Ga naar de inhoud

Turkse journaliste Ayşe Düzkan: waarom ik de gevangenis in ga

In een artikel in het blad van de Britse journalistenvakbond NUJ wordt bericht over de Turkse journaliste Ayşe Düzkan, die net de Bakırköy gevangenis is ingegaan om een straf van anderhalf jaar uit te zitten. Haar misdaad: ze had symbolisch een dag de redactie gevoerd over de Turks/Koerdische krant Özgür Gündem. In een artikel in The Journalist vertelt Ayşe Düzkan vlak voor ze haar straf uit gaat zitten, wat de reden daarvan is. Ze verdedigde eerlijke journalistiek.

5 min leestijd

(Door Ayşe Düzkan, oorspronkelijk verschenen in The Journalist March/April 2019 Foto: van website Pen-Nederland,  vertaling: globalinfo.nl (wordt u donateur?))

(Collega-journalist Hüseyin Aykol werd tot drie jaar en negen maanden veroordeeld en Hüseyin Bektaş, Mehmet Ali Çelebi en Ragıp Duran kregen elk ook anderhalf jaar).

Ik schrijf dit in de laatste paar uur voordat ik mezelf zal melden bij de Turkse gevangenisautoriteiten. Ze zullen mij daarna opsluiten en beginnen met de de formaliteiten om me daar heen te sturen waar ze ook maar gepland hebben om mij anderhalf jaar gevangen te houden. Mijn misdaad? Het verdedigen van eerlijke journalistiek.

De serie rechtszaken die mij uiteindelijk op dit punt gebracht hebben, begon in 2016, maar mijn verhaal begint in de jaren 1980. Ik was in de twintig en een vriend vertrok om zijn militaire dienstplicht te vervullen. Dat was toen, en is dat nog steeds, een wettelijke plicht voor alle mannen in Turkije.

Hij was muzikant. Toen hij terugkeerde leek hij een ander persoon te zijn geworden – hij was verward, boos, bang, en werd gekweld door terugkerende nachtmerries waar hij het niet over wilde hebben.

Wat ik niet beseft had, was dat hij niet gewoon militaire training had gekregen, zoals onze kring van vrienden had gedacht, mijn vriend was naar een oorlog gestuurd. Weinigen wisten toen dat mijn land verwikkeld was in een militair conflict met Koerdische groepen in Zuidoost Turkije.

Ik had een vaag beeld van wat er daar gaande was, maar dit was de eerste keer dat ik echt met de werkelijkheid van de oorlog werd geconfronteerd. In de tijd van de militaire dienst van mijn vriend waren zaken als post-traumatische stress disorder en Vietnam syndroom nauwelijks bekend, maar iets dergelijks was hem duidelijk overkomen. Die ervaring was een van de vele dingen die een leven van activisme deed ontspruiten.

ik heb meer dan twintig jaar gewerkt als journalist, en schreef over cultuur, muziek en mode voor een heel stel tijdschriften en kranten. Ik ben sinds 1984 feministe geweest en ben mijn hele leven betrokken geweest bij zowel de vrouwen vredesbeweging als het Koerdische thema.

Maar als de meerderheid van de mensen niet weet dat we in oorlog zijn, hoe kunnen ze dan oproepen tot vrede? Dat is de rede dat vrije pers essentieel is.

Ik was lid van het uitvoerend bestuur van de journalisten-vakbond Disk Basin-Is. In 2016 hebben enkele van mijn collega’s en ik een bescheiden actie gedaan. In die tijd stond de persvrijheid ernstig onder druk. Kranten waren verboden, verslaggevers werden de gevangenis in gegooid, en tv-stations waren gedwongen te stoppen.

De krant Özgür Gündem (wikipedia daarover) (de titel betekent Vrije Agenda), hoewel in het Turks uitgebracht, is altijd voor Koerdische rechten geweest. De krant biedt een glimp van de Koerdische realiteit, niet alleen over het conflict maar ook over cultuur, muziek, literatuur en dagelijks leven. Het belangrijkste is dat de krant werkte aan het op een accurate en snelle manier verslaan van het conflict in Zuidoost Turkije.

De krant en veel van de opvolgers is nu verboden verklaard. De krant was al veel langer doelwit van repressie. Zijn journalisten werden vermoord, de redacteur gevangengenomen en de drukpers werd opgeblazen.

Tegen 2016 was de aanval van de regering op de persvrijheid dermate dermate bruut dat we wisten dat Özgür Gündem elk moment in de vuurlinie zou komen te liggen. Het personeel vroeg daarom om onze steun en wij besloten dat journalisten samen zouden proberen om de aanvallen op de persvrijheid af te slaan.

56 Van ons werden, elk voor een dag, in de colofon in de kop van de krant vermeld als ‘honorair executive editors’. Ik ging er ook werkelijk naar toe en deed een shift dienst. Het was de zaterdag voor Moederdag en dus heb ik daar een pagina over gevuld.

Binnen twee weken werd tegen 50 van ons vervolging ingesteld. Het was het begin van een slepend proces om ons te vervolgen wegens het ‘propaganda maken voor een terroristische organisatie’.

Aanvankelijk vroegen de aanklagers om mij te veroordelen tot 14 jaar cel. Sindsdien zijn er vele zittingen geweest en mijn straf is nu omlaag gebracht tot anderhalf jaar.

Ik zal een van de eersten zijn uit onze groep die met hun straf uitzitten beginnen. Hüseyin Bektaş en Mehmet Ali Çelebi zitten al in de gevangenis. Wat wij wilden, naast aan te tonen dat journalisten in Turkije het voor elkaar opnemen, was om meer aandacht te krijgen voor de behandeling die media krijgen in Turkije – daarom ben ik ook blij dat de NUJ (de Britse journalistenbond, vert.) mij heeft ‘geadopteerd’.

Vrije journalistiek biedt de beste kans om mensen de waarheid en de werkelijkheid te laten zien over de samenlevingen waar we in zitten. Iedereen heeft daar recht op.

Hoe vreemd het ook mag lijken, mijn geestdrift is groot en mijn humeur is goed. We hebben in Turkije een spreekwoord dat vertaald ongeveer luidt: “Ook dit zal komen en weer gaan”. Ik ben niet moedig, ik ben geen heldin, ik prober te doen wat juist lijkt en dat te doen maakt gelukkig.

————–

Zie ook (in het Nederlands) Berichten uit een Turkse Cel bij PEN-Nederland.

Zie voor meer achtergrond over deze zaak (bianet, Engels)