Ga naar de inhoud

Met cradle-to-cradle opgewekt doorgroeien?

Cradle-to-cradle is de nieuwste hype over het technisch oplossen van het ecologische probleem dat de kapitalistische productiewijze veroorzaakt. Willem Hoogendijk wordt er niet goed van en legt uit waarom.

 

4 min leestijd
Placeholder image

Gisteren
zag ik een tweede programma over cradle-to-cradle. In het eerste hadden de
uitvinders het idee uitgelegd, namelijk producten zo maken dat je later alle
onderdelen weer kunt gebruiken. Uit de voedsel- en materialenkringloop weer
terug erin: van wieg tot wieg. Dit streven naar recyclen en 'upcyclen' wordt
ook toegepast op gebouwen (moeten gaan werken als een boom…), fabrieken en
steden.

Het
vervolgprogramma van gisteren toonde enthousiaste bestuurders die het concept
in ons land gaan toepassen. Het Floriade-complex in Limburg, de uitbreiding van
Almere, een bedrijventerrein in Venlo – allemaal uit te voeren zodat de Aarde
er beter van wordt. Dat was inderdaad de grondtoon: geen negatieve verhalen
meer, geen schuldgevoel meer als je wilt verdienen of uitbreiden. Hoera!

Mag ik
daar (vloek) in Gaia's naam even flink doorheen schieten?

Vroeger,
vroeger was er helemaal geen afval. De stront ging het land op (en niet het
water in), bakstenen werden zolang mogelijk hergebruikt (nog geen Portland
cement die dat zou bederven), voedselafval ging naar de varkens en alles werd
eindeloos gerepareerd. Bij mijn welgestelde grootouders werd een papieren
boterhamzakje zo lang mogelijk gebruikt en van een oude trui die niet meer te
herstellen was werden nog de woldraden uitgetrokken voor nieuwe toepassing.
(Dat mijn goed verdienende en absoluut niet vrekkige vader op straat niet aan
elastieken en ijzerwaar zoals schroeven voorbij kon lopen vertel ik maar niet.
De huidige generatie zou hem voor gestoord houden.) Nee, weggooien, dat was
gewoon 'zonde'. En werd er iets weggegooid, kon dat in de natuurlijke
kringlopen opgenomen en hergebruikt worden.

Zodat
we van onze voorouders een redelijk rijke natuur erfden en slechts wat
aardewerk- en glasscherven over hebben, en natuurlijk hun botten en die van hun
dieren.(1)

Het
systeem was dus: reduce, repair, reuse en recycle (2) – in deze volgorde.
Reduce staat dan voor: produceer en koop alleen wat echt nodig is. En daar zit
dan het grote verschil met de van-wieg-tot-wiegers. Zij negeren het
onvermijdelijke fenomeen van entropie. En dat er groeidwang in onze economie is
ontgaat hen ook.

Bij
elke omzetting van energie (en materaal is ook opgeslagen energie) is er
verlies. Alle recycling en zo kosten energie.Vandaar dat recyclen en upcyclen
pas in laatste instantie moet plaatsvinden. Om onze biosfeer nog een beetje
overeind te houden, moeten we gauw van de huidige hoog-entropische maatschappij
naar een sobere, met veel lagere entropie. (3) Zeker, hier toe draagt bij dat
producten en dergelijke recyclebaar in elkaar worden gezet – absoluut. Maar dat
is het dan. Het mag geen concept worden dat verdere groei legitimeert, ja, met
geheel schuldeloos gemoed wordt doorgezet. Nieuwe wijken, verdiept aangelegde
wegen, auto- en tapijtfabrieken, recreatieparken – wat kwam er in het programma
niet allemaal voorbij. Maar ja, het dient de verdere groei, en daar is het
kapitaal heel tevreden mee. Gaat u dus maar lekker door, heren en dames
wiegers. (4) Trekt u zich vooral niks meer aan van die onheilsprofeten en
somberkijkers. Voor hen is het immers: van de wieg tot het graf!

———————————————-

Willem
Hoogendijk 27 november 2007 Nederland
Anders

wh -ad- aarde.org

Zie ook: VPRO prijst cradle to cradle het graf in (Peter van Vliet, iNSnet) 

noten: 

1. Met
de komst van vooral gasfabrieken, plastics en andere chemische fabricage kwam
de grote klad in de opvang door de natuur. Simon Rozendaal van Elsevier, je kan
hier nu komen met de oude loodmijnen, leerlooierijen en dergelijke…

2.
Re-use of hergebruik betreft het product zelf, recycle de grondstoffen die het
bevat.

3. Om
te beginnen moeten we dan 't zien te doen met alles wat er al is aan producten,
gebouwen, wegen, enz.. En dat is niet weinig!

4. Een
van de wiegers was notabene de directrice van een ecologisch instituut te
Wageningen. Niets geleerd van professor Lyklema aldaar? Een van de weinige
entropisten in ons land.