Ga naar de inhoud

Alles wat u wilde weten over het Europees budget voor militarisering en grensbewaking

Statewatch en het Transnational Institute brengen een brochure uit over dat deel van de Europese begroting dat bestemd is voor defensie, binnenlandse veiligheid en de bewaking van Fort Europa.

2 min leestijd

(Bron: website Ander Europa)

U vindt er uitleg over hoe de begroting functioneer, wie de beslissingen neemt en de uitgavenprioriteiten bepaalt, en hoe (on-)transparant en (on-)democratisch dit alles geregeld wordt. De cijfers slaan op het huidige meerjarenbudget 2021-2027. De brochure (69 blz., PDF 1MB) is in het Engels en kan gratis gedownload worden.

Een paar vaststellingen die verder gedetailleerd worden in de studie:

Er is een enorme toename van de financiering – in totaal 43,9 miljard euro in vergelijking met 19,7 miljard euro in de periode 2014-2020. Dit zal de militaire uitgaven enorm doen toenemen, de EU-grenzen verder externaliseren en de uitbreiding van het EU-grensagentschap Frontex ondersteunen.

De meest in het oog springende verhogingen zijn voor het Europees Defensiefonds en de Europese ‘Vredesfaciliteit’ (waarmee o.a. wapenleveringen aan Oekraïne gefinancierd worden). De eerste heeft een begroting van 8 miljard euro, een enorme stijging van 1256% ten opzichte van zijn voorganger. De totale begroting voor de Vredesfaciliteit bedraagt 5,7 miljard euro, een stijging met 119% ten opzichte van de vorige begroting.

Ook de begrotingen voor interne veiligheid, grenzen en migratie zijn aanzienlijk gestegen: het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer – grens en visa met 131% tot 6,2 miljard euro, het Fonds voor asiel en migratie met 43% tot 9,9 miljard euro, en het Fonds voor interne veiligheid met 90% tot 1,9 miljard euro.

Ondanks deze aanzienlijke stijging van de uitgaven zullen transparantie, verantwoordingsplicht en democratische inbreng strikt beperkt blijven, met name in het geval van de nieuwe militaire fondsen. De Europese ‘Vredesfaciliteit’ wordt niet gefinancierd uit de EU-begroting en blijft dus uitgesloten van parlementaire controlemogelijkheden. De prioriteiten voor het Europees Defensiefonds zullen worden vastgesteld door een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en het Europees Defensieagentschap, zonder rol voor de nationale parlementen of het Europees Parlement.

Gekozen vertegenwoordigers en groepen uit het maatschappelijk middenveld zijn over het algemeen ook uitgesloten van inspraak over de prioriteiten van de andere begrotingen die in het verslag worden onderzocht, met uitzondering van het Fonds voor interne veiligheid: de wetgeving tot vaststelling van de begroting bepaalt dat de Europese Commissie “ernaar streeft rekening te houden” met haar aanbevelingen voor bepaalde soorten uitgaven.

Een uitgebreidere voorstelling vindt u op de site van TNI.