er tekent zich steeds duidelijker een scheidingslijn af tussen Zuid en Noord. Veel arme staten blijven erbij dat een koppeling met vooruitgang bij Landbouw van belang is.

Afschaffing van katoensubsidies:
De ACP-staten steunen het ‘katoen-initiatief’ en vinden met de indieners dat het afzonderlijk behandeld moet worden in Genève. Hun vrees is dat integratie van het handelsdeel in de Landbouwbesprekingen het einde ervan betekent. Toch is er geen beweging in de zaak en lijkt een meerderheid onder de lidstaten voor integratie.

26 November: strategievoorstel Europese Commissie

Op 26 november stelde de Europese Commissie een nieuwe Europese strategie op voor het vervolg van de Doha Ronde. Langdurige diskussies met EU-lidstaten gingen daaraan vooraf. Onderwerp waren ondermeer een analyse van de mislukking van Cancún, het uitsluiten door Commissarissen Lamy en Fischler van EU-bepaalde lidstaten gedurende de onderhandelingen in Cancún, en het perspectief van multilaterale handelsakkoorden en van een “WTO van twee snelheden”. Ook was er pressie vanuit Europese ondernemingen om snel weer plaats te nemen aan de onderhandelingstafels van de WTO.

De Commissie herbevestigt haar inzet voor een multilateraal karakter van WTO-besprekingen en benadrukt dat alle lidstaten hun onderhandelingsposities moeten aanpassen om consessies mogelijk te maken.
De Commissie wil consessies doen op alle gebieden, waaronder SI (zie WTO.ZIp nr 40, “Heragendering van Singapore Issues door EU”), milieu en geografische indicaties. Het vraagt echter om een flexible inzet van andere WTO-lidstaten op het gebied van Landbouw en Katoensubsidies. Een hoger ‘ambitieniveau’ van allen is nodig voor Markttoegang voor Industriële Goederen en Diensten. Daarnaast wordt bendadrukt dat alle lidstaten bereid moeten zijn tot het verlenen van markttoegang zonder invoerrechten en met lagere tarieven aan de minst ontwikkelde staten.

Op 2 december stemden de Europese handelsministers in met dit voorstel. Naar verwachting zullen de ministers van Buitenlandse Zaken hierin volgen op 8 en 9 december (hamerstuk), waarna het weer op 10 december op de tafel van de Commissie ligt voor definitieve vaststelling.

Laatste kans

Op 12 december komt de G-20 bijeen in Brazilië om te praten over de cruciale WTO-bijeenkomst in Genève. Naar verwachting zal hier blijken of ook de Genève-top tot het rijtje van mislukkingen zal behoren.
Deze G-20 is niet dezelfde als de groep staten die prominent waren in Cancún (G-22)! De G-20 is opgezet in 1999 en bestaat uit geïndustrialiseerde staten en opkomende markten en heeft als doel om financiele stabiliteit te bevorderen. Tot de G-20 behoren Argentinië, Australië, Brazilië, Groot-Brittannië, Canada, China, Frankrijk, Duitsland, India, Indonesië, Italië, Japan, Zuid-Korea, Mexico, Russia, Saudi-Arabië, Zuid-Afrika, Turkije, de VS en de EU.

Bronnen:
– Diverse artikelen uit Bridges Weekly Trade News Digest, Vol 7 Nrs 36 t/m 41, van 30 oktober t/m 4 december, 2003
– “Reviving the DDA Negotiations – the EU Perspective”, door de Europese Commissie, van 26 november 2003, http://trade- info.cec.eu.int/doclib/docs/2003/november/tradoc_114259.pdf
– “G20 nations in bid to revive WTO talks in Brazil: India”, door EU Business, van 28 november 2003

D) Kleding en textiel in de Europese Unie:
reactie op de afloop van het Multi Vezel Akkoord
(door Esther de Haan)

Het zijn roerige jaren voor de kledingproducerende landen. Voor de landen in de EU die nog kleding produceren, maar ook, natuurlijk, voor landen buiten de EU. Er staat nogal wat te gebeuren. De EU wordt volgend jaar uitgebreid met onder anderen kledingproducerende Oost-Europese landen, het Multi Vezel Akkoord (MVA) zal eind 2004 eindigen, en door China’s toetreding tot de WTO verandert ook de toegang van Chinese goederen tot allerlei markten. Ook handelsovereenkomsten worden afgesloten of opnieuw onderhandeld met een vergaande invloed op de handel in kleding. Ze zijn meer gericht op preferentiële [1] tarieven, nu er geen quota meer gebruikt kunnen worden om de invloed van deze marktveranderingen te verminderen.

De plannen van de Europese Unie

In een mededeling van de Europese Commissie eind oktober 2003 wordt gekeken naar de toekomst van kleding en textiel in de EU na de uitbreiding. De industrie is nog steeds substantieel aanwezig in de EU, met een aantal van 177.000 bedrijven en een omzet van 200 miljard Euro. Halverwege volgend jaar wordt door de uitbreiding van de EU aan de 2.1 miljoen werknemers in de textiel- en kledingindustrie in de EU een half miljoen toegevoegd. Maar zoals hiervoor al gezegd, er staat meer te gebeuren. Eind volgend jaar zal dan ook uiteindelijk het Multi Vezel Akkoord uitgefaseerd (zie kader) worden.

In de EU heeft zich een steeds verder doorgevoerde specialisatie naar arbeidsextensieve kleding met een hoge toegevoerde waarde doorgezet. Daarbij werden de arbeidsintensieve productie en massa-productie steeds meer uitbesteed aan de zogenoemde lage loonlanden. Om de concurrentie na de volledige uitfasering van het Multi Vezel Akkoord aan te kunnen gaan, zal, volgens de Commissie, de toegang tot andere markten vergroot moeten worden. Dat kan door ervoor te zorgen dat alle landen, met uitzondering van de minst ontwikkelde landen, hun douanerechten tot het meest gemeenschappelijke niveau verlagen en alle niet-tarifaire belemmeringen [2] opheffen.

Verlagen van normen

In de mededeling van de Commissie wordt terecht geconcludeerd dat door de toenemende concurrentie na de afschaffing van het Multi Vezel Akkoord, de druk op de milieu- en arbeidsnormen nog hoger zal worden. Deze angst wordt door NGO’s en vakbonden gedeeld; zij pleiten er dan ook al jaren voor om hier extra aandacht aan te besteden. Een aantal van de landen zal hard getroffen worden en trainingprogramma’s en ondersteuning om een andere richting te ontwikkelen zouden kunnen helpen.

De nadruk die de Commissie legt op vrijwillige initiatieven van bedrijven op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) valt binnen het door het EU gepropageerde beleid, en doet het ergste vermoeden op het gebied van toepassing. De Commissie legt grotere verantwoordelijkheid bij de landen zelf, zonder veel woorden vuil te maken over de voorwaardenscheppende maatregelen die door inkopende (Europese) bedrijven genomen zouden moeten worden zoals prijscondities en levertijden.

De reactie van de VS op China

Zit de Europese Commissie nog te zwoegen op mededelingen, de regering van de VS is al een aantal stappen voor om haar markt te beschermen tegen “het grote gevaar van China”. Op 18 november kondigde de VS aan quota te gaan leggen op een drietal producten uit China en wel op nachtjaponnen, bh’s en gebreide stoffen, om de lokale markt te beschermen tegen marktontwrichtende importen. Nog voordat de MFA uitgefaseerd is neemt de VS al maatregelen en kan dit ook doen omdat er ten aanzien van handel met China een specifiek op kleding en textiel gerichte beschermende voorwaarde bestaat. Die maakt het mogelijk om beperkingen te leggen op de import als deze marktontwrichtend werkt. Deze maatregel kan tot 2008 gebruikt worden. Velen in de VS betwijfelen de resultaten van deze stap – de produkten zullen uit andere landen gehaald worden en niet de kledingindustrie in de VS een boost geven – en zien deze maatregel meer als een verkiezingsstunt dan iets anders. Desalniettemin heeft de VS hiermee nu toch al aangegeven maatregelen te gaan nemen om de interne markt te beschermen.

Handelsovereenkomsten

Na de mislukte WTO-top in Cancún kondigde de VS aan om zich meer te gaan richten op de regionale en bilaterale handelsovereenkomsten. In het verleden hebben prefentiële handelsovereenkomsten ervoor gezorgd dat de kledingindustrie zich in een aantal landen heeft kunnen ontwikkelen. In landen die dus geen tarieven betaalden noch te maken hadden met quota-beperkingen. Door het afschaffen van de quota gaat echter het grootste voordeel hiervan verloren. Neem nu een land als Swaziland, in Zuidelijk Afrika, waar de lonen ongeveer even hoog liggen als in China, maar allerlei andere kosten hoger. Swaziland heeft in de laatste jaren, door gunstige handelsvoorwaarden met de VS, enorm geïnvesteerd in een kledingindustrie waar behoorlijk veel mensen werken. Maar nu loopt Swaziland het risico dit allemaal vrij snel kwijt te raken.

Consument

Als consument zul je er waarschijnlijk niet zoveel van merken, alhoewel er door het afschaffen van de quota de kledinginkoop over de linie goedkoper zal worden. Aan wie zal deze winst echter toevallen? Hier is natuurlijk ruimte om het te besteden aan verbetering van de werkomstandigheden en lonen van de arbeidsters en door er voor te zorgen dat deze kledingproductie geen milieuschade oplevert.

Noten:
[1] dat betekent dat voor de import van producten uit bepaalde landen lage of geen tarieven zijn vastgesteld, zonder dat er sprake is van een beperking van de hoeveelheid.
[2] niet-tarifaire belemmeringen zijn alle handelspolitieke instrumenten behalve de in- en uitvoerrechten. Voorbeelden zijn subsidies, handelsverdragen en het beperken van de aankoop van vreemde valuta.

Kader over MVA:
In 1974 werd onder de GATT het Multi Vezel Akkoord ingesteld, waardoor quota (beperkingen op hoeveelheden) geplaatst konden worden op de import van kleding uit bepaalde landen. Het MVA werd vooral gebruikt door Europa, Canada en Noord Amerika om hun eigen kledingindustrie te beschermen tegen de importen uit voornamelijk Aziatische landen. Eigenlijk zou het hele MVA maar voor een beperkt aantal jaar gelden. Ondanks protesten vanuit getroffen landen, dat deze maatregel afgeschaft zou moeten worden is het juist een aantal keren verlengd. De gevolgen waren dat de getroffen landen de omvang van hun kledingindustrie moesten beperken.
Het MVA heeft er aan de andere kant ook voor gezorgd dat kleine en arme landen in het Zuiden onder bescherming van het quotasysteem een kledingindustrie opgebouwd hebben waarin, in sommige landen, miljoenen mensen werken. Dat zou waarschijnlijk met een grotere concurrentie niet (in die mate) gebeurd zijn. Inmiddels zijn een aantal van deze landen voor een groot deel van hun werkgelegenheid en BNP van deze sector afhankelijk. De theorieën die nu de overhand hebben voorspellen dat grote spelers als China en India, nu in de kledinghandel beperkt door het quotasysteem, zullen winnen en landen met een enorme kledingindustrie als Bangladesh, Indonesie en Sri lanka zullen verliezen.

In 1995 werd onder de Agreement on Textiles and Clothing (ATC) bepaald dat alle kleding- en textielquota zullen worden uitgefaseerd. Op 31 December 2004 zullen de nog bestaand quota zijn uitgefaseerd voor alle leden van de WTO.

E) HELP – de Chinezen komen (of niet)
(door Renate Ebner)

Binnenkort vindt in Geneve de “World Summit on Information Society” plaats. Tot de geschilpunten behoren de grenzen van het intellectueel eigendomsrecht. De kansen van ontwikkelingslanden inzake ICT staan en vallen met de afspraken hierover. De eigenaren van ‘proprietory software’ zijn onderwijl ook in de rechtszaal bezig met het veiligstellen van hun belangen.

Stel: De Chinezen mogen een vergoeding vragen voor elke pagina papier die wereldwijd bedrukt wordt. Of voor elke toepassing van de boekdrukkunst. De Arabieren zien vervolgens kans om een enforcement agency alle gebruik van het cijfer 0 te laten opsporen en van sankties te voorzien…
Indien de renaissance een copy-right regime had gekend zoals het op dit moment wereldwijd wordt opgetuigd, had de technologische en economische ontwikkeling van de westerse maatschappijen er heel anders uitgezien.

Van 8 t/m 10 december houden de Verenigde Naties in Genève een grote conferentie, de “World Summit on Information Society”, WSIS.[1]
Overheden, VN- en andere intergouvernmentele organisaties, de particuliere sector en non-gouvernmentele organisaties praten daar over kennis, ICT, technische en institutionele infrastructuren, democratisering, economische ontwikkeling, transformatie- en marginalisatieprocessen. Aan de titel valt af te lezen waar de schoen wringt: “Digital Divide, Global Development and Information Society”. ICT heeft verstrekkende gevolgen voor praktisch alle aspecten van het leven in de 21e eeuw. Maar de lusten en lasten zijn erg ongelijk verdeeld.
De conferentie moet leiden tot een beginselverklaring en een aktieplan waarmee de “uitdagingen” als gevolg van de pijlsnelle ontwikkeling en verspreiding van ICT worden getackeld.[2] Toch kon men het tijdens de voorbereiding van de conferentie niet eens worden over de conceptteksten. De belangrijkste geschilpunten zijn een verwijzing naar de mensenrechten, de rol van media en zeggenschap over Internet (Internet governance).[3] Bovendien is het door ontwikkelingslanden gewenste fonds voor het teniet doen van de ‘digital divide’ omstreden.

Een ander heet hangijzer van de WSIS is de begrenzing van het intellectuele eigendomsrecht, copyright en free software.[4] Dit komt ook naar voren in het recent verschenen rapport van de UNCTAD over ICT in de ontwikkelingslanden, het “E-commerce And Development Report 2003”.[5]
“Free and open software”(FOSS) blijkt hierin voor ontwikkelingslanden de sleutel tot de ontwikkeling van de ICT-sector. In tegenstelling tot ‘proprietary software’ is FOSS namelijk vrijelijk inzetbaar en aanpasbaar overeenkomstig de behoeftes van de gebruikers. Zo kunnen ICT-kennis en -vaardigheden snel toenemen, de toepassingen snel worden uitgebreid en de kosten dalen. Tevens wordt de markttoegang vereenvoudigd. Tenminste – indíen ontwikkelingslanden hun beleid inzake handel en diensten passend zullen kunnen vormgeven.[6]

Vooralsnog lijkt dit niet het geval, integendeel. Via bilaterale en multilaterale onderhandelingen worden ontwikkelingslanden in een steeds strakker copyrightcorset gesnoerd.
Allereerst is er de ideologie van het WTO-verdrag inzake handel en intellectueel eigendom, TRIPS. Versterking of behoud van het publieke belang vormt niet het uitgangspunt van deze internationale afspraken, maar kan alleen – op moeizame wijze – door individuele landen worden afgedwongen via expliciete uitzonderingen op en begrenzingen van het verdrag. Ook waar het zulke essentiele zaken betreft als toegang tot digitale producten voor studie, onderzoek en onderwijs.

Verder hebben de VS inmiddels de Digital Millennium Copyright Act (DMCA)[7] aangenomen. Uitzonderingen op copyright voor het zogeheten ‘fair use’ en ‘fair dealing’ zijn hiermee bemoeilijkt.[8]

In 2002 tenslotte zijn de zogeheten ‘Internet Treaties’ van de WIPO (World Intellectual Property Organization) in werking gesteld.[9] Hierin wordt het wereldwijde copyrightregime (nog verder) uitgebreid. Lidstaten moeten nu verplicht beschermingsmaatregelen tegen omzeiling van copyright en het (onbevoegd) sleutelen aan de Rights Management Information (RMI) treffen.[10]
De WIPO Internet Treaties kennen formeel gezien ook bepalingen voor uitzonderingen op en beperkingen van deze uitgebreide bescherming van houders van copyright: Landen mogen afwijken mits zij hen méér rechten toekennen dan de DMCA van de VS doet.[11]

Voor ontwikkelingslanden valt met ICT theoretisch een wereld te winnen, bijvoorbeeld op het vlak van onderwijs of in de muziekindustrie. Ze moeten dan wel toegang hebben tot hardware, software en ‘content’. Door de “maximalistische” benadering van copyright[12] dreigt in de praktijk hiervan weinig terecht te komen. “Ontwikkeling vereist een balans tussen een effectief beschermingssysteem en waarborgen voor concurrentie en sociaal verantwoord gebruik. Copyrightbescherming mag geen instrument zijn voor monopolies van bedrijven ten koste van het publieke welzijn”, vindt professor Okediji.[13]
Ook de WSIS zal een confrontatie tussen de pleitbezorgers van het publieke belang en van particuliere commerciele belangen te zien geven. De vraag is of – en welke – balans er gevonden zal worden. Mushinge van One World Africa blijft hoopvol: “Dit zal zeker een stuurbare revolutie teweegbrengen waarbij wijs beleid en gepaste instituties essentieel zijn ten bate van een groter publiek goed, terwijl passiviteit tot marginalisatie zal leiden.”[14] Ook andere vertegenwoordigers van de civil society blijven optimistisch:
“We gaan helemaal voor de doelen van de top”, belooft Bloem, voorzitter van de Conference of Non-Governmental Organisations (CONGO).[15]

En de eigenaren van “proprietary software”? Die schuiven aan voor gesprek in Genève. Maar verdedigen hun belangen ook in een andere arena: de rechtszaal.
Spectaculair in zijn brutaliteit en mogelijke consequenties is de juridische zaak van SCO tegen IBM. SCO is een Noord-Amerikaanse softwarefirma met een omzet van nog geen 60 miljoen dollar. In maart heeft het IBM voor de rechter gedaagd. SCO is namelijk via een reeks van overnames en aankopen in 1995 in bezit gekomen van een deel van de rechten van de “oer-UNIX” van de Bell Laboratories van eind jaren 60. Daarom denkt SCO van IBM 3 miljard dollar te mogen eisen, voor het illegale gebruik van stukjes UNIX-broncode in de kernel van Linux.
Maar daar laat men het niet bij. Volgens SCO is de General Public License (GPL), zeg maar het alternatieve free and open software copyright regime, principieel strijdig met het intellectuel eigendomsrecht en zelfs de Noord-Amerikaanse grondwet.[16]

De rechter van Salt Lake County in Utah mag het zeggen. Niet alleen de Schepper, maar ook de Chinezen zullen waarschijnlijk over zijn schouders meekijken….

Noten:
[1] zie http://www.irfd.org/events
[2]”A Steep Climb to the Information Society Summit”, door Gustavo Capdevila, 14 november 2003, http://www.ipsnews.net/interna.asp?idnews=21121
[3] Volgens Adolfe Ogi, de Zwitserse ‘facilitator’ van de WSIS, zie noot 2.
[4] Volgens Wolfgang Kleinwaechter, ICT deskundige en activist aan de Aarhus Universiteit in Denemarken, zie noot 2.
[5] Beschikbaar op http://www.un.org/Pubs/whatsnwe/e032d30.htm
[6]”Open Source software could benefit developing countries”, Bridges Weekly Trade News Digest vol 7 nr 40 van 26 november 2003, http://www.ictsd.org
[7]”Introduction to The Digital Millennium Copyright Act of 1998″, http://www.loc.gov/copyright/legislation/dmca.pdf Zie ook the Anti-DMCA Website: http://anti-dmca.org/
[8]”Development in the Information Age: The Importance of Copyright”, door Ruth L. Okediji, professor Recht, University of Minnesota, Bridges Monthly Trade News Digest Vol 7nr 8, november 2003, http://www.ictsd.org
[9] WIPO Copyright Treaty en WIPO Performances and Phonograms Treaty
[10] Denk daarbij aan programma’s om wachtwoorden te omzeilen of aan uitwisselingsprogramma’s als Kazaa, zie noot 8.
[11] Zie noot 8. Dit lijkt op de filosofie van Henry Ford die vond dat de consument zijn T-Model in elke kleur kon krijgen mits het maar zwart was.
[12] De term ‘maximalistische’ is van Okediji; de benadering van het publiek belang is daarentegen juist minimalistisch.
[13] Zie noot 8
[14]”Developing countries in the Information Society”, door Glory Mushinge,One World Africa, 5 december 2003, http://africa.oneworld.net/article/view/74586/1/
[15] Zie noot 2. Meer over CONGO: http://www.ngocongo.org/index2.html
[16]”Alles nur geklaut”, Jungle World nr 47, 12 november 2003, http://www.jungle-world.com/seiten/2003/46/2036.php
“SCO, IBM battle heats up”, News.com, 7 december 2003, http://lwn.net/Articles/58020/
“SCO subpoenas Linux leaders”, door Declan McCullagh, 12 november 2003, http://zdnet.com.com/2100-1104_2-5106450.html

F) FTAA-top levert misbaksel op
(door Kees Stad)

De vergadering van de 34 landen van het Amerikaanse continent die aan de vorming werken van de vrijhandelszone FTAA (ALCA in het Spaans), is op 20 november in Miami vroegtijdig beëindigd. De regeringsleiders waren uitonderhandeld en waren een slotverklaring overeengekomen die inhield dat men zou doorgaan met de vorming van de vrijhandelszone maar in een sterk afgeslankte vorm. Een compromis waar niemand echt blij om kon zijn maar iedereen zich bij neer moest leggen.

Toen de FTAA in december 1994 werd gelanceerd, stond de VS een uitbreiding van het NAFTA-verdrag (met Canada en Mexico) naar de rest van het werelddeel voor ogen. In de loop der jaren is de weerstand ertegen in Latijns Amerika echter gegroeid. Na de mislukte WTO-top in Cancún in september, waarschuwde Brazilië dat de VS niet moest denken haar zin bij de FTAA-top wél te zullen krijgen. Dezelfde patstelling als in Cancún dreigde nu ook Miami lam te leggen. Om de top te redden gingen Brazilië en de VS de top voorkoken en kwamen ze uit op een ‘FTAA-light’-concept. Tarieven worden vooral voor niet-agrarische producten gereduceerd. Bovendien zullen de landen die deelnemen aan het verdrag per paragraaf kunnen kiezen of ze wel of niet meedoen (de zogenaamde á la carte benadering). Deze invulling van het vrijhandelsverdrag staat ver af van het oorspronkelijke doel om één universeel verdrag voor alle deelnemende landen op te stellen.

Voor het grote bedrijfsleven uit de rijke landen van het Amerikaanse continent is de ontwikkeling dan ook allerminst bevredigend. Zij hadden juist nadruk gelegd op een kopie van het Nafta-verdrag, inclusief hoofdstuk 11 dat vergaande garanties voor investeerders vastlegt.

In de verdragstekst van Miami wordt nog steeds uitgegaan van een allesomvattend akkoord. Er blijft sprake van de intentie om op alle negen onderhandelingsterreinen (dus inclusief investeringen, overheidsaanbestedingen etc. zie achtergrondstuk Miami Vice: https://www.globalinfo.nl/article/articleview/265/1/1/) overeenstemming over vrijmaking te bereiken. Alleen wordt de verplichting voor de ondertekenaars dusdanig vaag omschreven dat, zoals de Canadese krant Globe and Mail schreef, “ze alleen verplicht zijn er af en toe over te praten”.

Een aantal landen binnen de FTAA was oorspronkelijke fel tegen de ‘lichte’ variant en dreigde de besprekingen in Miami te torpederen. Het ging vooral om Canada, Mexico en Chili, die al – tegen ingrijpende maatregelen – markttoegang tot de VS hadden gekregen. Zij vonden dat de overige landen vergelijkbare maatregelen zouden moeten treffen om een zelfde positie te verkrijgen. Aan de vooravond van de top in Miami zag het er daarom dreigend uit, en leek het er zelfs op dat de gehele top zou kunnen mislukken, en daarmee de FTAA op een zijspoor gerangeerd zou kunnen raken. Om het project te redden hebben ze zich uiteindelijk grommend neergelegd bij de gang van zaken.

In het kamp van de ngo’s en vakbonden die zich het hardst tegen de FTAA verzet hadden, werd met gemengde gevoelens gereageerd op de uitkomst van Miami. Over het algemeen was men tevreden over het feit dat de onderhandelingen drastisch ingeperkt zijn. Maar tegelijkertijd werd betreurd dat de kans om de FTAA geheel tot stilstand te brengen, verkeken was door het compromis dat Brazilië met de VS bereikte.

Ondertussen hebben zich op straat in Miami zeer onverkwikkelijke taferelen afgespeeld. De politie heeft zware middelen ingezet tegen demonstranten, waaronder rubberkogels en tasers (uit pistolen afgeschoten draden met hoge elektrische lading). Tenminste 270 mensen werden gearresteerd zonder dat ze enige overtreding begaan hadden. Nadat de officiële vakbondsdemonstratie met zo’n 10.000 deelnemers afgelopen was, besloot de politie rücksichtslos de straten schoon te vegen en pakte iedereen die nog waagde te demonstreren op.

colofon
Nieuwsbrief over ontwikkelingen rondom Wereld Handels Organisatie WTO en de Europese Unie. Het is een initiatief van de Werkgroep Globalisering Delft-Den Haag. Aan dit bulletin hebben meegewerkt: Erik Wesselius, Rob Bleijerveld, Esther de Haan, Chris Peeters, Renate Ebner en Kees Stad Stuur mededelingen, copy of reacties naar:
Nieuwsbrief WTO.ZIP (en meer over globalisering) is te vinden op https://www.globalinfo.nl, op http://www.indymedia.nl en op http://www.stelling.nl/trouble Voor een gratis email-abonnement, mail naar