Een Uitzonderlijke ontmoeting met Raoul Vaneigem
“Wat de levensvreugde de nek om wringt, wordt een feest voor het kadaver”
Uitzonderlijke ontmoeting met Raoul Vaneigem, Belgisch filosoof en metgezel van opstandelingen uit de vier windstreken. Deze revolutionair, inspiratiebron van Mei 68 en specialist van de ketterijen, draagt nog steeds de vlam van de hoop uit.
(Oorspronkelijk verschenen in Le Soir (Belgische krant) 14-15 november 2020 p37-39 door Béatrice Delvaux en Catherine Makereel, vertaling Geert Carpels)
“Mijn vader heeft me gewaarschuwd tegen diegenen die verraders van hun klasse worden”
Raoul Vaneigem is één van de Belgische schrijvers waarvan het gedachtegoed zich het verst voorbij onze grenzen verspreidde. Inspiratiebron van Mei 68, daarna van de altermondialisten, zadisten en andere aanhangers van het consuminderen, bekijkt hij onze samenleving met een kritische blik.
Making of
Men neemt niet elke dag een interview af van een revolutionair. Ook al gaat het om een vredelievende anarchist zoals Raoul Vaneigem, die voor België is, wat Noam Chomsky is voor de Verenigde Staten. Deze opdracht, tot en met de foto-finish (uitgevoerd in Spanje), was trouwens (bijna) even moeilijk als het opsporen van ondercommandant Marcos in de Mexicaanse jungle. Het idee voor deze ontmoeting kwam er na het zien van de laatste creatie van het theatergezelschap le Raoul Collectif, (de collectieve Raoul en ook het Raoul collectief) dat met zijn naam verwijst naar de filosoof. Velen hebben ons ontmoedigd: “Hij weigert interviews,” verzekert ons de ene. “Het is een mysterie, via tussenpersonen leggen we contact en dat neemt heel veel tijd in beslag,” bevestigt ons een andere.
Al bij al een te verwachten terughoudendheid van een oud militant van de Situationistische Internationale, heel kritisch tegenover de media. Uiteindelijk is het dankzij le Raoul Collectif dat we zijn email adres krijgen. “Weet dat ik debatten, directe interviews op radio, televisie en andere vormen van mediaspektakel weiger,” antwoordde hij toen we hem uitnodigden voor dit onderhoud. Ondanks alles vinden we een compromis en starten een briefwisseling. In de loop daarvan, ontpopt de schrijver zich als zeer beschikbaar en scherpt hij zijn pen om zijn ideeën uit de doeken te doen. Zonder er al te veel in te geloven, vragen we hem uiteindelijk om dit onderhoud over lange afstand van beeldmateriaal te voorzien. Tegen alle verwachtingen in, aanvaardt de schrijver, niet zo teruggetrokken als we vreesden, om te poseren voor onze fotograaf. Er rest ons op het einde maar één spijt: dat we met deze onvermoeibare epicurist geen Trippel Westmalle hebben kunnen delen.
Onderhoud
In deze troebele tijden, waar de crises zich sneller ophopen dan dorre bladeren, overheerst op natuurlijke wijze een zekere gelatenheid. Het is zo gemakkelijk te vallen voor de sirenen van het gelegenheidsnihilisme! Onder die sombere wolken bevindt zich nochtans iemand die een onverwoestbare hoop bewaart in zijn broeders en zusters van de mensheid: de Belgische schrijver Raoul Vaneigem. Sommigen zullen zich herinneren dat hij lid was van de Situationistische Internationale en Mei 68 inspireerde. Nadat hij brak met deze revolutionaire groep, bedacht door Guy Debord, heeft hij een literair werk opgebouwd, verdeeld over de studie van de Middeleeuwse ketterijen en de kritiek van onze kapitalistische en consumentenmaatschappij. Teksten die onder andere voor lokale opstanden pleiten om de mens weer in het centrum van onze bekommernissen te plaatsen. Zijn ideeën hebben bewegingen begeleid zoals die van de Mexicaanse Zapatisten of van de ZAD (Zones à défendre) in Europa. Deze epicurist van anarchistische tendens, viert bovenal het leven en verzet zich tegen elke gezagsrelatie. Op zijn 86ste publiceert hij nog steeds, wordt hij geregeld geciteerd door andere intellectuelen en inspireert hij zelfs een jong Belgisch theatergezelschap, le Raoul Collectif, dat furore maakt op onze podia. Een terugblik op zijn merkwaardige traject en een blik op zijn perspectief op onze wereld in crisis en in verandering.
In welke omgeving groeide je op? Heeft je kindertijd je voorbereid op het vervolg van je parcours?
Mijn kindertijd speelde zich af in Lessen, een klein arbeidersstadje. De porfiergroeven waren het kenmerk van de lager gelegen wijken (les bas-quartiers, de arbeiderswijken), waar ik woonde, in tegenstelling tot de hoge, vooral bewoond door de bourgeoisie. Het klassenbewustzijn werd toen, om het zo uit te drukken, geritmeerd door de sirenen die op geregelde tijdstippen het begin en het einde van het werk aangaven, de pauzes en de ongevallen. Het speet mijn vader, werkzaam bij de spoorwegen, dat hij bij gebrek aan financiële middelen, zijn studies niet had kunnen verderzetten. Hij droomde voor mij van een beter lot, niet zonder mij te waarschuwen tegen diegenen die, bij het opklimmen van de sociale ladder, “verraders worden van hun klasse”. Ik ben hem dankbaar voor het voorbehoud dat ik zeer vroeg had tegenover de rol van de intellectueel – gids, tribuun, leermeester. De afkeer die vandaag wordt opgeroepen door de staat van ontbinding van de zogeheten “elites” bevestigt de gegrondheid van mijn bezwaren. Ik heb in La liberté enfin s’éveille au souffle de la vie (Aangewakkerd door het leven ontwaakt eindelijk de vrijheid) aangetoond waarom en hoe de regeringen steeds dommer zijn geworden. Wie een klein beetje afstand neemt van het leugenachtige getreiter door de media, kan het zonder moeite nagaan: de intellectuele intelligentie neemt af met de macht, de gevoelige intelligentie gaat erop vooruit met het menselijke. Ik heb altijd een bevoorrechte plaats toegekend aan het plezier van het weten, van de ontdekking, van het verspreiden van de opgedane kennis. Ik houd de nieuwsgierigheid – samen met de liefde, met de creatie en met de solidariteit – voor één van de meest onmisbare hartstochtelijke aantrekkingskrachten voor de constructie van het menselijke wezen. Laat het nu net dat zijn wat nog steeds wordt versmacht door een systeem dat zich niet schaamt om het “Uit de weg dat ik je plaats inneem” waar de competitieve markt haar slaven ronselt, als onderwijs te bestempelen.
Ik ben geen expert, in wat dan ook. Mijn Le mouvement du libre esprit (De beweging van de vrije geest) is een antwoord op de drang om de Middeleeuwen, die door de geschiedkundigen nogal snel worden beschreven als algemeen doordrongen van het christelijke geloof, nader te onderzoeken. Mijn La résistance au christianisme (Weerstand tegen het christendom) is een antwoord op de speelse bezigheid die me altijd plezier deed omdat ik, zoals Prévert het zo mooi verwoordde, “onaangeraakt was door God (intact de Dieu)”. De beste kritiek van die vriendelijk subversieve bezigheid is er gekomen van de gele hesjes die heel terecht stelden dat de existentiële en sociale strijd het glansrijk haalt op kleinigheden zoals godsdienstige, politieke, filosofische opvattingen.
Je bent ook de inspiratiebron van generaties op zoek naar een andere maatschappij. Hoe en wanneer ben je die weg ingeslagen?
Zonder een kindertijd in een eerder feestelijke familiale omgeving te idealiseren (“Het is niet omdat men arm is dat men armoedig moet leven”, zei mijn vader), heb ik de paradoxale indruk dat de welwillende genegenheid, die me veel kwellingen bespaarde (behalve het alomtegenwoordige schuldgevoel), me in onmiddellijk contact bracht met de wrede omstandigheden waarmee rondom mij mannen, vrouwen, kinderen, dieren werden opgezadeld. In die mate dat de woede tegen het onrecht en de barbarij de plaats heeft ingenomen van de opstanden die men tijdens de adolescentie ziet oplaaien tegen het ouderlijke gezag. Mijn vader heeft nooit beroep gedaan op zijn kracht of gebrek aan respect getoond om me het zwijgen op te leggen als ik hem uitschold voor “sociaaldemocraat” tijdens onze woelige politieke discussies.
Welke ontmoetingen zijn bepalend geweest voor je leven?
Zonder twijfel die welke, op een vruchtbare grond vallend, een antwoord gaven op een vraag van het bestaan, op een afgrond die erom vroeg gedicht te worden. Kriskras: Germinal van Zola, Le combat avec le demon (Het gevecht met de demon) van Zweig, Nietzsche, Marx, Hölderlin, Shelley, Nerval, Jarry, Artaud, het surrealisme. Later, Voline, Coeurderoy, Ciliga, Ida Mett, Victor Serge, Montaigne, Jan Valtin. Fourier tenslotte.
Van welke metgezellen was de opinie belangrijk voor jou? Van de cartoonist Siné die, op zijn manier, lange tijd je inzet deelde?
De filosoof Henri Lefebvre, de schrijver en cineast Guy Debord, de schrijver Attila Kotányi, de geschiedkundige en militant Mustapha Khayati. Ik heb Siné niet goed genoeg gekend maar ik waardeerde zijn onverzettelijke strijd tegen de (door het nazisme en door het stalinisme zo goed geoliede) machine van de hersenspoeling die vandaag op volle kracht draait.
Heb je voorbeelden van persoonlijkheden waarvan je denkt dat gelijk wie er inspiratie kan uit putten? Ondercommandant Marcos die lange tijd de woordvoerder en niet de leider van de zapatisten was bijvoorbeeld (nu is Galeano de woordvoerder)? Of Noam Chomsky die met jou een dubbele loopbaan van geëngageerde intellectueel deelt? Of Greta Thunberg die zich op lokaal vlak keerde tegen de vernietiging van onze ecosystemen?
Er valt geen enkele waardevolle les te trekken uit een persoon als niet eerst de cultus van de personaliteit wordt afgeschaft. De zapatisten herhalen voortdurend dat hun beweging geen model is maar een experiment. Chomsky heb ik niet gelezen. Ik ben in het ongewisse over de manipulaties van het groene dollar kapitalisme waaraan Greta Thunberg werd blootgesteld maar de beledigingen die deze adolescenten over zich kregen, bezorgd als ze zijn om de aarde te redden en haar te bevrijden uit de greep van het profijt, getuigt van de mate van zieligheid die wordt bereikt door diegenen die zich erop beroepen voor intellectueel door te gaan – of toppunt van het belachelijke – voor filosoof. Voor het merendeel herkauwen de sociologen die vaststellingen en kijken ze neer op de poëzie die rondom hen smacht om de wereld te veranderen. Beste jonge Marx, jij die schreef “De filosofen hebben slechts de wereld geïnterpreteerd, het komt er nu op aan die te veranderen!” Ik voel me in beter gezelschap bij de opstandelingen van het dagelijkse leven, hoe verward ze ook mogen zijn, die zich roeren over de vier windrichtingen. Er ontwaakt een gedachte. Ze zal haar radicale vernieuwing aan de mentaliteiten en de zeden opleggen zolang ze haar fundamentele principes voor ogen houdt: geen bazen, geen zelfverklaarde vertegenwoordigers, geen politieke en syndicale instellingen, absolute voorrang aan het mens-zijn en aan de solidariteit.
Hoe ben je een invloedrijk lid van de Situationistische Internationale geworden? Was je verbaasd over die gelukkige maand Mei?
Het was Henri Lefebvre, die ik had aangeschreven, die me in contact bracht met Guy Debord. Verbaasd door Mei? Neen, gelukkig, ja! De revolutie van 1789 kwam niet uit het gedachtegoed van de Verlichting, maar het is onbetwistbaar dat Diderot, Rousseau, Voltaire niet vreemd waren aan de groeiende opstand. Als de kritiek die de Situationistische Internationale (een revolutionaire beweging uit de jaren zestig) ontwikkelde, samenviel met een keerpunt in de geschiedenis waarbij het kapitalisme in het consumentisme een nieuwe bron van profijt ontdekte, dan valt het daarentegen niet te ontkennen dat La société du spectacle (De spektakelmaatschappij) van Debord, De la misère en milieu étudiant (On the poverty of student life) van Khayati en mijn Traité de savoir-vivre à l’usage des jeunes générations (Handboek voor de jonge generatie) op de bezettingsbeweging van Mei 1968 een invloed hebben gehad die niet ophoud zich clandestien uit te breiden. Er is toen een dodelijke klap uitgedeeld aan de waarheden die tot dan sinds millennia voor onwrikbaar werden gehouden: het hiërarchische gezag, het respect voor de autoriteit, het patriarchaat, de angst en het misprijzen voor de vrouw, de haat voor de natuur, de verering van het leger, de godsdienstige en ideologische gehoorzaamheid, de concurrentie, de competitie, de predatie, de opoffering, de noodzaak om te werken. Sindsdien baande een gedachte haar weg: het echte leven mag niet worden verward met dit overleven dat het lot van de vrouw en van de man terugbrengt tot dat van een lastdier en een roofdier.
Je brak met de Situationistische Internationale met de vaststelling dat ze er niet in was geslaagd de maatschappij te veranderen, maar ook om zelf “absoluut je eigen coherentie te herstellen”. Hoe heb je die politieke verscheuringen beleefd?
De triomf van de kolonisatie door het consumentisme en de mislukking van ons project van algemeen zelfbeheer kwamen heel hard aan. De wanhoop heeft haar greep bevestigd en een groot aantal vijanden van de handelswaar zijn er volgelingen van geworden. De ervaring heeft me weerhouden van elk politieke betrokkenheid, van elke deelname aan een groep. Inderdaad, de kolonisatie door het consumentisme heeft het radicale gedachtegoed overspoeld maar het leven eist daarom wereldwijd niet minder haar rechten op. De verpaupering die overal groeit, bedreigt die staat van welzijn waarvan de realiteit van de koopkracht aantoont dat hij slechts overeind blijft ten gevolge van de aanhoudende leugen. Ik mik op het leven dat in ieder van ons aanwezig is om een ontwaken van het bewustzijn op te wekken, om de individuen te ontdoen van hun dwaze individualisme en om hen terug te brengen tot de intelligentie die, heel eenvoudig, van elkeen van ons een solidair, humaan wezen maakt.
Als epicurist bezing je de lof van de “gelouterde luiheid” et kom je op tegen de aliënatie van de gesalarieerde arbeid. Je publiceert nochtans om de haverklap.
Ik ben geen hedonist (de ideologie van het plezier is de vervalsing ervan). Ik beoefen ook de cultus van het schrijven niet. Ik ken de angst voor het witte blad niet, ik ben er slechts voor beducht om niets bij de hand te hebben om een nota, die mijn geheugen zou kunnen kwijtraken, aan toe te vertrouwen. Ik schrijf alleen uit de innerlijke noodzaak een gedachte verder uit te bouwen die deel uitmaakt van dit ontwaken van het menselijke bewustzijn dat wordt opgeroepen door de grote wereldwijde woede der volkeren.
Voor de jeugd “Leer leven, niet kruipen als een hond”
Je was altijd een voorstander van de absolute vrijheid van meningsuiting tegen elke vorm van censuur. De recente aanslagen in Europa tonen aan dat het recht op godslastering niet meer dezelfde garanties geniet als voorheen (zelfs als velen er vroeger reeds de ultieme kost voor hebben betaald). Wat denk je ervan?
De godslastering heeft slechts betekenis voor de godsdienstige geest. De godsdienst is altijd al het hart geweest van een harteloze wereld. Toen de sociale strijd het vitale orgaan van een radicaal nieuwe maatschappij sneller deed slaan, waren we getuige van de ondergang van het ooit zo machtige christianisme. De ontbinding van het klassenbewustzijn ten gevolge van de syndicale en politieke bureaucratisering van de arbeidersbeweging en vooral ten gevolge van de vloedgolf van het consumentisme heeft het ergst mogelijke virus in het hart van de maatschappij geënt, dat van het geld. Net zoals het christianisme had geprofiteerd van de ontbinding van de Romeinse godsdiensten, heeft de islam geen enkel probleem gekend om het puin van het christianisme bijeen te harken. Geen enkele repressie zal daar een einde aan maken. Om die dodelijke greep te doorbreken, rest slechts de terugkeer naar het levende voortspruitend uit de existentiële en sociale opstand. In de strijd van de burgerlijke ongehoorzaamheid zijn noch de kleur van de huid of de haren, noch het geslacht of het geloof van tel.
We beleven een belangrijke gezondheidscrisis. Welke voorzorgen neem je? Begrijp je de beperkingen van een aantal van onze vrijheden in die context? Denk je dat die crisis een gecentraliseerde tussenkomst vereist van de Staat, die zo dikwijls wordt afgekeurd door de anarchisten?
In L’insurrection de la vie quotidienne (De opstand van het dagelijkse bestaan) heb ik de mogelijkheid aangehaald van een sanitaire zelfverdediging. Een vertrouwensrelatie tussen verzorgden en zorgverstrekkers die over de technische middelen beschikken, maakt komaf met die angst die meer doodt dan het virus. Deze paniek die vandaag wordt verspreid volgens de methode van Goebbels, brengt de Staat ertoe Big Pharma en haar aandeelhouders te verrijken ten koste van de gezondheid, van het onderwijs, van het publieke goed (onze res publica). De mensheid is aan het sterven opdat een economie zou overleven, waar het zot geworden geld in het rond draait terwijl het haar eigen graf graaft.
Ben je gevoelig voor de verstoring van de ecosystemen en hoe leg je uit dat onze gedragingen zo veel tijd vragen om te veranderen?
Hoe wil je dat de Staten en de multinationals zich zorgen maken om het klimaat als je weet dat voor hen het leven van geen tel is in vergelijking met het onmiddellijke profijt? De grimmige passiviteit van de gelatenheid is erger dan de tirannie van de meesters. We hebben gezien tot wat Nuit Debout, de Indignados (15 mei Beweging) in Spanje of de beweging tegen het bezuinigingsbeleid in Griekenland hebben geleid. Er is geen andere oplossing dan een terugkeer naar de basis. De bestaansvoorwaarden, de economische en bureaucratische verwoesting, de vergiftiging van de voeding, de ontmenselijking waaronder de volkeren lijden, zijn de motor geworden van een algemene (zij het regelmatig onderbroken) opstand. De echte democratie komt uit lokale initiatieven die zich wereldwijd verbinden. Ik verwijs de lezer naar mijn analyse van de ZAD in Contribution à l’émergence de territoires libérés de l’emprise étatique et marchande (Bijdrage tot de opkomst van gebieden die bevrijd zijn uit de greep van Staat en handel). We werden er altijd toe gebracht na te denken volgens de logica van de macro samenleving. Volgens de reïficatie ten gevolge van de handel bestaat het individu (le sujet) niet. Het aantal is een dood voorwerp (l’objet).
Vandaag schudt de subjectiviteit zich wakker. Belangrijk is wat ik wil beleven en de dagelijkse strijd die ik lever tegen wat me ervan weerhoudt. Het is niet het aantal betogers dat de macht uitmaakt, het is de gevoelige intelligentie die vooruitgang boekt bij de individuen en hen solidair maakt, waardoor ze de populistische verruwing vermijden, het individualisme dat dommer maakt en een zondebok zoekt om de frustraties bot te vieren.
De feministische beweging is de laatste tijd veel geëvolueerd. Wat denk je daarvan?
Het heeft lang geduurd vooraleer het te begrijpen: de bevrijding van de vrouw en het herstel van de natuur zijn onafscheidelijk. Het is aan de nieuwe samenleving, die langzaam uit het voorgeborchte verschijnt, om de botsing te overstijgen tussen de ultieme arrogantie van het wankelende patriarchaat en een feminisme dat, verblind in haar drang naar wraak, het recht opeist op de ergste voorrechten van de man. Mooie overwinning om het gebroed van de Thatcher’s te vieren! Mooie emancipatie om minister te worden, prefect, militair, politievrouw, beul, zakenvrouw!
Het menselijke wezen is de wording van de man en van de vrouw, het is het overstijgen van het virilisme en van het feminisme.
Wat is je oordeel over België? Betekent dit zo moeilijk te regeren land iets voor jou?
Ik weiger me te vereenzelvigen met een geografische eenheid. Ik heb er lak aan Belg of Irokees te zijn, maar ik ben geraakt door die Brusselse die, bij de vraag over de gevolgen van het huisarrest en de sluiting van de cafés, verontwaardigd was omdat “op die manier een ware levenskunst werd vernietigd”. Ik hou van frites, ik geniet van een Trippel Westmalle, van een Bush, van een Rochefort, van een St Feuillien Grand Cru en ik ben gehecht aan mijn Picardische streektaal. Ik heb niets gemeen met de schapen die in naam van ik weet niet welk België, zullen blijven stemmen voor hun slachters. Wat de levensvreugde de nek omwringt, wordt een feest voor het kadaver.
Je hebt je in je schrijven dikwijls tot de jeugd gericht. Welke suggestie heb je vandaag voor een jongere (van zeg 16 jaar)?
Leer leven, niet kruipen als een hond die men bevelen toeblaft. Weiger de vrijwillige onderdanigheid, test wijzen van samenleven uit waar het niet meer nodig is je te vernederen voor een handvol dollars. Maar met welk recht aanbevelingen geven en waarom er rekening mee houden als je de begeerte ervoor niet in jezelf voelt?
Een Belgisch theatergezelschap, le Raoul collectif (het Raoul Collectief – en ook De collectieve Raoul), beroept zich vandaag op jouw naam (en op jouw erfenis), wat denk je daarover?
Dat is een getuigenis van vriendschap en van medeplichtigheid. Dergelijke verspreide elementen leggen beetje bij beetje de grondslag van het project van wederzijdse hulp waarvan Kropotkin droomde.
We kennen het citaat van Gramsci “De oude wereld sterft, de nieuwe laat nog wat op zich wachten en in de schemering duiken de monsters op.” Hoe zijn die te vermijden?
We bevinden ons in een mutatie van een beschaving, de oude sterft, de nieuwe wordt geboren en is bevreesd voor haar eigen nieuwigheid. De monsters zullen verdwijnen zodra we de angst verbannen die hen hun ware substantie verleend.
Ter afsluiting vragen we aan de personaliteiten die we interviewen ons een lectuur aan te bevelen. Wat stel je ons voor?
Nogmaals, altijd weer (en daarbij vooral nadenkend over de praktische uitwerking ervan) Het betoog van de vrijwillige onderdanigheid van La Boétie. Nochtans blijft de beste lectuur, de moeilijkste en doordrongen van de meeste passie, die van zichzelf.
Raoul Vaneigem
NB. In de papieren krant is de vraag over het feminisme verwijderd en op het net voorbehouden aan de geabonneerden.