Ga naar de inhoud

Hein-Anton van der Heijden: “We staan aan de vooravond van nieuwe sociale bewegingen”

“Het neoliberalisme heeft zijn langste tijd gehad”, zegt politicoloog Hein-Anton van der Heijden. Volgens hem staan we aan de vooravond van een nieuwe piek van sociale bewegingen.

6 min leestijd

Zijn hele wetenschappelijke carrière bestudeerde de politicoloog Hein-Anton van der Heijden sociale bewegingen, vooral de milieubeweging. Dit voorjaar ging hij met pensioen. Dat vierde hij met de publicatie van het boek Na het neoliberalisme. Klimaatverandering, sociale bewegingen en politiek.

Hadden er in de jaren zeventig woordwolken bestaan, dan zouden begrippen als solidariteit, emancipatie, bevrijding, derde wereld, kolonialisme en imperialisme eruit springen. Er was een breed scala aan sterke sociale bewegingen die radicale maatschappelijke veranderingen nastreefden. Van der Heijden: “De staat deed er veel aan om tegemoet te komen aan die verlangens, al werden die van hun scherpste kantjes ontdaan. Op veel terreinen kwam er beleid dat geld kostte: arbeidstijdverkorting, betere arbeidsvoorwaarden, milieubeleid, kinderopvang. Het gevolg was een uitdijende verzorgingsstaat, waarbij meer dan 60 procent van het nationaal inkomen via de staat liep. Daardoor kwam de markteconomie in de verdrukking. Het neoliberalisme was daar een reactie op. De gedachte was: maak de staat veel kleiner en laat het oplossen van maatschappelijke problemen over aan de markt.” Waarden als rationeel eigenbelang, gelegitimeerde hebzucht, onbeperkte beloning en competitie namen bezit van ons denken en handelen.
Maar Van der Heijden heeft nieuws: volgens hem zitten we in de nadagen van het neoliberalisme.

Waarop baseert u die uitspraak?

“Er zijn steeds meer crises die tijdelijk worden opgelost met noodverbanden. Het neoliberalisme is inherent niet in staat tot structurele oplossingen. Het heeft geen antwoord op belangrijke kwesties als de bankencrisis, de eurocrisis, de vluchtelingencrisis of de klimaatcrisis. De pretentie van het neoliberalisme is dat we zulke zaken via de markt kunnen oplossen, zonder iets te veranderen aan de organisatie van de maatschappij. Dat gaat niet lukken. Sterker: de markt heeft die problemen juist deels veroorzaakt. Neem de uitstoot van automotoren. De controle daarop is aan de autosector zelf overgelaten, met de staat op afstand. Het gevolg kennen we: sjoemelsoftware in dieselauto’s.”

Wat zijn die neoliberale oplossingen voor de klimaatcrisis en waarom werken ze niet?

“Het neoliberalisme heeft een groot vertrouwen in technologische oplossingen. Zonder zulke maatregelen was er zeker meer klimaatverandering geweest, maar deze aanpak levert niet genoeg op. De grondoorzaken van klimaatverandering worden zo immers niet aangepakt: de ongelimiteerde groei en verspilling die inherent zijn aan het kapitalisme. De mondiale ongelijkheid blijft voortbestaan. Het blijft ‘ieder voor zich’. Wanneer Polen weinig doet tegen klimaatverandering, komt Nederland uiteindelijk ook geen stap verder. Een van de vreemdste paradoxen is de emissiehandel, waarbij grote vervuilende bedrijven het recht kunnen kopen om meer te vervuilen. Deze omkering is een kenmerk van het neoliberalisme. Niemand valt het recht toe om de planeet te vervuilen, integendeel: iedereen heeft de plicht om de uitstoot zo veel mogelijk te beperken.”

Het geloof in technologische oplossingen is nu dus dominant. Hoe komt dat?

“De Franse filosoof Foucault gebruikt daarvoor de term ‘waarheidsregime’. Elke tijd heeft zijn eigen samenstel van ideeën, concepten en indelingen om de werkelijkheid betekenis te geven. Vervolgens bepaalt dat onze kijk op de wereld, en ook ons handelen. Wanneer een bepaalde visie dominant wordt, en geïnternaliseerd door individuen en instituties, ontstaan opvattingen over wat normaal is. Dat is een waarheidsregime. Zo kunnen politici en deskundigen ook zeggen dat ecologische modernisering de beste manier is om klimaatverandering te bestrijden, ook al is die claim helemaal niet waar.”

Wat klopt er niet aan?

“Veel oplossingen die de ecomodernisten voorstellen, zijn inmiddels volstrekt ouderwets. Bijvoorbeeld het vertrouwen in kernenergie. Dat is een grootschalige vorm van opwekking en distribueren, met een centraal netwerk. Je behoudt zodoende de afhankelijkheid van de overheid en grootschalige energieproducenten, die nu juist haaks staat op de trend van het decentraliseren van energieopwekking. En er kan geen kerncentrale worden gebouwd zonder overheidsgarantie. Ook propageren ecomodernisten technieken die aantoonbaar niet milieuvriendelijk zijn, zoals het gebruik van biomassa voor het opwekken energie.”

U houdt zich al uw hele wetenschappelijke leven bezig met sociale bewegingen. Wat zag u veranderen?

“In de jaren zeventig en tachtig was er veel meer grass roots-activisme dan in de periode erna, de tijd van de institutionalisering, toen organisaties belangrijker werden dan bewegingen. Maar net als in de economie zitten er golfbewegingen in sociale bewegingen. Aanvankelijk moest ik weinig van dit idee hebben, ik vond het te deterministisch. Maar wetenschappelijk blijkt het goed te onderbouwen. Met mijn Duitse collega Karl Brand heb ik uiteindelijk de theorie ontwikkeld dat sterke sociale bewegingen sinds de Franse Revolutie van 1789 in golven van zestig jaar komen. De laatste was die van 1968. We staan dus aan de vooravond van een nieuwe piek.”

Zijn er wel sociale bewegingen nodig voor verandering? Passen mensen zich niet vanzelf aan veranderde omstandigheden aan?

“Er zijn allerlei krachten die verandering tegenwerken. Het waarheidsregime van het neoliberalisme is een formidabele kracht. Bijna iedereen gelooft toch dat technologie ons gaat redden? Er zijn dus groepen en mensen nodig die laten zien dat we andere oplossingen nodig hebben, zoals minder vlees eten, minder vliegen, minder consumeren. Je hebt ook groepen en mensen nodig die zich er voor inzetten om veranderingen daadwerkelijk te realiseren. Het is keihard werken!

In Nederland is er vanouds weinig elan voor verandering. Wij leven in een consensuscultuur van aanpassen en elkaar iets gunnen, van tegenstellingen overbruggen, in plaats van voort laten bestaan. Wij kijken raar tegen radicale tegengeluiden aan. We zijn ons daar meestal niet van bewust: wij denken dat iedereen de werkelijkheid definieert zoals wij. Er is, buiten Engeland, geen land in Europa dat het neoliberalisme zo gemakkelijk heeft geïnternaliseerd als Nederland. In veel Europese landen is de ruimte voor revolutionair denken veel groter, en dat geldt zeker voor de rest van de wereld. Precies in de landen die de bakermat van het neoliberalisme zijn, zien we echter ook het succes van Bernie Sanders en Jeremy Corbyn (respectievelijk de tegenstrever van Hillary Clinton tijdens de Amerikaanse voorverkiezingen van afgelopen jaar, en de leider van de Britse Labour Party; red.). Zij laten juist aan jongeren zien, dat een andere maatschappij mogelijk is.”


Na het neoliberalisme. Klimaatverandering, sociale bewegingen en politiek

Hein-Anton van der Heijden.

Delft, Eburon 2017; ISBN: 9789463011211 

Prijs: €24.50