Ga naar de inhoud

Against Activism (Tegen Activisme). Voor Organisatie

Bijna tien jaar geleden woonde Astra Taylor een conferentie in de V.S. bij getiteld ‘1968’ in een weinig bekende universiteit in New Jersey. Daar leverde, zo schrijft Taylor, een oude radicale wiskundeleraar, Mark Rudd, die in New Mexico van zijn pensioen genoot, de belangrijkste inleiding. Deze verwees in zijn beginwoorden kritische naar de nationale bekendheid die hij verwierf voor zijn rol, als begin twintiger, in de bezetting van Columbia University en zijn betrokkenheid bij de ‘Weather Underground’, een mediagenieke groep activistische rebellen die het evangelie van ‘propaganda van de daad’ predikte door ontploffende bommen op plekken zoals het Pentagon en het Capitool. (Gelukkig waren er geen slachtoffers.)

10 min leestijd

(Deze vertaling verscheen oorspronkelijk op Libertaire Orde, inleiding Thom Holterman)

Zijn gehoor, vooral studenten en gepolitiseerde twintigers zoals Astra Taylor zelf, was voorbeschikt om onder de indruk te zijn van Rudd’s revolutionaire verleden en de jaren die hij als voortvluchtige leefde. De Weathermen waren over een streep gegaan en hadden overigens niet echt veel bereikt, zo redeneerden wij, zegt ze, maar in ieder geval hadden zij actie ondernomen!

Deze inleidende woorden schrijft Astra Taylor in haar artikel onder de uitdagende titel ‘Against Activism’ in het tijdschrift The Baffler (nummer 30, 2016). Zij is documentaire maakster en…activiste. Is zij echt tegen activisme? Is activisme in te zetten voor zaken van een structureel duurzaam en inhoudelijk karakter? In de komende weken zal ik aan die kwestie aandacht aan besteden, zoals met een beschrijving van de ‘Integrale Catalaanse Coöperatie’ en de ‘Zapatistas van Chiapas’. Maar nu eerst het betoog van Astra Taylor met een ingekorte vertaling van haar artikel. [ThH]

‘Mindless activists’

Astra Taylor:   Rudd daagde onze platte romantiek uit. In tegenstelling tot veel van zijn collega’s, die conservatiever waren geworden naarmate zij ouder werden, bleef Rudd zich inzetten voor de politieke idealen die hem in zijn jeugd hadden bezield. Maar hij had de confronterende tactiek waarop hij zijn reputatie had opgebouwd, geheel herijkt. Het macho gebral, het roepen om ‘pick up the gun’, zo zegt hij nu, dàt was gebaseerd op zelfmisleiding. Wij deden ons voor als een bevoorrechte groep van revolutionaire activisten, die bestemd waren om als katalysator te werken voor een ‘strijdmacht’ om ‘steun te verlenen aan mensen in deze wereld’. Hij en zijn kameraden slaagden er alleen in hun eigen basis te verkleinen die zorgvuldig in de loop van de jaren was opgebouwd. ‘De FBI zou ons daarvoor op de loonlijst moeten hebben gezet’, merkte hij op.

Wat hij in die tijd niet had doorzien, zo legde Rudd geduldig uit en waarmee hij onze opstandige fantasieën verpletterde, was te onderkennen dat er een verschil is tussen activisme en organiseren, tussen zelfexpressie en het opbouwen van een beweging. Het is een boodschap die hij nog steeds verspreidt. ‘De enige keer dat ik de term activist vijftig jaar geleden heb horen gebruiken door onze officiële vijanden, de universiteitsbestuurders en de krantencommentatoren was als bijnaam voor studentorganisatoren’, vertelde Rudd me onlangs. ‘Mindless activists’ (hersenloze activisten) was de uitdrukking. Rudd vraagt zich nu half grappend af, of ‘hersenloos’ en ‘activist’ niet op een of andere manier samen gaan.

Aan de Columbia University ontwikkelde hij een retorische uitspraak, die hij herhaalde voor iedereen die wilde luisteren: ‘Organiseren is een ander woord voor langzaam voorwaarts gaan’. Later gaf hij de voorkeur aan Joe Hill’s vaak geciteerde telegram aan Bill Haywood uit 1915: ‘Verspil geen tijd aan rouw; organiseer!’. 1915 was ongeveer hetzelfde jaar dat het woord activist voor het eerst verscheen – wat betekent, dat de rouw toen echt begon.

Nieuwe sociale bewegingen

[…]

MayoHoed

‘Vroeger noemden we onszelf revolutionairen, radicalen, militanten, socialisten, communisten, organisatoren’, vertelde Roxanne Dunbar-Ortiz mij, een radicale historica met vijftig jaar sociale beweging als ervaring. De opkomst van het woord activist, zo schat zij in, komt overeen met wat ze omschrijft als een breed opgevat ‘in diskrediet brengen van links’.

Een flink aantal van de politiek actieve gelijken van Rudd en Dunbar-Ortiz kwam uit toegewijde communistische of arbeidersgezinnen, of had zich aangesloten bij de strijd voor burgerrechten in het Zuiden. Dit betekende dat ze uit de eerste hand kennis hadden van een beweging, diep geworteld in kerken en maatschappelijke organisaties. Velen van hen waren daarin werkzaam als (slecht) betaalde ‘veldwerkers’ om mensen te mobiliseren over lange periodes en tegen een grote overmacht.

Het was pas na de jaren 1960 dat de nieuwe sociale bewegingen ontstonden –feminisme, homo-emancipatie, de milieubeweging. Toen begonnen activisten zich echt te verspreiden. In de jaren tachtig en negentig was de term algemeen in gebruik. Deze sociale bewegingen bereikten veel in betrekkelijk korte tijd, vaak door voort te bouwen op en toepassen van langtermijn organisatietechnieken. Tegelijkertijd werden open, democratische en niet-hiërarchische procedures toegepast. Het activisme groeide als kool vanwege de mensen die toestroomden omdat zij niets meer hadden met gedateerde politieke ideologieën – het anti-imperialistische marxisme-leninisme dat mensen opnam toen de Weathermen uit de mode raakten – maar wel een radicale identiteit wilden omarmen. […] Vervolgens komt er een smet op ‘organiseren’ te liggen. (Toen ik onlangs een verwijzing naar een ‘professionele organisator’ hoorde, was dat niet als compliment bedoeld).

Toch is organiseren wat links moet cultiveren om zijn activisme duurzamer en efficiënter te maken, om zijn doelen te ondersteunen en te bevorderen wanneer de intensiteit van de inzet terugloopt of straatprotesten afnemen. Het is wat links nodig heeft om de conservatieve heropleving terug te draaien en de plutocratie af te breken die de heropleving heeft mogelijk gemaakt.

Noodzaak tot organiseren

Vrijheid.Class

In de jaren zestig hebben Rudd, Dunbar-Ortiz en hun respectieve makkers het organiseren bijna als een osmose geleerd, door het absorberen van een model ‘ontwikkeld en getest door vele generaties’, zoals Rudd het uitdrukt. (Hun bewustzijn van de noodzaak van organisatie, verduidelijkte Rudd in zijn inleiding; het maakte dat jaren van voorbereiding, de gevierde 1968 Columbia-bezetting mogelijk werd; het negeren, in een vlaag van overmoed, van deze inspanningen is waar het met de Weather Underground mis ging.) Hedendaagse activisten komen uit een heel ander milieu. Niemand heeft ouders in de partij, vakbonden zijn in een fase van op sterven na dood, en de langdurige strijd van de burgerrechtenbeweging, die ons zoveel te leren heeft, is teruggebracht tot een reeks van iconische beelden en een feel-good geschiedenis met hoogtepunten.

Om nu activist te zijn is pleiten voor verandering al voldoende, het hoe en waarom van dit pleidooi is onduidelijk. Het ontbreken van een nauwkeurig omschreven tegenvoeter is veelzeggend. Wie precies zijn de niet-activisten? Zijn het passievelingen? Toeschouwers? Of gewoon normale mensen? In zijn dubbelzinnigheid handhaaft het woord activist een tweedeling die giftig is voor de democratie, die, om echt te functioneren, afhankelijk is van de deelname van een actieve burgerij en niet van het fanatisme van een klein deel van de bevolking.

Het is zoals mijn vriend Jonathan Matthew Smucker stelt, die ik ontmoette in Zuccotti Park tijdens de eerste dagen van Occupy Wall Street: de term activist is verdacht inhoudsloos. ‘Labels zijn zeker niet nieuw voor collectieve politieke actie, meent Smucker, wijzend op classificaties, zoals abolitionist, populist, syndicalist en socialist, die allemaal een verwijzing inhouden naar een standpunt over een onderwerp. Activist is een generieke categorie. Die kan geassocieerd worden met vreemde specifieke stereotypen. In onze gelabelde samenleving, kunnen activisten voor analoog gehouden worden met bijvoorbeeld skateboarders of doodshoofden… […] Dit soort activisme loopt het risico het ‘zelf’ te benadrukken boven het collectief.

Daarentegen betekent organiseren per definitie coöperatie. De bedoeling is om anderen in dezelfde groef plaats te laten nemen, zodat gedeelde macht kan worden opgebouwd en uitgeoefend. Organiseren, zoals Smucker slim definieert, houdt in omwerken van ‘een sociaal blok in een politieke kracht’. Vandaag de dag kan iedereen activist zijn, zelfs iemand die alleen werkt, die aan niemand verantwoording verschuldigd is – die bijvoorbeeld probeert om bewustwording te kweken omtrent een belangrijke kwestie. Bewustmaking – één van doelstellingen van hedendaagse activisme – kan zeer waardevol zijn. Maar opvoeden is niet organiseren. Het gaat niet alleen om voorlichting van wie toevallig je boodschap tegenkomt. Het gaat er ook om mensen rond gemeenschappelijke belangen te verenigen, zodat ze strategisch hun gecombineerde kracht kunnen uitoefenen.

Klemzetten

Raket

Organiseren is een lange termijn en vaak vervelend werk. Het behelst het scheppen van infrastructuur en instituties, het vinden van punten van kwetsbaarheid waarop een hefboomwerking kan worden uitgeoefend gelet op de situatie die je wilt veranderen, zodat ook geatomiseerde individuen kunnen erkennen dat zij tot dezelfde collectiviteit behoren. […] Een groeiend aantal mensen experimenteert met nieuwe vormen van collectieve economische kracht en weerstand. Maar een grote uitdaging in deze neoliberale en postfordistische tijd is, om op inventieve manieren met het vakbondsmodel [zoals Guillaume Goutte dat bijvoorbeeld introduceert; thh] de fixatie op geld te lijf te gaan. We moeten nieuwe banden scheppen tussen miljoenen gestrande mensen die niet over een vaste baan [het precariaat] beschikken, laat staan een lidmaatschap van een vakbond hebben, zodat ze een kracht genereren om rekening mee te houden creëren. Ik ben onderdeel van een poging, geboren uit de chaos van de Occupy Wall Street, die probeert om dit te doen door het organiseren van mensen met een schuldenlast.

Het project lanceerde vorig jaar de eerste nationale studieschuldenstaking. Het actiepunt onderkent dat schuld geld is. Deze studieschuld is gewoon een verhandelbare aanwinst voor de financiële klasse. De schuld vormt een punt om van daaruit een hefboomwerking te forceren door degenen die klemzitten vanwege de rode cijfers. Wij putten inspiratie uit het oude gezegde: ‘Als je de bank $ 100 schuldig ben, dan is dat jouw probleem. Als je de bank $ 100 miljoen schuldig bent dan is dat het probleem van de bank’. Er is een groot aantal andere acties te beschrijven. […]

Alles bij elkaar genomen is het woord activist niet zo slecht. Het heeft op zijn minst de voorkeur boven social entrepreneur, change agent of – god verhoede het – social justice warrior. In de Urban Dictionary is daarover de volgende omschrijving te vinden: ‘Een pejoratieve term voor een persoon die herhaaldelijk en heftig zich bezighoudt met het argumenteren over sociale rechtvaardigheid op het internet, vaak op een oppervlakkige of niet goed doordachte manier, met het oog op het verhogen van zijn eigen persoonlijke reputatie’.

Positief beeld socialisme

Rijk.Gemeen

Bijna een decennium nadat ik zat te luisteren naar Mark Rudd’s inleiding in een collegezaaltje, trokken tienduizenden mensen in heel Amerika massaal op naar zalen om Bernie Sanders de ‘miljardairklasse’ te horen veroordelen. Uit de opiniepeilingen blijkt dat er een groeiend aantal jongeren is, evenals de meerderheid van de kiezers ten tijde van de Democratische voorverkiezingen, met een positief beeld van het socialisme. Deze verbazingwekkende stijging van het linkse sentiment moeten we op een goede, slimme wijze organiseren om een back-up te formeren. Het moet erom gaan dit enthousiasme en deze energie productief te kanaliseren buiten het beperkte kader van de presidentiële race en electorale politiek. Semantiek alleen zal niet de koers van de geschiedenis bepalen, want het doet er minder toe hoe we onszelf noemen maar meer wat we doen.

Het is voor elites altijd gemakkelijk geweest degenen die hen uitdagen als verliezers en ontevredenen te betitelen, het neemt voor hen nog minder tijd in beslag de uitdagers te negeren. Succesvolle organisatoren zijn daarentegen moeilijker te afschuiven, omdat zij aan een basis hebben gebouwd die strategisch handelt. Het doel van een doorgewinterde wereldverbeteraar moet zijn om deel uit te maken van iets dat zo goed georganiseerd is en zo gehaaid werkt, dat de machtige er niet mee spot maar door elkaar geschud wordt.

Astra Taylor

(‘Against Activism’, in: The Baffler nr. 30, 2016; vertaald en bekort door Thom Holterman; beeldmateriaal: voorkanten van verschillende uitgaven van het tijdschrift The Baffler.)